Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000PC0407

    Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap

    /* COM/2000/0407 def. - COD 2000/0187 */

    PB C 365E van 19.12.2000, p. 256–261 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52000PC0407

    Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap /* COM/2000/0407 def. - COD 2000/0187 */

    Publicatieblad Nr. C 365 E van 19/12/2000 blz. 0256 - 0261


    Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. Inleiding

    Doelstelling

    Het doel van dit voorstel voor een beschikking is de geharmoniseerde beschikbaarheid en het doeltreffend gebruik van het radiospectrum te waarborgen waar dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsbeleid op gebieden zoals communicatie, vervoer, omroep, en onderzoek en ontwikkeling (O&O).

    Er dient meer rekening te worden gehouden met de institutionele afspraken omtrent radiospectrumbeheer, zowel wat betreft de belangen van de Gemeenschap als waar het gaat om de behoeften van het bedrijfsleven en de gebruikers in de EU. Daarbij dient erop te worden gelet dat de mate van beschikbaarheid van radiospectrum, de vergunningen hiervoor en het gebruik ervan belangrijke beleidsimplicaties hebben voor de invoering en exploitatie in de Gemeenschap van pan-Europese communicatiediensten, GALILEO (satellietnavigatiesysteem), luchtverkeersleiding, digitale radio en televisie, en aardobservatiediensten.

    Grondslag

    Bij het voorstel wordt voortgebouwd op de ervaring die is opgedaan met beschikkingen van de Gemeenschap op de gebieden persoonlijke satellietcommunicatiediensten (S-PCS) en het universele mobiele telecommunicatiesysteem (UMTS). In het kader van deze beschikkingen is een politiek akkoord bereikt over de beleidsdoelstellingen voor deze gebieden en zorgen wettelijke voorschriften ervoor dat het radiospectrum voor deze communicatiesystemen door de Europese Conferentie van PTT-administraties (CEPT) kan worden geharmoniseerd en dat de lidstaten de vastgestelde harmonisatiemaatregelen ten uitvoer leggen.

    Het openbaar overleg over het Groenboek over het radiospectrumbeleid in de Gemeenschap heeft uitgewezen dat er brede steun is voor de aanpak van bepaalde radiospectrumaangelegenheden op communautair niveau zodat een raamwerk kan worden gecreëerd dat het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum met het oog op de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsbeleid kan garanderen, op voorwaarde tenminste dat voldoende aandacht wordt geschonken aan de bestaande institutionele afspraken inzake radiospectrumbeheer, en zodat de belangen van de Gemeenschap op de internationale fora kunnen worden verdedigd.

    Momenteel zijn het op mondiaal niveau de Internationale Telecommunicatieunie (ITU - 189 lidstaten) met haar Wereldradiocommunicatieconferenties (WRC) en op Europees niveau de CEPT (43 lidstaten) die met de harmonisatie van het radiospectrumgebruik zijn belast. In verband met de globalisering van de radiocommunicatiemarkten kunnen met harmonisatie op een zo hoog mogelijk niveau schaalvoordelen (d.w.z. lagere kosten van apparatuur) en pan-Europese en wereldwijde beschikbaarheid van diensten (d.w.z. internationale roaming) worden bereikt, aangezien de harmonisatieactiviteiten zich dan tot over de grenzen van de Gemeenschap uitstrekken.

    Het huidig voorstel treedt niet in de plaats van, maar vormt eerder een aanvulling op de spectrumactiviteiten van de ITU/WRC, de CEPT en de lidstaten. Spectrumbeheersactiviteiten dragen een sterk technisch karakter en dienen daarom zo dicht mogelijk bij de markt te staan (subsidiariteit en proportionaliteit). De spectrumbeheersactiviteiten dienen evenwel samen te gaan met beleidsdiscussies over de noodzaak om gemeenschappelijke doelstellingen te bereiken ten aanzien van de harmonisatie van het gebruik van het radiospectrum op relevante gebieden. Waar harmonisatie nodig is, is ook behoefte aan rechtszekerheid en adequate procedures voor het verlenen van opdrachten aan de CEPT voor de ontwikkeling van spectrumharmonisatiemaatregelen voor Europa en daartoe strekkende voorstellen voor de ITU/WRC. Rechtszekerheid is eveneens noodzakelijk om de tenuitvoerlegging van de afgesproken harmonisatiemaatregelen door de lidstaten te waarborgen.

    Toepassingsgebied

    Ontwikkelingen op het gebied van economie, technologie en regelgeving ten aanzien van radiocommunicatie hebben tot een scherpe stijging van de spectrumbehoefte geleid, vooral in de communicatiesector, waar het spectrum nodig is voor de realisatie van de informatiemaatschappij. Er zijn diverse maatregelen van de Gemeenschap vastgesteld om de communicatiesector voldoende spectrum te garanderen.

    Tot dusver vallen de radiospectrumbehoeften van andere takken van het Gemeenschapsbeleid (zoals: terrestrische en satelliettelevisie- en radio-omroep; vervoer over de weg, per spoor, door de lucht en over zee; plaatsbepaling, navigatie en tijdsbepaling; aardobservatie; radioastronomie) niet onder de communautaire wetgeving. Met het onderhavig voorstel wordt getracht de politieke en wettelijke basis te creëren die nodig is om ervoor te zorgen dat het voor de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsbeleid op al deze gebieden noodzakelijke radiospectrum beschikbaar is en blijft.

    2. Algemene en specifieke doelstellingen

    De algemene doelstelling van het onderhavig voorstel is het creëren van een beleids- en regelgevingskader in de Gemeenschap waarmee de harmonisatie van het radiospectrumgebruik op de beleidsterreinen communicatie, omroep, vervoer en O&O mogelijk is, voorzover relevant voor de beleidsdoelstellingen van de Gemeenschap, en waarbij terdege rekening wordt gehouden met de ervaring en deskundigheid die in CEPT- en ITU/WRC-verband is opgedaan.

    De voornaamste specifieke doelstellingen van het voorstel luiden:

    -oprichting van een beleidsplatform dat kan inspelen op de technologische, markt- en regulatorische ontwikkelingen op radiocommunicatiegebied en dat adequaat rekening kan houden met de wensen van alle relevante radiospectrumgebruikersgemeenschappen. Dit beleidsplatform, de Spectrumbeleidsgroep van hoge ambtenaren, zal uit vertegenwoordigers van de lidstaten bestaan. Het dient de Commissie te adviseren over de noodzaak van harmonisatie van het radiospectrumgebruik op de relevante beleidsterreinen van de Gemeenschap. Het beleidsplatform zal zich niet alleen met de spectrumindeling bezighouden, maar ook met de discussie over spectrumtoewijzingskwesties, d.w.z. hoe het spectrum het best kan worden verdeeld binnen en over de verschillende gebruikersgemeenschappen en landen;

    -het creëren van een regelgevingskader voor de harmonisatie van het radiospectrum, voorzover noodzakelijk; op basis hiervan kan de Commissie in overleg met het Radiospectrumcomité op basis van het advies van het beleidsplatform opdrachten aan de CEPT geven en, waar nodig ervoor zorgen dat de door de CEPT naar aanleiding van de opdrachten van de Commissie uitgewerkte oplossingen ten uitvoer worden gelegd;

    -het zorgen voor een gecoördineerde en tijdige verstrekking van informatie over het gebruik en de beschikbaarheid van het radiospectrum in de EG;

    -het zorgen voor behoorlijke afspraken over de standpunten van de Gemeenschap en Europa ten behoeve van internationale onderhandelingen over het spectrum (bijv. ITU/WRC) waarop punten aan de orde komen die ook door het Gemeenschapsbeleid worden bestreken.

    3. Voorgestelde oplossingen

    Behandeling van beleidskwesties in Gemeenschapsverband in plaats van door derde instanties

    Het succes van de tenuitvoerlegging van onderdelen van het Gemeenschapsbeleid waarvoor radiospectrum is vereist, kan in gevaar komen als niet terdege rekening wordt gehouden met de beschikbaarheid van radiospectrum. De besluitvorming hierover dient niet op technisch niveau plaats te vinden of aan van de Gemeenschap onafhankelijk organisaties zoals de CEPT en de ITU/WRC te worden overgelaten. De problematiek van de behoefte en de beschikbaarheid van spectrum dient te worden behandeld op hetzelfde niveau als dat waar de beleidsafspraken van de Gemeenschap worden gemaakt, zodat er voor het Gemeenschapsbeleid een geharmoniseerd spectrum beschikbaar is.

    * Het onderhavige voorstel moet ervoor zorgen dat terdege rekening wordt gehouden met de spectrumbehoeften van het Gemeenschapsbeleid.

    Afweging van de spectrumbehoeften van de diverse sectoren op basis van volledige informatie

    Aangezien de behoefte aan radiospectrum groeit, neemt de kans op conflicten toe daar waar de frequentieruimte schaars is. Op dit moment bestaat er geen beleidsplatform waar de behoeften van de diverse beleidsterreinen grondig kunnen worden besproken en tegen elkaar worden afgewogen op basis van volledige economische, technologische en sociale gegevens. Bepaalde commerciële gebruikers van het spectrum proberen de beschikbaarheid van spectrum veilig te stellen via de CEPT en de ITU/WRC, organisaties met een overwegend technisch karakter. Soms gaat dit ten koste van niet-commerciële gebruikersgemeenschappen, die in deze organisaties minder goed vertegenwoordigd zijn. Daarom zijn politieke beslissingen nodig, zodat de behoeften op eerlijke wijze tegen elkaar kunnen worden afgewogen wanneer commerciële en niet-commerciële organisaties toegang willen krijgen tot eenzelfde deel van het spectrum.

    * Het voorstel moet ertoe leiden dat de spectrumbehoeften van de verschillende onderdelen van het Gemeenschapsbeleid correct tegen elkaar kunnen worden afgewogen zodat de schaarse middelen eerlijk kunnen worden verdeeld.

    Een kaderbeschikking in plaats van sectorspecifieke maatregelen

    Waar nodig kan de toepassing van het spectrum voor het Gemeenschapsbeleid worden geharmoniseerd op basis van bijzondere beschikkingen die voor elke individuele sector specifiek zijn, en tot nog toe gebeurde dit ook zo. Hieraan kleeft evenwel een aantal nadelen, met als belangrijkste dat de institutionele procedure hiervoor moeizaam verloopt en veel tijd in beslag neemt, waardoor de introductie van nieuwe technologieën en diensten kan worden vertraagd. Met het onderhavige voorstel voor een beschikking wordt getracht overeenstemming te bereiken over de algemene doelstellingen, d.w.z. harmonisatie van het radiospectrumgebruik, en over de procedures die voor alle betrokkenen communautaire beleidsterreinen moeten worden gevolgd.

    * Het onderhavige voorstel moet garanderen dat het gebruik van het radiospectrum volgens overeengekomen procedures wordt geharmoniseerd.

    Het garanderen van de beschikbaarheid van de informatie over het spectrumgebruik

    De beschikbaarheid van informatie over het spectrumgebruik zal een kritische rol spelen in het werk van de Spectrumbeleidsgroep van hoge ambtenaren, aangezien deze beleidsgroep op basis van die informatie moet bepalen in welke gevallen het gebruik van het radiospectrum moet worden geharmoniseerd.

    * De lidstaten dienen essentiële informatie over het gebruik van het radiospectrum te verstrekken in een voor de Gemeenschap gemeenschappelijk formaat.

    Verplichte tenuitvoerlegging in plaats van vrijwillige afspraken

    Gelet op de internationale handelsverplichtingen van de Europese Unie en haar lidstaten en met het oog op de effectiviteit dienen harmonisatiemaatregelen voor het radiospectrum correct ten uitvoer worden gelegd. Momenteel wordt dit doel slechts ten dele bereikt via de maatregelen van de CEPT, omdat de 43 lidstaten daarvan, waaronder de lidstaten van de Gemeenschap, deze op vrijwillige basis ten uitvoer leggen. Deze situatie biedt potentiële investeerders onvoldoende zekerheid. Als lidstaten overeenstemming bereiken over de noodzaak om voor een bepaalde toepassing het gebruik van het radiospectrum te harmoniseren, dienen zij ook de nodige stappen te doen om een dergelijk akkoord overeenkomstig de bepalingen van de beschikking ten uitvoer te leggen.

    * Wanneer een politiek akkoord wordt bereikt over de harmonisatie van het gebruik van radiospectrum dat noodzakelijk is voor de uitvoering van relevant Gemeenschapsbeleid, dient met behulp van wettelijke voorschriften ervoor te worden gezorgd dat de maatregelen door de lidstaten ten uitvoer worden gelegd.

    Standpunten van de Gemeenschap in plaats van nationale standpunten bij internationale onderhandelingen

    Beslissingen over de beschikbaarheid van het radiospectrum hebben gevolgen voor de handel, en de Europese Unie en haar lidstaten zijn in het kader van de Wereldhandelsorganisatie een aantal verplichtingen aangegaan ten aanzien van het spectrumbeleid. Wanneer een spectrumbeheerskwestie onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt, is ook de Gemeenschap bevoegd om zelfstandig externe verplichtingen aan te gaan in het kader van internationale fora voor spectrumbeheer zoals de Internationale Telecommunicatie-unie. De Commissie is dan bevoegd tot onderhandelen.

    Afgezien van haar rol in handelsaangelegenheden is de Gemeenschap niet rechtstreeks betrokken bij internationale besprekingen over spectrumbeheer. Als gevolg daarvan worden de standpunten van de lidstaten ten aanzien van spectrumbeschikbaarheid niet systematisch met het oog op de internationale besprekingen gecoördineerd. De Gemeenschap dient ervoor te zorgen dat voor dergelijke besprekingen gemeenschappelijke standpunten worden geformuleerd met betrekking tot de te bereiken doelstellingen. Als het op grond van het reglement van dergelijke internationale fora niet mogelijk is om een standpunt van de Gemeenschap naar voren te brengen, dient het Voorzitterschap zulks te doen.

    * Met het voorstel wordt getracht ervoor te zorgen dat, waar nodig, overeenstemming wordt bereikt over gemeenschappelijke standpunten van de Gemeenschap voor internationale onderhandelingen over radiospectrum teneinde de belangen van de Gemeenschap op het internationale podium te waarborgen.

    4. Toelichting op de artikelen van het voorstel

    Artikel 1 - Doelstelling

    In artikel 1 staan de doelstellingen van de beschikking; zij geldt voor alle vormen van spectrumgebruik - niet alleen voor communicatie - en is erop gericht een beleids- en regelgevingskader tot stand te brengen dat de geharmoniseerde beschikbaarheid en het doelmatig gebruik van het radiospectrum moet garanderen waar dit nodig is voor de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsbeleid. Voorts dient een evenwicht te worden gevonden tussen de verschillende vormen van spectrumgebruik die gevolgen hebben voor het Gemeenschapsbeleid. Tegelijkertijd dient de beschikking te garanderen dat informatie over het gebruik en de beschikbaarheid van het radiospectrum in de Gemeenschap tijdig en op gecoördineerde wijze wordt verstrekt en dat de belangen van de Gemeenschap op internationaal niveau worden gewaarborgd voorzover het gebruik van het radiospectrum gevolgen heeft voor het Gemeenschapsbeleid.

    Artikel 2 - Definities

    Artikel 2 bevat de definities van radiospectrum, spectrumindeling en spectrumtoewijzing.

    Artikel 3 - Radiospectrumbeleidskader

    Artikel 3 regelt de oprichting van de uit vertegenwoordigers van de lidstaten bestaande Spectrumbeleidsgroep van hoge ambtenaren, die de spectrumgebruikersgemeenschappen kan raadplegen.

    Artikel 4 - Taak van de beleidsgroep

    In artikel 4 wordt de taak van de beleidsgroep gedefinieerd. De beleidsgroep dient een bijdrage te leveren tot de ontwikkeling van een algemeen spectrumbeleid voor alle sectoren waarbij rekening wordt gehouden met de beleidsdoelstellingen van de Gemeenschap.

    Artikel 5 - Comité

    Artikel 5 regelt, als onderdeel van de totstandbrenging van een regelgevingskader voor spectrumharmonisatie, de oprichting van het Radiospectrumcomité, dat de Commissie terzijde moet staan. Het legt de regelgevings- en raadplegingsprocedure van het Comité vast.

    Artikel 6 - Harmonisatiemaatregelen

    Artikel 6 geeft een omschrijving van het regelgevingskader dat de doeltreffende tenuitvoerlegging van harmonisatiemaatregelen in de Gemeenschap moet harmoniseren, gelet op de algemene beleidsdoelstellingen van de beleidsgroep. Dit betekent dat de Commissie de mogelijkheid krijgt om harmonisatieopdrachten aan de CEPT te verstrekken en de resultaten daarvan voor de lidstaten verplicht te stellen, dan wel om alternatieve maatregelen te treffen ingeval de CEPT tekortschiet.

    Artikel 7 - Beschikbaarheid van informatie over spectrumindeling en -toewijzing

    Artikel 7 bepaalt dat de lidstaten informatie beschikbaar stellen over de beschikbaarheid en het gebruik van het spectrum op hun grondgebied. In de bijlage bij de beschikking wordt deze informatie nader omschreven. Ook de wijze waarop deze informatie wordt ingediend, dient te worden geharmoniseerd.

    Artikel 8 - Betrekkingen met derde landen en internationale organisaties

    Artikel 8 geeft een beschrijving van de verantwoordelijkheden van de Commissie en de lidstaten ten aanzien van de betrekkingen met derde landen en internationale organisaties waarbinnen het spectrumbeleid en de spectrumproblematiek aan de orde worden gesteld als hoofdthema of in het kader van bredere onderhandelingen. Waar nodig wordt van de lidstaten verlangd dat zij hun standpunten bij internationale onderhandelingen coördineren met het oog op de doelstellingen van de beschikking.

    Artikel 9 - Kennisgeving

    Artikel 9 bepaalt dat de lidstaten de Commissie de informatie verstrekken die zij nodig heeft om na te gaan of de lidstaten hun verplichtingen uit hoofde van de beschikking nakomen.

    Artikel 10 - Vertrouwelijkheid

    Artikel 10 legt in bepaalde gevallen een geheimhoudingsplicht op.

    Artikel 11 - Verslaglegging

    Artikel 11 bepaalt dat de Commissie jaarlijks een verslag bij de Raad en het Europees Parlement indient over de tenuitvoerlegging van de beschikking.

    Artikel 12 - Tenuitvoerlegging

    Artikel 12 bepaald dat de lidstaten alle nodige maatregelen treffen om aan hun verplichtingen uit hoofde van de beschikking te voldoen.

    Artikel 13 - Inwerkingtreding

    Artikel 13 regelt de inwerkingtreding van de beschikking.

    Artikel 14 - Adressaten

    Artikel 14 bepaalt dat de beschikking tot de lidstaten is gericht.

    2000/0187 (COD)

    Voorstel voor een

    BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

    Gezien het voorstel van de Commissie [1],

    [1] PB C ... van ..., blz. ....

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [2],

    [2] PB C ... van ..., blz. ....

    Gezien het advies van het Comité van de Regio's [3],

    [3] PB C ... van ..., blz. ....

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [4],

    [4] PB C ... van ..., blz. ....

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Op 10 november 1999 heeft de Commissie een mededeling [5] aan het Europees Parlement, aan de Raad, aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's voorgelegd met voorstellen voor de volgende stappen in het radiospectrumbeleid op basis van de resultaten van de openbare raadpleging over het Groenboek over het radiospectrumbeleid in samenhang met verschillende beleidsterreinen van de Europese Gemeenschap zoals telecommunicatie, omroep, vervoer en O&O [6]. Deze mededeling heeft de instemming van het Europees Parlement gekregen in een resolutie van 18 mei 2000 [7]. Hierin wordt nadrukkelijk gewezen op de noodzaak van communautair optreden om tot een geharmoniseerde en evenwichtige benadering van het gebruik van het radiospectrum in de Gemeenschap te komen teneinde aan de principes van de interne markt te voldoen en de belangen van de Gemeenschap op internationaal niveau te beschermen.

    [5] COM(1999) 538.

    [6] COM(1998) 596.

    [7] A5-0122/2000.

    (2) Waar nodig dienen beleidsprincipes voor het gebruik van het radiospectrum op communautair niveau te worden gedefinieerd teneinde de beleidsdoelstellingen van de Gemeenschap te kunnen verwezenlijken, met name op de gebieden communicatie, omroep, vervoer en onderzoek, die alle in uiteenlopende mate afhankelijk zijn van het gebruik van het radiospectrum, met behoud van een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van de burger. Op basis van deze principes dient het gebruik van het radiospectrum waar nodig in communautair verband te worden gecoördineerd en geharmoniseerd om aan deze doelstellingen van de Gemeenschap te beantwoorden. Coördinatie en harmonisatie in Gemeenschapsverband kan in bepaalde gevallen ook een bijdrage leveren tot de harmonisatie en de coördinatie van het gebruik van het spectrum wereldwijd. Tegelijkertijd kan op nationaal niveau de gewenste technische ondersteuning worden geboden.

    (3) Het spectrumbeleid kan niet uitsluitend op technische parameters worden gebaseerd, er dient ook rekening te worden gehouden met economische, politieke, culturele, gezondheids- en sociale overwegingen. Bovendien kan de steeds grotere schaarste aan radiofrequenties steeds vaker aanleiding geven tot conflicten tussen de verschillende groepen radiospectrumgebruikers in sectoren zoals communicatie, omroep, vervoer, rechtshandhaving, defensie en wetenschap. Derhalve dient in het spectrumbeleid rekening te worden gehouden met alle sectoren en moeten de behoeften van elk van deze sectoren tegen elkaar worden afgewogen. Deze beschikking dient het recht van de lidstaten om beperkingen te stellen in verband met de openbare orde en veiligheid, onverlet te laten.

    (4) Teneinde algemene beleidsdoelstellingen voor spectrumgebruik vast te leggen, dient een passend adviesorgaan te worden opgericht waarin onder leiding van de lidstaat die het Voorzitterschap bekleedt hoge vertegenwoordigers van de lidstaten zitting hebben die bevoegd zijn voor de verschillende sectoren waarin gebruik wordt gemaakt of die de gevolgen ondervinden van het gebruik van het radiospectrum, zoals communicatie, omroep, audio en video, vervoer, onderzoek en ontwikkeling, alsmede voor veiligheidsbeleid, defensie en politie, die indirecte gevolgen kunnen ondervinden. Deze groep zal de Commissie van advies dienen, zowel op eigen initiatief als op verzoek van de Commissie, omtrent de noodzaak van harmonisatie van het gebruik van het radiospectrum in de algemene context van het Gemeenschapsbeleid en omtrent regelgevings- en andere aangelegenheden in verband met het gebruik van het radiospectrum die gevolgen hebben voor het Gemeenschapsbeleid, bijvoorbeeld de methoden voor het verlenen van spectrumrechten, de beschikbaarheid van informatie, de beschikbaarheid van spectrumruimte, refarming, relocatie, spectrumwaardering en efficiënt gebruik van het radiospectrum, alsmede de bescherming van de volksgezondheid. Daarom dient elke nationale delegatie een gecoördineerd standpunt te hebben over alle beleidsaspecten die een rol spelen bij het spectrumgebruik in de betrokken lidstaat in samenhang met de in de adviesgroep te bespreken aangelegenheden.

    (5) De groep zal rekening houden met de opvattingen van de industrie en van alle betrokken gebruikers, zowel de commerciële als de niet-commerciële, alsmede met die van andere belanghebbenden over technologische, markt- en regelgevingsontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het gebruik van het radiospectrum. Het dient de spectrumgebruikers vrij te staan om alle informatie aan te dragen die zij nodig achten. De groep mag indien nodig besluiten vertegenwoordigers uit kringen van spectrumgebruikers op groepsvergaderingen te horen, zodat zij de situatie in een bepaalde sector kunnen toelichten.

    (6) De Commissie dient geregeld verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad over de resultaten die in het kader van deze beschikking zijn bereikt, over de beleidsdoelstellingen ten aanzien van het radiospectrum in de Gemeenschap, alsmede over de voor de toekomst geplande acties. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt voldoende politieke steun voor de beleidsdoelstellingen te verwerven.

    (7) Technisch radiospectrumbeheer behelst onder meer de harmonisatie en indeling van het radiospectrum. Deze harmonisatie moet voldoen aan de eisen van de algemene beleidsdoelstellingen die in communautair verband zijn vastgesteld. De gecoördineerde introductie in de Gemeenschap van systemen die op het radiospectrum zijn aangewezen, is afhankelijk van de uiteenlopende nationale benaderingen voor toewijzing en vergunningverlening, met inbegrip van de verkoop van frequenties en de vergunningskosten. Deze onderwerpen dienen daarom op communautair niveau te worden besproken en waar nodig te worden geharmoniseerd.

    (8) Bij deze communautaire aanpak dient ook te worden geprofiteerd van samenwerking met radiospectrumdeskundigen van de met het radiospectrumbeheer belaste nationale autoriteiten. Gezien de ervaring met mandaatprocedures in specifieke sectoren, zoals ingevolge Beschikking nr. 710/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 maart 1997 betreffende een gecoördineerde aanpak op het gebied van persoonlijke satellietcommunicatiediensten in de Europese Gemeenschap [8], gewijzigd bij Beschikking nr. 1215/2000/EG [9], en ingevolge Beschikking nr. 128/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 1998 betreffende de gecoördineerde invoering van de derde generatie van mobiele draadloze communicatiesystemen (UMTS) in de Gemeenschap [10], is het noodzakelijk een permanent, stabiel en uniform kader op communautair niveau te scheppen om een geharmoniseerd gebruik van het radiospectrum te garanderen en voldoende rechtszekerheid te bieden. Naar aanleiding van opdrachten aan de nationale deskundigen die in de betreffende spectrumbeheersorganisaties, waaronder de Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT), zitting hebben, dienen harmonisatiemaatregelen te worden vastgesteld. Waar nodig moet de Commissie in staat zijn om de resultaten van dergelijke opdrachten voor de lidstaten verplicht te stellen en om passende alternatieve maatregelen te treffen mochten de resultaten van dergelijke opdrachten niet aanvaardbaar zijn. Hiermee zal in het bijzonder worden voorzien in de harmonisatie van het frequentiespectrum die nodig is voor de tenuitvoerlegging van de Richtlijn ../... /EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten [11].

    [8] PB L 105 van 23.4.1997, blz. 4.

    [9] PB L 139 van 10.6.2000, blz. 1.

    [10] PB L 17 van 22.1.1999, blz. 1.

    [11] PB L ... van..., blz. ...

    (9) Relevante informatie over de huidige en toekomstige planning, indeling en toewijzing van het radiospectrum, alsmede de voorwaarden voor toegang tot en gebruik van het gehele radiospectrum is essentieel voor investering en beleidsvorming. Dit geldt ook voor de technologische ontwikkelingen die aanleiding zullen geven tot nieuwe spectrumindelings- en beheerstechnieken en frequentietoewijzingsmethoden. De ontwikkeling van strategische aspecten op lange termijn vergt een gedegen inzicht in de wijze waarop de technologie evolueert. Dergelijke informatie moet daarom in de gehele Gemeenschap toegankelijk worden gemaakt met inachtneming evenwel van de eisen ten aanzien van de bescherming van vertrouwelijke bedrijfs- en persoonsgegevens overeenkomstig Richtlijn 97/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de telecommunicatiesector [12]. Om een spectrumbeleid voor alle sectoren te kunnen implementeren, dient informatie beschikbaar te zijn over het gehele radiospectrum. Met het oog op de algemene doelstelling van harmonisatie van het spectrumgebruik in de Gemeenschap en Europa dient dergelijke informatie op gebruikersvriendelijke wijze op Europees niveau te worden verzameld.

    [12] PB L 24 van 30.1.1998, blz. 1.

    (10) Derhalve is het noodzakelijk de huidige communautaire en internationale verplichtingen tot publicatie van informatie over het gebruik van het radiospectrum aan te vullen. Op internationaal niveau stelt het Reference Paper on Regulatory Principles, dat in de context van de basistelecommunicatiegroep van de Wereldhandelsorganisatie tot stand is gekomen, eveneens de eis dat de huidige stand van zaken ter zake van de indeling van frequentiebanden openbaar wordt gemaakt. Op grond van Richtlijn 96/2/EG van de Commissie van 16 januari 1996 tot wijziging van Richtlijn 90/388/EEG met betrekking tot mobiele en persoonlijke communicatie (Richtlijn Mobiele Communicatie) [13] zijn de lidstaten verplicht elk jaar de frequentie-indelingstabel, inclusief de planning voor de toekomstige uitbreiding van de gebruikte frequenties, te publiceren of op verzoek beschikbaar te stellen, doch deze richtlijn heeft uitsluitend betrekking op mobiele en persoonlijke communicatiediensten. Voorts schrijven Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit [14] en Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij [15], gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG [16], voor dat de lidstaten de Commissie in kennis stellen van de door hen gereglementeerde interfaces teneinde deze aan het Gemeenschapsrecht te kunnen toetsen.

    [13] PB L 20 van 26.1.1996, blz. 59.

    [14] PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10.

    [15] PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.

    [16] PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18.

    (11) De richtlijn Mobiele communicatie stond aan de wieg van een eerste reeks maatregelen van de CEPT, zoals van het European Radio Communications Committee besluit (ERC/DEC/(97)01) inzake de publicatie van nationale spectrumindelingstabellen [17]. Er dient voor te worden gezorgd dat de oplossingen van de CEPT de behoeften van het Gemeenschapsbeleid weerspiegelen en van een geschikte juridische grondslag worden voorzien zodat zij in de Gemeenschap ten uitvoer kunnen worden gelegd. Daartoe dienen door de Gemeenschap specifieke, zowel procedurele als inhoudelijke maatregelen te worden vastgesteld.

    [17] www.ero.dk.

    (12) Ondernemingen uit de Gemeenschap moeten in derde landen een eerlijke en niet-discriminerende behandeling krijgen bij het verwerven van toegang tot het spectrum. Aangezien de toegang tot het radiospectrum een essentiële factor is voor de ontwikkeling van commerciële en openbare activiteiten, dient er tevens voor te worden gezorgd dat de behoeften van de Gemeenschap aan radiospectrum in de internationale planning tot hun recht komen.

    (13) Voor de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsbeleid is eventueel coördinatie van het radiospectrumgebruik vereist, in het bijzonder met het oog op het aanbieden van communicatiediensten met roamingmogelijkheid in de gehele Gemeenschap. Bij bepaalde vormen van spectrumgebruik overschrijdt de geografische dekking bovendien de grenzen van één lidstaat en zijn grensoverschrijdende diensten mogelijk zonder dat de gebruikers zich daarvoor hoeven te verplaatsen, zoals bijvoorbeeld bij satellietcommunicatiediensten. Daarom is het noodzakelijk dat de Gemeenschap adequaat wordt vertegenwoordigd in alle relevante internationale organisaties en conferenties op het gebied van radiospectrumaangelegenheden, met name de Internationale Telecommunicatie Unie en haar Wereldradiocommunicatieconferenties [18]. Bij internationale onderhandelingen dienen de lidstaten en de Gemeenschap gedurende het gehele onderhandelingsproces gezamenlijk op te treden en nauw met elkaar samen te werken teneinde de eenheid binnen de internationale vertegenwoordiging van de Gemeenschap te bewaren. Derhalve dienen de lidstaten het verzoek van de Gemeenschap om bij dergelijke onderhandelingen te worden betrokken te steunen, met name op basis van de procedures voor de Wereldadministratieve Radioconferentie, waarover de conclusie van de Raad van 3 februari 1992 overeenstemming is bereikt en die door de conclusies van de Raad van 22 september 1997 en 2 mei 2000 zijn bevestigd. Bij dergelijke internationale onderhandelingen stelt de Commissie de in het kader van het Gemeenschapsbeleid te verwezenlijken doelstellingen vast zodat de Raad zijn goedkeuring kan hechten aan de door de lidstaten in te nemen standpunten op internationale fora. Bij de aanvaarding van elke overeenkomst of elk reglement binnen een internationaal forum dat voor het spectrumbeheer verantwoordelijk is of daarin een rol speelt, stellen de lidstaten een gezamenlijke verklaring op waarin zij vastleggen dat zij de betrokken overeenkomst of het betrokken reglement zullen toepassen overeenkomstig hun verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag.

    [18] De Commissie heeft verslag uitgebracht over de voor de Gemeenschap relevante WRC-agendapunten in COM(1997) 304, COM(1998) 298 en COM(2000) 86.

    (14) Vanwege het inherent internationale karakter van spectrumvraagstukken is het wellicht noodzakelijk akkoorden met derde landen te sluiten die mede van invloed zijn op de plannen voor het gebruiken en delen van frequentiebanden, met name met het oog op handel en markttoegang, zoals in het kader van de Wereldhandelsorganisatie, het vrij verkeer en gebruik van apparatuur, communicatiesystemen met regionale of wereldwijde dekking zoals satellieten, beveiligings- en reddingsoperaties, vervoerssystemen, omroeptechnologieën en wetenschappelijke toepassingen zoals radioastronomie en aardobservatie.

    (15) In verband met de mogelijke commerciële gevoeligheid van informatie die door de nationale instanties tijdens de activiteiten in verband met spectrumbeleid en -beheer worden verkregen, dienen gemeenschappelijke beginselen inzake vertrouwelijkheid te worden vastgesteld waaraan deze nationale regelgevingsinstanties zich dienen te houden.

    (16) Rekening houdende met de internationale handelsverplichtingen van de Gemeenschap en haar lidstaten dienen de lidstaten dit gemeenschappelijk kader voor het spectrumbeleid ten uitvoer te leggen, in het bijzonder via hun nationale instanties, en de Commissie alle informatie te verschaffen die zij nodig heeft om de adequate tenuitvoerlegging in de gehele Gemeenschap te toetsen.

    (17) De huidige UMTS- en S-PCS-beschikkingen dienen van kracht te blijven totdat zij verstreken zijn, aangezien zij de juridische grondslag voor lopende harmonisatiemaatregelen vormen en specifieke oplossingen voor UMTS en S-PCS bieden.

    (18) Volgens artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [19] dienen maatregelen ter uitvoering van deze richtlijn naargelang het geval te worden vastgesteld volgens de raadplegingsprocedure van artikel 3 van dat besluit of de regelgevingsprocedure van artikel 5 van dat besluit.

    [19] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Doelstelling

    Het doel van deze beschikking is:

    a) een beleidskader tot stand te brengen voor de strategische planning en harmonisatie van het radiospectrumgebruik in de Gemeenschap waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met economische, gezondheids-, politieke, culturele, wetenschappelijke, sociale en technische aspecten van het Gemeenschapsbeleid, alsmede met de uiteenlopende belangen van de kringen van radiospectrumgebruikers met het oog op de optimalisatie van het gebruik van het radiospectrum en het vermijden van schadelijke interferentie;

    b) een procedureel kader te creëren om de doeltreffende tenuitvoerlegging van het radiospectrumbeleid in de Gemeenschap te garanderen, en in het bijzonder een algemene methodologie voor de harmonisatie van het radiospectrumgebruik;

    c) te garanderen dat informatie over het gebruik en de beschikbaarheid van het radiospectrum in de Gemeenschap op gecoördineerde wijze tijdig beschikbaar wordt gesteld;

    d) de belangen van de Gemeenschap bij internationale onderhandelingen te verdedigen, voorzover het radiospectrumgebruik gevolgen voor het Gemeenschapsbeleid heeft.

    Deze beschikking laat de specifieke voorschriften van de lidstaten of de Gemeenschap betreffende de inhoud van audiovisuele programma's bestemd voor het algemene publiek, de bepalingen van Richtlijn 1999/5/EG, alsmede het recht van de lidstaten om hun radiospectrum in het belang van de openbare orde en veiligheid te organiseren, onverlet.

    Artikel 2

    Definities

    In deze beschikking wordt verstaan onder:

    a) radiospectrum: ten minste radiogolven met een frequentie in het bereik tussen 9 kHz en 3000 GHz; radiogolven zijn elektromagnetische golven die zich in de ruimte voortplanten zonder kunstmatige geleider;

    b) indeling van een radiofrequentieband: de opname van een radiofrequentieband in een radiofrequentie-indelingstabel ten behoeve van het gebruik ervan voor één of meer soorten diensten onder gespecificeerde voorwaarden;

    c) toewijzing van een radiofrequentie: de door een bevoegde instantie verleende machtiging om een radiofrequentie onder gespecificeerde voorwaarden te gebruiken.

    Artikel 3

    Groep van hoge ambtenaren voor het radiospectrumbeleid

    Ten behoeve van de strategische planning en de harmonisatie van het gebruik van het radiospectrum in de Gemeenschap wordt de Commissie bijgestaan door een adviesgroep met de naam Groep van hoge ambtenaren (voor het radiospectrumbeleid).

    De Groep bestaat uit hoge vertegenwoordigers van de lidstaten en de vertegenwoordiger van de Commissie en komt ten minste twee maal per jaar bijeen onder leiding van de vertegenwoordiger van de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad bekleedt. De Commissie draagt zorg voor het secretariaat van de Groep.

    De Groep raadpleegt naar eigen goeddunken vertegenwoordigers van de diverse sectoren en vertegenwoordigers van de bevolkingsgroepen die de gevolgen ondervinden van of zijn aangewezen op het gebruik van het radiospectrum in de Gemeenschap en in de rest van Europa.

    Artikel 4

    Taak van de Groep van hoge ambtenaren voor het radiospectrumbeleid

    De Groep van hoge ambtenaren voor het radiospectrumbeleid draagt bij tot de ontwikkeling, voorbereiding en tenuitvoerlegging van een radiospectrumbeleid door middel van het verstrekken van adviezen aan de Commissie, hetzij op verzoek van de Commissie, hetzij op eigen initiatief, en levert een bijdrage aan het in artikel 11 bedoeld verslag van de Commissie.

    De Groep dient in het bijzonder:

    a) toezicht te houden op de ontwikkelingen ten aanzien van het gebruik van en de toegang tot het radiospectrum in de Gemeenschap, alsmede op nationaal, regionaal en mondiaal niveau;

    b) de huidige behoeften te inventariseren en vooruit te lopen op de toekomstige behoeften aan radiofrequenties voor zowel commerciële als niet-commerciële toepassingen in de Gemeenschap, in het bijzonder op basis van strategische, economische, technologische, politieke, gezondheids-, sociale en culturele aspecten van het radiospectrumgebruik met het oog op de verwezenlijking van beleidsdoelstellingen van de Gemeenschap; de Commissie te adviseren over de strategische planning van het radiospectrumgebruik en, waar nodig, de diverse behoeften aan radiofrequenties van de verschillende gebruikers tegen elkaar af te wegen;

    c) de Commissie te adviseren over ontwikkelingen in de regelgeving en internationale, economische en politieke ontwikkelingen die van invloed zijn op het spectrumgebruik, alsmede omtrent de noodzaak van harmonisatiemaatregelen voor het radiospectrumgebruik op het niveau van de Gemeenschap met het oog op de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsbeleid;

    d) de noodzaak te beoordelen van gemeenschappelijke Europese voorstellen met het oog op internationale onderhandelingen;

    e) medewerking te verlenen aan de samenstelling van het jaarverslag van de Commissie over de ontwikkelingen die van invloed zijn op het huidige en het toekomstige gebruik van het radiospectrum in de Gemeenschap;

    f) de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten over de ontwikkelingen op het gebied van het radiospectrumgebruik in de Gemeenschap te bevorderen.

    Artikel 5

    Comité

    1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie, hierna het Radiospectrumcomité genoemd.

    2. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen is de raadgevingsprocedure van artikel 3 van Besluit 1999/468/EG met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van dat besluit van toepassing.

    3. In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG met inachtneming van de artikelen 7 en 8 van dat besluit van toepassing.

    De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op drie maanden vastgesteld.

    Artikel 6

    Harmonisatiemaatregelen

    1. Zo nodig komt de Commissie, waar mogelijk rekening houdend met het advies van de beleidsgroep, met voorstellen voor maatregelen ter harmonisatie van het radiospectrumgebruik, de toewijzingsmethoden, de gebruiksvoorwaarden, alsmede de beschikbaarheid van informatie over het radiospectrumgebruik.

    2. Daartoe verleent de Commissie opdrachten aan de CEPT, waarbij zij de te verrichten taken en het tijdschema daarvoor vastlegt. De Commissie handelt volgens de procedure van artikel 5, lid 2.

    3. Op basis van de in het kader van lid 2 uitgevoerde werkzaamheden beslist de Commissie of de resultaten van de opdracht aanvaardbaar zijn en, zo ja, of zij deze resultaten bindend verklaart voor de lidstaten, die deze binnen een nader te bepalen termijn ten uitvoer leggen. Deze besluiten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Voor de doeleinden van dit lid handelt de Commissie volgens de procedure van artikel 5, lid 3.

    4. Onverminderd lid 3 kan de Commissie, indien zij of een van de lidstaten van mening is dat bij de werkzaamheden in het kader van een uit hoofde van lid 2 verleende opdracht gelet op het gestelde tijdschema niet voldoende vooruitgang wordt geboekt of indien de resultaten van de opdracht niet aanvaardbaar zijn, volgens de procedure van artikel 5, lid 3, maatregelen vaststellen om de doelstellingen van de opdracht te verwezenlijken.

    Artikel 7

    Beschikbaarheid van informatie over spectrumindeling en -toewijzing

    De lidstaten publiceren onverwijld de in de bijlage bij deze beschikking gespecificeerde informatie en houden deze informatie actueel.

    Bovendien treffen de lidstaten maatregelen om een geschikte database te ontwikkelen waarmee deze informatie op geharmoniseerde wijze ter beschikking van het publiek kan worden gesteld.

    Artikel 8

    Betrekkingen met derde landen en met internationale organisaties

    1. De Commissie houdt toezicht op de ontwikkelingen ten aanzien van het radiospectrum in derde landen en in het kader van internationale organisaties die gevolgen kunnen hebben voor de tenuitvoerlegging van deze beschikking.

    2. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van eventuele problemen bij de tenuitvoerlegging van deze beschikking die, de jure of de facto, worden opgeworpen door derde landen of internationale organisaties.

    3. De Commissie brengt regelmatig verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van de leden 1 en 2, en kan zo nodig maatregelen voorstellen met de bedoeling de tenuitvoerlegging van de principes en doelstellingen van deze beschikking te waarborgen. Waar nodig worden afspraken gemaakt omtrent gemeenschappelijke standpunten die de communautaire coördinatie tussen de lidstaten moeten verzekeren.

    4. De uit hoofde van dit artikel getroffen maatregelen laten de rechten en plichten van de Gemeenschap en de lidstaten uit hoofde van internationale overeenkomsten onverlet.

    Artikel 9

    Kennisgeving

    De lidstaten verstrekken de Commissie de informatie die zij verlangt om de tenuitvoerlegging van deze beschikking te controleren. In het bijzonder stellen de lidstaten de Commissie onverwijld in kennis van de tenuitvoerlegging van de resultaten van opdrachten in de zin van artikel 6, lid 3.

    Artikel 10

    Vertrouwelijkheid

    1. De lidstaten onthullen geen informatie die onder het beroepsgeheim valt, in het bijzonder omtrent ondernemingen, hun zakenrelaties of kostprijscomponenten.

    2. In afwijking van lid 1 mogen de nationale autoriteiten informatie onthullen, voor zover dit essentieel is voor de nakoming van hun verplichtingen, in welk geval rekening wordt gehouden met het evenredigheidsbeginsel en met de gewettigde belangen van ondernemingen ten aanzien van de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

    3. Lid 1 vormt geen beletsel voor de publicatie van informatie over de voorwaarden die worden verbonden aan rechten op het gebruik van het spectrum, voorzover het geen informatie met een vertrouwelijk karakter betreft.

    Artikel 11

    Verslaglegging

    De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en aan de Raad over de in het kader van deze beschikking ontplooide activiteiten en vastgestelde maatregelen, over de resultaten van de werkzaamheden van de Groep van hoge ambtenaren voor het radiospectrumbeleid, alsmede over plannen voor toekomstige activiteiten in het kader van deze beschikking.

    Artikel 12

    Tenuitvoerlegging

    De lidstaten treffen de wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen die nodig zijn om aan deze beschikking en alle daaruit voortvloeiende maatregelen te voldoen.

    Artikel 13

    Inwerkingtreding

    Deze beschikking treedt in werking op de twintigste dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 14

    Adressaten

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, op

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitter De Voorzitter

    BIJLAGE

    Uit hoofde van artikel 7 en onverminderd de kennisgevingsverplichtingen uit hoofde van de Richtlijnen 1999/5/EG en 98/34/EG, dient de volgende informatie te worden gepubliceerd:

    1. Informatie betreffende de frequentie-indeling en -toewijzing omvat de volgende gegevens:

    -bestaande indelingen en toewijzingen van radiospectrum, alsmede de voorwaarden voor het gebruik van radiospectrum, met inbegrip van, waar mogelijk, het maximale zendvermogen, de zendvoorwaarden en eventuele andere technische voorwaarden;

    -de plannen voor veranderingen in de bestaande indelingen voor ten minste de komende twee jaar, met inbegrip van de relocatieplannen en de geplande herzieningsdatum voor de indeling;

    -locaties en geografische dekking voor de indelingsplannen;

    -de werkelijke geëxploiteerde dienst, indien deze afwijkt van de indeling, en het werkelijk gebruik van het spectrum;

    -voor nieuwe diensten gereserveerde banden.

    2. Onverminderd de voorschriften van specifieke wetgeving inzake communicatienetwerken en -diensten, dienen in de bekendmaking ook de procedures voor het verlenen van rechten op het gebruik van spectrum en voor geplande wijzigingen van de spectrumgebruiksvoorwaarden te worden opgenomen. Dit behelst onder meer alle soorten verplichtingen, bijdragen en financiële kosten in verband met het gebruik van radiospectrum, waaronder administratieve bijdragen, gebruiksvergoedingen en procedures voor spectrumtoewijzing (inclusief veilingen).

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1. Benaming van de maatregel

    Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap.

    2. Begrotingsplaats

    B5-302

    3. Rechtsgrondslag

    Artikel 95 van het EG-Verdrag

    4. Omschrijving van de maatregel

    4.1 Algemene doelstelling

    Het doel is een beleidskader creëren op basis waarvan de Commissie moet worden geïnformeerd over markt-, technologische en internationale ontwikkelingen die gevolgen kunnen hebben voor het gebruik van radiospectrum op de communautaire beleidsterreinen communicatie, omroep, vervoer en O&O; een Spectrumbeleidsgroep van hoge ambtenaren opzetten; een juridisch raamwerk voor de Gemeenschap creëren dat ervoor zorgt dat het radiospectrumbeleid in de Gemeenschap doeltreffend ten uitvoer wordt gelegd en dat het gebruik van het radiospectrum kan worden geharmoniseerd met de hulp van een Radiospectrumcomité; ervoor zorgen dat informatie over het gebruik en de beschikbaarheid van radiospectrum in de Gemeenschap op gecoördineerde wijze en tijdig beschikbaar wordt gesteld; en de belangen van de Gemeenschap bij internationale besprekingen over handel en radiocommunicatie waarborgen.

    4.2 Looptijd en verlenging

    Aan de toepassing van deze beschikking is geen tijdslimiet gesteld.

    5. Indeling van de uitgaven/ontvangsten

    5.1 Niet-verplichte uitgaven

    5.2 Gesplitste kredieten

    6. Aard van de uitgaven/ontvangsten

    Dienstverleningscontracten voor studies

    7. Financiële gevolgen

    7.1 Wijze van berekening van de totale kosten van de maatregel (verhouding individuele/totale kosten)

    Onafhankelijk, externe deskundigen zullen worden belast met studies van de algemene beleidsaspecten van het spectrumgebruik, alsmede van de technische aspecten van spectrumharmonisatie en de inwinning van informatie. De kosten van deze studies zullen afhankelijk zijn van de gewenste mate van detail en de omvang van het onderzoeksterrein.

    7.2 Indeling naar onderdeel van de maatregel

    Vastleggingskredieten in mln. euro (lopende prijzen)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    7.3 Beleidsuitgaven voor studies, deskundigen, enz. die zijn opgenomen in deel B van de begroting

    Vastleggingskredieten in mln. euro (lopende prijzen)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    7.4 Tijdschema voor de vastleggingskredieten/betalingskredieten

    in mln. euro

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    8. Maatregelen ter bestrijding van fraude

    -Voordat de Commissie haar bijdrage uitkeert, zal zij de betaling van alle diensten, voorbereidende studies, haalbaarheids- of evaluatiestudies controleren, waarbij zij rekening houdt met de geldende contractuele verplichtingen, economische principes en goede financierings- en beheerspraktijken. In alle overeenkomsten en contracten tussen de Commissie en de begunstigden van betalingen worden fraudebestrijdingsbepalingen opgenomen (toezicht, rapportageplicht, enz.).

    -Bovendien kunnen de diensten van de Commissie en de Rekenkamer interne en externe controles uitvoeren overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

    9. Gegevens kosten-batenanalyse

    9.1 Specifieke en kwantificeerbare doelstellingen; doelgroep

    -Het doel van dit voorstel voor een beschikking is de geharmoniseerde beschikbaarheid en het doelmatig gebruik van het radiospectrum te garanderen, voorzover dit noodzakelijk is voor de tenuitvoerlegging van het beleid van de Gemeenschap op gebieden zoals communicatie, vervoer, omroep en onderzoek en ontwikkeling (O&O).

    -Doelgroep: eventueel per doelstelling; de uiteindelijke begunstigden van de financiële steun van de Gemeenschap aangeven alsmede de instanties via welke de steun wordt betaald. De studies zullen op basis van een selectieprocedure worden uitbesteed aan onafhankelijke deskundigen. Vergaderingen zullen worden bijgewoond door nationale ambtenaren en deskundigen.

    9.2 Motivering van de maatregel

    De financiële steun van de Gemeenschap zal voor vier hoofddoelen worden gebruikt: voor het opzetten en het functioneren van de Spectrumbeleidsgroep van hoge ambtenaren en van het spectrumcomité, voor harmonisatie van de informatie en voor internationale onderhandelingen. Voorts zijn wellicht bijzondere studies van specifieke harmonisatiekwesties noodzakelijk.

    Om de beleidsdoelstellingen inzake het gebruik van het spectrum in de context van de communautaire beleidsdoelstellingen te definiëren, coördinatie en harmonisatie op het niveau van de Gemeenschap inbegrepen, dient een Spectrumbeleidsgroep van hoge ambtenaren te worden opgericht. Deze beleidsgroep zal rekening houden met de opvattingen van de industrie en van alle belanghebbende partijen over de voor het radiospectrum relevante ontwikkelingen in de technologie, op de markt en in de regelgeving.

    Bij de samenwerking met nationale radiospectrumdeskundigen zal worden voortgebouwd op de ervaring die is opgedaan in het kader van de mandaatprocedures in specifieke sectoren zoals S-PCS [20] en UMTS [21], om een permanent stabiel en uniform kader op het niveau van de Gemeenschap te creëren zodat de beschikbaarheid en het gebruik van het radiospectrum kunnen worden geharmoniseerd. Een spectrumcomité van nationale deskundigen dient daarom de Commissie bij te staan waar het gaat om de technische aspecten van spectrumharmonisatie. Dit zou in het bijzonder ertoe leiden dat de daartoe aangewezen spectrumbeheersinstanties zoals de CEPT harmonisatieopdrachten krijgen.

    [20] Beschikking nr. 710/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 maart 1997 betreffende een gecoördineerde aanpak op het gebied van persoonlijke satellietcommunicatiediensten in de Europese Gemeenschap, PB L 105 van 23.4.1997, blz. 4.

    [21] Beschikking nr. 128/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 1998 betreffende de gecoördineerde invoering van de derde generatie van mobiele draadloze communicatiesystemen (UMTS) in de Gemeenschap, PB L 17 van 22.1.1999, blz. 1.

    Adequate informatie over planning, indeling en toewijzing van radiospectrum, alsmede de voorwaarden voor toegang tot en het gebruik van het gehele radiospectrum zijn essentiële elementen voor investeringsbeslissingen en beleidsvorming. Dergelijke informatie dient daarom op geharmoniseerde basis in de Gemeenschap beschikbaar te worden gemaakt, waar nodig met de steun van de Commissie.

    Voorts dient sterk te worden bevorderd dat in het kader van alle relevante internationale organisaties en conferenties in verband met radiospectrumaangelegenheden, in het bijzonder binnen de ITU en op de Wereldradiocommunicatieconferenties, een gemeenschappelijk standpunt wordt ingenomen.

    Bij internationale onderhandelingen dienen de lidstaten en de Gemeenschap gedurende het gehele onderhandelingsproces gemeenschappelijk op te treden en nauw met elkaar samen te werken teneinde de eenheid binnen de internationale vertegenwoordiging van de Gemeenschap te bewaren en de Commissie waar nodig in staat te stellen de onderhandelingen zowel namens de Gemeenschap als namens de lidstaten te voeren.

    Na een gedegen evaluatie die in bepaalde gevallen verschillende jaren bestrijkt, is gebleken dat de gekozen oplossing op aantoonbare ervaring in bepaalde gebieden die op het gebruik van het radiospectrum zijn aangewezen, is gebaseerd en volledig in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel is. Via de opdrachten van de CEPT dienen ook de lidstaten en de CEPT een bijdrage te leveren. Dit voorstel voor een beschikking berust op de ervaring met de mandaatprocedures in specifieke sectoren zoals SPCS [22] en UMTS [23], en op bijdragen van de lidstaten; de harmonisatie waarnaar met deze beschikking wordt gestreefd, heeft weer een stimulerend effect op de nationale ervaring en de lopende activiteiten.

    [22] Beschikking nr. 710/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 maart 1997 betreffende een gecoördineerde aanpak op het gebied van persoonlijke satellietcommunicatiediensten in de Europese Gemeenschap, PB L 105 van 23.4.1997, blz. 4.

    [23] Beschikking nr. 128/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 1998 betreffende de gecoördineerde invoering van de derde generatie van mobiele draadloze communicatiesystemen (UMTS) in de Gemeenschap, PB L 17 van 22.1.1999, blz. 1.

    Een factor van onzekerheid is de mate van doeltreffendheid van de harmonisatiepogingen naar aanleiding van de invoering van het mechanisme. Uit specifieke ervaring in bepaalde sectoren blijkt dat de resultaten doorgaans zeer positief zijn zonder grote financiële risico's voor de Gemeenschap.

    9.3 Follow-up en evaluatie van de maatregel

    Elk jaar zal de Commissie een verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad, waarin de resultaten die naar aanleiding van de tenuitvoerlegging van de beschikking zijn bereikt, worden geëvalueerd. De resultaten van deze evaluatie zijn belangrijke gegevens waarmee rekening zal worden gehouden bij beslissingen over vervolgactiviteiten op het gebied van spectrumharmonisatie.

    10. Administratieve uitgaven (Deel A van Afdeling III van de begroting)

    De feitelijke terbeschikkingstelling van de benodigde administratieve middelen geschiedt op grond van het jaarlijks besluit van de Commissie betreffende de toewijzing van de middelen, waarbij met name rekening wordt gehouden met het personeel en de extra bedragen die door de begrotingsautoriteit zullen worden toegestaan.

    10.1 Gevolgen voor het aantal posten

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    10.2 Totale financiële weerslag van de inschakeling van extra personeel

    in euro

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    10.3 Stijging van andere huishoudelijke uitgaven in verband met de maatregel

    in euro

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    EFFECTBEOORDELINGSFORMULIER EFFECT VAN HET VOORSTEL OP HET BEDRIJFSLEVEN, MET NAME OP HET MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF (MKB)

    Titel van het voorstel

    Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap

    Referentienummer van het document

    COM(2000) yyy def.

    Voorstel

    1. Waarom is, gelet op het subsidiariteitsbeginsel, communautaire wetgeving op dit gebied noodzakelijk en wat zijn de voornaamste doelstellingen-

    Communautaire wetgeving is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de beleidsprincipes inzake het gebruik van het radiospectrum op het niveau van de Gemeenschap worden gedefinieerd zodat rekening kan worden gehouden met de beleidsdoelstellingen van de Gemeenschap, in het bijzonder op de gebieden communicatie, omroep, vervoer en onderzoek, die alle, in uiteenlopende mate, zijn aangewezen op het gebruik van het radiospectrum.

    Op basis van deze principes dient het gebruik van radiospectrum waar nodig op het niveau van de Gemeenschap te worden gecoördineerd en geharmoniseerd teneinde deze doelstellingen van de Gemeenschap te kunnen realiseren. Coördinatie en harmonisatie binnen de Gemeenschap kan in bepaalde gevallen ook een bijdrage leveren tot de harmonisatie en coördinatie van het gebruik van het radiospectrum wereldwijd. Tegelijkertijd kan op nationaal niveau voldoende technische ondersteuning worden geboden.

    Effect op het bedrijfsleven

    2. Waarop is het voorstel van invloed:

    -welke bedrijfstakken- In een groot aantal sectoren wordt van het radiospectrum gebruikgemaakt, met name in de sectoren communicatie, omroep, vervoer en onderzoek.

    -welke bedrijfsomvang (met welk aandeel van kleine en middelgrote bedrijven)- De concentratie is afhankelijk van de aard van de sector. Terwijl deze in de sector communicatie, met name de mobiele communicatie, hoog is, kennen de sectoren vervoer, omroep en O&O een groot aantal kleine en middelgrote organisaties en bedrijven.

    -zijn er bijzondere geografische gebieden van de Gemeenschap waar deze bedrijven voorkomen- In de gehele Gemeenschap wordt van het radiospectrum gebruikgemaakt, zonder dat er van geografische concentraties sprake is.

    3. Wat moeten de bedrijven doen om aan de voorgestelde wetgeving te voldoen-

    De beschikking is niet gericht tot het bedrijfsleven, maar dit zou indirect kunnen profiteren van de oprichting van een algemeen discussieforum voor spectrumbeleidskwesties en van de toenemende zekerheid omtrent de harmonisatie van het spectrumgebruik in de Gemeenschap.

    4. Welke economische gevolgen zal het voorstel waarschijnlijk hebben:

    -voor de werkgelegenheid- Het spectrumgebruik, met name in de sector communicatie, vormt een belangrijke bron van werkgelegenheid.

    -voor de investeringen en de oprichting van nieuwe bedrijven- Activiteiten die verband houden met het gebruik van het radiospectrum ontwikkelen zich in hoog tempo; meer zekerheid over het gebruik van het radiospectrum zal de investeringen nog verder stimuleren.

    -voor het concurrentievermogen van de bedrijven- Een efficiënter gebruik van het radiospectrum is nuttig voor het bedrijfsleven; dit kan profiteren van betere communicatie, zoals mobiele en draadloze communicatie, alsmede van betere vervoersfaciliteiten, O&O en omroep.

    5. Bevat het voorstel maatregelen om rekening te houden met de bijzondere situatie van kleine en middelgrote bedrijven (minder zware of andere eisen, enz.)-

    Ja. Bij het spectrumbeleid van de Gemeenschap dient rekening te worden gehouden met de specifieke eisen van het Gemeenschapsbeleid; in de omroepsector bijvoorbeeld is een groot aantal kleine en middelgrote bedrijven actief die op toegang tot het frequentiespectrum zijn aangewezen en waarvan de behoeften op algemeen niveau moeten worden geëvalueerd om voor een evenwichtig radiospectrumgebruik te zorgen.

    Raadpleging

    6. Geef een overzicht van de organisaties die over het voorstel zijn geraadpleegd en zet hun standpunten in grote lijnen uiteen.

    De openbare raadpleging vond plaats op basis van het Groenboek over het radiospectrumbeleid, COM(1998) 596. Meer dan 140 organisaties hebben naar aanleiding daarvan een reactie ingediend. Een lijst hiervan is opgenomen in de resultaten van het overleg (COM(1999) 538).

    Top