Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R0399

    Uitvoeringsverordening (EU) 2024/399 van de Commissie van 29 januari 2024 tot wijziging van bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 wat betreft modelcertificaten voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong en bepaalde categorieën dieren

    C/2024/445

    PB L, 2024/399, 12.2.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/399/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 30/07/2024

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/399/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    Serie L


    2024/399

    12.2.2024

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/399 VAN DE COMMISSIE

    van 29 januari 2024

    tot wijziging van bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 wat betreft modelcertificaten voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong en bepaalde categorieën dieren

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 7, lid 2, punt a),

    Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (2), en met name artikel 238, lid 3, en artikel 239, lid 3,

    Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (3), en met name artikel 90, eerste alinea, en artikel 126, lid 3,

    Gezien Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie van 27 februari 2023 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing van het verbod op het gebruik van bepaalde antimicrobiële geneesmiddelen bij dieren of producten van dierlijke oorsprong die uit derde landen naar de Unie worden uitgevoerd (4), en met name artikel 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie (5) bevat regels met betrekking tot de modellen van diergezondheidscertificaten als bedoeld in Verordening (EU) 2016/429, de officiële certificaten als bedoeld in Verordening (EU) 2017/625 en van de diergezondheids-/officiële certificaten op basis van beide verordeningen die vereist zijn voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde zendingen van dieren en goederen.

    (2)

    Meer bepaald zijn in de hoofdstukken 1 (model “BOV”), 2 (model “OVI”), 3 (model “POR”), 4 (model “EQU”), 5 (model “RUF”), 7 (model “SUF”), 10 (model “RUM-MSM”), 11 (model “SUI-MSM”), 12 (model “NZ-TRANSIT-SG”), 13 (model “POU”), 15 (model “RAT”), 19 (model “E”), 20 (model “EP”), 23 (model “RM”), 24 (model “MP-PREP”), 25 (model “MPNT”), 26 (model “MPST”), 27 (model “CAS”), 28 (model “FISH-CRUST-HC”), 33 (model “MILK-RM”), 34 (model “MILK-RMP/NT”), 35 (model “DAIRY-PRODUCTS-PT”), 36 (model “DAIRY-PRODUCTS-ST”), 37 (model “COLOSTRUM”), 38 (model “COLOSTRUM-BP”), 45 (model “HON”) en 49 (model “PAO”) van bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 modelcertificaten vastgesteld voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong.

    (3)

    De verklaringen inzake de volksgezondheid van die modellen moeten worden gewijzigd om recht te doen aan de bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 wat betreft de toepassing van het verbod op het gebruik van bepaalde antimicrobiële geneesmiddelen bij dieren of producten van dierlijke oorsprong die uit derde landen naar de Unie worden uitgevoerd. Die modellen moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (4)

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 van de Commissie (6) bevat, onder meer, modelcertificaten in de vorm van diergezondheidscertificaten of diergezondheids-/officiële certificaten en modellen van officiële verklaringen voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde categorieën landdieren.

    (5)

    Meer bepaald zijn in de hoofdstukken 1 (model “BOV-X”), 2 (model “BOV-Y”), 4 (model “OV/CAP-X”), 5 (model “OV/CAP-Y”), 7 (model “SUI-X”), 8 (model “SUI-Y”), 12 (model “CAM-CER”), 13 (model “EQUI-X”), 14 (model “EQUI-Y”), 22 (model “BPP”), 23 (model “BPR”), 29 (model “SP”), 30 (model “SR”) en 31 (model “POU-LT20”) van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 modelcertificaten voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde categorieën voedselproducerende landdieren vastgesteld.

    (6)

    De verklaringen inzake de volksgezondheid van die modellen moeten worden gewijzigd om recht te doen aan de bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 wat betreft de toepassing van het verbod op het gebruik van bepaalde antimicrobiële geneesmiddelen bij dieren of producten van dierlijke oorsprong die uit derde landen naar de Unie worden uitgevoerd. Die modellen moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (7)

    Bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (8)

    Om verstoringen van de handel wat betreft de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong en bepaalde categorieën dieren waarop de bij deze verordening ingevoerde wijzigingen betrekking hebben, te voorkomen, moet het gebruik van certificaten die overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403, zoals van toepassing vóór wijziging daarvan bij deze verordening, zijn afgegeven, gedurende een overgangsperiode toegestaan blijven, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

    (9)

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bepaalt dat de voorwaarden voor binnenkomst in de Unie van zendingen van dieren of producten van dierlijke oorsprong binnen het toepassingsgebied ervan van toepassing zijn met ingang van 24 maanden na de datum van toepassing van de uitvoeringsverordening waarbij het verbod op het gebruik van bepaalde antimicrobiële geneesmiddelen bij dieren of producten van dierlijke oorsprong die uit derde landen naar de Unie worden uitgevoerd in de desbetreffende diergezondheidscertificaten en diergezondheidscertificaten/officiële certificaten is opgenomen. Deze verordening moet van toepassing zijn met ingang van zes maanden na de datum van inwerkingtreding. Hieruit volgt dat zendingen van bepaalde producten van dierlijke oorsprong en bepaalde categorieën dieren die uit derde landen de Unie binnenkomen vanaf 3 september 2026 vergezeld moeten gaan van certificaten die in overeenstemming zijn met de in deze verordening vastgestelde voorschriften.

    (10)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 wordt gewijzigd overeenkomstig deel 1 van de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 wordt gewijzigd overeenkomstig deel 2 van de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 3

    1.   Gedurende een overgangsperiode tot 3 december 2024 zal, wat betreft zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, het gebruik van certificaten die zijn afgegeven in overeenstemming met de modellen die zijn vastgesteld in de hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 5, 7, 10, 11, 12, 13, 15, 19, 20, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 45 en 49 van bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235, zoals van toepassing vóór wijziging van die uitvoeringsverordening bij de onderhavige verordening, toegestaan blijven voor de binnenkomst in de Unie, mits die certificaten uiterlijk op 3 september 2024 zijn afgegeven.

    2.   Gedurende een overgangsperiode tot 3 december 2024 zal, wat betreft zendingen van bepaalde categorieën voedselproducerende landdieren, het gebruik van certificaten die zijn afgegeven in overeenstemming met de modellen die zijn vastgesteld in de hoofdstukken 1, 2, 4, 5, 7, 8, 12, 13, 14, 22, 23, 29, 30 en 31 van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403, zoals van toepassing vóór wijziging van die uitvoeringsverordening bij de onderhavige verordening, toegestaan blijven voor de binnenkomst in de Unie mits die certificaten uiterlijk op 3 september 2024 zijn afgegeven.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 3 september 2024.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 29 januari 2024.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.

    (2)   PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

    (3)   PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

    (4)   PB L 116 van 4.5.2023, blz. 1.

    (5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten, modellen van officiële certificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten, voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen, en officiële certificering met betrekking tot dergelijke certificaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 599/2004, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 1).

    (6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen tussen lidstaten van zendingen van bepaalde categorieën landdieren en levende producten daarvan, en officiële certificering van dergelijke certificaten, en tot intrekking van Besluit 2010/470/EU (PB L 113 van 31.3.2021, blz. 1).


    BIJLAGE

    DEEL 1

    Bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In hoofdstuk 1 (model “BOV”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (16)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden runderen (inclusief soorten van de geslachten Bison en Bubalus en kruisingen daarvan) overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (16)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    2)

    In hoofdstuk 2 (model “OVI”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (13)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten (Ovis aries en Capra hircus) overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (13)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    3)

    In hoofdstuk 3 (model “POR”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (9)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden varkens (Sus scrofa) overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (9)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    4)

    In hoofdstuk 4 (model “EQU”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (3)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan) overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (3)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    5)

    In hoofdstuk 5 (model “RUF”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (12)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (12)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    6)

    In hoofdstuk 7 (model “SUF”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (7)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en van de familie Tayassuidae overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (7)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    7)

    In hoofdstuk 10 (model “RUM-MSM”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (6)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het separatorvlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven separatorvlees van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name, dat aan de dieren waarvan het separatorvlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (6)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    8)

    In hoofdstuk 11 (model “SUI-MSM”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (6)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het separatorvlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven separatorvlees van als landbouwhuisdier gehouden varkens overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name, dat aan de dieren waarvan het separatorvlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (6)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    9)

    In hoofdstuk 12 (model “NZ-TRANSIT-SG”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.3 wordt ingevoegd:

    (5) (6)

    [II.3

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven vers vlees overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II worden de volgende noten toegevoegd:

    (5)

    Schrappen indien niet van toepassing.

    (6)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    10)

    In hoofdstuk 13 (model “POU”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (4) (10)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven vers vlees van ander pluimvee dan loopvogels overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (10)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    11)

    In hoofdstuk 15 (model “RAT”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (3) (10)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven vers vlees van loopvogels overeenkomstig die voorschriften is verkregen, met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (10)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    12)

    In hoofdstuk 19 (model “E”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (4) (5)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de eieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven eieren overeenkomstig deze voorschriften zijn verkregen, en met name, dat aan de koppels legkippen waarvan de eieren verkregen zijn overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II worden de volgende noten toegevoegd:

    (4)

    Schrappen indien niet van toepassing.

    (5)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    13)

    In hoofdstuk 20 (model “EP”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (3) (4)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de eiproducten is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven eiproducten overeenkomstig deze voorschriften zijn verkregen, en met name, dat aan de koppels legkippen waarvan de eieren verkregen zijn overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (4)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    14)

    In hoofdstuk 23 (model “RM”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (2) (3)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven vers vlees van gekweekte konijnen overeenkomstig die voorschriften is verkregen en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II worden de volgende noten toegevoegd:

    (2)

    Schrappen indien niet van toepassing.

    (3)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    15)

    In hoofdstuk 24 (model “MP-PREP”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (2) (9)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de vleesbereidingen is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven vleesbereidingen overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd, en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is, overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (9)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    16)

    In hoofdstuk 25 (model “MPNT”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (12)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de vleesproducten is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven vleesproducten, waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings, overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (12)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    17)

    In hoofdstuk 26 (model “MPST”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (13)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de vleesproducten is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven vleesproducten, waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings, overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan het vlees afkomstig is overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (13)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    18)

    In hoofdstuk 27 (model “CAS”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (4)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de casings is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven casings overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan de casings afkomstig zijn overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (4)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    19)

    In hoofdstuk 28 (model “FISH-CRUST-HC”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (4) (13)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de visserijproducten is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven visserijproducten afkomstig van de aquacultuur overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat aan de aquacultuurdieren waarvan de producten afkomstig zijn overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof die zijn opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (13)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    20)

    In hoofdstuk 33 (model “MILK-RM”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (4)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de rauwe melk is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven rauwe melk overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan de rauwe melk is verkregen overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (4)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    21)

    In hoofdstuk 34 (model “MILK-RMP/NT”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (4)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de zuivelproducten is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven zuivelproduct, gemaakt van rauwe melk, overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan de rauwe melk is verkregen overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (4)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    22)

    In hoofdstuk 35 (model “DAIRY-PRODUCTS-PT”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (4)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de zuivelproducten is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven zuivelproduct overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan de rauwe melk is verkregen overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (4)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    23)

    In hoofdstuk 36 (model “DAIRY-PRODUCTS-ST”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (4)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de zuivelproducten is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven zuivelproduct overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan de rauwe melk is verkregen overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (4)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    24)

    In hoofdstuk 37 (model “COLOSTRUM”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (5)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het colostrum is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat het in deel I beschreven colostrum overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan het colostrum is verkregen overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (5)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    25)

    In hoofdstuk 38 (model “COLOSTRUM-BP”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (5)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de producten op basis van colostrum is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven producten op basis van colostrum overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan de producten op basis van colostrum afkomstig zijn overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (5)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    26)

    In hoofdstuk 45 (model “HON”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (3)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de honing en andere producten van de bijenteelt is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven honing en andere producten van de bijenteelt overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan de honing en de andere producten van de bijenteelt zijn verkregen overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting wordt de volgende noot bij deel II toegevoegd:

    (3)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    27)

    In hoofdstuk 49 (model “PAO”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (2)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de producten is.]

    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad en Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie en dat de in deel I beschreven producten overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat aan de dieren waarvan de producten afkomstig zijn overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    de volgende toelichtingen bij deel II worden ingevoegd:

    Deel II:

    (1)

    Schrappen indien niet van toepassing.

    (2)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    DEEL 2

    Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In hoofdstuk 1 (model “BOV-X”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (15)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (15)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    2)

    In hoofdstuk 2 (model “BOV-Y”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (13)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (13)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    3)

    In hoofdstuk 4 (model “OV/CAP-X”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (12)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (12)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    4)

    In hoofdstuk 5 (model “OV/CAP-Y”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (11)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (11)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    5)

    In hoofdstuk 7 (model “SUI-X”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (11)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (11)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    6)

    In hoofdstuk 8 (model “SUI-Y”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (11)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (11)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    7)

    In hoofdstuk 12 (model “CAM-CER”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (1) (10)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (10)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    8)

    In hoofdstuk 13 (model “EQUI-X”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.6.a wordt ingevoegd:

    (1) (10)

    [II.6.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (10)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    9)

    In hoofdstuk 14 (model “EQUI-Y”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.6.a wordt ingevoegd:

    (3) (8)

    [II.6.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (8)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    10)

    In hoofdstuk 22 (model “BPP”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (3) (18)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (18)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    11)

    In hoofdstuk 23 (model “BPR”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    de titel wordt als volgt gewijzigd:

    “HOOFDSTUK 23

    MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN FOKLOOPVOGELS EN GEBRUIKSLOOPVOGELS (MODEL “BPR”) ”;

    b)

    het volgende deel II.2 wordt toegevoegd:

    (2) (13)

    [II.2

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de [fokloopvogels] (2) [gebruiksloopvogels] (2) overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    c)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (13)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    12)

    In hoofdstuk 29 (model “SP”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (3) (15)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (15)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    13)

    In hoofdstuk 30 (model “SR”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (3) (12)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (12)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.

    14)

    In hoofdstuk 31 (model “POU-LT20”) wordt deel II als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende deel II.1.a wordt ingevoegd:

    (2) (20)

    [II.1.a

    Verklaring inzake Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie [Schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de dieren is.]

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat aan de in deel I beschreven dieren overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 van de Commissie geen antimicrobiële geneesmiddelen ter bevordering van de groei of met het oog op een grotere opbrengst, noch antimicrobiële geneesmiddelen die een antimicrobiële stof bevatten die is opgenomen in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1255 van de Commissie vastgestelde lijst van antimicrobiële stoffen die voorbehouden zijn voor de behandeling van bepaalde infecties bij de mens zijn toegediend, en dat zij afkomstig zijn uit een derde land dat of een regio van een derde land die in de in artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/905 bedoelde lijst is opgenomen.]”;

    b)

    aan de toelichting bij deel II wordt de volgende noot toegevoegd:

    (20)

    Van toepassing op zendingen die de Unie binnenkomen met ingang van 3 september 2026.”.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/399/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top