This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32022R1993
Commission Implementing Regulation (EU) 2022/1993 of 20 October 2022 approving Chrysanthemum cinerariaefolium extract from open and mature flowers of Tanacetum cinerariifolium obtained with supercritical carbon dioxide as an active substance for use in biocidal products of product-type 19 in accordance with Regulation (EU) No 528/2012 of the European Parliament and of the Council (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1993 van de Commissie van 20 oktober 2022 tot goedkeuring van extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide als werkzame stof voor gebruik in biociden van productsoort 19 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1993 van de Commissie van 20 oktober 2022 tot goedkeuring van extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide als werkzame stof voor gebruik in biociden van productsoort 19 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)
C/2022/7384
PB L 273 van 21.10.2022, p. 17–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
21.10.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 273/17 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1993 VAN DE COMMISSIE
van 20 oktober 2022
tot goedkeuring van extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide als werkzame stof voor gebruik in biociden van productsoort 19 overeenkomstig Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 89, lid 1, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (2) is een lijst vastgesteld van bestaande werkzame stoffen die moeten worden beoordeeld met het oog op de mogelijke goedkeuring ervan voor gebruik in biociden. Die lijst bevat extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide. |
(2) |
Extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide is beoordeeld voor gebruik in biociden van productsoort 19 (insectwerende en lokstoffen) zoals beschreven in bijlage V bij Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad (3), wat overeenstemt met productsoort 19 zoals beschreven in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 528/2012. |
(3) |
Spanje is als lidstaat-rapporteur aangewezen en de beoordelende bevoegde autoriteit van Spanje heeft op 1 september 2010 het beoordelingsverslag en haar conclusies bij de Commissie ingediend. Na de indiening van het beoordelingsverslag hebben besprekingen in technische vergaderingen plaatsgevonden, die werden georganiseerd door de Commissie en, na 1 september 2013, door het Europees Agentschap voor chemische stoffen (“het agentschap”). |
(4) |
Uit artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012 vloeit voort dat stoffen waarvan de beoordeling door de lidstaten per 1 september 2013 is afgerond, overeenkomstig Richtlijn 98/8/EG moeten worden beoordeeld. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 75, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 stelt het Comité voor biociden het advies van het agentschap over de aanvragen tot goedkeuring van een werkzame stof op. Overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 heeft het Comité voor biociden op 3 december 2021 het advies van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (4) aangenomen, rekening houdend met de conclusies van de beoordelende bevoegde autoriteit. |
(6) |
Volgens dat advies kan van biociden van productsoort 19 die extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide bevatten, worden verwacht dat zij aan de eisen van artikel 5, lid 1, punten b), c) en d), van Richtlijn 98/8/EG voldoen, mits bepaalde voorwaarden betreffende het gebruik ervan worden nageleefd. |
(7) |
Rekening houdend met het advies van het agentschap moet extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide worden goedgekeurd als werkzame stof voor gebruik in biociden van productsoort 19, mits bepaalde voorwaarden worden nageleefd. |
(8) |
Er moet in een redelijke termijn worden voorzien voordat een werkzame stof wordt goedgekeurd, zodat de betrokken partijen de nodige voorbereidende maatregelen kunnen nemen om aan de nieuwe eisen te voldoen. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide wordt goedgekeurd als werkzame stof voor gebruik in biociden van productsoort 19, mits de in de bijlage vastgestelde voorwaarden worden nageleefd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 oktober 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).
(3) Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1).
(4) Comité voor biociden (BPC): Advies over de aanvraag voor de goedkeuring van de werkzame stof extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide; productsoort 19; ECHA/BPC/313/2021, aangenomen op 3 december 2021.
BIJLAGE
Benaming |
IUPAC-benaming Identificatienummers |
Minimale zuiverheidsgraad van de werkzame stof (1) |
Datum van goedkeuring |
Datum van het verstrijken van de goedkeuring |
Productsoort |
Bijzondere voorwaarden |
||||||
Extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit superkritisch koolstofdioxide |
Extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide. EG-nr.: 289-699-3 CAS-nr.: 89997-63-7 |
100 % m/m van extract van Chrysanthemum cinerariaefolium uit open en volwassen bloemen van Tanacetum cinerariifolium verkregen met superkritisch koolstofdioxide. |
1 februari 2024 |
31 januari 2034 |
19 |
Aan de toelating voor biociden worden de volgende voorwaarden verbonden:
|
(1) De in deze kolom vermelde zuiverheid is de minimale zuiverheidsgraad van de beoordeelde werkzame stof. De werkzame stof in het in de handel gebrachte product kan dezelfde of een andere zuiverheid hebben, mits bewezen is dat de werkzame stof technisch gelijkwaardig is aan de beoordeelde werkzame stof.
(2) Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11).
(3) Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).