Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1636

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1636 van de Commissie van 5 juli 2022 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad door vaststelling van de structuur en de inhoud van de in het kader van de overbrenging van accijnsgoederen uitgewisselde documenten en vaststelling van een drempelwaarde voor verliezen vanwege de aard van de goederen

    C/2022/4494

    PB L 247 van 23.9.2022, p. 2–56 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 13/02/2024

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/1636/oj

    23.9.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 247/2


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/1636 VAN DE COMMISSIE

    van 5 juli 2022

    tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad door vaststelling van de structuur en de inhoud van de in het kader van de overbrenging van accijnsgoederen uitgewisselde documenten en vaststelling van een drempelwaarde voor verliezen vanwege de aard van de goederen

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (1), en met name artikel 6, lid 10, artikel 29, lid 1, en artikel 43, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Uit hoofde van artikel 6, lid 7, van Richtlijn (EU) 2020/262 wordt een gedeeltelijk verlies als gevolg van de aard van de goederen, dat zich voordoet wanneer de goederen onder een accijnsschorsing worden overgebracht tussen de lidstaten, niet aangemerkt als uitslag tot verbruik voor zover het bedrag van het verlies onder de gemeenschappelijke drempelwaarde voor gedeeltelijk verlies voor die accijnsgoederen valt, tenzij een lidstaat een gegronde reden heeft om te vermoeden dat er sprake is van fraude of een onregelmatigheid. Uit hoofde van artikel 45, lid 2, van die richtlijn is, in het geval van gedeeltelijk verlies als gevolg van de aard van de goederen, dat zich voordoet tijdens het vervoer van de goederen op het grondgebied van een andere lidstaat dan de lidstaat waar de goederen tot verbruik zijn uitgeslagen, de accijns niet verschuldigd in die lidstaat wanneer het bedrag van het verlies onder de desbetreffende gemeenschappelijke drempelwaarde voor gedeeltelijk verlies van die accijnsgoederen valt, tenzij een lidstaat een gegronde reden heeft om te vermoeden dat er sprake is van fraude of een onregelmatigheid. Ten behoeve van een uniforme behandeling van gedeeltelijke verliezen in de hele Unie moet een gemeenschappelijke drempelwaarde voor gedeeltelijk verlies voor tabaksfabricaten worden vastgesteld. In het bijzonder rekening houdende met de aard van de goederen, hun fysische en chemische eigenschappen en de bestaande nationale drempelwaarden, moet de gemeenschappelijke drempelwaarde voor gedeeltelijk verlies voor tabaksfabricaten worden vastgesteld op 0 %.

    (2)

    Om een overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling te laten plaatsvinden, moet krachtens Richtlijn (EU) 2020/262 gebruik worden gemaakt van elektronische administratieve documenten, die via het in Besluit (EU) 2020/263 van het Europees Parlement en de Raad (2) bedoelde geautomatiseerde systeem worden uitgewisseld. Krachtens die richtlijn moet ook gebruik worden gemaakt van nooddocumenten wanneer dat geautomatiseerde systeem niet beschikbaar is in de lidstaat van verzending. De structuur en de inhoud van die documenten moeten waarborgen dat de noodzakelijke formaliteiten op eenvormige wijze worden vervuld, alsook het toezicht op overbrengingen van accijnsgoederen vergemakkelijken.

    (3)

    Krachtens Richtlijn (EU) 2020/262 moet gebruik worden gemaakt van elektronische vereenvoudigde administratieve documenten voor overbrengingen van accijnsgoederen die op het grondgebied van de ene lidstaat zijn uitgeslagen tot verbruik en naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht om daar voor commerciële doeleinden te worden geleverd. Krachtens die richtlijn moet ook gebruik worden gemaakt van nooddocumenten in bepaalde gespecificeerde gevallen. De structuur en de inhoud van die documenten moeten waarborgen dat de noodzakelijke formaliteiten op eenvormige wijze worden vervuld, alsook het toezicht op overbrengingen van accijnsgoederen vergemakkelijken.

    (4)

    Om ervoor te zorgen dat de documenten die overeenkomstig de artikelen 20 tot en met 25 van Richtlijn (EU) 2020/262 via het geautomatiseerde systeem worden uitgewisseld, in alle lidstaten direct te begrijpen zijn en door het geautomatiseerde systeem kunnen worden verwerkt, moeten de structuur en de inhoud van de berichten met betrekking tot de annulering van het elektronische administratieve document, een bestemmingswijziging en de splitsing van een overbrenging worden vastgesteld.

    (5)

    De voorschriften betreffende de structuur en de inhoud van de documenten die bij overbrengingen van accijnsgoederen worden uitgewisseld, en betreffende een drempelwaarde voor verliezen vanwege de aard van de goederen zullen in vele gevallen samen moeten worden toegepast, zowel door de marktdeelnemers die accijnsgoederen zoals tabaksfabricaten binnen de EU overbrengen, als door de autoriteiten van de lidstaten die toezicht uitoefenen op die overbrengingen. Omwille van de eenvoud en de transparantie van de voorschriften, alsook om de toepassing ervan te vergemakkelijken en een wildgroei aan voorschriften te voorkomen, moeten deze voorschriften in één enkele gedelegeerde handeling worden vastgelegd.

    (6)

    Aangezien de bij deze verordening en bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1637 van de Commissie (3) vastgestelde voorschriften in de plaats treden van de bij Verordeningen (EEG) nr. 3649/92 (4) en (EG) nr. 684/2009 (5) van de Commissie vastgestelde voorschriften, moeten de vervangen verordeningen worden ingetrokken.

    (7)

    Uit hoofde van artikel 54 van Richtlijn (EU) 2020/262 staan de lidstaten de ontvangst van accijnsgoederen onder de in de artikelen 33, 34 en 35 van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad (6) vastgestelde formaliteiten toe tot en met 31 december 2023. Verordening (EEG) nr. 3649/92 moet derhalve tot die datum worden toegepast op overbrengingen van accijnsgoederen die vóór de datum van toepassing van deze verordening van start zijn gegaan.

    (8)

    Uit hoofde van artikel 55, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262 passen de lidstaten de nodige maatregelen toe om aan artikel 6, de artikelen 20, 21 en 22, de artikelen 25 tot en met 29, de artikelen 36 tot en met 40, en artikel 45 van die richtlijn te voldoen met ingang van 13 februari 2023. Deze verordening moet derhalve van toepassing worden met ingang van diezelfde datum,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Drempelwaarde voor verlies vanwege de aard van de goederen voor tabaksfabricaten

    De in artikel 6, lid 7, en artikel 45, lid 2, van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde gemeenschappelijke drempelwaarde voor gedeeltelijk verlies van onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2011/64/EU van de Raad (7) vallende tabaksfabricaten is 0 %.

    Artikel 2

    Vereisten met betrekking tot via het geautomatiseerde systeem uitgewisselde berichten

    De overeenkomstig de artikelen 20 tot en met 25 en de artikelen 36 en 37 van Richtlijn (EU) 2020/262 uitgewisselde berichten moeten aan bijlage I bij deze verordening voldoen. Wanneer voor bepaalde gegevenselementen van de berichten overeenkomstig bijlage I een code moet worden ingevuld, moet gebruik worden gemaakt van de in bijlage II opgenomen codes.

    Artikel 3

    Voorlopig elektronisch administratief document en elektronisch administratief document

    Het voorlopige elektronische administratieve document dat wordt ingediend overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Richtlijn (EU) 2020/262 en het elektronische administratieve document waaraan een administratieve referentiecode is toegekend overeenkomstig artikel 20, lid 3, derde alinea, van die richtlijn, moeten aan de vereisten van de toepasselijke bepalingen in tabel 1 van bijlage I bij deze verordening voldoen.

    Artikel 4

    Voorlopig elektronisch vereenvoudigd administratief document en elektronisch vereenvoudigd administratief document

    Het voorlopige elektronische vereenvoudigde administratieve document dat wordt ingediend overeenkomstig artikel 36, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262 en het elektronische vereenvoudigde administratieve document waaraan een administratieve referentiecode is toegekend overeenkomstig artikel 36, lid 2, derde alinea, van die richtlijn, moeten aan de vereisten van de toepasselijke bepalingen in tabel 1 van bijlage I bij deze verordening voldoen.

    Artikel 5

    Berichten met betrekking tot de annulering van het elektronische administratieve document

    De berichten met betrekking tot de annulering van het elektronische administratieve document zoals bepaald in artikel 20, lid 6, van Richtlijn (EU) 2020/262 moeten aan de in tabel 2 van bijlage I bij deze verordening vastgestelde vereisten voldoen.

    Artikel 6

    Berichten met betrekking tot een wijziging van de bestemming van een overbrenging van accijnsgoederen

    De berichten met betrekking tot een wijziging van de bestemming zoals bepaald in artikel 20, lid 7, en artikel 36, lid 5, van Richtlijn (EU) 2020/262 moeten aan de in de tabellen 3 en 4 van bijlage I bij deze verordening vastgestelde vereisten voldoen.

    Artikel 7

    Berichten met betrekking tot de splitsing van een overbrenging van energieproducten onder schorsing van accijns

    De berichten met betrekking tot een splitsing van een overbrenging van energieproducten onder schorsing van accijns zoals bepaald in artikel 23 van Richtlijn (EU) 2020/262 moeten aan de in de tabellen 4 en 5 van bijlage I bij deze verordening vastgestelde vereisten voldoen.

    Artikel 8

    Berichten met betrekking tot de beëindiging van een overbrenging van accijnsgoederen

    Het overeenkomstig artikel 24, lid 1, of artikel 37, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262 ingediende bericht van ontvangst en het overeenkomstig artikel 25 van die richtlijn opgestelde bericht van uitvoer moeten aan de in tabel 6 van bijlage I bij deze verordening vastgestelde vereisten voldoen.

    Artikel 9

    Nooddocumenten

    1.   De in artikel 26, lid 1, punt a), en artikel 38, lid 1, punt a), van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde nooddocumenten moeten de gegevenselementen, gegevensgroepen en gegevenssubgroepen bevatten die in de kolommen A en B van tabel 1 van bijlage I bij deze verordening zijn vermeld. De gegevenselementen, gegevensgroepen en gegevenssubgroepen waartoe zij behoren, moeten worden gekenmerkt met behulp van de cijfers en letters in de kolommen A en B van tabel 1 van bijlage I bij deze verordening.

    2.   De informatie over de wijziging van de bestemming van de goederen en de splitsing van de overbrenging van energieproducten die overeenkomstig artikel 26, lid 4, en artikel 38, lid 4, van Richtlijn (EU) 2020/262 door de afzender aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending moet worden verstrekt, moet worden opgegeven in de vorm van gegevenselementen, gegevensgroepen en gegevenssubgroepen zoals vermeld in de kolommen A en B van tabel 3 van bijlage I bij deze verordening of de kolommen A en B van tabel 5 van bijlage I bij deze verordening, naargelang het geval. Alle gegevenselementen, gegevensgroepen en gegevenssubgroepen waartoe zij behoren, moeten worden gekenmerkt met behulp van de cijfers en letters in de kolommen A en B van tabel 3 van bijlage I of de kolommen A en B van tabel 5 van bijlage I, naargelang het geval.

    3.   De in artikel 27, leden 1 en 2, en artikel 39 van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde nooddocumenten moeten “Noodbericht van ontvangst voor overbrengingen van accijnsgoederen” of “Noodbericht van uitvoer voor overbrengingen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns” worden genoemd, naargelang het geval. De gegevens moeten worden opgegeven in de vorm van gegevenselementen, gegevensgroepen en gegevenssubgroepen zoals vermeld in de kolommen A en B van tabel 6 van bijlage I. Alle gegevenselementen, gegevensgroepen en gegevenssubgroepen waartoe zij behoren, moeten worden gekenmerkt met behulp van de cijfers en letters in de kolommen A en B van tabel 6 van bijlage I.

    Artikel 10

    Intrekking

    De Verordeningen (EEG) nr. 3649/92 en (EG) nr. 684/2009 worden ingetrokken met ingang van 13 februari 2023.

    Niettegenstaande de eerste alinea is Verordening (EEG) nr. 3649/92 van toepassing tot en met 31 december 2023 op overbrengingen van goederen die vóór 13 februari 2023 van start zijn gegaan.

    Artikel 11

    Inwerkingtreding en toepassing

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 13 februari 2023.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 5 juli 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 58 van 27.2.2020, blz. 4.

    (2)  Besluit (EU) 2020/263 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2020 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake de overbrenging van en de controle op accijnsgoederen (herschikking) (PB L 58 van 27.2.2020, blz. 43).

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1637 van de Commissie van 5 juli 2022 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad wat betreft het gebruik van documenten voor de overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling en de overbrenging van accijnsgoederen na uitslag tot verbruik, en tot vaststelling van het voor het certificaat van vrijstelling te gebruiken formulier (zie bladzijde 57 van dit Publicatieblad).

    (4)  Verordening (EEG) nr. 3649/92 van de Commissie van 17 december 1992 betreffende een vereenvoudigd geleidedocument voor het intracommunautaire verkeer van accijnsproducten die in de lidstaat van verzending tot verbruik zijn uitgeslagen (PB L 369 van 18.12.1992, blz. 17).

    (5)  Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns (PB L 197 van 29.7.2009, blz. 24).

    (6)  Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 12).

    (7)  Richtlijn 2011/64/EU van de Raad van 21 juni 2011 betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabricaten (PB L 176 van 5.7.2011, blz. 24).


    BIJLAGE I

    Berichten ten behoeve van overbrengingen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns of overbrengingen van accijnsgoederen die voordien op het grondgebied van de ene lidstaat zijn uitgeslagen tot verbruik en naar het grondgebied van een andere lidstaat worden overgebracht om daar voor commerciële doeleinden te worden geleverd

    TOELICHTINGEN

    1.

    De gegevenselementen van de elektronische berichten (1) die overeenkomstig de artikelen 20 tot en met 25 en de artikelen 36 en 37 van Richtlijn (EU) 2020/262 worden uitgewisseld, zijn gestructureerd in gegevensgroepen en in voorkomend geval gegevenssubgroepen zoals vermeld in de tabellen 1 tot en met 6 van deze bijlage. De kolommen van de tabellen 1 tot en met 6 bevatten de volgende informatie:

    a)

    kolom A: de numerieke cijfercode die aan elke gegevensgroep en gegevenssubgroep is toegekend. Elke subgroep krijgt het volgnummer van de gegevens(sub)groep waartoe hij behoort (bijvoorbeeld: wanneer de gegevensgroep het nummer 1 heeft, krijgt een gegevenssubgroep van deze groep het nummer 1.1 en een gegevenssubgroep van deze subgroep het nummer 1.1.1);

    b)

    kolom B: de alfabetische lettercode die aan elk gegevenselement in een gegevens(sub)groep is toegekend;

    c)

    kolom C: een identificatie van de gegevens(sub)groep of het gegevenselement;

    d)

    kolom D: een waarde voor elke gegevens(sub)groep of elk gegevenselement die aangeeft of het desbetreffende gegeven:

    i)

    verplicht is (“R”/Required), hetgeen betekent dat de gegevens verstrekt moeten worden. Wanneer een gegevens(sub)groep de waarde optioneel (“O”) of conditioneel (“C”) heeft, kunnen gegevenselementen van die groep nog altijd de waarde “R” hebben als de bevoegde autoriteiten van de lidstaat hebben besloten dat de gegevens in deze (sub)groep ingevuld moeten worden of wanneer de voorwaarde vervuld is;

    ii)

    optioneel is (“O”/Optional), hetgeen betekent dat de persoon die het bericht indient (afzender of geadresseerde), de gegevens mag vermelden, tenzij een lidstaat heeft bepaald dat de gegevens verplicht zijn in overeenstemming met de optie die is opgenomen in kolom E voor een aantal van de optionele gegevens(sub)groepen of gegevenselementen;

    iii)

    conditioneel is (“C”/Conditional), hetgeen betekent dat het gebruik van de gegevens(sub)groep of het gegevenselement afhankelijk is van andere gegevens(sub)groepen of gegevenselementen in hetzelfde bericht;

    iv)

    afhankelijk is (“D”/Dependent), hetgeen betekent dat het gebruik van de gegevens(sub)groep of het gegevenselement afhankelijk is van een voorwaarde die niet kan worden gecontroleerd door het geautomatiseerde systeem, zoals opgenomen in de kolommen E en F;

    e)

    kolom E bevat de voorwaarde(n) voor de gegevens waarvan de vermelding de waarde “C” heeft, specificeert in voorkomend geval het gebruik van de gegevens met de waardes “O” en “D”, en geeft aan welke gegevens door de bevoegde autoriteiten moeten worden verstrekt;

    f)

    kolom F bevat, indien nodig, nadere uitleg voor het invullen van het bericht;

    g)

    kolom G bevat:

    i)

    voor sommige gegevens(sub)groepen een cijfer gevolgd door het teken “x” waarmee wordt aangegeven hoe vaak de gegevens(sub)groep kan worden herhaald in het bericht (standaard = 1);

    ii)

    voor ieder gegevenselement, behalve de gegevenselementen die het tijdstip en/of de datum weergeven, de identificatiekenmerken van het gegevenstype en de gegevenslengte. De codes voor het gegevenstype zijn “a” voor alfabetisch, “n” voor numeriek en “an” voor alfanumeriek.

    Het cijfer na de code geeft de toegestane gegevenslengte voor het desbetreffende gegevenselement aan. De facultatieve twee punten vóór de lengte-indicator betekenen dat de gegevens geen vaste lengte hebben, maar het maximale aantal karakters kunnen bevatten dat door de lengte-indicator wordt aangegeven. Een komma in de gegevenslengte betekent dat het gegeven decimalen kan bevatten, waarbij het cijfer voor de komma de totale lengte van het kenmerk aangeeft en het cijfer na de komma het maximale aantal cijfers na de decimale punt;

    iii)

    voor gegevenselementen die het tijdstip en/of de datum aangeven, de vermelding “datum”, “tijd” of “datumtijd”, hetgeen betekent dat de datum, het tijdstip of de datum en het tijdstip moeten worden vermeld volgens ISO-norm 8601 voor de weergave van datum en tijd.

    2.

    In de tabellen 1 tot en met 6 worden de volgende afkortingen gebruikt:

    a)

    e-AD: elektronisch administratief document;

    b)

    e-VAD: elektronisch vereenvoudigd administratief document;

    c)

    ARC: administratieve referentiecode;

    d)

    SEED: systeem voor de uitwisseling van accijnsgegevens, bedoeld in artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad (2);

    e)

    ED invoer: enig document voor invoer;

    f)

    GN-code code van de gecombineerde nomenclatuur.

    Voorlopig elektronisch (vereenvoudigd) administratief document en elektronisch (vereenvoudigd) administratief document


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

     

     

    KENMERK

    R

     

     

     

     

    a

    Soort bericht

    R

     

    De volgende waarden zijn mogelijk:

    1

    =

    standaardindiening (wordt gebruikt in alle gevallen van overbrengingen van goederen onder schorsing van accijns behalve bij uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure)

    2

    =

    indiening voor uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure voor overbrengingen van goederen onder schorsing van accijns

    3

    =

    indiening voor veraccijnsde goederen (wordt gebruikt voor overbrengingen van goederen die reeds tot verbruik zijn uitgeslagen)

    Het soort bericht mag niet verschijnen in het e-AD/e-VAD waaraan een ARC is toegekend noch op het in artikel 9, lid 1, bedoelde nooddocument.

    n1

     

    b

    Indicatie uitgestelde indiening

    D

    “R” voor de indiening van een e-AD/e-VAD voor een overbrenging die is aangevangen onder dekking van het in artikel 9, lid 1, bedoelde nooddocument.

    Mogelijke waarden:

    0

    =

    onwaar

    1

    =

    waar

    De waarde staat standaard op “onwaar”.

    Dit gegevenselement mag niet verschijnen in het e-AD/e-VAD waaraan een ARC is toegekend noch op het in artikel 9, lid 1, bedoelde nooddocument.

    n1

    1

    OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN

    R

     

     

     

     

    a

    Code soort bestemming

    R

     

    Vermeld de bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

    1

    =

    Belastingentrepot (artikel 16, lid 1, punt a), i), van Richtlijn (EU) 2020/262)

    2

    =

    Geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), van Richtlijn (EU) 2020/262)

    3

    =

    Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), en artikel 18, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262)

    4

    =

    Rechtstreekse aflevering (artikel 16, lid 4, van Richtlijn (EU) 2020/262)

    5

    =

    Vrijgesteld geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), iv), van Richtlijn (EU) 2020/262)

    6

    =

    Uitvoer (artikel 16, lid 1, punt a), iii) en v), van Richtlijn (EU) 2020/262)

    8

    =

    Bestemming onbekend (geadresseerde onbekend; artikel 22 van Richtlijn (EU) 2020/262)

    9

    =

    Bestemming — gecertificeerde geadresseerde (artikel 33, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262)

    10

    =

    Bestemming — tijdelijk gecertificeerde geadresseerde (artikel 33, lid 1, en artikel 35, lid 8, van Richtlijn (EU) 2020/262)

    11

    =

    Bestemming — Retour naar de plaats van verzending van de afzender

    n..2

     

    b

    Reistijd

    R

     

    Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bv. H12 of D04). Het getal na “H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na “D” mag niet hoger zijn dan de mogelijke waarden van de maximale reistijd per code vervoerswijze uit bijlage II, codelijst 12.

    an3

     

    c

    Regeling vervoer

    R

     

    Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

    1

    =

    Afzender

    2

    =

    Geadresseerde

    3

    =

    Eigenaar van de goederen

    4

    =

    Overige

    n1

     

    d

    ARC

    R

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD/e-VAD.

    Zie bijlage II, codelijst 2.

    an21

     

    e

    Datum en tijdstip geldigmaking e-AD/e-VAD

    R

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD/e-VAD.

    Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

    datumtijd

     

    f

    Volgnummer

    R

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD/e-VAD en bij iedere wijziging van bestemming.

    Staat op 1 bij de eerste geldigmaking en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd op elk e-AD/e-VAD dat door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending wordt aangemaakt bij iedere wijziging van bestemming.

    n..2

     

    g

    Datum en tijdstip geldigmaking bijwerking

    C

    Datum en tijdstip van geldigmaking van het bericht van bestemmingswijziging in tabel 3; wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending in geval van wijziging van bestemming.

    Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

    datumtijd

    2

    HANDELAAR afzender

    R

     

     

     

     

    a

    Accijnsnummer handelaar

    R

     

    Vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder, geregistreerde afzender, gecertificeerde afzender of tijdelijk gecertificeerde afzender.

    an13

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    3

    HANDELAAR plaats van verzending

    C

    “R” indien de code soort herkomst in vak 9d “1” of “3” is.

     

     

     

    a

    Referentie belastingentrepot

    C

    “R” indien de code soort herkomst in vak 9d “1” is.

    Vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van verzending.

    an13

     

    b

    Naam handelaar

    C

    Voor de vakken 3b, 3c, 3e en 3f:

    “R” indien de code soort herkomst in vak 9d “3” is.

     

    an..182

     

    c

    Straat

    C

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    C

     

    an..10

     

    f

    Stad

    C

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    4

    KANTOOR van verzending — invoer

    C

    “R” indien de code soort herkomst in vak 9d “2” is.

     

     

     

    a

    Identificatienummer kantoor

    R

     

    Vermeld de code van het douanekantoor dat verantwoordelijk is voor het in het vrije verkeer brengen. Zie bijlage II, codelijst 4.

    an8

    5

    HANDELAAR geadresseerde

    C

    “R”, behalve voor soort bericht “2 — Indiening voor uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure” of bij code soort bestemming 8

    (zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

     

     

     

    a

    Identificatie handelaar

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 9, 10 en 11

    “O” voor code soort bestemming 6

    Dit gegevenselement is niet van toepassing op code soort bestemming 5

    (zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

    Voor codes soort bestemming:

    1, 2, 3, 4, 9 en 10: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder, geregistreerde geadresseerde, tijdelijk geregistreerde geadresseerde, gecertificeerde geadresseerde of tijdelijk gecertificeerde geadresseerde;

    6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt;

    11: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de geadresseerde, die de oorspronkelijke gecertificeerde afzender of tijdelijk gecertificeerde afzender van de overbrenging is.

    an..16

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    h

    EORI-nummer

    C

    “O” voor code soort bestemming 6

    Dit gegevenselement is niet van toepassing op codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10 en 11.

    (zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

    Vermeld het EORI-nummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte als beschreven in artikel 21, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262.

    an..17

    6

    AANVULLING HANDELAAR geadresseerde

    C

    “R” voor code soort bestemming 5

    (zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

     

     

     

    a

    Code lidstaat

    R

     

    Vermeld de lidstaat van bestemming met behulp van de landcode uit bijlage II, codelijst 3.

    a2

     

    b

    Volgnummer certificaat van vrijstelling

    D

    “R” indien een volgnummer is vermeld op het bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1637 vastgestelde certificaat van vrijstelling van accijnzen.

     

    an..255

    7

    HANDELAAR plaats van levering

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 4, 9 en 10

    “O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

    (zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

    Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

    Voor code soort bestemming 2 is de gegevensgroep:

    “O” voor het e-AD aangezien de lidstaat van verzending in dit vak het in SEED opgenomen adres van de geregistreerde geadresseerde kan vermelden;

    niet van toepassing op het voorlopige e-AD.

     

    a

    Identificatie handelaar

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 9 en 10

    “O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

    (zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

    Voor code soort bestemming:

    1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

    2, 3, 5, 9 en 10: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

    an..16

     

    b

    Naam handelaar

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 5, 9 en 10

    “O” voor code soort bestemming 4

    (zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

     

    an..182

     

    c

    Straat

    C

    Voor de vakken 7c, 7e en 7f:

    “R” voor codes soort bestemming 2, 3, 4, 5, 9 en 10

    “O” voor code soort bestemming 1

    (zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    C

     

    an..10

     

    f

    Stad

    C

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    8

    KANTOOR plaats van levering — douane

    C

    “R” bij uitvoer (code soort bestemming 6)

    (zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

     

     

     

    a

    Identificatienummer kantoor

    R

     

    Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de uitvoeraangifte zal worden ingediend. Zie bijlage II, codelijst 4.

    an8

    9

    e-AD/e-VAD

    R

     

     

     

     

    a

    Lokaal referentienummer

    R

     

    Een uniek volgnummer dat de afzender aan het e-AD/e-VAD toekent en waarmee hij de zending in zijn administratie identificeert.

    an..22

     

    b

    Factuurnummer

    R

     

    Vermeld het nummer van de factuur die betrekking heeft op de goederen. Als er nog geen factuur is opgesteld, moet het nummer van de leveringsbon of van een ander vervoersdocument worden vermeld.

    an..35

     

    c

    Factuurdatum

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

    De datum van het in vak 9b vermelde document.

    datum

     

    d

    Code soort herkomst

    R

     

    De mogelijke waarden voor de herkomst van de overbrenging zijn:

    1

    =

    Herkomst — belastingentrepot (in de in artikel 16, lid 1, punt a), van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde situaties)

    2

    =

    Herkomst — invoer (in de in artikel 16, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde situatie)

    3

    =

    Herkomst — accijns betaald (in de in artikel 33, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde situatie)

    n1

     

    e

    Datum van verzending

    R

     

    De datum waarop de overbrenging aanvangt overeenkomstig artikel 19, lid 1, of artikel 33, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262. Deze datum kan niet later zijn dan zeven dagen na de datum van indiening van het voorlopige e-AD/e-VAD. De datum van verzending kan een datum in het verleden zijn in het in artikel 26 of artikel 38 van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde geval.

    datum

     

    f

    Tijdstip van verzending

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

    Het tijdstip waarop de overbrenging aanvangt overeenkomstig artikel 19, lid 1, of artikel 33, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262. Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

    Tijdstip

     

    g

    Voorafgaande ARC

    D

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van nieuwe e-AD’s volgend op de geldigmaking van het bericht van splitsing (tabel 5).

    De te vermelden ARC is de ARC van het vervangen e-AD.

    an21

    9.1

    ED INVOER

    C

    “R” indien de code soort herkomst in vak 9d “2” (invoer) is.

     

    9X

     

    a

    ED-nummer invoer

    R

    Het ED-nummer wordt verstrekt door de afzender bij indiening van het voorlopige e-AD, dan wel door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD.

    Vermeld het (de) nummer(s) van het (de) enig(e) document(en) voor het in het vrije verkeer brengen van de goederen in kwestie.

    an..21

    10

    KANTOOR bevoegde autoriteit van verzending

    R

     

     

     

     

    a

    Identificatienummer kantoor

    R

     

    Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van verzending, dat met de accijnscontrole is belast op de plaats van verzending. Zie bijlage II, codelijst 4.

    an8

    11

    ZEKERHEIDSTELLING OVERBRENGING

    R

     

     

     

     

    a

    Code soort zekerheidsteller

    R

     

    Identificeer de persoon (personen) die verantwoordelijk is (zijn) voor de zekerheidstelling, met behulp van de code soort zekerheidsteller uit bijlage II, codelijst 5.

    n..4

    12

    HANDELAAR zekerheidsteller

    C

    “R” indien een van de volgende codes soort zekerheidsteller van toepassing is: 2, 3, 12, 13, 23, 24, 34, 123, 124, 134, 234 of 1234

    (zie code soort zekerheidsteller in bijlage II, codelijst 5)

    Identificeer de vervoerder en/of de eigenaar van de goederen indien deze de zekerheid stelt.

    2X

     

    a

    Accijnsnummer handelaar

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

    Vermeld een geldig SEED-registratienummer of btw-identificatienummer van de vervoerder of de eigenaar van de accijnsgoederen.

    an13

     

    b

    Btw-nummer

    O

    an..14

     

    c

    Naam handelaar

    C

    Voor 12c, d, f en g:

    “O” indien het accijnsnummer van de handelaar is verstrekt, zo niet “R”.

     

    an..182

     

    d

    Straat

    C

     

    an..65

     

    e

    Nummer

    O

     

    an..11

     

    f

    Postcode

    C

     

    an..10

     

    g

    Stad

    C

     

    an..50

     

    h

    NAD_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    13

    VERVOER

    R

     

     

     

     

    a

    Code vervoerswijze

    R

     

    Vermeld de wijze van vervoer bij de aanvang van de overbrenging met behulp van de codes uit bijlage II, codelijst 6.

    Indien de code soort zekerheidsteller “Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262” is, moet de code vervoerswijze “Vaste transportinrichting” of “Vervoer over zee” zijn.

    n..2

     

    b

    Aanvullende informatie

    C

    “R” indien de code vervoerswijze “Overige” is.

    Anders “O”.

    Geef een nadere omschrijving van de vervoerswijze.

    an..350

     

    c

    Aanvullende informatie_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    14

    HANDELAAR organisator van het vervoer

    C

    “R” om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, indien de waarde in vak 1c “3” of “4” is.

     

     

     

    a

    Btw-nummer

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

     

    an..14

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    15

    HANDELAAR eerste vervoerder

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

    Identificeer de persoon die het eerste vervoer verricht.

     

     

    a

    Btw-nummer

    O

     

     

    an..14

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    16

    VERVOERSGEGEVENS

    R

     

     

    99X

     

    a

    Code vervoerseenheid

    R

     

    Vermeld de code(s) vervoerseenheid met betrekking tot de in vak 13a opgegeven vervoerswijze.

    Zie bijlage II, codelijst 7.

    n..2

     

    b

    Identiteit vervoerseenheden

    C

    “R” indien de code vervoerseenheid verschilt van 5.

    (zie vak 16a)

    Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden) wanneer de code vervoerseenheid verschilt van 5.

    an..35

     

    c

    Identiteit handelszegel

    D

    “R” indien handelszegels worden gebruikt.

    Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

    an..35

     

    d

    Informatie zegels

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

    an..350

     

    e

    Informatie zegels_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    f

    Aanvullende informatie

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

    an..350

     

    g

    Aanvullende informatie_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    17

    Hoofdgedeelte e-AD/e-VAD

    R

     

    Voor elk product in de zending moet een aparte gegevensgroep worden gebruikt.

    999x

     

    a

    Unieke referentie record

    R

     

    Vermeld een uniek volgnummer, te beginnen met 1.

    n..3

     

    b

    Code accijnsgoed

    R

     

    Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 10.

    Indien de code soort zekerheidsteller “Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262” is, moet de code accijnsgoed die van een energieproduct zijn.

    Code accijnsgoed S600 is alleen van toepassing op e-VAD overeenkomstig artikel 27, lid 1, punt a), van Richtlijn 92/83/EEG.

    an4

     

    c

    GN-code

    R

     

    Vermeld de toepasselijke GN-code op de datum van verzending.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n8

     

    d

    Hoeveelheid

    R

     

    Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 10 en 11).

    Bij een overbrenging naar een in artikel 18, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde geregistreerde geadresseerde en een in artikel 35, lid 8, van die richtlijn bedoelde gecertificeerde geadresseerde mag de hoeveelheid de aan deze persoon toegestane hoeveelheid niet overschrijden.

    Bij een overbrenging naar een in artikel 11 van Richtlijn (EU) (EU) 2020/262 bedoelde vrijgestelde organisatie mag de hoeveelheid de in het certificaat van vrijstelling van accijnzen geregistreerde hoeveelheid niet overschrijden.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n..15,3

     

    e

    Brutomassa

    R

     

    Vermeld de brutomassa van de zending (de accijnsgoederen inclusief verpakking).

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    De brutomassa moet minimaal de nettomassa zijn.

    n..16,6

     

    f

    Nettomassa

    R

     

    Vermeld de massa van de accijnsgoederen zonder verpakking (alcohol en alcoholhoudende dranken, energieproducten en alle tabaksproducten behalve sigaretten).

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    De brutomassa moet minimaal de nettomassa zijn.

    n..16,6

     

    g

    Alcoholvolumegehalte in percentage

    C

    “R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

    Vermeld het alcoholgehalte (volumepercentage bij 20 °C) indien van toepassing in overeenstemming met bijlage II, codelijst 10.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter dan 0,5 en kleiner dan of gelijk aan 100 zijn.

    n..5,2

     

    h

    Graden Plato

    D

    “R” indien bier in de lidstaat van verzending en/of de lidstaat van bestemming wordt belast naar graden Plato.

    Vermeld bij bier de graden Plato indien het op die basis wordt belast in de lidstaat van verzending en/of de lidstaat van bestemming. Zie bijlage II, codelijsten 10 en 13.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n..5,2

     

    i

    Fiscaal merkteken

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over de door de lidstaat van bestemming vereiste fiscale merktekens.

    an..350

     

    j

    Fiscaal merkteken_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    k

    Indicatie fiscaal merkteken gebruikt

    D

    “R” indien fiscale merktekens worden gebruikt

    Vermeld “1” wanneer de goederen een fiscaal merkteken dragen of bevatten, dan wel “0” wanneer zij geen fiscaal merkteken dragen of bevatten.

    n1

     

    l

    Oorsprongsbenaming

    O

     

    Dit vak kan worden gebruikt om een verklaring af te geven:

    1.

    ten aanzien van bepaalde wijnen, over de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding (BOB of BGA) en het oogstjaar of het wijndruivenras overeenkomstig de artikelen 24 en 31 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie (3), in de bewoordingen die zijn vermeld in vak 9 van deel I van bijlage VII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273. Indien het product een BOB of BGA is, wordt de verklaring gevolgd door de naam of namen van de BOB of BGA en het (de) registernummer(s) ervan als bepaald in artikel 119, lid 1, punt b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4);

    2.

    ten aanzien van bepaalde gedistilleerde dranken, waarvoor het in de handel brengen verband houdt met de categorie of categorieën gedistilleerde drank, de geografische aanduiding (GA) en/of de rijpingsduur/ouderdom van het product, overeenkomstig de desbetreffende Uniewetgeving betreffende gedistilleerde dranken (met name hoofdstuk III, artikel 10 en artikel 13, lid 6, van en bijlage I bij Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad (5)), in de volgende bewoordingen: “Verklaring: het hierboven vermelde product is in de handel gebracht en geëtiketteerd in overeenstemming met Verordening (EU) 2019/787.”;

    3.

    ten aanzien van alcoholhoudende dranken die zijn geproduceerd door gecertificeerde kleine zelfstandige producenten: de verklaring betreffende de soort alcoholhoudende drank die is vergund in het certificaat overeenkomstig artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2266 van de Commissie (6), wordt toegevoegd wanneer het de bedoeling is in de lidstaat van bestemming aanspraak te maken op een verlaagd accijnstarief;

    4.

    ten aanzien van alcoholhoudende dranken die zijn geproduceerd door zelfgecertificeerde kleine zelfstandige producenten: de verklaring betreffende de status van de producent overeenkomstig artikel 4, artikel 5, lid 1, en artikel 5, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2266 wordt toegevoegd wanneer het de bedoeling is in de lidstaat van bestemming aanspraak te maken op een verlaagd accijnstarief.

    an..350

     

    m

    Oorsprongsbenaming_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    n

    Grootte van de producent

    O

     

    Ten aanzien van alcoholhoudende dranken die zijn geproduceerd door zelfgecertificeerde kleine zelfstandige producenten, wordt de jaarlijkse productiehoeveelheid overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2266 vermeld wanneer het de bedoeling is in de lidstaat van bestemming aanspraak te maken op een verlaagd accijnstarief.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n..15

     

    o

    Densiteit

    C

    “R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

    Vermeld de densiteit bij 15 °C, indien van toepassing in overeenstemming met bijlage II, codelijst 10.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n..5,2

     

    p

    Handelsbenaming

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven verstrekt moet worden.

    Vermeld de handelsbenaming van de goederen ten behoeve van de identificatie van de vervoerde goederen.

    Wanneer wijnen bedoeld in deel II, punten 1 tot en met 9, 15 en 16, van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 onverpakt worden vervoerd, omvat de omschrijving van het product de in artikel 120 van die verordening bedoelde facultatieve aanduidingen voor zover die aanduidingen voorkomen op het etiket of het de bedoeling is ze daarop te vermelden.

    Bij elke alcoholhoudende drank omvat de handelsbenaming ook de wettelijke benaming ervan overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) 2019/787.

    an..350

     

    q

    Handelsbenaming_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    r

    Merknaam van het product

    D

    “R” indien de accijnsgoederen een merknaam hebben. De lidstaat van verzending kan bepalen dat de merknaam van de vervoerde goederen niet hoeft te worden vermeld wanneer hij op de factuur of een ander handelsdocument als bedoeld in vak 9b is vermeld.

    Vermeld in voorkomend geval de merknaam van de goederen.

    an..350

     

    s

    Merknaam van het product_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    t

    Rijpingsduur of ouderdom van producten

    O

     

    Bij alcoholhoudende dranken moet de rijpingsduur of ouderdom overeenstemmen met wat is vermeld in de omschrijving, presentatie en etikettering van de drank als bedoeld in artikel 13, lid 6, van Verordening (EU) 2019/787.

    an..350

     

    u

    Rijpingsduur of ouderdom van producten_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    17.1

    VERPAKKING

    R

     

     

    99x

     

    a

    Code soort colli

    R

     

    Vermeld het soort colli met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 8.

    an2

     

    b

    Aantal colli

    C

    “R” indien als “telbaar” gemarkeerd.

    Vermeld het aantal colli indien de colli telbaar zijn in overeenstemming met bijlage II, codelijst 8.

    Indien het “Aantal colli”“0” is, moet er ten minste één VERPAKKING met dezelfde “Verzendingsmerken” en hetzelfde “Aantal colli” bestaan waarvan de waarde groter is dan “0”.

    n..15

     

    c

    Identiteit handelszegel

    D

    “R” indien handelszegels worden gebruikt.

    Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de colli te verzegelen.

    an..35

     

    d

    Informatie zegels

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

    an..350

     

    e

    Informatie zegels_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    f

    Verzendingsmerken

    C

    “R” indien het aantal colli “0” is.

    Anders “O”.

     

    an..999

    17.2

    WIJNPRODUCT

    D

    “R” voor wijnproducten opgenomen in deel XII van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1308/2013.

     

     

     

    a

    Categorie wijnproduct

    R

     

    Vermeld voor wijnproducten opgenomen in deel XII van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 een van de volgende waarden:

    1

    =

    Wijn zonder BOB/BGA

    2

    =

    Cépagewijn zonder BOB/BGA

    3

    =

    Wijn met BOB/BGA

    4

    =

    Ingevoerde wijn

    5

    =

    Overige

    n1

     

    b

    Code wijnbouwzone

    D

    “R” voor wijnproducten die onverpakt worden vervoerd (nominaal volume > 60 liter).

    Vermeld de wijnbouwzone van oorsprong van het vervoerde product in overeenstemming met aanhangsel 1 van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 1308/2013.

    n..2

     

    c

    Derde land van oorsprong

    C

    “R” indien categorie wijnproduct in vak 17.2a “4” is (ingevoerde wijn).

    Vermeld een andere “Landcode” als bedoeld in codelijst 3 van bijlage II dan die van een EU-lidstaat of een grondgebied waar Richtlijn (EU) 2020/262 van toepassing is.

    a2

     

    d

    Andere informatie

    O

     

     

    an..350

     

    e

    Andere informatie_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    17.2.1

    Code WIJNBEHANDELING

    D

    “R” voor wijnproducten die onverpakt worden vervoerd (nominaal volume > 60 liter).

     

    99x

     

    a

    Code wijnbehandeling

    R

     

    Vermeld een of meer code(s) wijnbehandeling in overeenstemming met de lijst in afdeling B, punt 2.1, e), ii), van bijlage V bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273.

    n..2

    18

    DOCUMENT certificaat

    O

     

     

    9x

     

    a

    Korte beschrijving document

    C

    “R” tenzij gegevensveld 18c of 18e wordt gebruikt.

    Geef een beschrijving van eventuele certificaten die betrekking hebben op de vervoerde goederen, bv. certificaten met betrekking tot de in vak 17l bedoelde oorsprongsbenaming.

    an..350

     

    b

    Korte beschrijving document_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    c

    Referentie document

    C

    “R” tenzij gegevensveld 18a of 18e wordt gebruikt.

    Vermeld een referentie naar eventuele certificaten die betrekking hebben op de vervoerde goederen.

    an..350

     

    d

    Referentie document_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    e

    Documenttype

    C

    “R” tenzij gegevensveld 18a of 18c wordt gebruikt.

    Vermeld de code voor het documenttype uit codelijst 15 van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/323 van de Commissie (7).

    an..4

     

    f

    Referentie document

    C

    “R” indien documenttype in vak 18e wordt gebruikt.

     

    an..35

    Annulering van het elektronisch administratief document (niet van toepassing op het e-VAD)


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    1

    KENMERK

    R

     

     

     

     

    a

    Datum en tijdstip geldigmaking annulering

    C

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige annuleringsbericht

    Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

    datumtijd

    2

    OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN e-AD

    R

     

     

     

     

    a

    ARC

    R

     

    Vermeld de ARC van het e-AD waarvan annulering wordt gevraagd.

    an21

    3

    ANNULERING

    R

     

     

     

     

    a

    Reden annulering

    R

     

    Geef de reden voor de annulering van het e-AD met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 9.

    n1

     

    b

    Aanvullende informatie

    C

    “R” wanneer de reden van annulering 0 is

    “O” wanneer de reden van annulering 1, 2, 3 of 4 is

    (zie vak 3a)

    Vermeld aanvullende informatie in verband met de annulering van het e-AD.

    an..350

     

    c

    Aanvullende informatie_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    Berichten betreffende wijziging van bestemming


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    1

    KENMERK

    R

     

     

     

     

    a

    Datum en tijdstip geldigmaking bestemmingswijziging

    C

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige bericht van bestemmingswijziging.

    Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

    datumtijd

    2

    Bijwerking e-AD/e-VAD

    R

     

     

     

     

    a

    Volgnummer

    C

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige bericht van bestemmingswijziging.

    Staat op 1 bij de eerste geldigmaking van het e-AD/e-VAD en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd bij iedere wijziging van bestemming.

    n..2

     

    b

    ARC

    R

     

    Vermeld de ARC van het e-AD/e-VAD waarvan de bestemming wordt gewijzigd.

    an21

     

    c

    Reistijd

    D

    “R” wanneer de reistijd wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

    Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bv. H12 of D04). Het getal na “H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na “D” mag niet hoger zijn dan de mogelijke waarden van de maximale reistijd per code vervoerswijze uit bijlage II, codelijst 12.

    an3

     

    d

    Gewijzigde regeling

    vervoer

    D

    “R” wanneer de voor de organisatie van het vervoer verantwoordelijke persoon wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

    Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

    1

    =

    Afzender

    2

    =

    Geadresseerde

    3

    =

    Eigenaar van de goederen

    4

    =

    Overige

    n1

     

    e

    Factuurnummer

    D

    “R” wanneer de factuur wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

    Vermeld het nummer van de factuur die betrekking heeft op de goederen. Als er nog geen factuur is opgesteld, moet het nummer van de leveringsbon of van een ander vervoersdocument worden vermeld.

    an..35

     

    F

    Factuurdatum

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is wanneer het factuurnummer wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

    De datum van het in vak 2e vermelde document.

    datum

     

    g

    Code vervoerswijze

    C

    “R” wanneer de vervoerswijze wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

    “R” indien de code soort zekerheidsteller is vermeld en “Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262” is

    Anders “O”

    Vermeld de vervoerswijze met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 6.

    Indien de code soort zekerheidsteller in vak 7a (indien vermeld), in het laatste e-AD (vak 11a van tabel 1), of in voorkomend geval in het laatste bericht van bestemmingswijziging (vak 7b) waarin een wijziging van de plaats van levering werd vermeld, “Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262” is, moet de code vervoerswijze “Vaste transportinrichting” of “Vervoer over zee” zijn.

    n..2

     

    h

    Aanvullende informatie

    C

    “R” indien de code vervoerswijze is vermeld en “Overige” is.

    Geef een nadere omschrijving van de vervoerswijze.

    an..350

     

    i

    Aanvullende informatie_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    3

    GEWIJZIGDE bestemming

    R

     

     

     

     

    a

    Code soort bestemming

    R

     

    Vermeld de nieuwe bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

    1

    =

    Belastingentrepot (artikel 16, lid 1, punt a), i), van Richtlijn (EU) 2020/262)

    2

    =

    Geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), van Richtlijn (EU) 2020/262)

    3

    =

    Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), en artikel 18, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262)

    4

    =

    Rechtstreekse aflevering (artikel 16, lid 4, van Richtlijn (EU) 2020/262)

    6

    =

    Uitvoer (artikel 16, lid 1, punt a), iii) en v), van Richtlijn (EU) 2020/262)

    9

    =

    Bestemming — gecertificeerde geadresseerde (artikel 33, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262)

    10

    =

    Bestemming — tijdelijk gecertificeerde geadresseerde (artikel 33, lid 1, en artikel 35, lid 8, van Richtlijn (EU) 2020/262)

    11

    =

    Bestemming — Retour naar de plaats van verzending van de afzender

    n..2

    4

    HANDELAAR nieuwe geadresseerde

    D

    “R” wanneer de geadresseerde wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

     

     

     

    a

    Identificatie handelaar

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 9, 10 en 11

    “O” voor code soort bestemming 6

    (zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

    Voor code soort bestemming:

    1, 2, 3, 4, 9 en 10: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder, geregistreerde geadresseerde, gecertificeerde geadresseerde of tijdelijk gecertificeerde geadresseerde;

    6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt;

    11: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de geadresseerde, die de oorspronkelijke gecertificeerde afzender of tijdelijk gecertificeerde afzender van de overbrenging is.

    an..16

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    h

    EORI-nummer

    C

    “O” voor code soort bestemming 6

    Dit gegevenselement is niet van toepassing op codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 9, 10 en 11

    (zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

    Vermeld het EORI-nummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte als beschreven in artikel 21, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262.

    an..17

    5

    HANDELAAR plaats van levering

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 4, 9 en 10

    “O” voor codes soort bestemming 2 en 3 (zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

    Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

    Voor code soort bestemming 2 is de gegevensgroep:

    “O” na geslaagde geldigmaking van de voorlopige bestemmingswijziging, aangezien de lidstaat van verzending in dit vak het in SEED opgenomen adres van de geregistreerde geadresseerde kan vermelden;

    niet van toepassing voor de voorlopige bestemmingswijziging.

     

     

    a

    Identificatie handelaar

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 9 en 10

    “O” voor codes soort bestemming 2 en 3

    (zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

    Voor code soort bestemming:

    1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

    2, 3, 9 en 10: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

    an..16

     

    b

    Naam handelaar

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 9 en 10

    “O” voor code soort bestemming 4

    (zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

     

    an..182

     

    c

    Straat

    C

    Voor de vakken 5c, 5e en 5f:

    “R” voor codes soort bestemming 2, 3, 4, 9 en 10

    “O” voor code soort bestemming 1

    (zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    C

     

    an..10

     

    f

    Stad

    C

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    6

    KANTOOR plaats van levering — douane

    C

    “R” bij uitvoer (code soort bestemming 6)

    (zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

     

     

     

    a

    Identificatienummer kantoor

    R

     

    Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de uitvoeraangifte zal worden ingediend overeenkomstig artikel 221, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (8). Zie bijlage II, codelijst 4.

    Vermeld een code van een douanekantoor dat is opgenomen in de lijst van douanekantoren die belast zijn met taken op het gebied van uitvoer.

    an8

    7

     

    ZEKERHEIDSTELLING OVERBRENGING

    D

    “O” voor overbrengingen onder schorsing van accijns.

    Deze gegevensgroep is niet van toepassing op overbrengingen van reeds tot verbruik uitgeslagen goederen.

     

     

     

    a

    Code soort zekerheidsteller

    R

     

    Identificeer de persoon (personen) die verantwoordelijk is (zijn) voor de zekerheidstelling, met behulp van de code soort zekerheidsteller uit bijlage II, codelijst 5.

    Indien de code soort zekerheidsteller “Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262” is, moet de code accijnsgoed in het laatste e-AD (vak 17b van tabel 1), of in voorkomend geval in het laatste bericht van ontvangst/bericht van uitvoer (vak 7d van tabel 6) waarin een gedeeltelijke weigering werd vermeld, een energieproduct zijn.

    n..4

    7.1

    HANDELAAR zekerheidsteller

    C

    “R” indien een van de volgende codes soort zekerheidsteller van toepassing is:

    2, 3, 12, 13, 23, 24, 34, 123, 124, 134, 234 of 1234

    (zie code soort zekerheidsteller

    in bijlage II, codelijst 5)

    Identificeer de vervoerder en/of de eigenaar van de goederen indien deze de zekerheid stelt.

    2X

     

    a

    Accijnsnummer handelaar

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

    Vermeld een geldig SEED-registratienummer of btw-identificatienummer van de vervoerder of de eigenaar van de accijnsgoederen.

    an13

     

    b

    Btw-nummer

    O

     

     

    an..14

     

    c

    Naam handelaar

    C

    Voor 7c, d, f en g:

    “O” indien het accijnsnummer van de handelaar is verstrekt, zo niet “R”.

     

    an..182

     

    d

    Straat

    C

     

     

    an..65

     

    e

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    f

    Postcode

    C

     

     

    an..10

     

    g

    Stad

    C

     

     

    an..50

     

    h

    NAD_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    8

    HANDELAAR nieuwe organisator van het vervoer

    C

    “R” om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, indien de waarde in vak 2d “3” of “4” is.

     

     

     

    a

    Btw-nummer

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

     

    an..14

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    9

    HANDELAAR nieuwe vervoerder

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is wanneer de vervoerder wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

    Identificeer de nieuwe persoon die het vervoer verricht.

     

     

    a

    Btw-nummer

    O

     

     

    an..14

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    10

    VERVOERSGEGEVENS

    D

    “R” wanneer de vervoersgegevens wijzigen ingevolge de bestemmingswijziging.

     

    99x

     

    a

    Code vervoerseenheid

    R

     

    Vermeld de code(s) vervoerseenheid met betrekking tot de in vak 2g opgegeven vervoerswijze; zie bijlage II, codelijst 7.

    n..2

     

    b

    Identiteit vervoerseenheden

    C

    “R” indien de code vervoerseenheid verschilt van 5.

    (zie vak 10a)

    Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden) wanneer de code vervoerseenheid verschilt van 5.

    an..35

     

    c

    Identiteit handelszegel

    D

    “R” indien handelszegels worden gebruikt.

    Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

    an..35

     

    d

    Informatie zegels

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

    an..350

     

    e

    Informatie zegels_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode; zie bijlage II, codelijst 1.

    a2

     

    f

    Aanvullende informatie

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

    an..350

     

    g

    Aanvullende informatie_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    Wijziging van bestemming/splitsing van overbrenging


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    1

     

    KENNISGEVING ACCIJNS

    R

     

     

     

     

    a

    Soort kennisgeving

    R

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of van de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

    Vermeld de reden van de kennisgeving met behulp van een van de volgende waarden:

    1

    =

    Wijziging van bestemming

    2

    =

    Splitsing

    n1

     

    b

    Datum en tijdstip kennisgeving

    R

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of van de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

    Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

    datumtijd

     

    c

    ARC

    R

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of van de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

    Vermeld de ARC van het e-AD of e-VAD (in het laatste geval alleen bij wijziging van bestemming) waarvoor de kennisgeving wordt gedaan.

    an21

     

    d

    Volgnummer

    R

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of van de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

    Vermeld het volgnummer van het e-AD of e-VAD (in het laatste geval alleen bij wijziging van bestemming).

    Staat op 1 bij de eerste geldigmaking van het e-AD of e-VAD (in het laatste geval alleen bij wijziging van bestemming) en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd bij iedere wijziging van bestemming.

    n..2

    2

     

    VOLGENDE ARC

    C

    “R” indien het soort kennisgeving in vak 1a “2” is.

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending.

     

    9x

     

    a

    ARC

    R

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending.

     

    an21

    Splitsing van een zending (niet van toepassing op e-VAD)


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    1

    Splitsing e-AD

    R

     

     

     

     

    a

    Voorafgaande ARC

    R

     

    Vermeld de ARC van het e-AD dat wordt gesplitst.

    Zie bijlage II, codelijst 2.

    an21

    2

    Lidstaat van splitsing

    R

     

     

     

     

    a

    Code lidstaat

    R

     

    Vermeld de lidstaat op het grondgebied waarvan het transport wordt gesplitst, met behulp van de code lidstaat uit bijlage II, codelijst 3.

    a2

    3

    Gegevens splitsing e-AD

    R

     

    De splitsing gebeurt door het e-AD in kwestie integraal te vervangen door twee of meer nieuwe e-AD’s.

    9x

     

    a

    Lokaal referentienummer

    R

     

    Een uniek volgnummer dat de afzender aan het e-AD toekent en waarmee hij de zending in zijn administratie identificeert.

    an..22

     

    b

    Reistijd

    D

    “R” wanneer de reistijd wijzigt ingevolge de splitsing.

    Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bv. H12 of D04). Het getal na “H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na “D” mag niet hoger zijn dan de mogelijke waarden van de maximale reistijd per code vervoerswijze uit bijlage II, codelijst 12.

    an3

     

    c

    Gewijzigde regeling vervoer

    D

    “R” wanneer de voor de organisatie van het vervoer verantwoordelijke persoon wijzigt ingevolge de splitsing.

    Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

    1

    =

    Afzender

    2

    =

    Geadresseerde

    3

    =

    Eigenaar van de goederen

    4

    =

    Overige

    n1

    3.1

    GEWIJZIGDE bestemming

    R

     

     

     

     

    a

    Code soort bestemming

    R

     

    Vermeld de bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

    1

    =

    Belastingentrepot (artikel 16, lid 1, punt a), i), van Richtlijn (EU) 2020/262)

    2

    =

    Geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), van Richtlijn (EU) 2020/262)

    3

    =

    Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 16, lid 1, punt a), ii), en artikel 18, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262)

    4

    =

    Rechtstreekse aflevering (artikel 16, lid 4, van Richtlijn (EU) 2020/262)

    6

    =

    Uitvoer (artikel 16, lid 1, punt a), iii) en v), van Richtlijn (EU) 2020/262)

    8

    =

    Bestemming onbekend (geadresseerde onbekend; artikel 22 van Richtlijn (EU) 2020/262)

    n..2

    3.2

    HANDELAAR nieuwe geadresseerde

    C

    “O” indien de code soort bestemming verschilt van 8.

    (zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

    Voor code soort bestemming:

    1, 2, 3, 4 en 6: door de wijziging van de geadresseerde ingevolge de splitsing wordt deze gegevensgroep “R”.

     

     

    a

    Identificatie handelaar

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

    “O” voor code soort bestemming 6

    Dit gegevenselement is niet van toepassing op code soort bestemming 8

    (zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

    Voor code soort bestemming:

    1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde geadresseerde;

    6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

    an..16

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    h

    EORI-nummer

    C

    “O” voor code soort bestemming 6

    Dit gegevenselement is niet van toepassing op codes soort bestemming 1, 2, 3, 4 en 8

    (zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

    Vermeld het EORI-nummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte als beschreven in artikel 21, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262.

    an..17

    3.3

    HANDELAAR plaats van levering

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1 en 4

    “O” voor codes soort bestemming 2 en 3

    (zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

     

     

     

    a

    Identificatie handelaar

    C

    “R” voor code soort bestemming 1

    “O” voor codes soort bestemming 2 en 3

    (zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

    Voor code soort bestemming:

    1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

    2 en 3: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

    an..16

     

    b

    Naam handelaar

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 2 en 3

    “O” voor code soort bestemming 4

    (zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

     

    an..182

     

    c

    Straat

    C

    Voor de vakken 3.3c, 3.3e en 3.3f:

    “R” voor codes soort bestemming 2, 3 en 4

    “O” voor code soort bestemming 1

    (zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    C

     

    an..10

     

    f

    Stad

    C

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    3.4

    KANTOOR plaats van levering — douane

    C

    “R” bij uitvoer (code soort gewijzigde bestemming 6).

    (zie vak 3.1a voor de codes soort bestemming)

     

     

     

    a

    Identificatienummer kantoor

    R

     

    Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de uitvoeraangifte zal worden ingediend overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (9).

    Zie bijlage II, codelijst 4.

    an8

    3.5

    HANDELAAR nieuwe organisator van het vervoer

    C

    “R” om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, indien de waarde in vak 3c“3” of “4” is.

     

     

     

    a

    Btw-nummer

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is.

     

    an..14

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    3.6

    HANDELAAR nieuwe vervoerder

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven “R” is wanneer de vervoerder wijzigt ingevolge de splitsing.

    Identificeer de persoon die het nieuwe vervoer verricht.

     

     

    a

    Btw-nummer

    O

     

     

    an..14

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    3.7

    VERVOERSGEGEVENS

    D

    “R” wanneer de vervoersgegevens wijzigen ingevolge de splitsing.

     

    99X

     

    a

    Code vervoerseenheid

    R

     

    Vermeld de code(s) vervoerseenheid. Zie bijlage II, codelijst 7.

    n..2

     

    b

    Identiteit vervoerseenheden

    C

    “R” indien de code vervoerseenheid verschilt van 5.

    (zie vak 3.7a)

    Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden) wanneer de code vervoerseenheid verschilt van 5.

    an..35

     

    c

    Identiteit handelszegel

    D

    “R” indien handelszegels worden gebruikt.

    Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

    an..35

     

    d

    Informatie zegels

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

    an..350

     

    e

    Informatie zegels_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    f

    Aanvullende informatie

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

    an..350

     

    g

    Aanvullende informatie_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    3.8

    Hoofdgedeelte e-AD

    R

     

    Voor elk product in de zending moet een aparte gegevensgroep worden gebruikt.

    999x

     

    a

    Unieke referentie record

    R

     

    Vermeld de unieke referentie van de record van het product in het oorspronkelijke gesplitste e-AD. De unieke referentie van de record moet uniek zijn per “Gegevens splitsing e-AD”.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n..3

     

    b

    Code accijnsgoed

    R

     

    Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 10.

    an..4

     

    c

    GN-code

    R

     

    Vermeld de GN-code die van toepassing is op de datum van indiening van de splitsing.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n8

     

    d

    Hoeveelheid

    R

     

    Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 10 en 11).

    Bij een overbrenging naar een in artikel 18, lid 3, van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde geregistreerde geadresseerde mag de hoeveelheid de aan deze persoon toegestane hoeveelheid niet overschrijden.

    Bij een overbrenging naar een in artikel 11 van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde vrijgestelde organisatie mag de hoeveelheid de in het certificaat van vrijstelling van accijnzen geregistreerde hoeveelheid niet overschrijden.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n..15,3

     

    e

    Brutomassa

    R

     

    Vermeld de brutomassa van de zending (de accijnsgoederen inclusief verpakking).

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    De brutomassa moet minimaal de nettomassa zijn.

    n..16,6

     

    f

    Nettomassa

    R

     

    Vermeld de massa van de accijnsgoederen zonder verpakking.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    De brutomassa moet minimaal de nettomassa zijn.

    n..16,6

     

    i

    Fiscaal merkteken

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over de door de lidstaat van bestemming vereiste fiscale merktekens.

    an..350

     

    j

    Fiscaal merkteken_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    k

    Indicatie fiscaal merkteken gebruikt

    D

    “R” indien fiscale merktekens worden gebruikt

    Vermeld “1” wanneer de goederen een fiscaal merkteken dragen of bevatten, dan wel “0” wanneer zij geen fiscaal merkteken dragen of bevatten.

    n1

     

    o

    Densiteit

    C

    “R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

    Vermeld de densiteit bij 15 °C, indien van toepassing in overeenstemming met de tabel in bijlage II, codelijst 10.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n..5,2

     

    p

    Handelsbenaming

    O

    De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven verstrekt moet worden.

    Vermeld de handelsbenaming van de goederen ten behoeve van de identificatie van de vervoerde goederen.

    an..350

     

    q

    Handelsbenaming_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    r

    Merknaam van het product

    D

    “R” indien de accijnsgoederen een merknaam hebben.

    Vermeld in voorkomend geval de merknaam van de goederen.

    an..350

     

    s

    Merknaam van het product_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    3.8.1

    VERPAKKING

    R

     

     

    99x

     

    a

    Code soort colli

    R

     

    Vermeld het soort colli met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 8.

    an2

     

    b

    Aantal colli

    C

    “R” indien als “telbaar” gemarkeerd.

    Vermeld het aantal colli indien de colli telbaar zijn in overeenstemming met bijlage II, codelijst 8.

    Indien het “Aantal colli”“0” is, moet er ten minste één VERPAKKING met dezelfde “Verzendingsmerken” en hetzelfde “Aantal colli” bestaan waarvan de waarde groter is dan “0”.

    n..15

     

    c

    Identiteit handelszegel

    D

    “R” indien handelszegels worden gebruikt.

    Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de colli te verzegelen.

    an..35

     

    d

    Informatie zegels

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

    an..350

     

    e

    Informatie zegels_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    c

    Verzendingsmerken

    C

    “R” indien het aantal colli “0” is.

    Anders “O”.

     

    an..999

    Bericht van ontvangst/bericht van uitvoer


    A

    B

    C

    D

    E

    F

    G

    1

    KENMERK

    R

     

     

     

     

    a

    Datum en tijdstip geldigmaking bericht van ontvangst/uitvoer

    C

    Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming/uitvoer bij geldigmaking van het bericht van ontvangst/bericht van uitvoer.

    Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

    datumtijd

    2

    OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN

    R

     

     

     

     

    a

    ARC

    R

     

    Vermeld de ARC van het e-AD/e-VAD. Zie bijlage II, codelijst 2.

    an21

     

    b

    Volgnummer

    R

     

    Vermeld het volgnummer van het e-AD/e-VAD.

    Staat op 1 bij de eerste geldigmaking van het e-AD/e-VAD en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd bij iedere wijziging van bestemming.

    n..2

    3

    HANDELAAR geadresseerde

    C

    “R”, behalve wanneer het gegevenselement voor het soort bericht in het overeenkomstige e-AD op “2 — Indiening voor uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure” staat.

     

     

     

    a

    Identificatie handelaar

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 9, 10 en 11

    “O” voor code soort bestemming 6

    Geldt niet voor code soort bestemming 5

    (zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

    Voor code soort bestemming:

    1, 2, 3, 4, 9 en 10: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder, geregistreerde geadresseerde, tijdelijk geregistreerde geadresseerde, gecertificeerde geadresseerde of tijdelijk gecertificeerde geadresseerde;

    6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt;

    11: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de geadresseerde, die de oorspronkelijke gecertificeerde afzender of tijdelijk gecertificeerde afzender van de overbrenging is.

    an..16

     

    b

    Naam handelaar

    R

     

     

    an..182

     

    c

    Straat

    R

     

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    R

     

     

    an..10

     

    f

    Stad

    R

     

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    R

     

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

     

    h

    EORI-nummer

    C

    “O” voor code soort bestemming 6

    Dit gegevenselement is niet van toepassing op codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 5, 8, 9 en 10

    (zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

    Vermeld het EORI-nummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het indienen van de uitvoeraangifte als beschreven in artikel 21, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/262.

    an..17

    4

    HANDELAAR plaats van levering

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1 en 4

    “O” voor codes soort bestemming 2, 3, 5, 9 en 10

    (zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

    Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

     

     

    a

    Identificatie handelaar

    C

    “R” voor code soort bestemming 1

    “O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

    (zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

    Voor code soort bestemming:

    1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

    2, 3, 5, 9 en 10: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

    an..16

     

    b

    Naam handelaar

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 5, 9 en 10

    “O” voor code soort bestemming 4

    (zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

     

    an..182

     

    c

    Straat

    C

    Voor de vakken 4c, 4e en 4f:

    “R” voor codes soort bestemming 2, 3, 4, 5, 9 en 10

    “O” voor code soort bestemming 1

    (zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

     

    an..65

     

    d

    Nummer

    O

     

    an..11

     

    e

    Postcode

    C

     

    an..10

     

    f

    Stad

    C

     

    an..50

     

    g

    NAD_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    5

    KANTOOR van bestemming

    C

    “R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 5, 9, 10 en 11

    (zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

     

     

     

    a

    Identificatienummer kantoor

    R

     

    Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van bestemming die op de plaats van bestemming met de accijnscontrole belast zijn. Zie bijlage II, codelijst 4.

    an8

    6

    BERICHT van ontvangst/uitvoer

    R

     

     

     

     

    a

    Datum van aankomst van de accijnsgoederen

    R

     

    De datum waarop de overbrenging eindigt overeenkomstig artikel 19, lid 2, en artikel 33, lid 4, van Richtlijn (EU) 2020/262.

    datum

     

    b

    Algemene conclusie bij ontvangst

    R

     

    De volgende waarden zijn mogelijk:

    1

    =

    Ontvangst aanvaard en conform

    2

    =

    Ontvangst aanvaard maar niet-conform

    3

    =

    Ontvangst geweigerd

    4

    =

    Ontvangst gedeeltelijk geweigerd

    21

    =

    Uitgang aanvaard en conform

    22

    =

    Uitgang aanvaard maar niet-conform

    23

    =

    Uitgang geweigerd

    n..2

     

    c

    Aanvullende informatie

    O

     

    Vermeld aanvullende informatie over de ontvangst van de accijnsgoederen.

    an..350

     

    d

    Aanvullende informatie_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2

    7

    HOOFDGEDEELTE BERICHT van ontvangst/uitvoer

    C

    “R” wanneer de waarde van de algemene conclusie bij ontvangst niet “1” of “21” is

    (zie vak 6b)

     

    999X

     

    a

    Unieke referentie record

    R

     

    Vermeld de unieke referentie van de record van het overeenkomstige e-AD/e-VAD (vak 17a van tabel 1) dat betrekking heeft op hetzelfde accijnsgoed als in het overeenkomstige e-AD/e-VAD waarop een andere code dan “1” of “21” van toepassing is.

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n..3

     

    b

    Indicator meer- of minderbevinding

    D

    “R” wanneer er voor de desbetreffende record sprake is van een tekort of een teveel.

    De volgende waarden zijn mogelijk:

    S

    =

    Tekort

    E

    =

    Teveel

    a1

     

    c

    Meer- of minderbevinding

    C

    “R” indien de indicator in vak 7b is vermeld.

    Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie codelijsten 10 en 11).

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n..15,3

     

    d

    Code accijnsgoed

    R

     

    Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 10.

    an4

     

    e

    Geweigerde hoeveelheid

    C

    “R” wanneer de algemene conclusie bij ontvangst code 4 heeft

    (zie vak 6b)

    Vermeld de hoeveelheid voor iedere record waarvoor accijnsgoederen worden geweigerd (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, codelijsten 10 en 11).

    De waarde van dit gegevenselement moet groter zijn dan nul.

    n..15,3

    7.1

    REDEN NIET-CONFORM

    D

    “R” voor iedere record waarvoor de algemene conclusie bij ontvangst code 2, 3, 4, 22 of 23 heeft

    (zie vak 6b)

     

    9X

     

    a

    Reden niet-conform

    R

     

    De volgende waarden zijn mogelijk:

    0

    =

    Overige

    1

    =

    Teveel

    2

    =

    Tekort

    3

    =

    Goederen beschadigd

    4

    =

    Verzegeling verbroken

    5

    =

    Gemeld door het ECS

    7

    =

    Grotere hoeveelheid dan waarvoor tijdelijke machtiging is verleend

    n1

     

    b

    Aanvullende informatie

    C

    “R” wanneer de reden niet-conform code 0 heeft

    “O” wanneer de reden niet-conform code 1, 2, 3, 4, 5 of 7 heeft

    (zie vak 7.1a)

    Vermeld aanvullende informatie over de ontvangst van de accijnsgoederen.

    an..350

     

    c

    Aanvullende informatie_LNG

    C

    “R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

    Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

    a2.


    (1)  Wanneer bepaalde vereisten van deze bijlage overeenkomstig artikel 9 van deze verordening van toepassing zijn op de in de artikelen 26, 27, 38 en 39 van Richtlijn (EU) 2020/262 bedoelde nooddocumenten, zijn de toelichtingen van overeenkomstige toepassing op die documenten.

    (2)  Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004 (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 1).

    (3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie van 11 december 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, het wijnbouwkadaster, begeleidende documenten en certificering, het in- en uitslagregister, de verplichte opgaven, meldingen en de bekendmaking van meegedeelde informatie, tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepasselijke controles en sancties, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 555/2008, (EG) nr. 606/2009 en (EG) nr. 607/2009 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van de Commissie (PB L 58 van 28.2.2018, blz. 1).

    (4)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

    (5)  Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de definitie, omschrijving, presentatie en etikettering van gedistilleerde dranken, het gebruik van de namen van gedistilleerde dranken in de presentatie en etikettering van andere levensmiddelen en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, het gebruik van ethylalcohol en distillaten uit landbouwproducten in alcoholhoudende dranken, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 110/2008 (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 1).

    (6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2266 van de Commissie van 17 december 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn 92/83/EEG van de Raad wat betreft de certificering van en zelfcertificering door kleine zelfstandige producenten van alcoholhoudende dranken voor accijnsdoeleinden (PB L 455 van 20.12.2021, blz. 26).

    (7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/323 van de Commissie van 24 februari 2016 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake samenwerking en inlichtingenuitwisseling tussen de lidstaten over goederen onder een accijnsschorsingsregeling overeenkomstig Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad (PB L 66 van 11.3.2016, blz. 1).

    (8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

    (9)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).


    BIJLAGE II

    Codelijsten

    1.   TAALCODES

    Code

    Omschrijving

    bg

    Bulgaars

    bt

    Bulgaars (Latijns alfabet)

    hr

    Kroatisch

    cs

    Tsjechisch

    da

    Deens

    nl

    Nederlands

    en

    Engels

    et

    Ests

    fi

    Fins

    fr

    Frans

    ga

    Gaelic

    gr

    Grieks (Latijns alfabet)

    de

    Duits

    el

    Grieks

    hu

    Hongaars

    it

    Italiaans

    lv

    Lets

    lt

    Litouws

    mt

    Maltees

    pl

    Pools

    pt

    Portugees

    ro

    Roemeens

    sk

    Slowaaks

    sl

    Sloveens

    es

    Spaans

    sv

    Zweeds

    2.   ADMINISTRATIEVE REFERENTIECODE

    Veld

    Inhoud

    Veldtype

    Voorbeelden

    1

    Jaar

    Numeriek 2

    05

    2

    Identificerend kenmerk van de lidstaat waar het e-AD/e-VAD oorspronkelijk is ingediend

    Alfabetisch 2

    ES

    3

    Nationaal toegekende unieke code

    Alfanumeriek 15 (cijfers en hoofdletters)

    7R19YTE17UIC8J4

    4

    Soort overbrenging

    Alfanumeriek 1

    P

    5

    Controlecijfer

    Numeriek 1

    9

    Veld 1 geeft de laatste twee cijfers van het jaar van formele aanvaarding van de overbrenging weer.

    Veld 2 bevat de in codelijst 3 bedoelde landcode.

    Veld 3 moet worden ingevuld met een unieke code voor iedere EMCS-overbrenging. De wijze waarop dit veld wordt gebruikt, valt onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten, maar iedere EMCS-overbrenging dient een uniek nummer te krijgen.

    Veld 4 bevat een identificerend kenmerk voor het soort overbrenging. De waarde is “P” voor een overbrenging van reeds tot verbruik uitgeslagen goederen; iedere andere waarde is voor een overbrenging van goederen onder schorsing van accijns.

    Veld 5 bevat het controlecijfer voor de volledige ARC, dat fouten bij het invoeren van de ARC moet helpen opsporen.

    3.   LANDCODES

    Moeten gelijk zijn aan de codes in de nomenclatuur van landen en gebieden voor de Europese statistieken over de internationale handel in goederen, die zijn opgenomen in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1470 van de Commissie (1), behalve voor:

    Griekenland, waar EL moet worden gebruikt in plaats van GR.

    4.   IDENTIFICATIENUMMER DOUANEKANTOOR (COR)

    Het COR bestaat uit een identificerend kenmerk dat de landcode van de lidstaat gevolgd door een zescijferig alfanumeriek nationaal nummer omvat, bijvoorbeeld IT0830AB.

    5.   CODE SOORT ZEKERHEIDSTELLER

    Code

    Omschrijving

    1

    Afzender

    2

    Vervoerder

    3

    Eigenaar van de accijnsgoederen

    4

    Geadresseerde

    5

    Geen zekerheid gesteld overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 17, lid 5, punt b), van Richtlijn (EU) 2020/262

    12

    Gezamenlijke zekerheid van de afzender en de vervoerder

    13

    Gezamenlijke zekerheid van de afzender en de eigenaar van de accijnsgoederen

    14

    Gezamenlijke zekerheid van de afzender en de geadresseerde

    23

    Gezamenlijke zekerheid van de vervoerder en de eigenaar van de accijnsgoederen

    24

    Gezamenlijke zekerheid van de vervoerder en de geadresseerde

    34

    Gezamenlijke zekerheid van de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

    123

    Gezamenlijke zekerheid van de afzender, de vervoerder en de eigenaar van de accijnsgoederen

    124

    Gezamenlijke zekerheid van de afzender, de vervoerder en de geadresseerde

    134

    Gezamenlijke zekerheid van de afzender, de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

    234

    Gezamenlijke zekerheid van de vervoerder, de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

    1234

    Gezamenlijke zekerheid van de afzender, de vervoerder, de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

    6.   CODE VERVOERSWIJZE

    Code

    Omschrijving

    0

    Overige

    1

    Vervoer over zee

    2

    Vervoer per spoor

    3

    Wegvervoer

    4

    Luchtvervoer

    5

    Postzendingen

    7

    Vaste transportinrichtingen

    8

    Vervoer over binnenwateren

    7.   CODE VERVOERSEENHEID

    Code

    Omschrijving

    1

    Container

    2

    Voertuig

    3

    Aanhangwagen

    4

    Trekker

    5

    Vaste transportinrichting

    8.   VERPAKKINGSCODES

    Gebruik de codes van bijlage VI bij aanbeveling 21 van het Centrum van de Verenigde Naties voor de bevordering van handel en elektronisch zakendoen (2).

    9.   CODE REDEN ANNULERING

    Code

    Omschrijving

    0

    Overige

    1

    Tikfout

    2

    Handelstransactie onderbroken

    3

    Duplicaat e-AD

    4

    De overbrenging is niet aangevangen op de datum van verzending

    10.   ACCIJNSGOED

    EPC

    CAT

    EENHEID

    Omschrijving

    A

    P

    D

    T200

    T

    4

    Sigaretten als omschreven in artikel 3 van Richtlijn 2011/64/EU van de Raad (3) en met sigaretten gelijkgestelde producten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van die richtlijn

    N

    N

    N

    T300

    T

    4

    Sigaren en cigarillo’s als omschreven in artikel 4 van Richtlijn 2011/64/EU

    N

    N

    N

    T400

    T

    1

    Tabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten als omschreven in artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2011/64/EU

    N

    N

    N

    T500

    T

    1

    Rooktabak als omschreven in artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2011/64/EU, andere dan tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten als omschreven in artikel 5, lid 2, van die richtlijn, en producten gelijkgesteld met rooktabak andere dan tabak van fijne snede bestemd voor het rollen van sigaretten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van die richtlijn

    N

    N

    N

    B000

    B

    3

    Bier als omschreven in artikel 2 van

    Richtlijn 92/83/EEG

    J

    J

    N

    W200

    W

    3

    Niet-mousserende wijn en niet-mousserende gegiste dranken, andere dan wijn en bier, als omschreven in artikel 8, lid 1, en artikel 12, lid 1, van Richtlijn 92/83/EEG

    J

    N

    N

    W300

    W

    3

    Mousserende wijn en mousserende gegiste dranken, andere dan wijn en bier, als omschreven in artikel 8, lid 2, en artikel 12, lid 2, van Richtlijn 92/83/EEG

    J

    N

    N

    I000

    I

    3

    Tussenproducten als omschreven in

    artikel 17 van Richtlijn 92/83/EEG

    J

    N

    N

    S200

    S

    3

    Gedistilleerde dranken als omschreven in artikel 20, eerste, tweede en derde streepje, van Richtlijn 92/83/EEG

    J

    N

    N

    S300

    S

    3

    Ethylalcohol als omschreven in artikel 20, eerste streepje, van Richtlijn 92/83/EEG, vallende onder GN-codes 2207 en 2208 , andere dan gedistilleerde dranken

    (S200)

    J

    N

    N

    S400

    S

    3

    Gedeeltelijk gedenatureerde alcohol, vallende onder artikel 20 van Richtlijn 92/83/EEG, zijnde alcohol die gedenatureerd is maar nog niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van artikel 27, lid 1, punt a) of punt b), van die richtlijn, andere dan gedistilleerde dranken (S200)

    J

    N

    N

    S500

    S

    3

    Producten bevattende ethylalcohol als omschreven in artikel 20, eerste streepje, van Richtlijn 92/83/EEG, vallende onder andere GN-codes dan 2207 en 2208

    J

    N

    N

    S600

    S

    3

    Volledig gedenatureerde alcohol, vallende onder artikel 20 van Richtlijn 92/83/EEG, zijnde alcohol die gedenatureerd is en voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van artikel 27, lid 1, punt a), van die richtlijn

    J

    N

    N

    E200

    E

    2

    Plantaardige en dierlijke oliën — producten van de GN-codes 1507 tot en met 1518 , indien deze zijn bestemd om als verwarmings- of motorbrandstof te worden gebruikt (artikel 20, lid 1, punt a), van Richtlijn 2003/96/EG (4) van de Raad)

    N

    N

    J

    E300

    E

    2

    Minerale oliën (energieproducten) — producten van de GN-codes

    2707 10 , 2707 20 , 2707 30 , en

    2707 50 (artikel 20, lid 1, punt b) van Richtlijn

    2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E410

    E

    2

    Gelode benzine van de GN-codes

    2710 12 31 , 2710 12 51 en 2710 12 59 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E420

    E

    2

    Loodvrije benzine van de GN-codes 2710 12 31 , 2710 12 41 , 2710 12 45 en 2710 12 49 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E430

    E

    2

    Gasolie, ongemerkt, van de GN-codes 2710 19 43 , 2710 19 46 , 2710 19 47 , 2710 19 48 , 2710 20 11 , 2710 20 15 , 2710 20 17 en 2710 20 19 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E440

    E

    2

    Gasolie, gemerkt, van de GN-codes

    2710 19 43 , 2710 19 46 , 2710 19 47 , 2710 19 48 , 2710 20 11 , 2710 20 15 , 2710 20 17 en 2710 20 19 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E450

    E

    2

    Kerosine van GN-code 2710 19 21 en ongemerkte kerosine van GN-code 2710 19 25 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E460

    E

    2

    Kerosine, gemerkt, van GN-code 2710 19 25 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E470

    E

    1

    Zware stookolie van de GN-codes

    2710 19 62 , 2710 19 64 , 2710 19 68 , 2710 20 31 , 2710 20 35 en 2710 20 39 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    N

    E480

    E

    2

    Producten van de GN-codes

    2710 12 21 , 2710 12 25 , 2710 19 29 en 2710 20 90 (alleen voor producten waarvan minder dan 90 % van het volume (distillatieverliezen inbegrepen) overdistilleert bij 210 °C en 65 % of meer van het volume (distillatieverliezen inbegrepen) overdistilleert bij 250 °C (methode EN ISO 3405 (gelijkwaardig aan methode ASTM D 86)), in commercieel bulkverkeer (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E490

    E

    2

    Producten van de GN-codes

    2710 12 11 , 2710 12 15 , 2710 12 70 ,

    2710 12 90 , 2710 19 11 , 2710 19 15 ,

    2710 19 31 , 2710 19 35 , 2710 19 51

    en 2710 19 55 (artikel 20, lid 1, punt c), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E500

    E

    1

    Vloeibaar gemaakte petroleumgassen en andere gasvormige koolwaterstoffen (lpg) van GN-codes 2711 12 11 tot en met 2711 19 00 (artikel 20, lid 1, punt d), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    N

    E600

    E

    1

    Acyclische verzadigde koolwaterstoffen van GN-code 2901 10 (artikel 20, lid 1, punt e), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    N

    E700

    E

    2

    Cyclische koolwaterstoffen van de GN-codes 2902 20 , 2902 30 , 2902 41 ,

    2902 42 , 2902 43 en 2902 44 (artikel 20, lid 1, punt f), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E800

    E

    2

    Producten van de GN-code

    2905 11 00 (methanol (methylalcohol)) die niet van synthetische oorsprong zijn, indien

    deze zijn bestemd voor gebruik als verwarmings- of motorbrandstof (artikel 20, lid 1, punt g), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E910

    E

    2

    Monoalkylesters van vetzuren met een estergehalte van 96,5 gewichtspercenten of meer (FAMAE), van GN-code

    3826 00 10 (artikel 20, lid 1, punt h), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E920

    E

    2

    Producten van de GN-codes

    3824 99 86 , 3824 99 92 (met uitzondering

    van roestwerende preparaten die aminen

    als werkzame bestanddelen bevatten en anorganische

    preparaten voor het oplossen of voor

    het verdunnen van vernissen of van dergelijke producten),

    3824 99 93 , 3824 99 96 (met uitzondering

    van roestwerende preparaten die aminen

    als werkzame bestanddelen bevatten en anorganische

    preparaten voor het oplossen of voor

    het verdunnen van vernissen of van dergelijke producten) en

    3826 00 90 indien deze zijn bestemd voor

    gebruik als verwarmings- of motorbrandstof (artikel 20, lid 1, punt h), van Richtlijn 2003/96/EG)

    N

    N

    J

    E930

    E

    2

    Additieven van de GN-codes

    3811 11 , 3811 19 00 en 3811 90 00

    N

    N

    N

    Noot bij de tabel: De in de tabel vermelde GN-codes voor energieproducten zijn afkomstig uit Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie (PB L 279 van 23.10.2001, blz. 1) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1925 van de Commissie (PB L 282 van 31.10.2017, blz. 1), zoals vastgesteld bij Richtlijn 2003/96/EG en Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/552 van de Commissie (PB L 91 van 9.4.2018, blz. 27).

    Legende van de kolommen:

    EPC

    Code accijnsgoed

    CAT

    Categorie accijnsgoed

    EENHEID

    Maateenheid (uit lijst 11)

    A:

    Het alcoholgehalte moet worden vermeld (Ja/Neen)

    P:

    De graden Plato mogen worden vermeld (Ja/Neen)

    D:

    De densiteit bij 15 °C moet worden vermeld (Ja/Neen)

    11.   MAATEENHEID

    Code maateenheid

    Omschrijving

    1

    Kg

    2

    Liter (bij een temperatuur van 15 °C)

    3

    Liter (bij een temperatuur van 20 °C)

    4

    1 000 stuks

    12.   MAXIMALE REISTIJD PER CODE VERVOERSWIJZE

    Code vervoerswijze

    Maximale reistijd

    0

    D45

    1

    D45

    2

    D35

    3

    D35

    4

    D20

    5

    D30

    7

    D15

    8

    D35

    Opmerking 1:

    De waarde “0” verwijst naar multimodaal vervoer (waarbij de vracht wordt uitgeladen en weer ingeladen) en omvat de gevallen van gegroepeerde zending, uitvoer, splitsing en bestemmingswijziging.

    Opmerking 2:

    In geval van uitvoer is de reistijd de geraamde duur van de reis tot het moment waarop het douanegebied van de Unie wordt verlaten.

    Opmerking 3:

    Voor overbrengingen van reeds tot verbruik uitgeslagen goederen (e-VAD) worden aan de maximale reistijd dertig dagen extra toegevoegd.

    13.   Nationale administratie — Graden Plato

    Land

    Tarief/tarieven structuur voor bier in Plato

    AT — Oostenrijk

    Ja

    BE — België

    Ja

    BG — Bulgarije

    Ja

    CZ — Tsjechië

    Ja

    DE — Duitsland

    Ja

    EL — Griekenland

    Ja

    ES — Spanje

    Ja

    IT — Italië

    Ja

    LU — Luxemburg

    Ja

    MT — Malta

    Ja

    NL — Nederland

    Ja

    PL — Polen

    Ja

    PT — Portugal

    Ja

    RO — Roemenië

    Ja


    (1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1470 van de Commissie van 12 oktober 2020 betreffende de nomenclatuur van landen en gebieden voor de Europese statistieken over internationale handel in goederen en betreffende de geografische uitsplitsing voor andere bedrijfsstatistieken (PB L 334 van 13.10.2020, blz. 2).

    (2)  Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa. AANBEVELING 21, vierde herziene versie, aangenomen door het Centrum van de Verenigde Naties voor de bevordering van handel en elektronisch zakendoen (UN/Cefact). ECE/TRADE/309. Genève, mei 2002.

    (3)  Richtlijn 2011/64/EU van de Raad van 21 juni 2011 betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabricaten (PB L 176 van 5.7.2011, blz. 24).

    (4)  Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51).


    Top