Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R2306

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 van de Commissie van 21 oktober 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met regels betreffende de officiële controles van zendingen biologische producten en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie en betreffende het inspectiecertificaat (Voor de EER relevante tekst)

    C/2021/7387

    PB L 461 van 27.12.2021, p. 13–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/07/2022

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2021/2306/oj

    27.12.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 461/13


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/2306 VAN DE COMMISSIE

    van 21 oktober 2021

    tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met regels betreffende de officiële controles van zendingen biologische producten en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie en betreffende het inspectiecertificaat

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (1), en met name artikel 38, lid 8, punt a), ii), artikel 46, lid 7, punt b), artikel 48, lid 4, en artikel 57, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 45, lid 1, van Verordening (EU) 2018/848 mag een product uit een derde land worden ingevoerd met het doel in de Unie als een biologisch product of als een omschakelingsproduct in de handel te worden gebracht, indien dat product voldoet aan de voorschriften van de Unie inzake biologische productie of aan gelijkwaardige productie- en controlevoorschriften van een in artikel 48 van die verordening bedoeld derde land dat krachtens artikel 33, lid 2, van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (2) is erkend, of is onderworpen aan controles door krachtens artikel 33, lid 3, van Verordening (EG) nr. 834/2007 erkende controleautoriteiten of controleorganen als bedoeld in artikel 57 van Verordening (EU) 2018/848.

    (2)

    Om de bevoegde autoriteiten in de lidstaten in staat te stellen na te gaan of de ingevoerde producten in overeenstemming zijn met Verordening (EU) 2018/848, moet elke zending vergezeld gaan van een inspectiecertificaat dat door de controleautoriteit of het controleorgaan in het derde land is afgegeven nadat de desbetreffende verificaties van de zendingen zijn verricht. Deze verificaties moeten altijd een documentencontrole en, afhankelijk van het risico, een materiële controle van de zending omvatten.

    (3)

    Er moeten regels worden vastgesteld met betrekking tot de inhoud van het inspectiecertificaat, de wijze waarop het wordt afgegeven en de technische middelen die voor de afgifte ervan worden gebruikt. Deze regels moeten ook betrekking hebben op de verplichtingen van de bevoegde autoriteiten in de lidstaten met betrekking tot het uittreksel van het inspectiecertificaat.

    (4)

    De officiële controles die op producten die bestemd zijn om als biologische of omschakelingsproducten in de Unie in de handel te worden gebracht, worden uitgevoerd met het oog op de verificatie van de naleving van Verordening (EU) 2018/848, maken deel uit van de officiële controles die worden verricht overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (3).

    (5)

    Er moeten aanvullende regels worden vastgesteld ter verduidelijking van de criteria en voorwaarden voor de uitvoering van officiële controles vóór de vrijgave voor het vrije verkeer in de Unie van biologische en omschakelingsproducten die aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn overeenkomstig artikel 45, lid 5, van Verordening (EU) 2018/848. Die regels moeten ook gelden voor producten die krachtens Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305 van de Commissie (4) zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten.

    (6)

    Er moeten bepaalde specifieke regels inzake officiële controles worden vastgesteld met betrekking tot zendingen die onder bijzondere douaneregelingen vallen.

    (7)

    Daarnaast moeten de verplichtingen worden vastgesteld van de controleautoriteiten en controleorganen die het inspectiecertificaat afgeven in gevallen waarin het in artikel 2, punt 36), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie (5) bedoelde Traces-systeem (Trade Control and Expert System) niet beschikbaar is.

    (8)

    Voorts moeten regels worden vastgesteld voor situaties waarin bevoegde autoriteiten, controleautoriteiten of controleorganen in derde landen een onderzoek moeten verrichten na de kennisgeving van gevallen van vermoede of vastgestelde niet-naleving van Verordening (EU) 2018/848 die zijn geconstateerd tijdens de verificatie van de zending door de bevoegde autoriteit van een lidstaat.

    (9)

    Het gebruik van het gekwalificeerde elektronische zegel in Traces voor de afgifte van het inspectiecertificaat in derde landen en voor de visering van dat certificaat, en van uittreksels daaruit, door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten is wellicht niet haalbaar vóór 1 juli 2022. Daarom moeten overgangsbepalingen voor het gebruik van gehandtekende papieren inspectiecertificaten, en uittreksels daaruit, worden vastgesteld die gelden tot en met 30 juni 2022, als alternatief voor het gebruik van elektronische inspectiecertificaten, en uittreksels daaruit, voorzien van een gekwalificeerd elektronisch zegel.

    (10)

    Momenteel zijn de regels inzake het inspectiecertificaat en uittreksels uit het inspectiecertificaat voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 834/2007 vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie (6). Aangezien de onderhavige verordening en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307 van de Commissie (7) regels bevatten voor de toepassing van Verordening (EU) 2018/848, moet Verordening (EG) nr. 1235/2008 worden ingetrokken.

    (11)

    Omwille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van de datum van toepassing van Verordening (EU) 2018/848,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voorwerp

    In deze verordening worden regels vastgesteld betreffende:

    (a)

    de verificatie in derde landen van zendingen producten die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht als biologische of omschakelingsproducten, en de afgifte van het inspectiecertificaat;

    (b)

    officiële controles van producten die uit derde landen de Unie binnenkomen en die bestemd zijn om als biologische of omschakelingsproducten in de Unie in de handel te worden gebracht, en

    (c)

    maatregelen die in geval van vermoede of vastgestelde niet-naleving van Verordening (EU) 2018/848 moeten worden genomen door bevoegde autoriteiten, controleautoriteiten en controleorganen in derde landen.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    (1)

    “zending”: een zending, in de zin van artikel 3, punt 37, van Verordening (EU) 2017/625, van producten die bestemd zijn om in de Unie als biologische of omschakelingsproducten in de handel te worden gebracht; in het geval van biologische en omschakelingsproducten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305, wordt onder “zending” echter verstaan een hoeveelheid producten van een of meer codes van de gecombineerde nomenclatuur die onder één enkel inspectiecertificaat valt en met hetzelfde vervoermiddel en uit hetzelfde derde land wordt ingevoerd;

    (2)

    “grenscontrolepost”: een grenscontrolepost in de zin van artikel 3, punt 38, van Verordening (EU) 2017/625;

    (3)

    “punt van vrijgave voor het vrije verkeer”: een punt van vrijgave voor het vrije verkeer waar officiële controles op biologische en omschakelingsproducten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten, worden uitgevoerd overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305;

    (4)

    “controlepunt”: een ander controlepunt dan een grenscontrolepost als bedoeld in artikel 53, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2017/625;

    (5)

    “documentencontrole”: een documentencontrole in de zin van artikel 3, punt 41, van Verordening (EU) 2017/625;

    (6)

    “overeenstemmingscontrole”: een overeenstemmingscontrole in de zin van artikel 3, punt 42, van Verordening (EU) 2017/625;

    (7)

    “materiële controle”: een materiële controle in de zin van artikel 3, punt 43, van Verordening (EU) 2017/625;

    (8)

    “gekwalificeerd elektronisch zegel”: een gekwalificeerd elektronisch zegel in de zin van artikel 3, punt 27, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad (8).

    Artikel 3

    Verificatie in het derde land

    1.   De betrokken, overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2018/848 erkende controleautoriteiten of controleorganen verifiëren de zending overeenkomstig artikel 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 van de Commissie (9).

    2.   Voor de toepassing van de artikelen 48 en 57 van Verordening (EU) 2018/848 verifieert de betrokken controleautoriteit of het betrokken controleorgaan of de zending voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 834/2007 en de als gelijkwaardig aanvaarde productienormen en controlemaatregelen. Deze verificatie omvat systematische documentencontroles en in voorkomend geval, op basis van een risicobeoordeling, materiële controles voordat de zending het derde land van uitvoer of van oorsprong verlaat.

    3.   Voor de toepassing van de leden 2 tot en met 5 wordt onder de betrokken controleautoriteit of het betrokken controleorgaan verstaan:

    (a)

    controleautoriteiten of controleorganen als bedoeld in artikel 57 van Verordening (EU) 2018/848 die erkend zijn voor de betrokken producten en voor het derde land waar de producten hun oorsprong hebben of, in voorkomend geval, waar de laatste bewerking met het oog op de bereiding heeft plaatsgevonden, of

    (b)

    controleautoriteiten of controleorganen die zijn aangewezen door een bevoegde autoriteit van een erkend derde land als bedoeld in artikel 48 van Verordening (EU) 2018/848 waar de producten hun oorsprong hebben, of, in voorkomend geval, waar de laatste bewerking met het oog op de bereiding heeft plaatsgevonden.

    4.   De in lid 2 bedoelde verificatie wordt verricht door:

    (a)

    de controleautoriteit of het controleorgaan van de producent of de verwerker van het betrokken product, of

    (b)

    wanneer de exploitant of groep exploitanten die de laatste bewerking voor de bereiding in de zin van artikel 3, punt 44, van Verordening (EU) 2018/848 verricht, verschilt van de producent of de verwerker van het product, de controleautoriteit of het controleorgaan van de exploitant of groep exploitanten die de laatste bewerking verricht met het oog op de bereiding.

    5.   Met de in lid 2 bedoelde documentencontroles wordt het volgende geverifieerd:

    (a)

    de traceerbaarheid van de producten en de ingrediënten;

    (b)

    of het volume van de producten in de zending in overeenstemming is met de massabalanscontroles van de respectieve exploitanten volgens de beoordeling door de controleautoriteit of het controleorgaan;

    (c)

    de relevante vervoersdocumenten en handelsdocumenten (met inbegrip van facturen) van de producten;

    (d)

    in het geval van verwerkte producten, of alle biologische ingrediënten van dergelijke producten zijn geproduceerd door exploitanten of groepen exploitanten die in een derde land zijn gecertificeerd door een controleautoriteit die of controleorgaan dat overeenkomstig artikel 46 erkend is of wordt bedoeld in artikel 57 van Verordening (EU) 2018/848, dan wel door een overeenkomstig artikel 47 of artikel 48 van Verordening (EU) 2018/848 erkend derde land, of in de Unie zijn geproduceerd en gecertificeerd overeenkomstig die verordening.

    Deze documentencontroles worden gebaseerd op alle relevante documenten, met inbegrip van het in artikel 45, lid 1, punt b), i), van Verordening (EU) 2018/848 bedoelde certificaat van marktdeelnemers, inspectieverslagen, het productieplan voor het betrokken product en de door de exploitanten of groepen exploitanten bijgehouden registers, beschikbare vervoers-, handels- en financiële documenten en alle andere documenten die door de controleautoriteit of het controleorgaan relevant worden geacht.

    Artikel 4

    Afgifte van het inspectiecertificaat

    1.   De controleautoriteit die of het controleorgaan dat de zending overeenkomstig artikel 3 heeft geverifieerd, geeft voor elke zending een inspectiecertificaat overeenkomstig artikel 5 af voordat de zending het derde land van uitvoer of van oorsprong verlaat.

    2.   Wanneer controleautoriteiten of controleorganen zijn erkend overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2018/848, geven zij het inspectiecertificaat voor zendingen die producten met een hoog risico bevatten als bedoeld in artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 pas af nadat zij in het bezit zijn van de volledige documentatie over de traceerbaarheid en zij de resultaten van de analysen van de monsters die overeenkomstig artikel 16, lid 6, van die gedelegeerde verordening zijn genomen, hebben ontvangen en beoordeeld.

    Artikel 5

    Format van het inspectiecertificaat en gebruik van Traces

    1.   De controleautoriteit of het controleorgaan geeft in het Traces-systeem (Trade Control and Expert System) het inspectiecertificaat af volgens het model en de richtsnoeren in de bijlage en vult de vakken 1 tot en met 18 van dat certificaat in.

    2.   Bij de afgifte van het inspectiecertificaat uploadt het controleorgaan of de controleautoriteit alle bewijsstukken in Traces, met inbegrip van:

    (a)

    de resultaten van de analysen of tests die op de genomen monsters zijn uitgevoerd, indien van toepassing;

    (b)

    de handels- en vervoersdocumenten, zoals het cognossement, de facturen en de verpakkingslijst en, indien de controleautoriteit of het controleorgaan is erkend overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2018/848, het overeenkomstig artikel 16, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 opgestelde reisplan.

    3.   Het inspectiecertificaat wordt afgegeven in Traces en voorzien van een gekwalificeerd elektronisch zegel.

    Indien niet beschikbaar op het moment van afgifte, worden de informatie met betrekking tot het aantal verpakkingen als bedoeld in vak 13 van het inspectiecertificaat en de in de vakken 16 en 17 van dat certificaat bedoelde informatie, alsook de in lid 2 bedoelde documenten, binnen tien dagen na de afgifte ervan en in elk geval vóór de verificatie en visering ervan door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 6, in het inspectiecertificaat opgenomen of bijgewerkt.

    4.   Het inspectiecertificaat wordt opgesteld:

    (a)

    in de officiële taal of in een van de officiële talen van de lidstaat van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie, in het geval van producten die aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn;

    (b)

    in de officiële taal of in een van de officiële talen van de lidstaat waar de zending in het vrije verkeer wordt gebracht, in het geval van producten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305.

    5.   In afwijking van lid 4 kan een lidstaat ermee instemmen dat certificaten in een andere officiële taal van de Unie worden opgesteld en zo nodig vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling.

    Artikel 6

    Officiële controles van zendingen

    1.   De bevoegde autoriteit aan een grenscontrolepost of aan een punt van vrijgave voor het vrije verkeer, al naargelang, verricht officiële controles van zendingen ten behoeve van de verificatie van de naleving van Verordening (EU) 2018/848, en wel als volgt:

    (a)

    documentencontroles op alle zendingen;

    (b)

    aselect uitgevoerde overeenstemmingscontroles, en

    (c)

    materiële controles met een frequentie die afhankelijk is van de waarschijnlijkheid van niet-naleving van Verordening (EU) 2018/848.

    Documentencontroles omvatten een onderzoek van het inspectiecertificaat, van alle andere in artikel 5 bedoelde bewijsstukken en, in voorkomend geval, van de resultaten van de analysen of tests die op de genomen monsters zijn verricht.

    Indien een inspectiecertificaat louter administratieve of redactionele correcties vereist, kan de bevoegde autoriteit aanvaarden dat de controleautoriteit die of het controleorgaan dat het inspectiecertificaat heeft afgegeven, de informatie in Traces bijwerkt door het document te vervangen overeenkomstig de in Traces beschikbare procedure, zonder dat de informatie in het oorspronkelijke certificaat betreffende de identificatie van de zending, de traceerbaarheid en de garanties wordt gewijzigd.

    2.   Voor zendingen van producten met een hoog risico als bedoeld in artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 voert de in lid 1 van dit artikel bedoelde bevoegde autoriteit systematische overeenstemmings- en materiële controles uit, neemt zij ten minste één representatief monster van de zendingen en controleert zij de in artikel 16, lid 6, van die verordening bedoelde documentatie. De bevoegde autoriteit stelt een representatieve bemonsteringsprocedure vast die is afgestemd op de categorie, de hoeveelheid en de verpakking van het product.

    3.   Na de in lid 1 en, in voorkomend geval, lid 2 bedoelde verificatie neemt de bevoegde autoriteit een beslissing over elke zending. De beslissing over de zending wordt opgenomen in vak 30 van het inspectiecertificaat overeenkomstig het model en de richtsnoeren in de bijlage en bevat een van de volgende vermeldingen:

    (a)

    de zending kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer als biologisch;

    (b)

    de zending kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer als in omschakeling;

    (c)

    de zending kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer als niet-biologisch;

    (d)

    de zending kan niet worden vrijgegeven voor het vrije verkeer;

    (e)

    een deel van de zending kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer met een uittreksel uit het inspectiecertificaat.

    De bevoegde autoriteit viseert het inspectiecertificaat in Traces met een gekwalificeerd elektronisch zegel.

    4.   Voor producten die aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn, geldt het volgende:

    (a)

    lid 3 is van toepassing naast de regels betreffende het gebruik van het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB) door de bevoegde autoriteiten aan grenscontroleposten overeenkomstig artikel 56, lid 3, punt b), i), van Verordening (EU) 2017/625 en aan controlepunten overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 van de Commissie (10) en overeenkomstig de voorschriften inzake beslissingen over zendingen in artikel 55 van Verordening (EU) 2017/625;

    (b)

    in lid 1, punt a), bedoelde documentencontroles kunnen op afstand van de grenscontroleposten worden uitgevoerd ten aanzien van bepaalde biologische en omschakelingsproducten overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123;

    (c)

    in lid 1, punten b) en c), bedoelde overeenstemmings- en materiële controles kunnen worden verricht op afstand van controlepunten ten aanzien van bepaalde biologische en omschakelingsproducten overeenkomstig de artikelen 2 tot en met 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123.

    5.   In de overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) 2017/625 genomen beslissing over zendingen wordt verwezen naar een van de in lid 3, eerste alinea, van dit artikel bedoelde vermeldingen. Wanneer de importeur om plaatsing onder een bijzondere douaneregeling overeenkomstig artikel 7, lid 1, van deze verordening heeft verzocht door vak 23 van het inspectiecertificaat in te vullen, wordt in de beslissing over zendingen overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) 2017/625 de toepasselijke douaneregeling vermeld.

    De in het inspectiecertificaat opgenomen beslissing die aangeeft dat de zending of een deel daarvan niet in het vrije verkeer kan worden gebracht, wordt onverwijld in Traces meegedeeld aan de betrokken bevoegde autoriteit die officiële controles uitvoert om na te gaan of de in artikel 1, lid 2, punten a) tot en met h), en punt j), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels zijn nageleefd.

    Indien de overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) 2017/625 in het GGB genomen beslissing aangeeft dat de zending niet voldoet aan de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde regels, informeert de bevoegde autoriteit aan de grenscontrolepost de bevoegde autoriteit die de beslissing overeenkomstig lid 3 van dit artikel heeft genomen, in Traces, ten behoeve van de actualisering van het inspectiecertificaat. Daarnaast verstrekt elke bevoegde autoriteit die officiële controles uitvoert om na te gaan of de in artikel 1, lid 2, punten a) tot en met h) en punt j), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels worden nageleefd, de bevoegde autoriteit die de beslissing overeenkomstig lid 3 van dit artikel heeft genomen, in Traces alle relevante informatie, zoals de resultaten van laboratoriumanalysen, ten behoeve van de actualisering, indien van toepassing, van het inspectiecertificaat.

    6.   Indien slechts een deel van een zending in het vrije verkeer wordt gebracht, wordt de zending in verschillende partijen gesplitst voordat zij in het vrije verkeer wordt gebracht. Voor elk van de partijen wordt door de importeur een uittreksel uit het inspectiecertificaat ingevuld en in Traces ingediend overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307. De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de partij in het vrije verkeer zal worden gebracht, verricht de verificatie van de partij en viseert het uittreksel uit het inspectiecertificaat in Traces met een gekwalificeerd elektronisch zegel.

    7.   Voor in lid 4 bedoelde zendingen die aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn, staan de douaneautoriteiten het in het vrije verkeer brengen van de zending alleen toe na overlegging van een naar behoren ingevuld GGB overeenkomstig artikel 57, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2017/625 en van een overeenkomstig lid 6 van dit artikel geviseerd inspectiecertificaat waarin wordt aangegeven dat de zending kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer.

    Wanneer de zending in verschillende partijen wordt gesplitst, verlangen de douaneautoriteiten de overlegging van een naar behoren ingevuld GGB overeenkomstig artikel 57, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2017/625 en van een uittreksel uit het inspectiecertificaat overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307 waarin in vak 12 wordt aangeven dat de partij kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer.

    Artikel 7

    Bijzondere douaneregelingen

    1.   Wanneer een zending onder een regeling douane-entrepot of actieve veredeling als bedoeld in artikel 240, lid 1, en artikel 256, lid 3, punt b), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (11) wordt geplaatst en een of meer van de in de tweede alinea van dit lid bedoelde bereidingen ondergaat, verifieert de bevoegde autoriteit de zending overeenkomstig artikel 6 van deze verordening voordat de eerste bereiding plaatsvindt. Het referentienummer van de douaneaangifte waarmee de goederen zijn aangegeven voor de regeling douane-entrepot of actieve veredeling, wordt door de importeur vermeld in vak 23 van het inspectiecertificaat.

    De in de eerste alinea bedoelde bereidingen zijn beperkt tot de volgende soorten handelingen:

    (a)

    verpakking of verandering van verpakking, of

    (b)

    aanbrengen, verwijderen en wijzigen van etiketten betreffende de aanduiding van de biologische productiemethode.

    2.   Na de in lid 1 bedoelde bereidingen verifieert de bevoegde autoriteit de zending en viseert zij het inspectiecertificaat overeenkomstig artikel 6 vóór de vrijgave voor het vrije verkeer van de zending.

    3.   Vóór de vrijgave voor het vrije verkeer kan een zending in verschillende partijen worden opgesplitst onder douanetoezicht na de verificatie en de visering van het inspectiecertificaat overeenkomstig artikel 6. Voor elke uit de opsplitsing resulterende partij wordt door de importeur een uittreksel uit het inspectiecertificaat ingevuld en in Traces ingediend overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307.

    4.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de partij in het vrije verkeer zal worden gebracht, verricht de verificatie van de partij overeenkomstig artikel 6, leden 1 en 2, en viseert het uittreksel uit het inspectiecertificaat in Traces met een gekwalificeerd elektronisch zegel.

    5.   De bereidings- en opsplitsingshandelingen als bedoeld in de leden 1 en 3 worden uitgevoerd overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in de hoofdstukken III en IV van Verordening (EU) 2018/848.

    Artikel 8

    Noodregelingen voor Traces in geval van niet-beschikbaarheid en in geval van overmacht

    1.   De controleautoriteiten en controleorganen die het inspectiecertificaat afgeven overeenkomstig artikel 4, houden een invulbaar sjabloon van dat certificaat volgens het model in de bijlage en alle krachtens Verordening (EU) 2018/848 vereiste documenten, beschikbaar, die in Traces kunnen worden geüpload.

    2.   Wanneer Traces of een van de functies ervan gedurende meer dan 24 uur continu niet beschikbaar is, kunnen de gebruikers gebruikmaken van een invulbaar afgedrukt of elektronisch sjabloon als bedoeld in lid 1 om informatie te registreren en uit te wisselen.

    De controleautoriteit of het controleorgaan als bedoeld in lid 1 kent een referentie toe aan elk afgegeven certificaat en houdt een register in chronologische volgorde bij van de afgegeven certificaten, ter waarborging van de overeenstemming met de door Traces gegeven alfanumerieke referentie zodra deze operationeel wordt.

    Indien papieren inspectiecertificaten worden gebruikt, maken niet-gecertificeerde wijzigingen of doorhalingen deze ongeldig.

    3.   Zodra Traces of de functies ervan opnieuw beschikbaar komen, gebruiken de gebruikers de overeenkomstig lid 2 geregistreerde informatie om het inspectiecertificaat elektronisch aan te maken en de in lid 1 bedoelde documenten te uploaden.

    4.   Overeenkomstig lid 2 aangemaakte certificaten en documenten worden voorzien van de tekst “aangemaakt volgens de noodregeling”.

    5.   In geval van overmacht zijn de leden 1 tot en met 4 van toepassing. Daarnaast stellen de bevoegde autoriteiten, controleautoriteiten of controleorganen de Commissie onverwijld in kennis van een dergelijke gebeurtenis en voeren de controleautoriteiten of controleorganen alle nodige gegevens binnen tien kalenderdagen na het einde van deze gebeurtenis in Traces in.

    6.   Artikel 5, leden 4 en 5, zijn van overeenkomstige toepassing op overeenkomstig lid 2 van dit artikel aangemaakte certificaten en documenten.

    Artikel 9

    Gebruik van het inspectiecertificaat en het uittreksel uit het inspectiecertificaat door douaneautoriteiten

    Voor producten die onderworpen zijn aan officiële controles aan een punt van vrijgave voor het vrije verkeer overeenkomstig artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305, staan de douaneautoriteiten de vrijgave voor het vrije verkeer van een zending enkel toe na overlegging van een inspectiecertificaat waarin in vak 30 wordt aangegeven dat de zending kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer.

    Wanneer de zending in verschillende partijen wordt gesplitst, verlangen de douaneautoriteiten dat een uittreksel van het inspectiecertificaat wordt overgelegd overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307 waarin in vak 12 wordt aangeven dat de partij kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer.

    Artikel 10

    Door een bevoegde autoriteit, controleautoriteit of controleorgaan in een derde land te verstrekken informatie over vermoede of vastgestelde gevallen van niet-naleving bij zendingen

    1.   Wanneer bevoegde autoriteiten, controleautoriteiten of controleorganen in een derde land door de Commissie op de hoogte worden gebracht, nadat de Commissie een kennisgeving van een lidstaat heeft ontvangen overeenkomstig artikel 9 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307 met betrekking tot een vermoede of vastgestelde niet-naleving die de integriteit van de biologische of omschakelingsproducten in een zending aantast, stellen zij een onderzoek in. De bevoegde autoriteit, de controleautoriteit of het controleorgaan antwoordt de Commissie en de lidstaat die de eerste kennisgeving heeft verzonden (de kennisgevende lidstaat) binnen dertig kalenderdagen na de datum van ontvangst van die kennisgeving en deelt mee welke maatregelen zijn genomen, met inbegrip van de resultaten van het onderzoek, en verstrekt alle andere beschikbare en/of door de kennisgevende lidstaat gevraagde informatie aan de hand van het model in afdeling X van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/279 van de Commissie (12).

    2.   De bevoegde autoriteit, de controleautoriteit of het controleorgaan verstrekt alle door een lidstaat gevraagde extra informatie over aanvullende acties of maatregelen.

    De Commissie of een lidstaat kan de bevoegde autoriteit, de bevoegde controleautoriteit of het bevoegde controleorgaan in kwestie verzoeken onverwijld de lijst ter beschikking te stellen van alle exploitanten of alle groepen exploitanten in de biologische productieketen waarvan de zending deel uitmaakt, en van hun controleautoriteiten of controleorganen.

    3.   Indien de controleautoriteit of het controleorgaan erkend is overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2018/848, zijn artikel 21, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 van toepassing.

    Artikel 11

    Overgangsbepalingen voor papieren inspectiecertificaten en uittreksels daaruit

    1.   In afwijking van artikel 5, lid 3, eerste alinea, mag het inspectiecertificaat tot en met 30 juni 2022 op papier worden afgegeven nadat het in Traces is ingevuld en is afgedrukt. Dat papieren certificaat voldoet aan de volgende eisen:

    (a)

    in vak 18 staat de handtekening van de gemachtigde persoon van de controleautoriteit die of het controleorgaan dat het certificaat afgeeft en het officiële stempel;

    (b)

    het wordt afgegeven voordat de zending waarop het betrekking heeft, het derde land van uitvoer of oorsprong verlaat.

    2.   In afwijking van artikel 6, lid 3, is tot en met 30 juni 2022 het volgende van toepassing:

    (a)

    indien het inspectiecertificaat overeenkomstig lid 1 van dit artikel op papier wordt afgegeven, wordt dat certificaat op papier geviseerd met de handtekening van de gemachtigde persoon van de bevoegde autoriteit aan de grenscontrolepost of aan het punt van vrijgave voor het vrije verkeer, in de vakken 23, 25 en 30, al naargelang, nadat het in Traces is ingevuld en is afgedrukt;

    (b)

    indien het inspectiecertificaat in Traces wordt afgegeven en van een gekwalificeerd elektronisch zegel is voorzien, overeenkomstig artikel 5, lid 3, eerste alinea, kan dat certificaat op papier worden geviseerd met de handtekening van de gemachtigde persoon van de bevoegde autoriteit aan de grenscontrolepost of aan het punt van vrijgave voor het vrije verkeer, in de vakken 23, 25 en 30, al naargelang, nadat het in Traces is ingevuld en is afgedrukt.

    3.   De controleautoriteiten, controleorganen en bevoegde autoriteiten verifiëren in elke fase van afgifte en visering van het inspectiecertificaat, al naargelang, of de informatie op het papieren inspectiecertificaat overeenstemt met de informatie op het certificaat dat in Traces is ingevuld.

    Indien de informatie betreffende het aantal verpakkingen als bedoeld in vak 13 van het inspectiecertificaat of de informatie in de vakken 16 en 17 van dat certificaat niet is ingevuld op het papieren inspectiecertificaat, of indien die informatie afwijkt van de informatie die op het certificaat in Traces is ingevuld, nemen de bevoegde autoriteiten voor de verificatie van de zending en de visering van het certificaat enkel de in Traces ingevulde informatie in aanmerking.

    4.   Het in lid 1 bedoelde papieren inspectiecertificaat wordt overgelegd aan de bevoegde autoriteit aan de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie waar de zending aan officiële controles wordt onderworpen, of aan de bevoegde autoriteit aan het punt van vrijgave voor het vrije verkeer, al naargelang. Die bevoegde autoriteit bezorgt dat papieren certificaat terug aan de importeur.

    5.   In afwijking van artikel 6, lid 6, en artikel 7, lid 4, mag het uittreksel uit het inspectiecertificaat tot en met 30 juni 2022 op papier worden geviseerd nadat het in Traces is ingevuld en is afgedrukt. Dat papieren uittreksel uit het certificaat voldoet aan de volgende eisen:

    (a)

    in vak 12 wordt het op papier geviseerd met de handtekening van de gemachtigde persoon van de bevoegde autoriteit;

    (b)

    het is in vak 13 voorzien van de handtekening van de ontvanger van de partij.

    De in de eerste alinea, punt a), bedoelde bevoegde autoriteit bezorgt dat papieren uittreksel uit het certificaat terug aan de persoon die het heeft overgelegd.

    Artikel 12

    Intrekking

    Verordening (EG) nr. 1235/2008 wordt ingetrokken.

    Die verordening blijft evenwel van toepassing voor het invullen en viseren van in behandeling zijnde inspectiecertificaten die zijn afgegeven vóór 1 januari 2022 en in behandeling zijnde uittreksels uit inspectiecertificaten die vóór 1 januari 2022 door de importeur zijn ingediend, alsook voor de verklaring van de eerste ontvanger of de ontvanger op het inspectiecertificaat of het uittreksel uit het inspectiecertificaat.

    Artikel 13

    Inwerkingtreding en toepassing

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 21 oktober 2021.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1.

    (2)  Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1).

    (3)  Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).

    (4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305 van de Commissie van 21 oktober 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad met regels inzake de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder biologische en omschakelingsproducten zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten, de plaats van officiële controles voor dergelijke producten en tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2019/2123 en (EU) 2019/2124 van de Commissie (zie bladzijde 5 van dit Publicatieblad).

    (5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie van 30 september 2019 tot vaststelling van regels inzake de werking van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles en de systeemcomponenten ervan (de Imsoc-verordening) (PB L 261 van 14.10.2019, blz. 37).

    (6)  Verordening (EG) nr. 1235/2008 van de Commissie van 8 december 2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad wat de regeling voor de invoer van biologische producten uit derde landen betreft (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 25).

    (7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307 van de Commissie van 21 oktober 2021 tot vaststelling van regels betreffende documenten en kennisgevingen die vereist zijn voor biologische en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie (zie bladzijde 30 van dit Publicatieblad).

    (8)  Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).

    (9)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 van de Commissie van 13 juli 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met procedurele voorschriften voor de erkenning van controleautoriteiten en controleorganen die bevoegd zijn voor de controle van exploitanten die in derde landen biologisch gecertificeerd zijn en van biologische producten in derde landen, en met voorschriften inzake het toezicht daarop en de door die controleautoriteiten en controleorganen uit te voeren controles en andere activiteiten (PB L 336 van 23.9.2021, blz. 7).

    (10)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de regels voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder op controlepunten overeenstemmingscontroles en materiële controles op bepaalde goederen kunnen worden uitgevoerd, en voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder documentencontroles op afstand van de grenscontroleposten kunnen worden uitgevoerd (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 64).

    (11)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

    (12)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/279 van de Commissie van 22 februari 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft controles en andere maatregelen ter waarborging van de traceerbaarheid en naleving in de biologische productie en de etikettering van biologische producten (PB L 62 van 23.2.2021, blz. 6).


    BIJLAGE

    DEEL I

    INSPECTIECERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN BIOLOGISCHE EN OMSCHAKELINGSPRODUCTEN IN DE EUROPESE UNIE

    1.

    Controleautoriteit of controleorgaan van afgifte

    2.

    Procedure uit hoofde van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad (1):

    Naleving (artikel 46)

    Gelijkwaardig derde land (artikel 48)

    Gelijkwaardige controleautoriteit of gelijkwaardig controleorgaan (artikel 57) of

    Gelijkwaardigheid in het kader van een handelsovereenkomst (artikel 47)

    3.

    Referentienummer van het inspectiecertificaat

    4.

    Producent of verwerker van het product

    5.

    Exporteur

    6.

    Exploitant die het product koopt of verkoopt zonder het op te slaan of fysiek te behandelen

    7.

    Controleautoriteit of controleorgaan

    8.

    Land van oorsprong

    9.

    Land van uitvoer

    10.

    Grenscontrolepost/punt van vrijgave voor het vrije verkeer

    11.

    Land van bestemming

    12.

    Importeur

    13.

    Beschrijving van de producten

    Biologisch of in omschakeling

    GN-code

    Handelsbenaming

    Categorie

    Aantal verpakkingen

    Perceelnummer

    Nettogewicht

    14.

    Containernummer

    15.

    Zegelnummer

    16.

    Totaal brutogewicht

    17.

    Vervoermiddel

    Vervoerswijze

    Identificatie

    Internationaal vervoersdocument

    18.

    Verklaring van de/het in vak 1 vermelde controleautoriteit of controleorgaan van afgifte van het certificaat

    Hierbij wordt bevestigd dat dit certificaat is afgegeven op basis van de controles die vereist zijn uit hoofde van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 van de Commissie (2) ten behoeve van naleving (artikel 46 van Verordening (EU) 2018/848) of Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1342 van de Commissie (3) ten behoeve van gelijkwaardigheid (de artikelen 47, 48 of 57 van Verordening (EU) 2018/848) en dat de bovenvermelde producten voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) 2018/848.

    Datum

    Naam en handtekening van gemachtigde persoon/gekwalificeerd elektronisch zegel

    Stempel van controleautoriteit of controleorgaan van afgifte

    19.

    Voor de zending verantwoordelijke exploitant

    20.

    Voorafgaande kennisgeving

    Datum

    Tijdstip

    21.

    Voor overbrenging naar:

    22.

    Gegevens van het controlepunt

    23.

    Bijzondere douaneregelingen

    Douane-entrepot ☐

    Actieve veredeling ☐

    Naam en adres van de voor de douaneregeling(en) verantwoordelijke exploitant:

    Controleautoriteit die of controleorgaan dat de voor de douaneregeling(en) verantwoordelijke exploitant certificeert:

    Verificatie van de zending vóór de bijzondere douaneregeling(en)

    Aanvullende informatie:

    Autoriteit en lidstaat:

    Datum:

    Naam en handtekening van gemachtigde persoon

    Referentienummer van de douaneaangifte voor de douaneregeling(en)

    24.

    Eerste ontvanger in de Europese Unie

    25.

    Controle door de relevante bevoegde autoriteit

    Documentencontroles

    Bevredigend

    Niet bevredigend

    Geselecteerd voor overeenstemmings- en materiële controles

    Ja

    Nee

    Autoriteit en lidstaat:

    Datum:

    Naam en handtekening van gemachtigde persoon/gekwalificeerd elektronisch zegel:

    26.

    Voor overbrenging van de grenscontrolepost naar een controlepunt:

    27.

    Gegevens van het controlepunt

    ☐ Ja

    ☐ Nee

     

    28.

    Vervoermiddel van de grenscontrolepost naar het controlepunt:

    29.

    Overeenstemmings- en materiële controles

    Overeenstemmingscontroles

    Bevredigend

    Niet bevredigend

    Materiële controles

    Bevredigend

    Niet bevredigend

     

    Laboratoriumtest

    ☐ Ja

    ☐ Nee

     

    Testresultaat

    ☐ Bevredigend

    ☐ Niet bevredigend

     

    30.

    Beslissing van de relevante bevoegde autoriteit

    Vrij te geven als biologisch

    Vrij te geven als in omschakeling

    Vrij te geven als niet-biologisch

    De zending kan niet worden vrijgegeven voor het vrije verkeer

    Een deel van de zending kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer

    Aanvullende informatie:

    Autoriteit aan grenscontrolepost/controlepunt/punt van vrijgave voor het vrije verkeer en lidstaat:

    Datum:

    Naam en handtekening van gemachtigde persoon/gekwalificeerd elektronisch zegel:

    31.

    Verklaring van de eerste ontvanger

    Hierbij wordt bevestigd dat de verpakking of container en, indien van toepassing, het inspectiecertificaat bij ontvangst van de producten:

    in overeenstemming is met punt 6 van bijlage III bij Verordening (EU) 2018/848, of

    niet in overeenstemming is met punt 6 van bijlage III bij Verordening (EU) 2018/848.

    Naam en handtekening van gemachtigde persoon

    Datum:

    DEEL II

    RICHTSNOEREN VOOR HET INVULLEN VAN HET MODEL VAN HET INSPECTIECERTIFICAAT

    De vakken 1 tot en met 18 moeten worden ingevuld door de relevante controleautoriteit of het relevante controleorgaan in het derde land

    Vak 1: Naam, adres en code van de controleautoriteit die of het controleorgaan dat erkend is uit hoofde van artikel 46 of is bedoeld in artikel 57 van Verordening (EU) 2018/848 of een controleautoriteit die of controleorgaan dat is aangewezen door een bevoegde autoriteit van een derde land als bedoeld in artikel 47 of artikel 48 van die verordening. Deze controleautoriteit of dit controleorgaan vult ook de vakken 2 tot en met 18 in.

    Vak 2: In dit vak worden de bepalingen van Verordening (EU) 2018/848 vermeld die op de afgifte en het gebruik van dit certificaat betrekking hebben; duid de toepasselijke bepaling aan.

    Vak 3: Automatisch door het elektronische Traces-systeem (Trade Control and Expert System) toegewezen nummer van het certificaat.

    Vak 4: Naam en adres van de exploitant(en) die de producten in het in vak 8 vermelde derde land heeft (hebben) geproduceerd of verwerkt.

    Vak 5: Naam en adres van de exploitant die de producten uitvoert uit het in vak 9 vermelde land. De exporteur is de exploitant die de laatste handeling met het oog op de bereiding in de zin van artikel 3, punt 44, van Verordening (EU) 2018/848 verricht op de in vak 13 vermelde producten en die de producten overeenkomstig punt 6 van bijlage III bij Verordening (EU) 2018/848 in geschikte verpakkingen of containers verzegelt.

    Vak 6: Vul, indien van toepassing, naam en adres van een of meer exploitanten in die het product kopen of verkopen zonder het op te slaan of fysiek te behandelen.

    Vak 7: Naam en adres van de controleautoriteit(en) of het/de controleorga(a)n(en) die/dat nagaat/nagaan of bij de productie of de verwerking van de producten de regels inzake de biologische productie in het in vak 8 vermelde land in acht zijn genomen.

    Vak 8: Land van oorsprong is het land/de landen waar het product is geproduceerd/geteeld of verwerkt.

    Vak 9: Land van uitvoer is het land waar het product de laatste handeling met het oog op de bereiding in de zin van artikel 3, punt 44, van Verordening (EU) 2018/848 heeft ondergaan en waar het in geschikte verpakkingen of containers is verzegeld.

    Vak 10: In geval van zendingen die aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn uit hoofde van artikel 45, lid 5, van Verordening (EU) 2018/848, vermeld de naam en de unieke alfanumerieke code die door Traces is toegewezen aan de grenscontrolepost van eerste binnenkomst in de Unie, waar officiële controles worden verricht overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 van de Commissie (4).

    In geval van zendingen die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten overeenkomstig artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305 van de Commissie (5), vermeld de naam en de unieke alfanumerieke code die door Traces is toegewezen aan het punt van vrijgave voor het vrije verkeer in de Europese Unie, waar officiële controles worden verricht overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 van de Commissie.

    De informatie in dit vak kan worden bijgewerkt door de importeur of zijn vertegenwoordiger vóór de aankomst van de zending aan de grenscontrolepost of aan het punt van vrijgave voor het vrije verkeer, al naargelang van het geval.

    Vak 11: Land van bestemming is het land van de eerste ontvanger in de Europese Unie.

    Vak 12: Naam, adres en registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer (EORI-nummer) in de zin van artikel 1, punt 18, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (6), van de importeur, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307 van de Commissie (7), die, zelf of via een vertegenwoordiger, de zending aanbiedt voor vrijgave voor het vrije verkeer.

    Vak 13: Beschrijving van de producten, met inbegrip van:

    de vermelding of het om biologische of omschakelingsproducten gaat;

    de code van de gecombineerde nomenclatuur (GN) als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (8) voor de betrokken producten (tot op acht cijfers waar mogelijk);

    de handelsbenaming;

    de categorie van het product overeenkomstig bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1378 van de Commissie (9);

    het aantal verpakkingen (aantal dozen, kartons, zakken, emmers enz.);

    het perceelnummer, en

    het nettogewicht.

    Vak 14: Containernummer: facultatief.

    Vak 15: Zegelnummer: facultatief.

    Vak 16: Totaal brutogewicht in de toepasselijke maateenheid (kg, liter enz.)

    Vak 17: Vervoermiddel van het land van oorsprong tot de aankomst van het product aan de grenscontrolepost of het punt van vrijgave voor het vrije verkeer met het oog op de verificatie van de zending en de visering van het inspectiecertificaat.

    Vervoerswijze: vliegtuig, vaartuig, spoorrijtuig, wegvoertuig, andere.

    Identificatie van het vervoermiddel: voor vliegtuigen het vluchtnummer, voor vaartuigen de naam (namen) van het schip, voor spoorrijtuigen de code van de trein en het wagonnummer, voor wegvoertuigen het kentekennummer en indien van toepassing ook het nummer van de aanhanger.

    Vermeld bij een ferry het vaartuig en het wegvoertuig, met identificatie van beide.

    Vak 18: Verklaring van de controleautoriteit of het controleorgaan van afgifte van het certificaat. Kies de passende gedelegeerde verordening van de Commissie. De handtekening van de gemachtigde persoon en het stempel zijn alleen vereist in geval van inspectiecertificaten die tot en met 30 juni 2022 zijn afgegeven op papier overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306.

    Vak 19: Naam, adres en EORI-nummer, in de zin van artikel 1, punt 18, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446, van de voor de zending verantwoordelijke exploitant, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307. Dit vak moet worden ingevuld door de in vak 12 vermelde importeur, indien de voor de zending verantwoordelijke exploitant verschillend is van die importeur.

    Vak 20: In geval van een zending producten die bestemd zijn om als biologische of omschakelingsproducten in de Unie in de handel te worden gebracht en die uit hoofde van artikel 45, lid 5, van Verordening (EU) 2018/848 onderworpen zijn aan officiële controles aan grenscontroleposten, vermeld de verwachte datum van aankomst en het verwachte tijdstip van aankomst aan de grenscontrolepost.

    In geval van een zending producten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten uit hoofde van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305 van de Commissie, vermeld de verwachte datum en het verwachte tijdstip van aankomst aan het punt van vrijgave voor het vrije verkeer overeenkomstig die verordening.

    Vak 21: In te vullen door de importeur, of in voorkomend geval de voor de zending verantwoordelijke exploitant, om de overbrenging van de producten naar een controlepunt in de Unie voor verdere officiële controles aan te vragen, indien de zending is geselecteerd voor overeenstemmings- en materiële controles door de bevoegde autoriteiten aan de grenscontrolepost. Dit vak is uitsluitend van toepassing op producten die onderworpen zijn aan officiële controles aan grenscontroleposten uit hoofde van artikel 45, lid 5, van Verordening (EU) 2018/848.

    Vak 22: Vermeld de naam van het controlepunt in de lidstaat waarnaar de producten moeten worden overgebracht voor overeenstemmings- en materiële controles indien de zending voor dergelijke controles is geselecteerd door de bevoegde autoriteiten aan de grenscontrolepost. In te vullen door de importeur of, in voorkomend geval, door de voor de zending verantwoordelijke exploitant. Dit vak is uitsluitend van toepassing op producten die onderworpen zijn aan officiële controles aan grenscontroleposten uit hoofde van artikel 45, lid 5, van Verordening (EU) 2018/848.

    Vak 23: Dit vak moet worden ingevuld door de relevante bevoegde autoriteit en de importeur.

    Als het gaat om producten die aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn, moet dit vak worden ingevuld door de bevoegde autoriteit aan de grenscontrolepost.

    De handtekening van de gemachtigde persoon is vereist in geval van inspectiecertificaten die tot en met 30 juni 2022 zijn geviseerd op papier overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306.

    Vak 24: Naam en adres van de eerste ontvanger in de Europese Unie. Dit vak moet worden ingevuld door de importeur.

    Vak 25: Dit vak moet worden ingevuld door de bevoegde autoriteit na de verrichting van de documentencontroles overeenkomstig artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306. In het geval dat de documentencontroles niet bevredigend zijn, moet vak 30 worden ingevuld.

    Die autoriteit moet aangeven of de zending is geselecteerd voor overeenstemmings- en materiële controles.

    De handtekening van de gemachtigde persoon/het gekwalificeerde elektronische zegel is enkel vereist indien de bevoegde autoriteit verschillend is van de in vak 30 vermelde autoriteit. De handtekening van de gemachtigde persoon is alleen vereist in geval van inspectiecertificaten die tot en met 30 juni 2022 zijn geviseerd op papier overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306.

    Vak 26: In te vullen door de bevoegde autoriteit aan de grenscontrolepost indien de zending is geselecteerd voor overeenstemmings- en materiële controles en indien de zending is toegelaten voor overbrenging naar het controlepunt voor verdere officiële controles. Dit vak is uitsluitend van toepassing op producten die onderworpen zijn aan officiële controles aan grenscontroleposten uit hoofde van artikel 45, lid 5, van Verordening (EU) 2018/848.

    Vak 27: In geval van overbrenging naar een controlepunt, vermeld de naam van het controlepunt in de lidstaat waarnaar de overbrenging van de goederen voor overeenstemmings- en materiële controles wordt gevraagd, de contactgegevens ervan en de unieke alfanumerieke code die door Traces aan het controlepunt is toegewezen. In te vullen door de bevoegde autoriteit aan de grenscontrolepost. Dit vak is uitsluitend van toepassing op producten die onderworpen zijn aan officiële controles aan grenscontroleposten uit hoofde van artikel 45, lid 5, van Verordening (EU) 2018/848.

    Vak 28: Zie toelichting bij vak 17. Dit vak moet worden ingevuld indien de zending wordt overgebracht naar een controlepunt voor overeenstemmings- en materiële controles.

    Vak 29: Dit vak moet worden ingevuld door de bevoegde autoriteit indien de producten worden geselecteerd voor overeenstemmings- en materiële controles.

    Vak 30: Dit vak moet worden ingevuld door de bevoegde autoriteit, na de bereidingen als bedoeld in artikel 7, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306, indien van toepassing, en in alle gevallen na de verificatie van de zending overeenkomstig artikel 6, leden 1 en 2, van die verordening.

    De bevoegde autoriteit moet de passende optie selecteren en zo nodig alle aanvullende informatie toevoegen die relevant wordt geacht. Met name indien de optie “De zending kan niet worden vrijgegeven voor het vrije verkeer” of “Een deel van de zending kan worden vrijgegeven voor het vrije verkeer” is gekozen, moet de relevante informatie onder “aanvullende informatie” worden verstrekt.

    Als het gaat om producten die aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn, moet dit vak worden ingevuld door de bevoegde autoriteit aan de grenscontrolepost. Indien de zending wordt overgebracht naar een controlepunt voor overeenstemmings- en materiële controles als bedoeld in artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306, moet dit vak worden ingevuld door de bevoegde autoriteit aan dat controlepunt.

    Vul onder “autoriteit aan grenscontrolepost/controlepunt/punt van vrijgave voor het vrije verkeer” de naam van de betrokken autoriteit in.

    De handtekening van de gemachtigde persoon is alleen vereist in geval van inspectiecertificaten die tot en met 30 juni 2022 zijn geviseerd op papier overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306.

    Vak 31: Dit vak moet worden ingevuld door de eerste ontvanger bij ontvangst van de producten na de vrijgave voor het vrije verkeer door één optie te selecteren nadat de in punt 6 van bijlage III bij Verordening (EU) 2018/848 bedoelde controles zijn verricht.

    De handtekening van de eerste ontvanger is vereist voor inspectiecertificaten die tot en met 30 juni 2022 zijn geviseerd op papier overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306.


    (1)  Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1).

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 van de Commissie van 13 juli 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met procedurele voorschriften voor de erkenning van controleautoriteiten en controleorganen die bevoegd zijn voor de controle van exploitanten die in derde landen biologisch gecertificeerd zijn en van biologische producten in derde landen, en met voorschriften inzake het toezicht daarop en de door die controleautoriteiten en controleorganen uit te voeren controles en andere activiteiten (PB L 336 van 23.9.2021, blz. 7).

    (3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1342 van de Commissie van 27 mei 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met voorschriften inzake de informatie die door derde landen en door controleautoriteiten en controleorganen met het oog op het toezicht op hun erkenning uit hoofde van artikel 33, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad voor ingevoerde biologische producten moet worden verzonden en de maatregelen die bij de uitoefening van dat toezicht moeten worden genomen (PB L 292 van 16.8.2021, blz. 20).

    (4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 van de Commissie van 21 oktober 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met regels betreffende de officiële controles van zendingen biologische producten en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie en betreffende het inspectiecertificaat (PB L 461 van 27.12.2021, blz. 13).

    (5)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2305 van de Commissie van 21 oktober 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad met regels inzake de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder biologische en omschakelingsproducten zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten, de plaats van officiële controles voor dergelijke producten en tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2019/2123 en (EU) 2019/2124 van de Commissie (PB L 461 van 27.12.2021, blz. 5).

    (6)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

    (7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2307 van de Commissie van 21 oktober 2021 tot vaststelling van regels betreffende documenten en kennisgevingen die vereist zijn voor biologische en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie (PB L 461 van 27.12.2021, blz. 30).

    (8)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

    (9)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1378 van de Commissie tot vaststelling van bepaalde voorschriften betreffende het certificaat dat wordt afgegeven aan exploitanten, groepen exploitanten en exporteurs in derde landen die betrokken zijn bij de invoer van biologische producten en omschakelingsproducten in de Unie en tot vaststelling van de lijst van overeenkomstig Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad erkende controleautoriteiten en controleorganen (PB L 297 van 20.8.2021, blz. 24).


    Top