This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021D1482
Commission Implementing Decision (EU) 2021/1482 of 14 September 2021 establishing the equivalence, for the purpose of facilitating the right of free movement within the Union, of COVID-19 certificates issued by the State of Israel to the certificates issued in accordance with Regulation (EU) 2021/953 of the European Parliament and of the Council (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1482 van de Commissie van 14 september 2021 houdende vaststelling van de gelijkwaardigheid, teneinde het recht van vrij verkeer binnen de Unie te faciliteren, van door de Staat Israël afgegeven COVID-19-certificaten met de overeenkomstig Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad afgegeven certificaten (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1482 van de Commissie van 14 september 2021 houdende vaststelling van de gelijkwaardigheid, teneinde het recht van vrij verkeer binnen de Unie te faciliteren, van door de Staat Israël afgegeven COVID-19-certificaten met de overeenkomstig Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad afgegeven certificaten (Voor de EER relevante tekst)
C/2021/6751
PB L 325 van 15.9.2021, p. 51–53
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
15.9.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 325/51 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/1482 VAN DE COMMISSIE
van 14 september 2021
houdende vaststelling van de gelijkwaardigheid, teneinde het recht van vrij verkeer binnen de Unie te faciliteren, van door de Staat Israël afgegeven COVID-19-certificaten met de overeenkomstig Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad afgegeven certificaten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-covidcertificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren (1), en met name artikel 8, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) 2021/953 wordt een kader vastgesteld voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (“digitaal EU-covidcertificaat”), teneinde de uitoefening van het recht van vrij verkeer door de houders van dergelijke certificaten tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren. Voorts helpt de verordening de geleidelijke en gecoördineerde opheffing door de lidstaten te faciliteren van de ingestelde beperkingen van het vrije verkeer, in overeenstemming met het Unierecht, teneinde de verspreiding van SARS-CoV-2 in te dijken. |
(2) |
Verordening (EU) 2021/953 staat toe dat door derde landen aan burgers van de Unie en hun familieleden afgegeven COVID-19-certificaten worden aanvaard indien de Commissie van oordeel is dat die COVID-19-certificaten zijn afgegeven overeenkomstig normen die als gelijkwaardig moeten worden beschouwd met die welke op grond van die verordening zijn vastgesteld. Voorts moeten de lidstaten overeenkomstig Verordening (EU) 2021/954 van het Europees Parlement en de Raad (2) de regels van Verordening (EU) 2021/953 toepassen op onderdanen van derde landen die niet binnen het toepassingsgebied van die verordening vallen, maar die legaal op hun grondgebied verblijven of wonen en overeenkomstig het Unierecht het recht hebben naar andere lidstaten te reizen. Daarom moeten alle in dit besluit vastgestelde gelijkwaardigheidsbevindingen van toepassing zijn op door de Staat Israël aan burgers van de Unie en hun familieleden afgegeven COVID-19-vaccinatie- en herstelcertificaten. Evenzo moeten dergelijke gelijkwaardigheidsbevindingen op grond van Verordening (EU) 2021/954 ook gelden voor COVID-19-vaccinatie- en herstelcertificaten die de Staat Israël onder de in die verordening vastgestelde voorwaarden afgeeft aan onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven of wonen. |
(3) |
Op 19 juli 2021 heeft de Staat Israël de Commissie gedetailleerde informatie verstrekt over de afgifte van interoperabele COVID-19-vaccinatie- en herstelcertificaten overeenkomstig het “Ramzor”-systeem. De Staat Israël heeft de Commissie meegedeeld dat hij van oordeel was dat zijn COVID-19-certificaten worden afgegeven volgens een norm en via een technologisch systeem die interoperabel zijn met het bij Verordening (EU) 2021/953 vastgestelde vertrouwenskader en waarmee de echtheid, geldigheid en integriteit van de certificaten kunnen worden geverifieerd. In dit verband heeft de Staat Israël de Commissie meegedeeld dat de door de Staat Israël overeenkomstig het “Ramzor”-systeem afgegeven COVID-19-certificaten de in de bijlage bij Verordening (EU) 2021/953 bedoelde gegevens bevatten. |
(4) |
Naar aanleiding van een verzoek van de Staat Israël heeft de Commissie op 6 september 2021 technische tests uitgevoerd waaruit bleek dat de COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten door de Staat Israël worden afgegeven overeenkomstig een systeem, “Ramzor”, dat interoperabel is met het bij Verordening (EU) 2021/953 vastgestelde vertrouwenskader, en waarmee de echtheid, geldigheid en integriteit van de certificaten kunnen worden geverifieerd. De Commissie heeft ook bevestigd dat de door de Staat Israël overeenkomstig het “Ramzor”-systeem afgegeven COVID-19-vaccinatie- en herstelcertificaten de nodige gegevens bevatten. |
(5) |
Daarnaast heeft de Staat Israël de Commissie meegedeeld dat hij interoperabele vaccinatiecertificaten voor COVID-19-vaccins afgeeft. Momenteel gaat het onder meer om Comirnaty en Spikevax. |
(6) |
Voorts heeft de Staat Israël de Commissie meegedeeld dat hij interoperabele herstelcertificaten afgeeft. Deze certificaten zijn niet langer geldig dan 180 dagen na de datum van de eerste positieve test. |
(7) |
De Staat Israël heeft de Commissie ook meegedeeld dat hij vaccinatie-, test- en herstelcertificaten aanvaardt die door de lidstaten en EER-landen zijn afgegeven overeenkomstig Verordening (EU) 2021/953. |
(8) |
De Staat Israël heeft de Commissie ook meegedeeld dat hij het vaccinatiecertificaat aanvaardt en vrijstelling van reisbeperkingen verleent voor mensen die zijn gevaccineerd met vaccins waarvoor overeenkomstig Verordening (EG) nr. 726/2004 een in de hele EU geldige vergunning voor het in de handel brengen is verleend. |
(9) |
De Staat Israël heeft de Commissie voorts meegedeeld dat hij de door de lidstaten en de EER-landen afgegeven certificaten voor nucleïnezuureamplificatietests voor COVID-19 (NAAT) (bv. de reverse-transcriptiepolymerasekettingreactietest, RT-PCR) aanvaardt. De Staat Israël wijst er echter op dat alle reizigers, met inbegrip van reizigers die in het bezit zijn van resultaten van een lokale test, na de landing opnieuw een NAAT (bv. RT-PCR) moeten ondergaan, en dat naar aanleiding van de aan de vlucht voorafgaande test de reisbeperkingen slechts in die zin kunnen worden opgeheven dat wordt toegestaan om aan boord te gaan. Bovendien aanvaardt Israël geen snelle antigeentests. |
(10) |
Voorts heeft de Staat Israël de Commissie meegedeeld dat wanneer verificateurs in de Staat Israël certificaten verifiëren, de daarin opgenomen persoonsgegevens uitsluitend worden verwerkt om de vaccinatie-, test- of herstelstatus van de houder te verifiëren en te bevestigen, en daarna niet worden bewaard. |
(11) |
Bijgevolg is voldaan aan de nodige elementen om vast te stellen dat door de Staat Israël overeenkomstig het “Ramzor”-systeem afgegeven COVID-19-certificaten als gelijkwaardig moeten worden beschouwd met die welke overeenkomstig Verordening (EU) 2021/953 zijn afgegeven. |
(12) |
Daarom moeten de door de Staat Israël overeenkomstig het “Ramzor”-systeem afgegeven COVID-19-certificaten worden aanvaard onder de voorwaarden van artikel 5, lid 5, en artikel 7, lid 8, van Verordening (EU) 2021/953. |
(13) |
Opdat dit besluit operationeel kan worden, moet de Staat Israël worden aangesloten op het bij Verordening (EU) 2021/953 vastgestelde vertrouwenskader voor digitale EU-covidcertificaten. |
(14) |
Ter bescherming van de belangen van de Unie, met name op het gebied van volksgezondheid, kan de Commissie gebruikmaken van haar bevoegdheden om dit besluit op te schorten of te beëindigen indien niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2021/953. |
(15) |
Aangezien de Staat Israël zo snel mogelijk moet worden aangesloten op het bij Verordening (EU) 2021/953 vastgestelde vertrouwenskader voor digitale EU-covidcertificaten, moet dit besluit in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(16) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 14 van Verordening (EU) 2021/953, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Door de Staat Israël overeenkomstig het “Ramzor”-systeem afgegeven COVID-19-vaccinatie- en herstelcertificaten worden, teneinde het recht van vrij verkeer binnen de Unie te faciliteren, behandeld als gelijkwaardig met die welke zijn afgegeven overeenkomstig Verordening (EU) 2021/953.
Artikel 2
De Staat Israël wordt aangesloten op het bij Verordening (EU) 2021/953 vastgestelde vertrouwenskader voor digitale EU-covidcertificaten.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 14 september 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 211 van 15.6.2021, blz. 1.
(2) Verordening (EU) 2021/954 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-covidcertificaat) ten aanzien van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven of wonen tijdens de COVID-19-pandemie (PB L 211 van 15.6.2021, blz. 24).