This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32020D1714
Commission Implementing Decision (EU) 2020/1714 of 16 November 2020 amending Implementing Decision (EU) 2019/1119 as regards the testing methodology for certain not-off vehicle charging hybrid electric passenger cars and to take into account the use of alternative fuels and Implementing Decision (EU) 2020/1339 as regards rear position lamps (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1714 van de Commissie van 16 november 2020 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 wat betreft de testmethode voor bepaalde niet-extern oplaadbare hybride elektrische personenauto’s, en om rekening te houden met het gebruik van alternatieve brandstoffen en van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1339 wat achterlichten betreft (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1714 van de Commissie van 16 november 2020 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 wat betreft de testmethode voor bepaalde niet-extern oplaadbare hybride elektrische personenauto’s, en om rekening te houden met het gebruik van alternatieve brandstoffen en van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1339 wat achterlichten betreft (Voor de EER relevante tekst)
C/2020/7900
PB L 384 van 17.11.2020, p. 9–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32019D1119 | toevoeging | artikel 4 lid 2a | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | bijlage punt 2 tekst | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | bijlage punt 4.1.1 tabel 4 | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | bijlage punt 4.1.1 tabel 5 | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | bijlage punt 4.1.1 tabel 6 tekst | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | bijlage punt 4.1.1 titel | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | bijlage punt 4.1.1 tekst | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | bijlage punt 4.1.2 tabel 7 titel | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | bijlage punt 4.1.2 titel | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | bijlage punt 4.2.1 titel | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | bijlage punt 4.2.2 titel | 24/11/2020 | |
Modifies | 32019D1119 | vervanging | artikel 5 | 24/11/2020 | |
Modifies | 32020D1339 | toevoeging | bijlage tabel 3 tekst | 24/11/2020 | |
Modifies | 32020D1339 | toevoeging | bijlage tabel 4 tekst | 24/11/2020 | |
Modifies | 32020D1339 | toevoeging | artikel 1 punt (n) | 24/11/2020 |
17.11.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 384/9 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1714 VAN DE COMMISSIE
van 16 november 2020
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 wat betreft de testmethode voor bepaalde niet-extern oplaadbare hybride elektrische personenauto’s, en om rekening te houden met het gebruik van alternatieve brandstoffen en van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1339 wat achterlichten betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe personenauto’s en nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 443/2009 en (EU) nr. 510/2011 (1), en met name artikel 11, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 7 februari 2020 hebben de fabrikanten Audi AG, Bayerische Motoren Werke AG, Daimler AG, FCA Italy S.p.A, Ford-Werke GmbH, Honda Motor Europe Ltd, Hyundai Motor Europe Technical Center GmbH, Jaguar Land Rover Ltd, OPEL Automobile GmbH‐PSA, Automobiles Citroën, Automobiles Peugeot, PSA Automobiles SA, Renault, Škoda Auto a.s, Toyota Motor Europe en Volkswagen Nutzfahrzeuge gezamenlijk een verzoek overeenkomstig artikel 12 bis van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 van de Commissie (2) ingediend (“het eerste verzoek”) om Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 van de Commissie (3) te wijzigen teneinde de testmethode voor bepaalde niet-extern oplaadbare elektrische hybride voertuigen (NOVC‐HEV’s) van categorie M1 te wijzigen. |
(2) |
Op 21 april 2020 hebben de fabrikanten FCA Italy S.p.A, Jaguar Land Rover Ltd, OPEL Automobile GmbH‐PSA, Automobiles Citroën, Automobiles Peugeot, PSA Automobiles SA, Renault, Škoda Auto a.s en Ford-Werke GmbH gezamenlijk een verzoek overeenkomstig artikel 12 bis van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 ingediend (“het tweede verzoek”) om Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 van de Commissie te wijzigen teneinde rekening te houden met het gebruik van vloeibaar petroleumgas (lpg), gecomprimeerd aardgas (cng) en ethanol (E85). |
(3) |
De Commissie heeft beide aanvragen beoordeeld overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) 2019/631, Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 en de “Technical Guidelines for the preparation of applications for the approval of innovative technologies pursuant to Regulation (EC) No 443/2009 and Regulation (EU) No 510/2011” (herziene versie van juli 2018 (V2)) (4). |
(4) |
In het eerste verzoek vragen de indieners van het verzoek om de wijziging van de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 beschreven testmethode teneinde de testomstandigheden voor door verbrandingsmotoren aangedreven personenauto’s ook te doen gelden voor NOVC‐HEV’s waarvoor overeenkomstig bijlage XXI, subbijlage 8, aanhangsel 2, punt 1.1.4, bij Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie (5) de ongecorrigeerde gemeten waarden voor brandstofverbruik en CO2-emissie mogen worden gebruikt. |
(5) |
Ter staving van hun verzoek hebben de indieners van het verzoek bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat vanwege de lage mate van elektrificatie van de specifieke categorie NOVC‐HEV’s in kwestie, een statistisch significante CO2-correctiefactor als bedoeld in punt 4.1.2 van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119, niet kan worden bepaald. |
(6) |
Rekening houdend met de aangevoerde argumenten moeten NOVC‐HEV’s waarvoor overeenkomstig bijlage XXI, subbijlage 8, aanhangsel 2, punt 1.1.4, bij Verordening (EU) 2017/1151 de ongecorrigeerde gemeten waarden voor brandstofverbruik en CO2-emissie mogen worden gebruikt, voor de berekening van de CO2-besparingen van de innoverende technologie in kwestie, worden beschouwd als gelijkwaardig aan voertuigen die door een verbrandingsmotor worden aangedreven. Bijgevolg moeten de testomstandigheden voor door een verbrandingsmotor aangedreven personenauto’s, zoals vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119, van toepassing zijn op die specifieke categorie NOVC‐HEV’s. Voor andere NOVC‐HEV’s moet de testmethode ongewijzigd blijven. |
(7) |
Wat het tweede verzoek betreft, is het gerechtvaardigd de testmethode te verduidelijken door brandstofconversie- en energieverbruiksfactoren voor lpg- en cng-brandstoffen toe te voegen. Gezien de beperkte beschikbaarheid van E85 op de markt van de Unie als geheel is het evenwel niet gerechtvaardigd om voor de toepassing van de testmethode die brandstof te onderscheiden van benzine. |
(8) |
Rekening houdend met nieuwe informatie over de gebruiksfactoren voor hoeklichten en statische bochtverlichting is het passend de bestaande gebruiksfactoren voor die lichten in Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 te vervangen door meer conservatieve factoren zoals uiteengezet in Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1339 van de Commissie (6). |
(9) |
Ter wille van de rechtszekerheid moeten fabrikanten gedurende een bepaalde periode aanvragen voor certificering van CO2-besparingen bij typegoedkeuringsinstanties kunnen indienen overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 in de versie van 28 juni 2019. De in dit besluit vastgestelde wijzigingen doen geen afbreuk aan de geldigheid van certificeringen die zijn verleend op grond van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 in die versie. |
(10) |
In de aanvraag die bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1339 is goedgekeurd, werd bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat het gebruik van efficiënte ledlichten in achterlichten de in artikel 2, lid 2, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2014 van de Commissie (7) bedoelde marktpenetratiegrens niet overschrijdt en dat die lichten daarom in het toepassingsgebied van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1339 hadden moeten worden opgenomen. Daarom moet dat besluit worden gewijzigd om ook achterlichten op te nemen. |
(11) |
Aangezien overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 gecertificeerde CO2-besparingen in aanmerking kunnen worden genomen voor de berekening van de gemiddelde specifieke emissies van een fabrikant vanaf het kalenderjaar 2021, moet dit besluit onmiddellijk in werking treden. |
(12) |
De Uitvoeringsbesluiten (EU) 2019/1119 en (EU) 2020/1339 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 4 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:
|
2) |
Artikel 5 wordt vervangen door: “Artikel 5 Overgangsperiode en eco-innovatiecodes 1. Tot 24 maart 2021 kan een fabrikant een aanvraag voor certificering van de CO2-besparingen door de typegoedkeuringsinstantie indienen overeenkomstig dit besluit in de versie van 28 juni 2019. In dat geval moet eco-innovatiecode nr. 28 in de typegoedkeuringsdocumentatie worden vermeld. 2. Wanneer de fabrikant de certificering van de CO2-besparingen door de typegoedkeuringsinstantie overeenkomstig dit besluit aanvraagt zonder te verwijzen naar de versie van 28 juni 2019, wordt eco-innovatiecode nr. 37 in de typegoedkeuringsdocumentatie vermeld. 3. De CO2-besparingen die onder verwijzing naar eco-innovatiecode nr. 28 of nr. 37 worden geregistreerd, kunnen in aanmerking worden genomen voor de berekening van de gemiddelde specifieke CO2-emissies van een fabrikant met ingang van het kalenderjaar 2021.”. |
3) |
De bijlage wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Wijzigingen van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1339
Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1339 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan artikel 1 wordt het volgende punt n) toegevoegd:
|
2) |
De bijlage wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 3
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 16 november 2020.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 111 van 25.4.2019, blz. 13.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 van de Commissie van 25 juli 2011 tot vaststelling van een procedure voor de goedkeuring en certificering van innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van personenauto’s uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 194 van 26.7.2011, blz. 19).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 van de Commissie van 28 juni 2019 betreffende de goedkeuring van de efficiënte buitenverlichting van voertuigen met behulp van lichtdioden voor gebruik in voertuigen met verbrandingsmotor en niet-extern oplaadbare hybride elektrische voertuigen als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto’s uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 176 van 1.7.2019, blz. 67).
(4) https://circabc.europa.eu/sd/a/a19b42c8-8e87-4b24-a78b-9b70760f82a9/July%202018%20Technical%20Guidelines.pdf
(5) Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie van 1 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (PB L 175 van 7.7.2017, blz. 1).
(6) Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1339 van de Commissie van 23 september 2020 betreffende de goedkeuring uit hoofde van Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad van efficiënte buitenverlichting van voertuigen met behulp van lichtdioden voor gebruik als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van bepaalde lichte bedrijfsvoertuigen in verband met de wereldwijd geharmoniseerde testprocedure voor lichte voertuigen (PB L 313 van 28.9.2020, blz. 4).
(7) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2014 van de Commissie van 25 april 2014 tot vaststelling van een procedure voor de goedkeuring en certificering van innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van lichte bedrijfsvoertuigen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 125 van 26.4.2014, blz. 57).