(1)

Bij Besluit 2002/917/EG van de Raad (1) is de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (“Interbus-overeenkomst”) (2) op 3 oktober 2002 namens de Unie gesloten; op 1 januari 2003 (3) is de Interbusovereenkomst in werking getreden.

(2)

Op 16 juli 2018 heeft de Raad Besluit (EU) 2018/1195 (4) betreffende de ondertekening van het protocol bij de Interbus-overeenkomst betreffende geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer (het “protocol”) vastgesteld.

(3)

Het protocol was van 16 juli 2018 tot en met 16 april 2019 opengesteld voor ondertekening en is door de Unie ondertekend op 11 april 2019. Geen enkele andere overeenkomstsluitende partij bij de Interbus-overeenkomst (“overeenkomstsluitende partij”) heeft het protocol echter vóór het verstrijken van de ondertekeningstermijn ondertekend. Daarom is het protocol niet in werking getreden.

(4)

Op 18 februari 2020 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met het oog op de wijziging van het protocol, teneinde enerzijds bepaalde technische wijzigingen aan te brengen inzake de ondertekening en inwerkingtreding ervan, en anderzijds de benaming van een overeenkomstsluitende partij te wijzigen.

(5)

De onderhandelingen met het oog op de wijziging van het protocol zijn succesvol afgesloten. Er is een nieuwe termijn van twee jaar voor de ondertekening van het protocol vastgesteld. Bovendien is het protocol gewijzigd zodat de goedkeuring of ratificatie daarvan door een kleiner aantal overeenkomstsluitende partijen volstaat om het protocol in werking te kunnen doen treden en de wachttijd na die goedkeuring of ratificatie korter is dan de in de Interbus-overeenkomst vastgestelde termijn. Bovendien is het protocol aangepast naar aanleiding van de wijziging van de benaming van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië in de Republiek Noord-Macedonië.

(6)

Ter wille van de duidelijkheid en om de snelle ondertekening en inwerkingtreding van een protocol te vergemakkelijken, moet er een nieuw protocol inzake geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (het “nieuwe protocol”) worden opgesteld, om de overeengekomen wijzigingen weer te geven en ter vervanging van het protocol dat tot en met 16 april 2019 openstond voor ondertekening.

(7)

Het nieuwe protocol moet het gemakkelijker maken om geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen te verrichten tussen de overeenkomstsluitende partijen, en daardoor tot betere passagiersverbindingen tussen deze landen leiden.

(8)

Om de toepasing van het nieuwe protocol te faciliteren, met name de werking van het bij artikel 18 daarvan opgerichte Gemengd Comité, vormt het nieuwe protocol grotendeels een weerspiegeling van de bepalingenvan de Interbus-overeenkomst.

(9)

Om zo snel mogelijk profijt te kunnen trekken van de voordelen van het nieuwe protocol, is in het nieuwe protocol bepaald dat het voor de overeenkomstsluitende partijen die het hebben ondertekend en goedgekeurd of geratificeerd, in werking treedt zodra drie overeenkomstsluitende partijen, waaronder de Unie, het hebben ondertekend en goedgekeurd of geratificeerd.

(10)

Derhalve moet het nieuwe protocol worden ondertekend namens de Unie, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum,