This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R2155
Regulation (EU) 2019/2155 of the European Central Bank of 5 December 2019 amending Regulation (EU) No 1163/2014 on supervisory fees (ECB/2019/37)
Verordening (EU) 2019/2155 van de Europese Centrale Bank van 5 december 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1163/2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2019/37)
Verordening (EU) 2019/2155 van de Europese Centrale Bank van 5 december 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1163/2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2019/37)
PB L 327 van 17.12.2019, p. 70–74
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 17/12/2019
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 10 lid 3 punt (a) | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | intrekking | artikel 10 lid 3 punt (b) | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | toevoeging | artikel 10 lid 3 punt (ba) | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | toevoeging | artikel 10 lid 3 punt (bb) | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | toevoeging | artikel 10 lid 3 punt (bc) | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | toevoeging | artikel 10 lid 3 punt (bd) | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 10 lid 3 punt (c) | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 10 lid 4 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 10 lid 5 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 10 lid 6 alinea | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 10 lid 6 punt (b) | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 10 lid 6 punt (c) TEXT | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 12 lid 1 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | intrekking | artikel 13 lid 1 zin 2 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | intrekking | artikel 16 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 17 lid 2 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 17 titel | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | toevoeging | artikel 17a | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 2 punt 12 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 2 punt 13 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | intrekking | artikel 2 punt 9 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 4 lid 1 punt (c) | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 4 lid 2 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | intrekking | artikel 5 lid 2 zin 2 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | toevoeging | artikel 5 lid 4 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | intrekking | artikel 6 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 7 lid 2 | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | vervanging | artikel 7 titel | 01/01/2020 | |
Modifies | 32014R1163 | intrekking | artikel 9 | 01/01/2020 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 32019R2155R(01) | ||||
Corrected by | 32019R2155R(02) | (IT) |
17.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 327/70 |
VERORDENING (EU) 2019/2155 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 5 december 2019
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1163/2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2019/37)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1), en met name artikel 4, lid 3, tweede alinea, artikel 30 en artikel 33, lid 2, tweede alinea,
Gezien de publieksraadpleging en analyse die overeenkomstig artikel 30, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 zijn uitgevoerd,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 1163/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/41) (2) voorziet in de berekening van het totale aan onder toezicht staande entiteiten en onder toezicht staande groepen aan te rekenen bedrag van de jaarlijkse vergoeding voor toezicht; de berekeningsmethodologie en -criteria van het door elke onder toezicht staande entiteit en onder toezicht staande groep te dragen bedrag van de jaarlijkse vergoeding voor toezicht en de procedure voor inning van de jaarlijkse vergoeding voor toezicht door de ECB. |
(2) |
Artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1163/2014 (ECB/2014/41) schrijft voor dat de de ECB die verordening vóór 2017 evalueert, met name aangaande de methodologie en de berekeningscriteria van de jaarlijkse aan iedere onder toezicht staande entiteit en onder toezicht staande groep aan te rekenen vergoeding voor toezicht. |
(3) |
Op 2 juni 2017 lanceerde de ECB een openbare raadpleging om de meningen van belanghebbende partijen te vragen met het oog op het beoordelen van eventuele verbeteringen in Verordening (EU) nr. 1163/2014 (ECB/2014/41). De publieksraadpleging werd op 20 juli 2017 afgesloten. |
(4) |
Rekening houdend met de ontvangen reacties heeft de ECB Verordening (EU) nr. 1163/2014 (ECB/2014/41) geëvalueerd en is tot de conclusie gekomen dat de verordening dient te worden gewijzigd. |
(5) |
De ECB heeft in het bijzonder besloten om niet langer voorschotten op de jaarlijkse vergoeding voor toezicht te verlangen. De vergoeding moet alleen worden aangerekend aan het einde van de betrokken vergoedingsperiode, nadat de werkelijke jaarlijkse kosten zijn vastgesteld. De referentiedatum voor de vergoedingsfactoren dient als algemene regel 31 december van de voorafgaande vergoedingsperiode te blijven, teneinde voldoende tijd te bieden voor de validatie van de vergoedingsperiode. |
(6) |
Voor de grote meerderheid van schuldenaren van de vergoeding ontvangt de ECB de informatie over de totale activa en het totaal van de risicoposten reeds op grond van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (3) en Verordening (EU) 2015/534 van de Europese Centrale Bank (ECB/2015/13) (4). Deze informatie is gemakkelijk beschikbaar voor het berekenen van de jaarlijkse vergoeding. De specifieke verzameling van vergoedingsfactoren voor zulke schuldenaren dient daarom te worden beëindigd. |
(7) |
Voorts heeft de ECB besloten om de te betalen vergoeding voor toezicht voor minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten en minder belangrijke onder toezicht staande groepen met totale activa ten belope van 1 miljard EUR of lager te verlagen. Te dien einde moet de minimumvergoedingscomponent voor deze onder toezicht staande entiteiten en onder toezicht staande groepen worden gehalveerd. |
(8) |
Daarnaast laat de ervaring die sinds 2014 is opgedaan met de toepassing van Verordening (EU) nr. 1163/2014 (ECB/2014/41), zien dat een aantal verduidelijkingen en technische wijzigingen in deze verordening passend zijn. |
(9) |
Het is noodzakelijk om overgangsmaatregelen te treffen ten aanzien van de vergoedingsperiode 2020, aangezien dat jaar de eerste vergoedingsperiode betreft waarvoor de ECB niet langer een voorschot van de jaarlijkse vergoeding voor toezicht verlangt. Deze verordening dient daarom begin 2020 in werking te treden. |
(10) |
Daarom dient Verordening (EU) nr. 1163/2014 (ECB/2014/41) dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
Verordening (EU) nr. 1163/2014 (ECB/2014/41) wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 6 wordt geschrapt; |
5) |
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Artikel 9 wordt geschrapt. |
7) |
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Artikel 12, lid 1 wordt als volgt vervangen:
|
9) |
In artikel 13, lid 1, wordt de tweede zin geschrapt. |
10) |
Artikel 16 wordt geschrapt. |
11) |
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
|
12) |
Het volgende artikel 17 bis wordt ingevoegd: “Artikel 17 bis Overgangsregelingen voor de vergoedingsperiode 2020 1. De door iedere onder toezicht staande entiteit en onder toezicht staande groep verschuldigde jaarlijkse vergoeding voor toezicht voor de vergoedingsperiode 2020 wordt gespecificeerd in de vergoedingskennisgeving die in 2021 wordt uitgereikt aan de betrokken schuldenaar van de vergoeding. 2. Overschotten of tekorten van de vergoedingsperiode 2019 die die zijn vastgesteld door de werkelijke jaarlijkse kosten die gemaakt zijn ten aanzien van de deze vergoedingsperiode af te trekken van de geraamde jaarlijkse kosten voor deze periode, worden in aanmerking genomen om de jaarlijkse kosten voor de vergoedingsperiode 2020 vast te stellen.”. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat, overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Frankfurt am Main, 5 december 2019.
Voor de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Christine LAGARDE
(1) PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.
(2) Verordening (EU) nr. 1163/2014 van de Europese Centrale Bank van 22 oktober 2014 betreffende een vergoeding voor toezicht (ECB/2014/41) (PB L 311 van 31.10.2014, blz. 23).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).
(4) Verordening (EU) 2015/534 van de Europese Centrale Bank van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13) (PB L 86 van 31.3.2015, blz. 13).