This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019D1800
Council Decision (EU) 2019/1800 of 24 October 2019 on the financial contributions to be paid by Member States to finance the European Development Fund, including the ceiling for 2021, the annual amount for 2020, the first instalment for 2020 and an indicative and non-binding forecast for the expected annual amounts of contributions for the years 2022 and 2023
Besluit (EU) 2019/1800 van de Raad van 24 oktober 2019 betreffende de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2021, het jaarlijkse bedrag voor 2020, de eerste tranche voor 2020 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2022 en 2023
Besluit (EU) 2019/1800 van de Raad van 24 oktober 2019 betreffende de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2021, het jaarlijkse bedrag voor 2020, de eerste tranche voor 2020 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2022 en 2023
ST/12974/2019/INIT
PB L 274 van 28.10.2019, p. 9–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
28.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 274/9 |
BESLUIT (EU) 2019/1800 VAN DE RAAD
van 24 oktober 2019
betreffende de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, inclusief het maximum voor 2021, het jaarlijkse bedrag voor 2020, de eerste tranche voor 2020 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2022 en 2023
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (1), en met name artikel 7,
Gezien Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad van 26 november 2018 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (2) (“Financieel Reglement van het 11e EOF”), en met name artikel 19, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig de procedure van de artikelen 19 tot en met 22 van het Financieel Reglement van het 11e EOF en rekening houdend met een voorstel voor de opneming in de begroting van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), overeenkomstig het voorstel van de Commissie voor het externe financieringsinstrument voor de periode na 2020 dient de Commissie uiterlijk op 15 oktober 2019 een voorstel in voor a) het maximumbedrag van de bijdrage voor 2021; b) het jaarlijkse bedrag van de bijdrage voor 2020; c) het bedrag van de eerste tranche van de bijdrage voor 2020; en d) een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2022 en 2023, |
(2) |
Overeenkomstig artikel 46 van het Financieel Reglement van het 11e EOF heeft de Europese Investeringsbank (EIB) de Commissie haar bijgewerkte vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten toegezonden. |
(3) |
Artikel 20, lid 1, van het Financieel Reglement van het 11e EOF bepaalt dat bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor vorige EOF's worden opgebruikt. Daarom dient een verzoek om bijdragen in het kader van het 10e EOF voor de EIB en in het kader van het 11e EOF voor de Commissie te worden gedaan. |
(4) |
Bij Besluit (EU) 2019/1093 (3) heeft de Raad op woensdag 26 juni 2019 op voorstel van de Commissie besloten de jaarlijkse EOF-bijdragen van de lidstaten voor 2020 vast te stellen op 4 400 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de EOF-bijdragen van de lidstaten voor 2021 wordt vastgesteld op 4 000 000 000 EUR. Het bedrag wordt gesplitst in 3 700 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB.
Artikel 2
Het jaarlijkse bedrag van de EOF-bijdragen van de lidstaten voor 2020 wordt vastgesteld op 4 700 000 000 EUR. Het bedrag wordt gesplitst in 4 400 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB.
Artikel 3
De individuele bijdragen aan het EOF die de lidstaten voor de eerste tranche van 2020 aan de Europese Commissie en de EIB moeten betalen, zijn in de tabel in de bijlage bij dit besluit weergegeven.
Artikel 4
De indicatieve en niet-bindende prognose voor het verwachte jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2022 wordt vastgesteld op 2 700 000 000 EUR voor de Commissie en op 300 000 000 EUR voor de EIB, en voor 2023 op 2 000 000 000 EUR voor de Commissie en op 100 000 000 EUR voor de EIB.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 24 oktober 2019.
Voor de Raad
De voorzitster
A.-K. PEKONEN
(1) PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1.
(2) PB L 307 van 3.12.2018, blz. 1.
(3) Besluit (EU) 2019/1093 van de Raad van 26 juni 2019 tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds, met inbegrip van de tweede tranche voor 2019 en een herzien maximum voor het jaarlijkse bedrag voor 2020 (PB L 173 van 27.6.2019, blz. 49).
BIJLAGE
LIDSTATEN |
Verdeelsleutel 10e EOF |
Verdeelsleutel 11e EOF % |
Eerste tranche 2020 (EUR) |
Totaal |
|
Commissie |
EIB |
||||
11e EOF |
10e EOF |
||||
BELGIË |
3,53 |
3,24927 |
58 486 860,00 |
3 530 000,00 |
62 016 860,00 |
BULGARIJE |
0,14 |
0,21853 |
3 933 540,00 |
140 000,00 |
4 073 540,00 |
TSJECHIË |
0,51 |
0,79745 |
14 354 100,00 |
510 000,00 |
14 864 100,00 |
DENEMARKEN |
2,00 |
1,98045 |
35 648 100,00 |
2 000 000,00 |
37 648 100,00 |
DUITSLAND |
20,50 |
20,57980 |
370 436 400,00 |
20 500 000,00 |
390 936 400,00 |
ESTLAND |
0,05 |
0,08635 |
1 554 300,00 |
50 000,00 |
1 604 300,00 |
IERLAND |
0,91 |
0,94006 |
16 921 080,00 |
910 000,00 |
17 831 080,00 |
GRIEKENLAND |
1,47 |
1,50735 |
27 132 300,00 |
1 470 000,00 |
28 602 300,00 |
SPANJE |
7,85 |
7,93248 |
142 784 640,00 |
7 850 000,00 |
150 634 640,00 |
FRANKRIJK |
19,55 |
17,81269 |
320 628 420,00 |
19 550 000,00 |
340 178 420,00 |
KROATIË |
0,00 |
0,22518 |
4 053 240,00 |
0,00 |
4 053 240,00 |
ITALIË |
12,86 |
12,53009 |
225 541 620,00 |
12 860 000,00 |
238 401 620,00 |
CΥΡRUS |
0,09 |
0,11162 |
2 009 160,00 |
90 000,00 |
2 099 160,00 |
LETLAND |
0,07 |
0,11612 |
2 090 160,00 |
70 000,00 |
2 160 160,00 |
LITOUWEN |
0,12 |
0,18077 |
3 253 860,00 |
120 000,00 |
3 373 860,00 |
LUXEMBURG |
0,27 |
0,25509 |
4 591 620,00 |
270 000,00 |
4 861 620,00 |
HONGARIJE |
0,55 |
0,61456 |
11 062 080,00 |
550 000,00 |
11 612 080,00 |
MALTA |
0,03 |
0,03801 |
684 180,00 |
30 000,00 |
714 180,00 |
NEDERLAND |
4,85 |
4,77678 |
85 982 040,00 |
4 850 000,00 |
90 832 040,00 |
OOSTENRIJK |
2,41 |
2,39757 |
43 156 260,00 |
2 410 000,00 |
45 566 260,00 |
POLEN |
1,30 |
2,00734 |
36 132 120,00 |
1 300 000,00 |
37 432 120,00 |
PORTUGAL |
1,15 |
1,19679 |
21 542 220,00 |
1 150 000,00 |
22 692 220,00 |
ROEMENIË |
0,37 |
0,71815 |
12 926 700,00 |
370 000,00 |
13 296 700,00 |
SLOVENIË |
0,18 |
0,22452 |
4 041 360,00 |
180 000,00 |
4 221 360,00 |
SLOWAKIJE |
0,21 |
0,37616 |
6 770 880,00 |
210 000,00 |
6 980 880,00 |
FINLAND |
1,47 |
1,50909 |
27 163 620,00 |
1 470 000,00 |
28 633 620,00 |
ZWEDEN |
2,74 |
2,93911 |
52 903 980,00 |
2 740 000,00 |
55 643 980,00 |
VERENIGD KONINKRIJK |
14,82 |
14,67862 |
264 215 160,00 |
14 820 000,00 |
279 035 160,00 |
TOTAAL EU-28 |
100,00 |
100,00 |
1 800 000 000,00 |
100 000 000,00 |
1 900 000 000,00 |