Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0327

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/327 van de Commissie van 25 februari 2019 tot vaststelling van maatregelen voor de toegang tot gegevens in het inreis-uitreissysteem (EES)

    C/2019/1220

    PB L 57 van 26.2.2019, p. 10–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/327/oj

    26.2.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 57/10


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/327 VAN DE COMMISSIE

    van 25 februari 2019

    tot vaststelling van maatregelen voor de toegang tot gegevens in het inreis-uitreissysteem (EES)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (1), en met name artikel 36, eerste alinea, onder d),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EU) 2017/2226 is het inreis-uitreissysteem (EES) ingesteld, een systeem dat ten aanzien van onderdanen van derde landen die voor een kort verblijf tot het grondgebied van de lidstaten zijn toegelaten, elektronisch de tijd en plaats van inreis en uitreis registreert en de duur van het toegestane verblijf berekent.

    (2)

    Met het EES wordt beoogd het beheer van de buitengrenzen te verbeteren, irreguliere immigratie te voorkomen en het beheer van de migratiestromen te vereenvoudigen. Het EES dient in het bijzonder bij te dragen tot de identificatie van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden inzake de duur van het toegestane verblijf op het grondgebied van de lidstaten. Daarnaast dient het EES bij te dragen tot het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten.

    (3)

    Voorafgaand aan de ontwikkeling van het EES moeten maatregelen worden genomen voor de ontwikkeling en de technische uitvoering van het EES.

    (4)

    Op basis van die maatregelen moet het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht in staat zijn het ontwerp van de fysieke architectuur van het EES, met inbegrip van de communicatie-infrastructuur, en de technische specificaties van het systeem te bepalen, en over te gaan tot de ontwikkeling van het EES.

    (5)

    De bij het onderhavige besluit voor de ontwikkeling en de technische implementatie van het EES vastgestelde maatregelen moeten worden aangevuld met de technische specificaties en het interface control document van het EES, die zullen worden ontwikkeld door het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht.

    (6)

    Dit besluit laat de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) onverlet.

    (7)

    Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, heeft Denemarken niet deelgenomen aan de aanneming van Verordening (EU) 2017/2226 en is deze derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat. Aangezien Verordening (EU) 2017/2226 echter voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken, overeenkomstig artikel 4 van genoemd protocol, op 30 mei 2018 kennisgegeven van zijn besluit om Verordening (EU) 2017/2226 in zijn nationale wetgeving om te zetten. Denemarken is daarom krachtens internationaal recht verplicht dit besluit uit te voeren.

    (8)

    Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad (3). Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

    (9)

    Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (4). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

    (10)

    Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (6).

    (11)

    Wat Zwitserland betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (8).

    (12)

    Wat Liechtenstein betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (9), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (10).

    (13)

    Wat Cyprus, Bulgarije, Roemenië en Kroatië betreft, is het voor de werking van het EES vereist dat passieve toegang tot het VIS wordt verleend en dat alle bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het SIS, in werking zijn gesteld overeenkomstig de desbetreffende besluiten van de Raad. Aan deze voorwaarden kan slechts worden voldaan nadat de verificatie volgens de toepasselijke Schengenevaluatieprocedure met succes is voltooid. Derhalve mag het EES alleen worden gebruikt door de lidstaten die bij de ingebruikneming van het EES aan deze voorwaarden voldoen. lidstaten die het EES niet vanaf de aanvankelijke ingebruikneming toepassen, moeten met het EES worden verbonden zodra aan al deze voorwaarden is voldaan, volgens de procedure van Verordening (EU) 2017/2226.

    (14)

    De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft op 20 juli 2018 advies uitgebracht.

    (15)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité slimme grenzen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Toegang van de nationale autoriteiten tot het EES

    De bevoegde nationale hebben toegang tot het EES voor de controle van de identiteit en de eerdere registraties van een onderdaan van een derde land en voor het raadplegen van de voor de uitvoering van hun taak vereiste gegevens.

    Daartoe maakt het EES het mogelijk zoekopdrachten uit te voeren aan de hand van alfanumerieke gegevens (de gegevens als bedoeld in artikel 16, lid 1, onder a), b) en c), artikel 16, lid 2, onder d), en artikel 17, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/2226 en biometrische gegevens (de gegevens als bedoeld in artikel 16, lid 1, onder f) en artikel 17, lid 1, onder b), van Verordening (EU) 2017/2226).

    Artikel 2

    Alfanumerieke zoekopdrachten

    1.   Alfanumerieke zoekopdrachten als bedoeld in artikel 23, lid 2, van Verordening (EU) 2017/2226

    Grensautoriteiten hebben toegang voor zoekopdrachten aan de hand van de volgende gegevens:

    a)

    achternaam (familienaam); voornaam/-namen;

    b)

    geboortedatum; nationaliteit(en); geslacht;

    c)

    het soort en het nummer van het reisdocument of de reisdocumenten, en de drieletterige code van het land van afgifte van het reisdocument/de reisdocumenten;

    d)

    de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument/de reisdocumenten verstrijkt;

    Alle in de eerste alinea genoemde gegevens worden gebruikt om de zoekopdracht te starten. De onder a) genoemde gegevens kunnen worden opgezocht aan de hand van niet geheel daarmee overeenstemmende zoekopdrachten, terwijl de overige gegevens moeten worden opgezocht aan de hand van exact daarmee overeenstemmende zoekopdrachten.

    Het centraal systeem van het EES zorgt ervoor dat wanneer er sprake is van een match op grond van de in de eerste alinea onder a) en b) vermelde gegevens, het desbetreffende dossier door het systeem wordt weergegeven, ook als er geen match is op grond van de in de eerste alinea, onder c) en d) vermelde gegevens.

    2.   Alfanumerieke zoekopdrachten als bedoeld in artikel 24 van Verordening (EU) 2017/2226

    De visumautoriteiten van een lidstaat die het Schengenacquis nog niet volledig toepast, maar wel het EES gebruikt, heeft toegang voor zoekopdrachten aan de hand van de volgende gegevens:

    a)

    achternaam (familienaam); voornaam/-namen; geboortedatum; nationaliteit(en); geslacht;

    b)

    het soort en het nummer van het reisdocument of de reisdocumenten, en de drieletterige code van het land van afgifte van het reisdocument/de reisdocumenten, de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument/de reisdocumenten verstrijkt;

    c)

    het stickernummer van het visum voor kort verblijf, met de drieletterige code van de lidstaat van afgifte;

    Ieder combinatie van de in de eerste alinea genoemde gegevens kan worden gebruikt mits:

    de geboortedatum en het geslacht worden gebruikt in combinatie met andere gegevens;

    de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument/de reisdocumenten verstrijkt samen met het nummer van het reisdocument wordt gebruikt.

    De in de eerste alinea onder a), b) en c) genoemde gegevens kunnen worden opgezocht aan de hand van niet geheel daarmee overeenstemmende zoekopdrachten.

    3.   Alfanumerieke zoekopdrachten als bedoeld in artikel 25, lid 2, van Verordening (EU) 2017/2226

    Bevoegde autoriteiten hebben toegang voor zoekopdrachten aan de hand van de volgende gegevens:

    a)

    achternaam (familienaam); voornaam/-namen; geboortedatum; nationaliteit(en); geslacht;

    b)

    het soort en het nummer van het reisdocument of de reisdocumenten, en de drieletterige code van het land van afgifte van het reisdocument/de reisdocumenten;

    c)

    de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument/de reisdocumenten verstrijkt;

    Ieder combinatie van de in de eerste alinea genoemde gegevens kan worden gebruikt mits:

    de geboortedatum en het geslacht worden gebruikt in combinatie met andere gegevens;

    de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument/de reisdocumenten verstrijkt samen met het nummer van het reisdocument wordt gebruikt.

    De in de eerste alinea onder a), b) en c) genoemde gegevens kunnen worden opgezocht aan de hand van niet geheel daarmee overeenstemmende zoekopdrachten.

    4.   Alfanumerieke zoekopdrachten als bedoeld in artikel 26, lid 1, van Verordening (EU) 2017/2226

    De immigratieautoriteiten hebben toegang voor zoekopdrachten aan de hand van de volgende gegevens:

    a)

    achternaam (familienaam); voornaam/-namen; geboortedatum; nationaliteit(en); geslacht;

    b)

    het soort en het nummer van het reisdocument of de reisdocumenten, en de drieletterige code van het land van afgifte van het reisdocument/de reisdocumenten;

    c)

    de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument/de reisdocumenten verstrijkt;

    Alle in de eerste alinea genoemde gegevens worden gebruikt bij de uitvoering van de zoekopdracht.

    De in de eerste alinea onder a), b) en c) genoemde gegevens kunnen worden opgezocht aan de hand van niet geheel daarmee overeenstemmende zoekopdrachten.

    5.   Alfanumerieke zoekopdrachten als bedoeld in artikel 23, lid 2, en artikel 27, lid 1, derde alinea, van Verordening (EU) 2017/2226

    Grens- en/of immigratieautoriteiten hebben toegang voor zoekopdrachten aan de hand van de volgende gegevens:

    a)

    achternaam (familienaam); voornaam/-namen; geboortedatum; nationaliteit(en); geslacht;

    b)

    het soort en het nummer van het reisdocument of de reisdocumenten, en de drieletterige code van het land van afgifte van het reisdocument/de reisdocumenten;

    c)

    de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument/de reisdocumenten verstrijkt;

    De in de eerste alinea onder a), b) en c) genoemde gegevens kunnen worden opgezocht aan de hand van niet geheel daarmee overeenstemmende zoekopdrachten.

    6.   Alfanumerieke zoekopdrachten als bedoeld in artikel 32, lid 5, van Verordening (EU) 2017/2226

    De aangewezen autoriteiten hebben toegang voor zoekopdrachten aan de hand van de volgende gegevens:

    a)

    achternaam (familienaam); voornaam/-namen; geboortedatum; nationaliteit(en); geslacht;

    b)

    het soort en het nummer van het reisdocument of de reisdocumenten, en de drieletterige code van het land van afgifte van het reisdocument/de reisdocumenten, de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument/de reisdocumenten verstrijkt;

    c)

    nummer van de visumsticker en de datum waarop de geldigheidstermijn van het visum verstrijkt;

    d)

    datum en tijdstip van inreis, autoriteit die toestemming voor inreis heeft gegeven en de grensdoorlaatpost van inreis;

    e)

    datum en tijdstip van uitreis en de grensdoorlaatpost van uitreis.

    Ieder combinatie van de in de eerste alinea genoemde gegevens kan worden gebruikt.

    De in de eerste alinea onder a), b) en c) genoemde gegevens kunnen worden opgezocht aan de hand van niet geheel daarmee overeenstemmende zoekopdrachten.

    Artikel 3

    Biometrische zoekopdrachten

    De voorwaarden waaronder biometrische zoekopdrachten kunnen worden verricht, worden vastgesteld in het uitvoeringsbesluit van de Commissie tot vaststelling van de specificaties voor de kwaliteit, de resolutie en het gebruik van vingerafdrukken en gezichtsopnamen voor biometrische verificatie en identificatie in het inreis-uitreissysteem (EES) (11).

    Artikel 4

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 25 februari 2019.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20.

    (2)  Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).

    (3)  Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).

    (4)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

    (5)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

    (6)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    (7)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

    (8)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

    (9)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

    (10)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

    (11)  C(2019) 1280.


    Top