Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D2074

    Besluit (GBVB) 2017/2074 van de Raad van 13 november 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela

    PB L 295 van 14.11.2017, p. 60–68 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 15/05/2024

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/2074/oj

    14.11.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 295/60


    BESLUIT (GBVB) 2017/2074 VAN DE RAAD

    van 13 november 2017

    betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Unie blijft zich grote zorgen maken over de aanhoudende verslechtering van de toestand van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten in Venezuela.

    (2)

    De Raad heeft op 15 mei 2017 conclusies aangenomen waarin hij alle Venezolaanse politieke actoren en instellingen ertoe oproept op constructieve wijze te werken aan een oplossing voor de crisis in het land, met volledige eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten, de democratische instellingen en de scheiding der machten. Hij verklaart tevens dat de vrijlating van opgesloten politieke tegenstanders en de eerbiediging van de grondwettelijke rechten essentiële stappen zijn om vertrouwen op te bouwen en het land te helpen de politieke stabiliteit te herstellen.

    (3)

    De Unie heeft herhaaldelijk haar volledige steun uitgesproken voor de inspanningen in Venezuela ter vergemakkelijking van een snelle, constructieve en doeltreffende dialoog tussen de regering en de parlementaire meerderheid, teneinde voorwaarden te scheppen voor vreedzame oplossingen voor de gecompliceerde uitdagingen waar het land voor staat.

    (4)

    De Unie is een groot voorstander van het faciliteren van externe samenwerking om in de meest dringende behoeften van de bevolking te voorzien en is vastbesloten Venezuela te helpen bij het vinden van vreedzame en democratische oplossingen, onder meer door steun voor de daarop gerichte regionale en internationale inspanningen.

    (5)

    De Unie heeft op 26 juli 2017 haar bezorgdheid geuit over de talloze meldingen over mensenrechtenschendingen en buitensporig geweld, en de Venezolaanse autoriteiten ertoe opgeroepen de grondwet van Venezuela ( „de grondwet”) en de rechtsstaat te eerbiedigen en erop toe te zien dat de grondrechten en fundamentele vrijheden, waaronder het recht van vreedzame betoging, worden gewaarborgd.

    (6)

    De Unie heeft op 2 augustus 2017 verklaard het besluit van de Venezolaanse autoriteiten om door te gaan met de verkiezing van een grondwetgevende vergadering diep te betreuren, aangezien het besluit de crisis in Venezuela blijvend heeft verscherpt en andere legitieme grondwettelijke instellingen, zoals de nationale vergadering, dreigt te ondermijnen. De Unie heeft enerzijds een dringend beroep gedaan op alle partijen om af te zien van geweld en op de autoriteiten om alle mensenrechten ten volle te doen eerbiedigen, en verklaard bereid te zijn bijstand te verlenen op alle terreinen die de dagelijkse omstandigheden van de Venezolaanse bevolking zouden kunnen verlichten, maar heeft anderzijds ook aangegeven haar respons geleidelijk te kunnen opvoeren als blijkt dat de democratische beginselen verder worden ondermijnd en de grondwet niet wordt nageleefd.

    (7)

    In dit verband en in overeenstemming met de op 2 augustus 2017 door de Unie afgelegde verklaring, dienen gerichte beperkende maatregelen te worden opgelegd tegen bepaalde natuurlijke personen en rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen of misbruik van de mensenrechten of de onderdrukking van het maatschappelijk middenveld en de democratische oppositie, en personen, entiteiten en lichamen waarvan de acties, de beleidsmaatregelen of de activiteiten de democratie of de rechtsstaat in Venezuela ondermijnen, alsmede daarmee verbonden personen, entiteiten en lichamen.

    (8)

    Gezien het risico op verder geweld, buitensporig gebruik van dwang en schendingen of misbruik van de mensenrechten, is het daarenboven aangewezen dat beperkende maatregelen worden opgelegd in de vorm van een wapenembargo, alsmede specifieke maatregelen tot het opleggen van beperkingen inzake uitrusting die kan dienen voor binnenlandse repressie en betreffende het voorkomen van misbruik van communicatieapparatuur.

    (9)

    De beperkende maatregelen moeten geleidelijk, doelgericht, flexibel en omkeerbaar zijn, zonder dat de rest van de bevolking erdoor wordt getroffen, en moeten erop gericht zijn een geloofwaardig en zinvol proces te bevorderen dat kan leiden tot een vreedzame oplossing door onderhandelingen.

    (10)

    Om uitvoering te geven aan bepaalde maatregelen, is een bijkomend optreden van de Unie vereist,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    UITVOERBEPERKINGEN

    Artikel 1

    1.   De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, aan Venezuela door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten — ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen — of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of tot hun nationale luchtvaartmaatschappij behorende vliegtuigen, is verboden.

    2.   Er geldt een verbod op:

    a)

    het direct of indirect verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten in verband met militaire activiteiten en het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van alle soorten wapens en aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Venezuela, of voor gebruik in Venezuela;

    b)

    het verstrekken van financiering of financiële steun die verband houdt met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, alsmede verzekeringen en herverzekeringen, voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van wapens en aanverwant materieel of het verlenen van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Venezuela.

    Artikel 2

    De verbodsbepaling van lid 1 geldt niet voor overeenkomsten die vóór 13 november 2017 zijn gesloten of aanvullende overeenkomsten die nodig zijn voor de uitvoering van dergelijke overeenkomsten, op voorwaarde dat zij voldoen aan Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (1), met name aan de criteria in artikel 2 daarvan, en dat de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die de overeenkomst willen uitvoeren de overeenkomst hebben aangemeld bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij zijn gevestigd binnen 5 werkdagen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.

    Artikel 3

    1.   De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan Venezuela door onderdanen van lidstaten of vanuit het grondgebied van lidstaten of met gebruikmaking van onder hun vlag varende schepen of hun luchtvaartuigen, is verboden, ongeacht of de goederen oorspronkelijk van het grondgebied van de lidstaten afkomstig zijn.

    2.   Er geldt een verbod op:

    a)

    het, direct of indirect, verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten, in verband met uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt en met de verstrekking, de fabricage, het onderhoud en het gebruik van dergelijke uitrusting, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Venezuela, of voor gebruik in Venezuela;

    b)

    het, direct of indirect, verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekeringen, alsook verzekering en herverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van dergelijke uitrusting of voor het verlenen van daaraan gerelateerde technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten aan personen, entiteiten of lichamen in Venezuela, of voor gebruik in Venezuela.

    3.   De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder dit artikel moeten vallen.

    Artikel 4

    1.   De artikelen 1 en 3 zijn niet van toepassing op:

    a)

    de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting, alsmede uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie, die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele opbouw van de Verenigde Naties (VN) en de Unie en haar lidstaten of van regionale en subregionale organisaties, of van materieel dat is bedoeld voor crisisbeheersingsoperaties van de VN en de Unie of van regionale en subregionale organisaties;

    b)

    de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van mijnopruimingsuitrusting en materieel voor gebruik bij mijnopruimingsoperaties;

    c)

    het onderhoud van niet-dodelijke uitrusting die kan worden gebruikt door de marine en kustwacht van Venezuela en die uitsluitend bestemd is voor grensbescherming, regionale stabiliteit en het onderscheppen van drugs;

    d)

    het verstrekken van financiering en financiële bijstand in verband met de onder a), b) en c) bedoelde uitrusting of materieel;

    e)

    het verlenen van technische bijstand in verband met de onder a), b) en c) bedoelde uitrusting of materieel;

    mits deze uitvoer van tevoren door de relevante bevoegde autoriteit is goedgekeurd.

    2.   De artikelen 1 en 3 zijn niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de VN, personeel van de Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, en medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee verbonden personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Venezuela worden uitgevoerd.

    Artikel 5

    1.   De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van apparatuur, technologie of software voornamelijk bestemd voor gebruik bij toezicht of interceptie, door of namens het Venezolaanse regime, op het internet en op telefonische communicatie via mobiele of vaste netwerken in Venezuela, met inbegrip van het verstrekken van diensten, van welke aard ook, voor toezicht of interceptie van telecommunicatie of internet, alsmede het verlenen van financiële en technische bijstand door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten bij het installeren, bedienen of actualiseren van dergelijke apparatuur, technologie of software, zijn verboden.

    2.   In afwijking op lid 1 mogen de lidstaten toestemming verlenen tot de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de in lid 1 bedoelde apparatuur, technologie of software, met inbegrip van het verstrekken van diensten, van welke aard ook, voor toezicht of interceptie van telecommunicatie of internet, alsmede het verlenen van daaraan gerelateerde financiële en technische bijstand, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de apparatuur, technologie of software door de regering van Venezuela, door overheidsorganen, -bedrijven of -agentschappen, of door personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen, niet zou worden gebruikt voor interne repressie.

    De betrokken lidstaat zal de andere lidstaten en de Commissie op de hoogte brengen van elke op grond van dit lid verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

    3.   De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder dit artikel vallen.

    HOOFDSTUK II

    TOEGANGSBEPERKINGEN

    Artikel 6

    1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van:

    a)

    natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen of misbruik van de mensenrechten of de repressie van maatschappelijke organisaties en de democratische oppositie in Venezuela, of

    b)

    natuurlijke personen wier acties, beleidsmaatregelen of activiteiten de democratie of de rechtsstaat in Venezuela anderszins ondermijnen,

    als genoemd in bijlage I.

    2.   Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun grondgebied van hun eigen onderdanen te weigeren.

    3.   Lid 1 laat de gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:

    a)

    als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

    b)

    als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door of plaatsvindt onder auspiciën van de VN;

    c)

    krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent, of

    d)

    krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 tussen de Heilige Stoel (Staat Vaticaanstad) en Italië.

    4.   Lid 3 wordt geacht ook van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

    5.   De Raad wordt naar behoren geïnformeerd in elk van de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 of lid 4 een vrijstelling verleent.

    6.   De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden die deze reizen rechtvaardigen, of wanneer de reis plaatsvindt om intergouvernementele vergaderingen bij te wonen en vergaderingen geïnitieerd door de Unie of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerende voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, wanneer daar een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat, in Venezuela rechtstreeks worden bevorderd.

    7.   Een lidstaat die de in lid 6 bedoelde vrijstellingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn verleend, tenzij een of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling schriftelijk bezwaar maken. Indien een of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgestelde vrijstelling te verlenen.

    8.   Indien een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 6 en 7 machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in bijlage I vermelde personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de daarbij betrokken personen.

    HOOFDSTUK III

    BEVRIEZING VAN TEGOEDEN EN ECONOMISCHE MIDDELEN

    Artikel 7

    1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van:

    a)

    natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen of misbruik van de mensenrechten of de onderdrukking van maatschappelijke organisaties en de democratische oppositie in Venezuela;

    b)

    natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarvan de acties, beleidsmaatregelen of activiteiten de democratie of de rechtsstaat in Venezuela anderszins ondermijnen,

    als vermeld in bijlage I, worden bevroren.

    2.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die banden hebben met de in lid 1 bedoelde personen, entiteiten of lichamen, als vermeld in bijlage II, worden bevroren.

    3.   Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de op de lijst in bijlage I of II geplaatste natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

    4.   De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan, onder voorwaarden die zij passend acht, het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of het ter beschikking stellen van bepaalde tegoeden of economische middelen toestaan, nadat zij heeft vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

    a)

    noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage I of II genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de leden van het gezin van die natuurlijke personen die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen en medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

    b)

    uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

    c)

    uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematig houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

    d)

    noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit, ten minste twee weken voor zij de toestemming geeft, de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis heeft gesteld van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven, of

    e)

    gestort zullen worden op of betaald zullen worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die immuniteit geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.

    De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

    5.   In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a)

    de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een scheidsrechterlijke beslissing die is gegeven vóór de datum waarop de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam bedoeld in lid 1 of lid 2 op de lijst in bijlage I of II is geplaatst, dan wel van een vóór of na die datum in de Unie gegeven rechterlijke of administratieve beslissing of in de betrokken lidstaat uitvoerbare rechterlijke beslissing;

    b)

    de tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan de vorderingen die bij de beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de rechten van de houders van die vorderingen;

    c)

    de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijst in bijlage I of II geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, en

    d)

    de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

    De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

    6.   De leden 1 en 2 beletten niet dat een op de lijst in bijlage I of II geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, betalingen doet die verschuldigd zijn uit hoofde van een contract of overeenkomst gesloten door, of op grond van een een verplichting ontstaan voor, een in bijlage I of II vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam daarin werd opgenomen, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling lid 3 niet schendt.

    7.   Lid 3 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

    a)

    rente of andere inkomsten op die rekeningen;

    b)

    betalingen die verschuldigd zijn overeenkomstig contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in de leden 1, 2 en 3 vervatte maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden, of

    c)

    betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van een gerechtelijke, administratieve of scheidsrechterlijke beslissing die in de Unie is gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is,

    mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onderworpen blijven aan de in lid 1 of lid 2 vervatte maatregelen.

    HOOFDSTUK IV

    ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 8

    1.   De Raad stelt met eenparigheid van stemmen op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de in de bijlagen I en II opgenomen lijsten en eventuele wijzigingen daaraan vast.

    2.   De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van het in lid 1 bedoelde besluit, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die persoon, entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kan indienen.

    3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad het in lid 1 bedoelde besluit en brengt hij de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het lichaam daarvan op de hoogte.

    Artikel 9

    1.   In de bijlagen I en II worden de redenen vermeld voor opneming in de lijst van de in artikel 6, lid 1, en artikel 7, lid 1, respectievelijk artikel 7, lid 2, bedoelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen.

    2.   De bijlagen I en II bevatten ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit: namen, inclusief aliassen; geboortedatum en -plaats; nationaliteit; paspoort- en identiteitskaartnummers; geslacht; adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen, kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en plaats van vestiging.

    Artikel 10

    Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in dit besluit vastgelegde maatregelen worden omzeild.

    Artikel 11

    Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van dit besluit zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

    a)

    de in bijlage I of II opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

    b)

    een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

    Artikel 12

    Teneinde de in dit besluit opgenomen maatregelen zo veel mogelijk effect te doen sorteren, moedigt de Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen als de in dit besluit genoemde te treffen.

    Artikel 13

    Dit besluit is van toepassing tot en met 14 november 2018.

    Dit besluit wordt voortdurend geëvalueerd. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd, indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.

    Artikel 14

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 13 november 2017.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    F. MOGHERINI


    (1)  Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99).


    BIJLAGE I

    Lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen als bedoeld in artikel 6, lid 1, en artikel 7, lid 1


    BIJLAGE II

    Lijst van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen als bedoeld in artikel 7, lid 2


    Top