Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R2290

    Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2290 van de Commissie van 16 december 2016 tot goedkeuring van perazijnzuur als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoorten 11 en 12 (Voor de EER relevante tekst )

    C/2016/8405

    PB L 344 van 17.12.2016, p. 71–73 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2016/2290/oj

    17.12.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 344/71


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/2290 VAN DE COMMISSIE

    van 16 december 2016

    tot goedkeuring van perazijnzuur als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoorten 11 en 12

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 89, lid 1, derde alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie (2) is een lijst vastgesteld van bestaande werkzame stoffen die moeten worden beoordeeld met het oog op de mogelijke goedkeuring ervan voor gebruik in biociden. In die lijst is perazijnzuur opgenomen.

    (2)

    Perazijnzuur is beoordeeld voor gebruik in producten van de in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 528/2012 beschreven productsoort 11 (conserveringsmiddelen voor vloeistofkoelings- en verwerkingssystemen) en productsoort 12 (slijmbestrijdingsmiddelen).

    (3)

    Finland is als beoordelende bevoegde autoriteit aangewezen en heeft op 3 juli 2015 de beoordelingsverslagen met aanbevelingen ingediend.

    (4)

    Overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 heeft het Comité voor biociden op 14 juni 2016 de adviezen van het Europees Agentschap voor chemische stoffen geformuleerd, rekening houdend met de conclusies van de beoordelende bevoegde autoriteit.

    (5)

    Volgens die adviezen kan van biociden van de productsoorten 11 en 12 die perazijnzuur bevatten, worden verwacht dat zij aan de criteria van artikel 19, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 528/2012 voldoen, mits bepaalde specificaties en voorwaarden voor het gebruik ervan worden nageleefd.

    (6)

    Bijgevolg moet perazijnzuur worden goedgekeurd voor gebruik in biociden van de productsoorten 11 en 12, mits bepaalde specificaties en voorwaarden worden nageleefd.

    (7)

    Perazijnzuur bevindt zich in een waterige oplossing van azijnzuur en waterstofperoxide. Vanwege de aanwezigheid van waterstofperoxide — een stof die kan worden gebruikt bij de productie van precursoren voor explosieven — gelden vergunningen voor biociden die perazijnzuur bevatten, onverminderd Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3).

    (8)

    Er moet in een redelijke termijn worden voorzien voordat een werkzame stof wordt goedgekeurd, zodat de betrokken partijen de nodige voorbereidende maatregelen kunnen nemen om aan de nieuwe eisen te voldoen.

    (9)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Perazijnzuur wordt goedgekeurd als werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoorten 11 en 12, mits de in de bijlage vastgestelde specificaties en voorwaarden worden nageleefd.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 16 december 2016.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB L 294 van 10.10.2014, blz. 1).

    (3)  Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 1).


    BIJLAGE

    Triviale naam

    IUPAC-naam

    Identificatienummers

    Minimale zuiverheidsgraad van de werkzame stof (1)

    Datum van goedkeuring

    Datum van het verstrijken van de goedkeuring

    Productsoort

    Bijzondere voorwaarden

    Perazijnzuur

    IUPAC-naam:

    Ethaanperoxidezuur

    EC-nr.: 201-186-8

    CAS-nr.: 79-21-0

    De specificatie is gebaseerd op de grondstoffen waterstofperoxide en azijnzuur, die voor de vervaardiging van perazijnzuur worden gebruikt.

    Perazijnzuur bevindt zich in een waterige oplossing die azijnzuur en waterstofperoxide bevat.

    1 juli 2018

    30 juni 2028

    11

    Aan vergunningen voor biociden worden de volgende voorwaarden verbonden:

    1.

    Bij de beoordeling van het product moet bijzondere aandacht worden geschonken aan de blootstelling, de risico's en de werkzaamheid bij alle gebruikswijzen die onder de vergunningsaanvraag vallen maar in de risicobeoordeling van de werkzame stof op het niveau van de Unie niet aan bod zijn gekomen.

    2.

    Vanwege de aanwezigheid van waterstofperoxide doen vergunningen van biociden geen afbreuk aan Verordening (EU) nr. 98/2013.

    3.

    Gezien de risico's bij de beoordeelde gebruikswijzen moet bij de beoordeling van het product bijzondere aandacht worden geschonken aan:

    a)

    industriële en professionele gebruikers;

    b)

    zeewater voor producten die worden gebruikt in doorstroomkoelsystemen;

    c)

    bodem- en oppervlaktewater voor producten die worden gebruikt in grote open recirculatiekoelsystemen.

    12

    Aan vergunningen voor biociden worden de volgende voorwaarden verbonden:

    1.

    Bij de beoordeling van het product moet bijzondere aandacht worden geschonken aan de blootstelling, de risico's en de werkzaamheid bij alle gebruikswijzen die onder de vergunningsaanvraag vallen maar in de risicobeoordeling van de werkzame stof op het niveau van de Unie niet aan bod zijn gekomen.

    2.

    Vanwege de aanwezigheid van waterstofperoxide doen vergunningen van biociden geen afbreuk aan Verordening (EU) nr. 98/2013.

    3.

    Gezien de risico's bij de beoordeelde gebruikswijzen moet bij de beoordeling van het product bijzondere aandacht worden geschonken aan industriële en professionele gebruikers.


    (1)  De in deze kolom vermelde zuiverheid is de minimale zuiverheidsgraad van de werkzame stof die overeenkomstig artikel 89, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is beoordeeld. De werkzame stof in het in de handel gebrachte product kan dezelfde of een andere zuiverheid hebben, mits bewezen is dat de werkzame stof technisch gelijkwaardig is aan de beoordeelde werkzame stof.


    Top