EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32016D1202
Council Decision (EU) 2016/1202 of 18 July 2016 establishing the position to be taken on behalf of the European Union within the General Council of the World Trade Organisation on the United States' request for a WTO waiver to extend the system of preferential treatment granted to the Former Trust Territory of the Pacific Islands
Besluit (EU) 2016/1202 van de Raad van 18 juli 2016 tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing met het oog op de verlenging van het systeem van toekenning van een preferentiële behandeling aan het voormalige Trustschap van de Pacifische Eilanden
Besluit (EU) 2016/1202 van de Raad van 18 juli 2016 tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing met het oog op de verlenging van het systeem van toekenning van een preferentiële behandeling aan het voormalige Trustschap van de Pacifische Eilanden
PB L 198 van 23.7.2016, p. 43–43
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
23.7.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 198/43 |
BESLUIT (EU) 2016/1202 VAN DE RAAD
van 18 juli 2016
tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing met het oog op de verlenging van het systeem van toekenning van een preferentiële behandeling aan het voormalige Trustschap van de Pacifische Eilanden
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel IX, leden 3 en 4, van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie („de WTO-overeenkomst”) worden de procedures vastgesteld voor de verlening van ontheffingen van aan een lid door de WTO-overeenkomst of andere multilaterale handelsovereenkomsten opgelegde verplichtingen. |
(2) |
De aan de Verenigde Staten verleende ontheffing van de verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel 1994 („de GATT 1994”) werd meest recentelijk op 1 augustus 2007 verlengd, voor de periode tot en met 31 december 2016. |
(3) |
De Verenigde Staten hebben overeenkomstig artikel IX, lid 3, van de WTO-overeenkomst een verzoek ingediend om tot en met 31 december 2026 zodanig te worden ontheven van hun verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, van de GATT 1994 dat zij in een preferentiële behandeling kunnen blijven voorzien voor in aanmerking komende producten van het voormalige Trustschap van de Pacifische Eilanden (Republiek der Marshalleilanden, de Federale Staten van Micronesia, het Gemenebest der Noordelijke Marianen en de Republiek Palau) die in het douanegebied van de Verenigde Staten worden ingevoerd. |
(4) |
Het inwilligen van het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zou geen negatieve invloed hebben op de economie van de Unie, noch op de handelsbetrekkingen met de begunstigden van de ontheffing. |
(5) |
Daarom moet worden vastgesteld dat namens de Unie in de Algemene Raad van de WTO ten aanzien van het ontheffingsverzoek van de Verenigde Staten een positief standpunt moet worden ingenomen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie moet worden ingenomen is dat zij het door de Verenigde Staten ingediende verzoek om een ontheffing van verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel 1994 tot en met 31 december 2026, in overeenstemming met de voorwaarden in dat verzoek, steunt.
Dit standpunt zal door de Commissie tot uitdrukking worden gebracht.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 18 juli 2016.
Voor de Raad
De voorzitter
G. MATEČNÁ