This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014R1397
Commission Delegated Regulation (EU) No 1397/2014 of 22 October 2014 amending Regulation (EU) No 318/2013 adopting the programme of ad hoc modules, covering the years 2016 to 2018, for the labour force sample survey provided for by Council Regulation (EC) No 577/98 Text with EEA relevance
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1397/2014 van de Commissie van 22 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 318/2013 van de Commissie tot vaststelling van het programma van speciale modules voor de jaren 2016-2018 bij de steekproefenquête naar de arbeidskrachten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad Voor de EER relevante tekst
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1397/2014 van de Commissie van 22 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 318/2013 van de Commissie tot vaststelling van het programma van speciale modules voor de jaren 2016-2018 bij de steekproefenquête naar de arbeidskrachten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad Voor de EER relevante tekst
PB L 370 van 30.12.2014, p. 42–43
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32013R0318 | vervanging | bijlage | 19/01/2015 |
30.12.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 370/42 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1397/2014 VAN DE COMMISSIE
van 22 oktober 2014
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 318/2013 van de Commissie tot vaststelling van het programma van speciale modules voor de jaren 2016-2018 bij de steekproefenquête naar de arbeidskrachten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad van 9 maart 1998 betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap (1), en met name artikel 7 bis, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) nr. 318/2013 van de Commissie (2) is het programma van speciale modules vastgesteld bij de steekproefenquête voor de jaren 2016-2018. Voor elke speciale module zijn het onderwerp, de referentieperiode, de omvang van de steekproef en de termijn voor de toezending van de resultaten vastgelegd. |
(2) |
Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 545/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3) zijn in dat programma ook de lijst en beschrijving van de gebieden van gespecialiseerde informatie voor elke speciale module vastgelegd („speciale submodules”). |
(3) |
Om ervoor te zorgen dat Verordening (EU) nr. 318/2013 overeenkomt met Verordening (EG) nr. 577/98 zoals gewijzigd, moeten de namen en een beschrijving van elk van de speciale submodules worden toegevoegd aan de eerstgenoemde verordening. |
(4) |
Verordening (EU) nr. 318/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EU) nr. 318/2013 wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 22 oktober 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 77 van 14.3.1998, blz. 3.
(2) Verordening (EU) nr. 318/2013 van de Commissie van 8 april 2013 tot vaststelling van het programma van speciale modules voor de jaren 2016-2018 bij de steekproefenquête naar de arbeidskrachten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad (PB L 99 van 9.4.2013, blz. 11).
(3) Verordening (EU) nr. 545/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap (PB L 163 van 29.5.2014, blz. 10).
BIJLAGE
„BIJLAGE
ARBEIDSKRACHTENENQUÊTE
Meerjarig programma van speciale modules
1. JONGEREN OP DE ARBEIDSMARKT
Referentieperiode: 2016
Submodules (gebieden waarvoor gedetailleerdere informatie moet worden verstrekt):
|
Submodule 1: Onderwijsachtergrond Doel: toelichting geven over de onderwijsachtergrond van jongeren en aspecten identificeren die waarschijnlijk invloed hebben op hun carrièremogelijkheden. |
|
Submodule 2: Werk vinden Doel: informatie vergaren over de persoonlijke aanpak van jongeren om werk te vinden en de hulp die zij hierbij krijgen; nagaan of jongeren van mening zijn dat hun opleidingsniveau voldoet aan de vereisten van hun huidige werk. |
2. ZELFSTANDIGE ARBEID
Referentieperiode: 2017
Submodules (gebieden waarvoor gedetailleerdere informatie moet worden verstrekt):
|
Submodule 1: Economisch afhankelijke zelfstandige arbeid Doel: de populatie van economisch afhankelijke zelfstandigen identificeren. Deze groep heeft kenmerken gemeen met zowel werknemers als zelfstandigen en heeft derhalve een ambivalente beroepsstatus. |
|
Submodule 2: Arbeidsomstandigheden van zelfstandigen Doel: analyseren van de arbeidsomstandigheden van zelfstandigen en van hun belangrijkste beweegredenen om als zelfstandige te werken. |
|
Submodule 3: Zelfstandigen en werknemers Doel: de opvattingen en vooruitzichten van zelfstandigen vergelijken met die van werknemers, bv. mate van arbeidsvoldoening. |
3. COMBINATIE VAN WERK EN GEZIN
Referentieperiode: 2018
Submodules (gebieden waarvoor gedetailleerdere informatie moet worden verstrekt):
|
Submodule 1: Zorgverplichtingen Doel: vaststellen in welke mate de beschikbaarheid van geschikte zorgdiensten voor kinderen en andere afhankelijke personen invloed heeft op de deelname van mensen op de arbeidsmarkt. |
|
Submodule 2: Flexibiliteit van arbeidsregelingen Doel: de mate van flexibiliteit vaststellen die op het werk wordt geboden met betrekking tot het combineren van werk en gezin. |
|
Submodule 3: Loopbaanonderbrekingen en ouderschapsverlof Doel: loopbaanonderbrekingen vaststellen die verband houden met zorg voor kinderen of andere afhankelijke personen, met name ouderschapsverlof, en de duur ervan analyseren.”. |