EUR-Lex Adgang til EU-lovgivningen

Tilbage til forsiden

Dette dokument er et uddrag fra EUR-Lex

Dokument 32014R0547

Verordening (EU, Euratom) nr. 547/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

PB L 163 van 29.5.2014, s. 18–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dokumentets juridiske status Ikke længere i kraft, Gyldighedsperiodens slutdato: 01/08/2018; stilzwijgende opheffing door 32018R1046

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/547/oj

29.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/18


VERORDENING (EU, Euratom) Nr. 547/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 mei 2014

tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 322,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Rekenkamer (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (3), vastgesteld op 25 oktober 2012, is een gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gevoegd, waarinzij overeenkomen dat die verordening wordt herzien om wijzigingen te kunnen aanbrengen die nodig zijn geworden als gevolg van de resultaten van de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020.

(2)

Ingevolge de vaststelling van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) en Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5) is het in overeenstemming met de gemeenschappelijke verklaring noodzakelijk Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 te wijzigen om daarin de regels op te nemen inzake overdracht voor de reserve voor noodhulp en voor projecten die in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen worden gefinancierd.

(3)

De kredieten voor de reserve voor noodhulp zijn onder de begrotingstitel „Reserves” van de algemene begroting van de Unie opgenomen. Bijgevolg is het noodzakelijk Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 te wijzigen om te voorzien in de overdracht naar jaar n+1 van kredieten die in een reserve zijn opgenomen en in jaar n niet worden gebruikt.

(4)

Gezien de aard van de in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen gefinancierde projecten, zullen in vele gevallen complexe aanbestedingsprocedures noodzakelijk zijn. Bijgevolg kunnen zelfs beperkte vertragingen bij de voltooiing van deze projecten ertoe leiden dat jaarlijkse vastleggingskredieten verloren gaan en dat de levensvatbaarheid van de projecten, en zodoende de politieke ambitie van de Unie om de vervoers-, energie- en telecommunicatienetwerken en -infrastructuur te moderniseren, in het gedrang komt. Om zulks te voorkomen, dient Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 ook te worden gewijzigd om de overdracht naar het volgende begrotingsjaar mogelijk te maken voor vastleggingskredieten voor in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen gefinancierde projecten die aan het einde van elk van de begrotingsjaren 2014, 2015 en 2016 niet zijn gebruikt. De overdracht moet aan het Europees Parlement en de Raad worden voorgelegd ter goedkeuring.

(5)

Ingevolge de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6), is het noodzakelijk Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 te wijzigen om vrijgemaakte kredieten weder op te voeren voor de uitvoering van de prestatiereserve en voor de financieringsinstrumenten voor onbeperkte garanties en securitisatie ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen in Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

het volgende punt wordt toegevoegd:

„c)

de bedragen die overeenstemmen met vastleggingskredieten voor de reserve voor noodhulp;”;

ii)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„De onder c) van de eerste alinea bedoelde bedragen kunnen alleen naar het volgende begrotingsjaar worden overgedragen.”;

b)

lid 6 wordt vervangen door:

„6.   Onverminderd lid 2, eerste alinea, onder c), van dit artikel en artikel 14 worden in een reserve opgenomen kredieten en de kredieten voor personeelsuitgaven niet overgedragen. Voor de toepassing van dit artikel omvatten personeelsuitgaven de bezoldigingen en vergoedingen van de leden en het personeel van de instellingen waar het personeelsstatuut op van toepassing is.”.

2.

In deel II wordt de titel van titel II vervangen door:

„TITEL II

DE STRUCTUURFONDSEN, HET COHESIEFONDS, HET EUROPEES VISSERIJFONDS, HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING, DE GEDEELD BEHEERDE FONDSEN OP HET GEBIED VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT EN DE FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR EUROPESE VERBINDINGEN”.

3.

In artikel 178 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   De aldus vrijgemaakte kredieten kunnen worden weder opgevoerd in geval van:

a)

vrijmaking van kredieten van een programma dat valt onder de regelingen voor de uitvoering van de prestatiereserve die is ingesteld overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7);

b)

vrijmaking van kredieten van een programma dat bestemd is voor een specifiek financieringsinstrument ten behoeve van kmo’s als gevolg van de beëindiging van de deelname van een lidstaat aan het financieringsinstrument, zoals bedoeld in artikel 39, lid 2, zevende alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013.

(7)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).”."

4.

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 178 bis

Overdracht van vastleggingskredieten voor de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen

1.   Voor projecten die gefinancierd worden in het kader van de bij Verordening nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad (8) vastgestelde financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen kunnen vastleggingskredieten voor de begrotingsjaren 2014, 2015 en 2016 die aan het einde van het begrotingsjaar nog niet vastgelegd zijn, alleen naar het volgende begrotingsjaar worden overgedragen.

2.   De Commissie legt de overdrachten met betrekking tot het voorgaande begrotingsjaar uiterlijk op 15 februari van het lopende begrotingsjaar aan het Europees Parlement en de Raad voor.

3.   Het Europees Parlement en de Raad, die handelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, nemen over elk voorstel tot overdracht uiterlijk op 31 maart van het lopende begrotingsjaar een besluit.

4.   Het voorstel tot overdracht is goedgekeurd indien binnen de in lid 3 genoemde termijn:

a)

het Europees Parlement en de Raad ermee instemmen;

b)

het Europees Parlement of de Raad ermee instemt en de andere instelling zich van een besluit onthoudt;

c)

het Europees Parlement en de Raad zich van een besluit onthouden of geen besluit tot afwijzing van het voorstel nemen.

(8)  Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013, tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).”."

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

D. KOURKOULAS


(1)  PB C 4 van 8.1.2014, blz. 1.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 16 april 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 6 mei 2014.

(3)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

(4)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

(5)  Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

(6)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).


Gemeenschappelijke verklaring over de afzonderlijke kwijting voor gemeenschappelijke ondernemingen overeenkomstig artikel 209 van het Financieel Reglement

1.

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn het erover eens dat gemeenschappelijke ondernemingen zouden moeten worden opgericht overeenkomstig artikel 209 van het Financieel Reglement, zodat zij kunnen profiteren van de vereenvoudigde financiële regels die beter aansluiten bij hun publiek-private aard.

Zij zijn het echter ook eens over het volgende:

Gezien de specifieke aard en de huidige status van de gemeenschappelijke ondernemingen en ten behoeve van continuïteit met het zevende kaderprogramma zou er voor de gemeenschappelijke ondernemingen een afzonderlijke kwijting moeten blijven bestaan die op aanbeveling van de Raad door het Europees Parlement wordt verleend. Daarom zullen in de oprichtingshandelingen van de gemeenschappelijke ondernemingen die in het kader van het programma Horizon 2020 worden opgericht specifieke afwijkingen van artikel 209 van het Financieel Reglement worden ingevoerd. In deze afwijkingen zal worden verwezen naar de afzonderlijke kwijting en zullen zo nodig aanvullende aanpassingen staan.

De gedelegeerde verordening van de Commissie van 30 september 2013 betreffende de financiële modelregeling voor PPP's overeenkomstig artikel 209 van het Financieel Reglement moet in werking treden, zodat de gemeenschappelijke ondernemingen onmiddellijk kunnen profiteren van de in het nieuwe financiële kader ingevoerde vereenvoudigingen.

2.

Het Europees Parlement en de Raad nemen er nota van dat de Commissie:

ervoor zal zorgen dat de financiële regels van de gemeenschappelijke ondernemingen afwijkingen van de financiële modelregeling voor PPP's bevatten die weergeven dat er in hun oprichtingshandelingen een afzonderlijke kwijting is ingevoerd;

voornemens is de noodzakelijke wijzigingen in de artikel 209 en artikel 60, lid 7 van het Financieel Reglement voor te stellen in het kader van de toekomstige herziening van het Financieel Reglement.


Op