Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0192

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 192/2014 van de Commissie van 27 februari 2014 tot goedkeuring van de werkzame stof 1,4-dimethylnaftaleen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 Voor de EER relevante tekst

    PB L 59 van 28.2.2014, p. 20–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2014/192/oj

    28.2.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 59/20


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 192/2014 VAN DE COMMISSIE

    van 27 februari 2014

    tot goedkeuring van de werkzame stof 1,4-dimethylnaftaleen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, en tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2, en artikel 78, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2), wat de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden betreft, van toepassing op werkzame stoffen waarvoor vóór 14 juni 2011 een besluit is vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 3, van die richtlijn. Voor 1,4-dimethylnaftaleen is bij Besluit 2010/244/EU (3) van de Commissie aan de voorwaarden van artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voldaan.

    (2)

    Nederland heeft op 25 juni 2009 overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van DormFresh Ltd een aanvraag ontvangen om de werkzame stof 1,4-dimethylnaftaleen in bijlage I bij richtlijn 91/414/EEG op te nemen. Bij Besluit 2010/244/EU is bevestigd dat het dossier „volledig” was, dat wil zeggen dat het in beginsel geacht kon worden aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG te voldoen.

    (3)

    Voor die werkzame stof zijn de uitwerking op de gezondheid van mens en dier en het milieueffect overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde toepassingen. De als rapporteur aangewezen lidstaat heeft op 21 maart 2012 een ontwerpbeoordelingsverslag ingediend.

    (4)

    Het ontwerpbeoordelingsverslag is door de lidstaten en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) onderzocht. De EFSA heeft haar conclusie over de risicobeoordeling van de werkzame stof 1,4-dimethylnaftaleen als pesticide (4) op 16 mei 2013 aan de Commissie voorgelegd. Het ontwerpbeoordelingsverslag en de conclusie van de EFSA zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 13 december 2013 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie voor 1,4-dimethylnaftaleen.

    (5)

    Uit de verschillende onderzoeken is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die 1,4-dimethylnaftaleen bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), en lid 3, van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. Daarom moet 1,4-dimethylnaftaleen worden goedgekeurd.

    (6)

    Overeenkomstig artikel 13, lid 2, in samenhang met artikel 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis, is het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen op te nemen. Er moet met name verdere bevestigende informatie worden verlangd.

    (7)

    Er dient een redelijke termijn te verstrijken voordat goedkeuring wordt verleend, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de goedkeuring voortvloeien.

    (8)

    Onverminderd de verplichtingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 als gevolg van de goedkeuring en rekening houdend met de specifieke situatie die is ontstaan door de overgang van Richtlijn 91/414/EEG naar Verordening (EG) nr. 1107/2009 is het volgende echter van toepassing. De lidstaten moeten na goedkeuring zes maanden de tijd krijgen om de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die 1,4-dimethylnaftaleen bevatten, opnieuw te onderzoeken. De lidstaten moeten naargelang het geval de toelatingen wijzigen, vervangen of intrekken. In afwijking van die termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en evaluatie van het volledige dossier conform bijlage III, zoals vastgesteld in Richtlijn 91/414/EEG, voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen.

    (9)

    Uit de ervaring met opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie (5) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft, problemen kan opleveren. Om meer problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten daarom worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang verschaft tot een dossier dat aan de eisen van bijlage II bij die richtlijn voldoet. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe goedgekeurde richtlijnen tot wijziging van bijlage I bij die richtlijn of de verordeningen tot goedkeuring van werkzame stoffen geen nieuwe verplichtingen op.

    (10)

    Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moet de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 (6) van de Commissie dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (11)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Goedkeuring van de werkzame stof

    De in bijlage I omschreven werkzame stof 1,4-dimethylnaftaleen wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden goedgekeurd.

    Artikel 2

    Herbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen

    1.   Indien nodig moeten de lidstaten de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die 1,4-dimethylnaftaleen als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 31 december 2014 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 wijzigen of intrekken.

    Uiterlijk op die datum verifiëren zij met name of aan de voorwaarden van bijlage I bij deze verordening is voldaan, met uitzondering van de voorwaarden in de kolom betreffende de specifieke bepalingen van die bijlage, en of de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat volgens de voorwaarden van artikel 13, leden 1 tot en met 4, van Richtlijn 91/414/EEG en artikel 62 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 aan de eisen van bijlage II bij die richtlijn voldoet.

    2.   In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met de kolom betreffende de specifieke bepalingen van bijlage I bij deze verordening, overeenkomstig de uniforme beginselen als bedoeld in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 een nieuwe beoordeling uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat 1,4-dimethylnaftaleen bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk op 30 juni 2014 in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 zijn opgenomen. Aan de hand van die beoordeling bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de voorwaarden van artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

    Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:

    a)

    als 1,4-dimethylnaftaleen de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 december 2015 wordt gewijzigd of ingetrokken; of

    b)

    als het gewasbeschermingsmiddel naast 1,4-dimethylnaftaleen nog een of meer andere werkzame stoffen bevat, de toelating indien nodig uiterlijk op 31 december 2015 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de rechtshandelingen waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd of zijn goedgekeurd, wordt gewijzigd of ingetrokken.

    Artikel 3

    Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

    De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

    Artikel 4

    Inwerkingtreding en toepassingsdatum

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2014.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 27 februari 2014.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

    (2)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

    (3)  Besluit 2010/244/EU van de Commissie van 26 april 2010 houdende de principiële erkenning dat de dossiers die zijn ingediend voor grondig onderzoek met het oog op de eventuele opneming van 1,4-dimethylnaftaleen en cyflumetofen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad, volledig zijn (PB L 107 van 29.4.2010, blz. 22).

    (4)  EFSA Journal 2013; 11(6):3229. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu

    (5)  Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10).

    (6)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).


    BIJLAGE I

    Benaming, identificatie-nummers

    IUPAC-benaming

    Zuiverheid (1)

    Datum van goed-keuring

    Geldig-heidsduur

    Specifieke bepalingen

    1,4-dimethylnaftaleen

    CAS-nr. 571-58-4

    CIPAC-nr. 822

    1,4-dimethylnaftaleen

    ≥ 980 g/kg

    1 juli 2014

    30 juni 2024

    Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over 1,4-dimethylnaftaleen (met name de aanhangsels I en II), dat op 13 december 2013 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

    Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

    a)

    de bescherming van toedieners en werknemers bij de herbetreding en de inspectie van de opslagplaats;

    b)

    het risico voor in het water levende organismen en visetende zoogdieren wanneer de werkzame stof zonder verdere behandeling vanuit opslagplaatsen vrijkomt in de lucht en het oppervlaktewater.

    De gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

    De aanvrager moet bevestigende informatie verstrekken over de residudefinitie voor de werkzame stof.

    De aanvrager moet de desbetreffende informatie uiterlijk op 30 juni 2016 indienen bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA.


    (1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


    BIJLAGE II

    In deel B van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt de volgende vermelding toegevoegd:

    Nummer

    Benaming, identificatienummers

    IUPAC-benaming

    Zuiverheid (1)

    Datum van goedkeuring

    Geldigheidsduur

    Specifieke bepalingen

    „68

    1,4-dimethylnaftaleen

    CAS-nr. 571-58-4

    CIPAC-nr. 822

    1,4-dimethylnaftaleen

    ≥ 980 g/kg

    1 juli 2014

    30 juni 2024

    Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over 1,4-dimethylnaftaleen (met name de aanhangsels I en II), dat op 13 december 2013 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond.

    Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

    a)

    de bescherming van toedieners en werknemers bij de herbetreding en de inspectie van de opslagplaats;

    b)

    het risico voor in het water levende organismen en visetende zoogdieren wanneer de werkzame stof zonder verdere behandeling vanuit opslagplaatsen vrijkomt in de lucht en het oppervlaktewater.

    De gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

    De aanvrager moet bevestigende informatie verstrekken over de residudefinitie voor de werkzame stof.

    De aanvrager moet de desbetreffende informatie uiterlijk op 30 juni 2016 indienen bij de Commissie, de lidstaten en de EFSA.”


    (1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


    Top