Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0386

Besluit 2014/386/GBVB van de Raad van 23 juni 2014 betreffende beperkingen van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol

PB L 183 van 24.6.2014, p. 70–71 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 19/06/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/386/oj

24.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 183/70


BESLUIT 2014/386/GBVB VAN DE RAAD

van 23 juni 2014

betreffende beperkingen van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol, als antwoord op de illegale inlijving van de Krim en Sebastopol

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 6 maart 2014 veroordeelden de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten van de Unie met klem de niet-uitgelokte schending van de Oekraïense soevereiniteit en territoriale integriteit door de Russische Federatie.

(2)

Op 17 maart 2014 heeft de Raad Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (1) vastgesteld.

(3)

Tijdens zijn bijeenkomst van 20 en 21 maart 2014 heeft de Europese Raad de illegale inlijving van de Autonome Republiek van de Krim („de Krim”) en de stad Sebastopol („Sebastopol”) bij de Russische Federatie krachtig veroordeeld en heeft hij benadrukt deze niet te zullen erkennen. De Europese Raad was van oordeel dat bepaalde economische, handels- en financiële beperkingen ten aanzien van de Krim moeten worden voorgesteld, die snel kunnen worden uitgevoerd.

(4)

Op 27 maart 2014 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties Resolutie 68/262 over de territoriale integriteit van Oekraïne aangenomen, waarin zij haar engagement bevestigt voor de soevereiniteit, de politieke onafhankelijkheid, de eenheid en de territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen, en aldus de ongeldigheid van het op 16 maart in de Krim gehouden referendum onderstreept, en alle staten oproept geen wijzigingen in de status van de Krim en Sebastopol te erkennen.

(5)

Tegen deze achtergrond is de Raad van oordeel dat de invoer in de Europese Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol moet worden verboden, met uitzondering van die goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol waaraan door de regering van Oekraïne een oorsprongscertificaat is verleend.

(6)

Om ervoor te zorgen dat de in dit besluit vastgestelde maatregelen hun doel bereiken, dient het in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan.

(7)

Om een aantal maatregelen uit te voeren, is een bijkomend optreden van de Unie vereist,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol wordt verboden.

2.   Het is verboden rechtstreeks of onrechtstreeks financiering te verstrekken of financiële bijstand te verlenen, alsmede verzekeringen en herverzekeringen, in verband met de invoer van goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol.

Artikel 2

De in artikel 1 genoemde verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op goederen van oorsprong uit de Krim of Sebastopol die ter beschikking zijn gesteld voor onderzoek aan en gecontroleerd zijn door de Oekraïense autoriteiten en waaraan door de regering van Oekraïne een oorsprongscertificaat is verleend.

Artikel 3

De in artikel 1 bedoelde verbodsbepalingen laten onverlet dat tot en met 26 september 2014 contracten worden uitgevoerd die vóór 25 juni 2014 zijn gesloten, of aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze verplichtingen en die uiterlijk 26 september 2014 moeten zijn gesloten en uitgevoerd.

Artikel 4

Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen in artikel 1 worden omzeild.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Dit besluit is van toepassing tot en met 23 juni 2015.

Dit besluit wordt voortdurend geëvalueerd. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd, indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn verwezenlijkt.

Gedaan te Luxemburg, 23 juni 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16.


Top