Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013L0028

    Richtlijn 2013/28/EU van de Commissie van 17 mei 2013 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken Voor de EER relevante tekst

    PB L 135 van 22.5.2013, p. 14–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2013/28/oj

    22.5.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 135/14


    RICHTLIJN 2013/28/EU VAN DE COMMISSIE

    van 17 mei 2013

    tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (1), en met name artikel 4, lid 2, onder b),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/53/EG verbiedt het gebruik van lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom in materialen en onderdelen van voertuigen die na 1 juli 2003 in de handel worden gebracht.

    (2)

    Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG bevat een lijst van materialen en onderdelen van voertuigen die van het bij artikel 4, lid 2, onder a), van die richtlijn vastgestelde verbod zijn vrijgesteld. De in bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG genoemde materialen en onderdelen van voertuigen die in de handel worden gebracht vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de betreffende vrijstelling en reserveonderdelen voor die voertuigen mogen lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten.

    (3)

    In bijlage II, punt 8, onder i), is voorzien in een vrijstelling voor lood in soldeer in elektrische toepassingen op glas, met uitzondering van soldeer op gelamineerd glas, die afloopt op 1 januari 2013.

    (4)

    Uit een beoordeling van de technische en wetenschappelijke vooruitgang is gebleken dat het gebruik van lood in de onder punt 8, onder i), vallende toepassing onvermijdelijk is, aangezien de vervangingsmiddelen nog niet beschikbaar zijn.

    (5)

    De maatregelen in deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is opgericht bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (2),

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze richtlijn.

    Artikel 2

    1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk binnen drie maanden na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

    Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 17 mei 2013.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34.

    (2)  PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.


    BIJLAGE

    „BIJLAGE II

    Van de toepassing van artikel 4, lid 2, onder a), vrijgestelde materialen en onderdelen

    Materialen en onderdelen

    Werkingssfeer en einde van de geldigheidsduur van de vrijstelling

    Te merken of herkenbaar te maken overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder b), punt iv)

    Lood als legeringselement

    1a.

    Staal voor verwerkingsdoeleinden en discontinu thermisch verzinkte stalen onderdelen met een loodgehalte van niet meer dan 0,35 gewichtsprocent

     

     

    1b.

    Continu verzinkt plaatstaal dat niet meer dan 0,35 gewichtsprocent lood bevat

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

     

    2a.

    Aluminium voor verwerkingsdoeleinden dat niet meer dan 2 gewichtsprocent lood bevat

    Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht

     

    2b.

    Aluminium dat niet meer dan 1,5 gewichtsprocent lood bevat

    Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

     

    2c.

    Aluminium dat niet meer dan 0,4 gewichtsprocent lood bevat

     (1)

     

    3.

    Koperlegeringen die niet meer dan 4 gewichtsprocent lood bevatten

     (1)

     

    4a.

    Lagerschalen en -zuigers

    Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

     

    4b.

    Lagerschalen en -zuigers in motoren, transmissies en aircocompressoren

    1 juli 2011 en reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2011 in de handel zijn gebracht

     

    Lood en loodverbindingen in onderdelen

    5.

    Batterijen

     (1)

    X

    6.

    Trillingsdempers

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

    X

    7a.

    Vulkaniseermiddelen en stabilisatoren voor elastomeren in remslangen, brandstofslangen, luchtventilatieslangen, elastomeer/metaalonderdelen in de chassistoepassingen en motorophangingen

    Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht

     

    7b.

    Vulkaniseermiddelen en stabilisatoren voor elastomeren in remslangen, brandstofslangen, luchtventilatieslangen, elastomeer/metaalonderdelen in de chassistoepassingen en motorophangingen die niet meer dan 0,5 gewichtsprocent lood bevatten

    Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2006 in de handel zijn gebracht

     

    7c.

    Bindmiddelen voor elastomeren die in aandrijftoepassingen worden gebruikt, met een loodgehalte van niet meer dan 0,5 gewichtsprocent

    Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2009 in de handel zijn gebracht

     

    8a.

    Lood in soldeer om elektrische en elektronische onderdelen aan elektronische printplaten te bevestigen en lood in de afwerking van de uiteinden van andere onderdelen dan elektrolytische aluminiumcondensatoren, in pinnen van onderdelen en in elektronische printplaten

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

    X (2)

    8b.

    Lood in soldeer in elektrische toepassingen, behalve soldeer op elektronische printplaten of op glas

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2011 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

    X (2)

    8c.

    Lood in de afwerking van de uiteinden van elektrolytische aluminiumcondensatoren

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2013 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

    X (2)

    8d.

    Lood in soldeer op glas in luchtmassameters

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2015 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

    X (2)

    8e.

    Lood in soldeer met een hoog smeltpunt (d.w.z. loodlegeringen met ten minste 85 gewichtsprocent lood)

     (3)

    X (2)

    8f.

    Lood in compliante penconnectorsystemen

     (3)

    X (2)

    8g.

    Lood in soldeer voor de totstandbrenging van een haalbare elektrische verbinding tussen een halfgeleider-die en een drager in „flip chip”-behuizingen voor geïntegreerde schakelingen

     (3)

    X (2)

    8h.

    Lood in soldeer om warmteverspreiders te bevestigen aan het koelingslichaam in krachtige halfgeleiders met een chipgrootte van minstens 1 cm2 projectieoppervlak en een nominale spanningsdichtheid van minstens 1 A per mm2 chipoppervlak

     (3)

    X (2)

    8i.

    Lood in soldeer in elektrische toepassingen op glas, met uitzondering van soldeer op gelamineerd glas

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en na die datum als reserveonderdelen voor deze voertuigen

    X (2)

    8j.

    Lood in soldeer op gelamineerd glas

     (3)

    X (2)

    9.

    Klepzittingen

    Als reserveonderdelen voor motortypes die vóór 1 juli 2003 zijn ontwikkeld

     

    10a.

    Elektrische en elektronische onderdelen die lood in glas of keramiek, in een glas- of composiet met keramische matrix, in een glaskeramisch materiaal of een composiet met glaskeramische matrix bevatten.

    Deze vrijstelling heeft geen betrekking op het gebruik van lood in:

    glas in lampen en glazuur van bougies;

    onder 10b, 10c en 10d, genoemde niet-geleidende keramische materialen of onderdelen.

     

    X (4) (voor andere onderdelen dan piëzo-onderdelen in motoren)

    10b.

    Lood in op PZT gebaseerde niet-geleidende keramische materialen van condensatoren die onderdeel zijn van geïntegreerde schakelingen of discrete halfgeleiders

     

     

    10c.

    Lood in diëlektrische keramische materialen in condensatoren voor een nominale spanning van minder dan 125 V wisselstroom of 250 V gelijkstroom

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

     

    10d.

    Lood in diëlektrische keramische materialen in condensatoren die de temperatuurgebonden afwijkingen van sensoren in ultrasone sonarinstallaties compenseren

     (3)

     

    11.

    Pyrotechnische ontstekers

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2006 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

     

    12.

    Loodhoudende thermo-elektrische materialen in elektrische toepassingen in de automobielsector om de CO2-emissies te verminderen door de terugwinning van uitlaatgaswarmte

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2019 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

    X

    Zeswaardig chroom

    13a.

    Corrosiewerende beschermlagen

    Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2007 in de handel zijn gebracht

     

    13b.

    Corrosiewerende beschermlagen van schroefmoerverbindingen voor chassistoepassingen

    Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

     

    14.

    Als anticorrosiemiddel in het koolstofstalen koelsysteem in absorptiekoelkasten in kampeerauto’s tot 0,75 gewichtsprocent in de koeloplossing, behalve wanneer het gebruik van andere koeltechnologieën haalbaar is (d.w.z. op de markt verkrijgbaar voor toepassing in kampeerauto’s) en niet leidt tot negatieve effecten op het gebied van milieu, gezondheid en/of consumentenveiligheid.

     

    X

    Kwik

    15a.

    Ontladingslampen voor koplampen

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

    X

    15b.

    Fluorescentiebuizen voor instrumentenpanelen

    Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

    X

    Cadmium

    16.

    Batterijen voor elektrische voertuigen

    Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 31 december 2008 in de handel zijn gebracht

     

    Een maximale concentratie van 0,1 gewichtsprocent lood, zeswaardig chroom en kwik in homogeen materiaal en 0,01 gewichtsprocent cadmium in homogeen materiaal wordt toegestaan.

    Het hergebruik van onderdelen van voertuigen die op de datum van het verstrijken van een vrijstelling al in de handel waren, wordt zonder beperking toegestaan aangezien dit niet onder artikel 4, lid 2, onder a), valt.

    Na 1 juli 2003 in de handel gebrachte reserveonderdelen die worden gebruikt voor voertuigen die vóór 1 juli 2003 in de handel werden gebracht, zijn vrijgesteld van het bepaalde in artikel 4, lid 2, onder a) ().


    (1)  Deze uitzondering wordt opnieuw bekeken in 2015.

    (2)  Demontage als in combinatie met nummer 10a een gemiddelde drempelwaarde van 60 g per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.

    (3)  Deze uitzondering wordt opnieuw bekeken in 2014.

    (4)  Demontage als in correlatie met nummer 8a tot en met 8j een gemiddelde drempelwaarde van 60 g per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.

    Opmerkingen:

    Een maximale concentratie van 0,1 gewichtsprocent lood, zeswaardig chroom en kwik in homogeen materiaal en 0,01 gewichtsprocent cadmium in homogeen materiaal wordt toegestaan.

    Het hergebruik van onderdelen van voertuigen die op de datum van het verstrijken van een vrijstelling al in de handel waren, wordt zonder beperking toegestaan aangezien dit niet onder artikel 4, lid 2, onder a), valt.

    Na 1 juli 2003 in de handel gebrachte reserveonderdelen die worden gebruikt voor voertuigen die vóór 1 juli 2003 in de handel werden gebracht, zijn vrijgesteld van het bepaalde in artikel 4, lid 2, onder a) ().

    (5)  Deze bepaling is niet van toepassing op wielbalansgewichten, koolborstels voor elektrische motoren en remvoeringen.”


    Top