Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0805

    2013/805/EU: Uitvoeringsbesluit van de Raad van 17 december 2013 waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

    PB L 353 van 28.12.2013, p. 51–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 07/12/2022

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2013/805/oj

    28.12.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 353/51


    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

    van 17 december 2013

    waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

    (2013/805/EU)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 18 juni 2013, heeft de Republiek Polen verzocht om machtiging tot toepassing van bijzondere maatregelen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG, voor bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen en daarmee samenhangende uitgaven (de „maatregelen”).

    (2)

    Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de verzochte afwijkingen bij brief van 10 oktober 2013 aan de overige lidstaten bezorgd. Bij brief van 14 oktober 2013 heeft de Commissie de Republiek Polen meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

    (3)

    Krachtens artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG is een belastingplichtige gerechtigd de belasting over de toegevoegde waarde (btw) af te trekken ter zake van de goederen en diensten die hij ten behoeve van zijn belaste activiteiten heeft ontvangen. Krachtens artikel 26, lid 1, onder a), van die richtlijn geldt er een aangifteplicht voor de btw wanneer een tot het bedrijf behorend goed wordt gebruikt voor privédoeleinden van de belastingplichtige of van zijn personeel of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden.

    (4)

    De door de Republiek Polen gevraagde maatregel wijkt af van die bepalingen in die zin dat zij het recht op aftrek beperken ter zake van de aankoop, huur of leasing van bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen en de daarmee samenhangende uitgaven en de belastingplichtige ontheffen van de verplichting om aangifte te doen van het niet-zakelijke gebruik van onder deze beperking vallende voertuigen.

    (5)

    Het niet-zakelijke gebruik van motorvoertuigen valt moeilijk nauwkeurig te registreren en ook als dat mogelijk is, is de procedure vaak omslachtig. De voorgestelde maatregelen voorzien in een vast tarief voor de aftrekbare btw ter zake van uitgaven voor motorvoertuigen die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, met uitzondering van enkele gevallen. Op basis van actuele gegevens acht de Republiek Polen een tarief van 50% gerechtvaardigd. Teneinde dubbele belasting te voorkomen, dient tegelijkertijd voor de motorvoertuigen die onder deze beperking vallen, ontheffing te worden verleend van de verplichting tot btw-aangifte van het niet-zakelijke gebruik. Die maatregelen zouden kunnen worden gerechtvaardigd door de behoefte om de belastinginning te vereenvoudigen en ontduiking door onjuiste administratie en valse aangiften te voorkomen.

    (6)

    De beperking van het recht op aftrek uit hoofde van de maatregelen moet gelden voor de btw die is betaald op de aankoop, intracommunautaire verwerving, invoer, huur of leasing van bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen alsook op de daarmee samenhangende uitgaven, met inbegrip van de aankoop van brandstof.

    (7)

    Bepaalde soorten motorvoertuigen moeten worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de maatregelen omdat het niet-zakelijke gebruik ervan - gelet op de aard van het voertuig of het soort activiteit waarvoor het wordt gebruikt - onbeduidend wordt geacht. De maatregelen zijn derhalve niet van toepassing op voertuigen met meer dan negen zitplaatsen (met inbegrip van de bestuurdersplaats) of met een toegestaan maximumgewicht van meer dan 3 500 kilogram. De aftrekbeperking geldt ook niet voor de btw ter zake van uitgaven die integraal betrekking hebben op het bedrijf van een belastingplichtige.

    (8)

    Die derogatiemaatregelen dienen in de tijd beperkt te zijn, zodat de effectiviteit ervan kan worden geëvalueerd evenals de toepasselijkheid van het tarief, aangezien het voorgestelde percentage berust op eerste bevindingen in verband met zakelijk gebruik.

    (9)

    Indien de Republiek Polen een verlenging van de maatregelen na 2016 nodig acht, moet het de Commissie uiterlijk 1 april 2016 een verslag voorleggen over de toepassing van de betrokken maatregelen met daarin ook een evaluatie van het toegepaste percentage, tezamen met een verzoek om verlenging.

    (10)

    Op 29 oktober 2004 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad (2), thans Richtlijn 2006/112/EG, aangenomen, dat onder meer voorziet in de harmonisatie van de uitgavencategorieën waarvoor het recht op aftrek mag worden uitgesloten. Dit voorstel voorziet in de mogelijkheid om ter zake van gemotoriseerde wegvoertuigen het recht op aftrek uit te sluiten. De in dit besluit vervatte derogatiemaatregelen dienen te verstrijken op de datum van inwerkingtreding van een dergelijke wijzigingsrichtlijn, indien die vroeger valt dan de vervaldatum in dit besluit.

    (11)

    De derogatie zal geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   In afwijking van artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG wordt de Republiek Polen gemachtigd om het recht op aftrek van btw ter zake van de aankoop, intracommunautaire verwerving, invoer, huur of leasing van gemotoriseerde wegvoertuigen alsook van btw ter zake van met die voertuigen samenhangende uitgaven, tot 50% te beperken, wanneer het voertuig niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt.

    2.   De beperking tot 50 % bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op motorvoertuigen met een toegestaan maximumgewicht van meer dan 3 500 kilogram of motorvoertuigen met meer dan negen zitplaatsen, met inbegrip van de bestuurdersplaats.

    3.   De beperking tot 50 % bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op de btw ter zake van uitgaven die integraal betrekking hebben op het bedrijf van een belastingplichtige.

    Artikel 2

    In afwijking van artikel 26, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/112/EG wordt de Republiek Polen gemachtigd het gebruik van een voertuig waarop de in artikel 1 van dit besluit bedoelde drempel van 50% van toepassing is, voor de privédoeleinden van een belastingplichtige of van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden, niet gelijk te stellen aan een dienst verricht onder bezwarende titel.

    Artikel 3

    1.   Dit besluit wordt van kracht op de dag van kennisgeving ervan.

    Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2014. Het verstrijkt op 31 december 2016 of indien vroeger, op de datum van inwerkingtreding van regels van de Unie waarin wordt vastgesteld welke uitgaven ter zake van gemotoriseerde wegvoertuigen niet in aanmerking komen voor een volledige aftrek van de btw.

    2.   Een verzoek om verlenging van de in dit besluit vervatte maatregelen dient de Commissie uiterlijk op 1 april 2016 te worden voorgelegd. Bij een dergelijk verzoek dient een verslag te worden gevoegd dat ook een evaluatie omvat van het op basis van dit besluit toegepaste percentage van de aftrekbeperking van de btw.

    Artikel 4

    Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.

    Gedaan te Brussel, 17 december 2013.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    L. LINKEVIČIUS


    (1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

    (2)  Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1).


    Top