Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R0212

    Verordening (EU) nr. 212/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 65 van 13.3.2010, p. 16–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/12/2019; stilzwijgende opheffing door 32019R1793

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/212/oj

    13.3.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 65/16


    VERORDENING (EU) Nr. 212/2010 VAN DE COMMISSIE

    van 12 maart 2010

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name op artikel 53, lid 1,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (2), en met name op artikel 15, lid 5, en artikel 63, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (3) worden voorschriften vastgesteld betreffende de meer uitgebreide officiële controles die op de punten van binnenkomst op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004 vermelde grondgebieden moeten worden uitgevoerd op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong. Met name in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 worden diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong vermeld die aan meer uitgebreide officiële controles moeten worden onderworpen.

    (2)

    Artikel 19 van Verordening (EG) nr. 669/2009, dat overgangsmaatregelen bevat, dient zodanig te worden gewijzigd, dat de daarin gebruikte terminologie overeenstemt met de in artikel 8, lid 1, onder b), van die verordening gebruikte terminologie, om moeilijkheden bij de uitlegging van dat artikel te voorkomen.

    (3)

    Na de bekendmaking van Verordening (EG) nr. 669/2009 heeft een aantal lidstaten de Commissie erop gewezen, dat bepaalde in deel A van bijlage I bij die verordening gebruikte GN-codes nauwkeuriger moeten worden gedefinieerd, om gemakkelijker te kunnen vaststellen welke producten onder die definities vallen, en dat in sommige voetnoten in die bijlage technische verduidelijkingen noodzakelijk zijn.

    (4)

    Voorts werd de Commissie aangeraden, een specifieke lijst van residuen van bestrijdingsmiddelen als risico’s in verse, gekoelde of bevroren groenten (levensmiddelen) in de lijst in deel A van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 669/2009 op te nemen, zodat de in de afgelopen drie jaar via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders ontvangen kennisgevingen in aanmerking worden genomen.

    (5)

    Duidelijkheidshalve zijn verdere technische toelichtingen met betrekking tot de richtsnoeren voor het gebruik van het in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 669/2009 opgenomen gemeenschappelijke document van binnenkomst noodzakelijk.

    (6)

    Verordening (EG) nr. 669/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (7)

    Verordening (EG) nr. 669/2009 is van toepassing met ingang van 25 januari 2010. Derhalve dient de onderhavige verordening ook vanaf die datum van toepassing te zijn.

    (8)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 669/2009 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 19 komt als volgt te luiden:

    „Artikel 19

    Overgangsmaatregelen

    1.   Wanneer een aangewezen punt van binnenkomst niet over de vereiste voorzieningen beschikt om de in artikel 8, lid 1, onder b), bedoelde overeenstemmings- en materiële controles uit te voeren, mogen die controles gedurende een periode van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden uitgevoerd in een ander door de bevoegde autoriteit daartoe gemachtigd controlepunt in dezelfde lidstaat, voordat de goederen worden aangegeven voor het vrije verkeer, mits dat controlepunt voldoet aan de in artikel 4 vastgestelde minimumvoorschriften.

    2.   De lidstaten maken een lijst van de overeenkomstig lid 1 gemachtigde controlepunten op hun website bekend.”.

    2)

    De bijlagen worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing vanaf 25 januari 2010.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 12 maart 2010.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

    (2)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1.

    (3)  PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11.


    BIJLAGE

    De bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 699/2009 worden als volgt gewijzigd:

    1)

    Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    Deel A komt als volgt te luiden:

    „A   Diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die aan meer uitgebreide officiële controles op het aangewezen punt van binnenkomst worden onderworpen

    Diervoeders en levensmiddelen

    (beoogd gebruik)

    GN-code (3)

    Land van oorsprong

    Risico

    Frequentie van materiële en overeenstemmingscontroles

    (%)

    Grondnoten en afgeleide producten (diervoeders en levensmiddelen)

    1202 10 90; 1202 20 00; 2008 11

    Argentinië

    Aflatoxinen

    10

    Grondnoten en afgeleide producten (diervoeders en levensmiddelen)

    1202 10 90; 1202 20 00; 2008 11

    Brazilië

    Aflatoxinen

    50

    Sporenelementen (diervoeders en levensmiddelen) (4)

    2817 00 00; 2820; 2821; 2825 50 00; 2833 25 00; 2833 29 20; 2833 29 80; 2836 99

    China

    Cadmium en lood

    50

    Grondnoten en afgeleide producten (diervoeders en levensmiddelen), met name pindakaas (levensmiddel)

    1202 10 90; 1202 20 00; 2008 11

    Ghana

    Aflatoxinen

    50

    Specerijen (levensmiddelen):

    Capsicum spp. (gedroogde vruchten daarvan, heel of gemalen, met inbegrip van Spaanse peper, chilipoeder, cayennepeper en paprika)

    Myristica fragrans (nootmuskaat)

    Zingiber officinale (gember)

    Curcuma longa (kurkuma)

    0904 20; 0908 10 00; 0908 20 00; 0910 10 00; 0910 30 00

    India

    Aflatoxinen

    50

    Grondnoten en afgeleide producten (diervoeders en levensmiddelen)

    1202 10 90; 1202 20 00; 2008 11

    India

    Aflatoxinen

    10

    Meloenpitten (egusi) en afgeleide producten (5) (levensmiddelen)

    ex 1207 99

    Nigeria

    Aflatoxinen

    50

    Gedroogde druiven (levensmiddelen)

    0806 20

    Oezbekistan

    Ochratoxine A

    50

    Spaanse peper, producten van Spaanse peper, kurkuma en palmolie (levensmiddelen)

    0904 20 90; 0910 91 05; 0910 30 00; ex 1511 10 90

    Alle derde landen

    Soedan-kleurstoffen

    20

    Grondnoten en afgeleide producten (diervoeders en levensmiddelen)

    1202 10 90; 1202 20 00; 2008 11

    Vietnam

    Aflatoxinen

    10

    Basmatirijst voor rechtstreekse menselijke consumptie (levensmiddel)

    ex 1006 30

    Pakistan

    Aflatoxinen

    50

    Basmatirijst voor rechtstreekse menselijke consumptie (levensmiddel)

    ex 1006 30

    India

    Aflatoxinen

    10

    Manga’s, kousenband (Vigna sesquipedalis), bittermeloen (Momordica charantia), lauki (Lagenaria siceraria), paprika’s en aubergines (levensmiddelen)

    ex 0804 50 00; 0708 20 00; 0807 11 00; ex 0709 90 90; 0709 60; 0709 30 00

    Dominicaanse Republiek

    Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (1)

    50

    Bananen

    0803 00 19

    Dominicaanse Republiek

    Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (1)

    10

    Groenten, vers, gekoeld of bevroren (paprika’s, courgettes en tomaten)

    0709 60; 0709 90 70; 0702 00 00

    Turkije

    Bestrijdingsmiddelen: methomyl en oxamyl

    10

    Peren

    0808 20 10; 0808 20 50

    Turkije

    Bestrijdingsmiddel: amitraz

    10

    Groenten, vers, gekoeld of bevroren (levensmiddelen)

    kousenband (Vigna sesquipedalis)

    aubergines

    Koolsoorten

    0708 20 00; 0709 30 00; 0704;

    Thailand

    Residuen van bestrijdingsmiddelen, zoals gebleken uit analyse met multiresidumethoden op basis van GC-MS en LC-MS of met singleresidumethoden (2)

    50

    b)

    In deel B, komt punt d) als volgt te luiden:

    „d)   „palmolie”: rode palmolie van GN-code 1511 10 90, bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie;”.

    2)

    In bijlage II komen de Richtsnoeren voor het gebruik van het GDB als volgt te luiden:

    Richtsnoeren voor het gebruik van het GDB

    Algemeen

    :

    Vul het gemeenschappelijke document van binnenkomst in hoofdletters in. De richtsnoeren hebben telkens betrekking op het met het nummer aangegeven vak.

    Deel I

    Dit deel moet worden ingevuld door de exploitant van het diervoerder- of levensmiddelenbedrijf of zijn vertegenwoordiger, tenzij anders aangegeven.

    Vak I.1.

    Verzender: naam en volledig adres van de natuurlijke of rechtspersoon (exploitant van het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf) die de zending verzendt. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen.

    Vak I.2.

    Dit vak moet worden ingevuld door de bevoegde autoriteiten van het aangewezen punt van binnenkomst (APB).

    Vak I.3.

    Geadresseerde: naam en volledig adres van de natuurlijke of rechtspersoon (exploitant van het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf) voor wie de zending bestemd is. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen.

    Vak I.4.

    De voor de zending verantwoordelijke persoon: de persoon (de exploitant van het diervoeder- of levensmiddelenbedrijf of zijn vertegenwoordiger of de persoon die namens hem aangifte doet) die voor de zending verantwoordelijk is op het ogenblik dat zij op het APB wordt aangeboden en die namens de importeur op het APB de nodige declaraties bij de bevoegde autoriteit doet. Vul de naam en het volledige adres in. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen.

    Vak I.5.

    Land van oorsprong: het derde land waarvan de goederen afkomstig zijn, waar zij worden geteeld, geoogst of geproduceerd.

    Vak I.6.

    Land van verzending: dit is het derde land waar de zending is geladen in het vervoermiddel waarmee zij uiteindelijk naar de Unie is gebracht.

    Vak I.7.

    Importeur: naam en volledig adres. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen.

    Vak I.8.

    Plaats van bestemming: leveringsadres in de Unie. Vermelding van telefoon- en faxnummer of e-mailadres wordt aanbevolen.

    Vak I.9.

    Aankomst op het APB: vul de datum in waarop de zending naar verwachting op het APB zal aankomen.

    Vak I.10.

    Documenten: vul de datum van afgifte en het nummer in van de officiële documenten waarvan de zending in voorkomend geval vergezeld gaat.

    Vak I.11.

    Vermeld alle gegevens betreffende het vervoermiddel van aankomst: voor vliegtuigen het vluchtnummer, voor schepen de naam van het schip, voor wegvoertuigen het registratienummer met eventueel het nummer van de aanhanger, voor spoorwagons de identificatiegegevens van de trein en het wagonnummer.

    Referenties van documenten: nummer van de luchtvrachtbrief, de zeevrachtbrief of commercieel registratienummer van de trein of het wegvoertuig.

    Vak I.12.

    Omschrijving van de goederen: geef een gedetailleerde omschrijving van de goederen (met inbegrip van de soort voor diervoeders).

    Vak I.13.

    Goederen- of GS-code van het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie.

    Vak I.14.

    Brutogewicht: totaalgewicht in kg. Dit wordt omschreven als de totale massa van de producten inclusief de onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen, maar exclusief de transportcontainers en andere transportmiddelen.

    Nettogewicht: gewicht van het product zelf in kg, exclusief de verpakking. Dit wordt omschreven als de massa van de producten zelf zonder de onmiddellijke verpakkingen of andere verpakkingen.

    Vak I.15.

    Aantal colli.

    Vak I.16.

    Temperatuur: kruis de geschikte vervoer-/opslagtemperatuur aan.

    Vak I.17.

    Soort colli: vermeld de aard van de verpakking van de producten.

    Vak I.18.

    Goederen bestemd voor: kruis het passende vakje aan, naargelang de goederen bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder voorafgaande sortering of materiële behandeling (kruis in dat geval „menselijke consumptie” aan), of voor menselijke consumptie na een dergelijke behandeling (kruis in dat geval „verdere verwerking” aan), of voor gebruik als diervoeder (kruis in dat geval „diervoeders” aan).

    Vak I.19.

    Vermeld alle zegelnummers en containernummers voor zover dat relevant is.

    Vak I.20.

    Overbrenging naar een controlepunt: gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode moet het APB dit vak aankruisen om het verdere vervoer naar een ander controlepunt mogelijk te maken.

    Vak I.21.

    Niet van toepassing.

    Vak I.22.

    Voor invoer: dit vak aankruisen wanneer de zending bestemd is voor invoer in de Unie (artikel 8).

    Vak I.23.

    Niet van toepassing.

    Vak I.24.

    Kruis het passende vervoermiddel aan.

    Deel II

    Dit deel moet door de bevoegde autoriteit worden ingevuld.

    Vak II.1.

    Gebruik hetzelfde referentienummer als in vak I.2.

    Vak II.2.

    Voor gebruik door de douanediensten, indien nodig.

    Vak II.3.

    Documentencontrole: in te vullen voor alle zendingen.

    Vak II.4.

    De bevoegde autoriteit van het APB geeft aan of de zending wordt geselecteerd voor materiële controles, die gedurende de in artikel 19, lid 1, vermelde overgangsperiode door een ander controlepunt kunnen worden uitgevoerd.

    Vak II.5.

    Gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode geeft de bevoegde autoriteit van het APB na een bevredigende documentencontrole aan naar welk controlepunt de zending kan worden vervoerd om aldaar overeenstemmings- en materiële controles te ondergaan.

    Vak II.6.

    Geef duidelijk aan welke maatregelen moeten worden genomen in geval van afwijzing van de zending wegens een onbevredigend resultaat van de documentencontroles. Het adres van de inrichting van bestemming in geval van „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” en „Gebruik voor ander doel” moet in vak II.7. worden vermeld.

    Vak II.7.

    Geef, in voorkomend geval, het erkenningsnummer en adres (of de naam van het schip en de haven) op voor alle bestemmingen waar verdere controle van de zending vereist is, bijvoorbeeld voor vak II.6 „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”.

    Vak II.8.

    Breng hier het officiële stempel van de bevoegde autoriteit van het APB aan.

    Vak II.9.

    Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit van het APB.

    Vak II.10.

    Niet van toepassing.

    Vak II.11.

    De bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt vult hier de resultaten van de overeenstemmingscontroles in.

    Vak II.12.

    De bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt vult hier de resultaten van de materiële controles in.

    Vak II.13.

    De bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt vult hier de resultaten van de laboratoriumtest in. Vermeld in dit vak de categorie van de stof of de pathogeen waarvoor een laboratoriumtest wordt uitgevoerd.

    Vak II.14.

    Dit vak moet worden gebruikt voor alle zendingen die in de Unie in het vrije verkeer worden gebracht.

    Vak II.15.

    Niet van toepassing.

    Vak II.16.

    Geef duidelijk aan welke maatregelen moeten worden genomen in geval van afwijzing van de zending wegens een onbevredigend resultaat van de overeenstemming- of materiële controles. Het adres van de inrichting van bestemming in geval van „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” en „Gebruik voor ander doel” moet in vak II.18. worden vermeld.

    Vak II.17.

    Reden voor weigering: gebruik dit vak voor zover nodig om relevante informatie toe te voegen. Kruis het passende vakje aan.

    Vak II.18.

    Geef, in voorkomend geval, het erkenningsnummer en adres (of de naam van het schip en de haven) op voor alle bestemmingen waar verdere controle van de zending vereist is, bijvoorbeeld voor vak II.16 „Terugzending”, „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”.

    Vak II.19.

    Gebruik dit vak wanneer het originele zegel op een zending vernietigd is bij het openen van de container. Er moet een geconsolideerde lijst van alle in dit verband gebruikte zegels worden bewaard.

    Vak II.20.

    Breng hier het officiële stempel aan van de bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt.

    Vak II.21.

    Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, van de bevoegde autoriteit van het controlepunt.

    Deel III

    Dit deel moet door de bevoegde autoriteit worden ingevuld.

    Vak III.1.

    Gegevens betreffende de terugzending: de bevoegde autoriteit van het APB, of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, de bevoegde autoriteit van het controlepunt, vermeldt het gebruikte vervoermiddel, de identificatiegegevens ervan, het land van bestemming en de datum van terugzending, zodra deze gegevens bekend zijn.

    Vak III.2.

    Follow-up: vermeld indien nodig de voor het toezicht verantwoordelijke eenheid van de plaatselijke bevoegde autoriteit in geval van „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel” van de zending. Die autoriteit vermeldt in dit vak het resultaat van de aankomst van de zending en de overeenstemming van de zending.

    Vak III.3.

    Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de bevoegde autoriteit van het APB of, gedurende de in artikel 19, lid 1, vastgestelde overgangsperiode, van de verantwoordelijke ambtenaar van het controlepunt in geval van „Terugzending”. Handtekening van de verantwoordelijke ambtenaar van de plaatselijke bevoegde autoriteit in geval van „Vernietiging”, „Verwerking” of „Gebruik voor ander doel”.”


    (1)  Met name residuen van: amitraz, acefaat, aldicarb, benomyl, carbendazim, chloorfenapyr, chloorpyrifos, CS2 (dithiocarbamaten), diafenthiuron, diazinon, dichloorvos, dicofol, dimethoaat, endosulfan, fenamidone, imidacloprid, malathion, methamidofos, methiocarb, methomyl, monocrotofos, omethoaat, oxamyl, profenofos, propiconazool, thiabendazool, thiacloprid.

    (2)  Met name residuen van: acefaat, carbaryl, carbendazin, carbofuran, chloorpyrifos, chloorpyrifos-ethyl. dimethoaat, ethion, malathion, metalaxyl, methamidofos, methomyl, monocrotofos, omethoaat, profenofos, prothiofos, quinalfos, triadimefon, triazofos, dicrotofos, EPN, triforine.

    (3)  Indien slechts bepaalde onder een GN-code vallende producten behoeven te worden onderzocht en in de goederennomenclatuur geen specifieke onderverdeling voor die code bestaat, is de GN-code aangegeven met „ex” (bijvoorbeeld ex 1006 30: omvat alleen basmatirijst voor rechtstreekse menselijke consumptie).

    (4)  De hier bedoelde sporenelementen zijn de sporenelementen die behoren tot de functionele groep verbindingen van sporenelementen als bedoeld in punt 3, onder b), van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29).

    (5)  De voor aflatoxinen in grondnoten en afgeleide producten vastgestelde maximumgehalten genoemd in de punten 2.1.1 en 2.1.3 van afdeling 2 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5) zijn als actiedrempels van toepassing.”.


    Top