Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007L0039

    Richtlijn 2007/39/EG van de Commissie van 26 juni 2007 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen van diazinon (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 165 van 27.6.2007, p. 25–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2008; stilzwijgende opheffing door 32005R0396

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2007/39/oj

    27.6.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 165/25


    RICHTLIJN 2007/39/EG VAN DE COMMISSIE

    van 26 juni 2007

    tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen van diazinon

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (1), en met name op artikel 7,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De rapporterende lidstaat heeft de Commissie gemeld dat het wellicht nodig is de nationale MRL’s overeenkomstig Richtlijn 90/642/EEG te herzien omdat deze lidstaat zich zorgen maakt over de inname door de consument. Voorstellen voor de herziening van de communautaire MRL’s zijn bij de Commissie ingediend.

    (2)

    De communautaire MRL’s en de door de Codex Alimentarius aanbevolen gehalten worden volgens vergelijkbare procedures vastgesteld en geëvalueerd. Voor diazinon bestaat een aantal Codex-MRL’s. De op Codex-MRL’s gebaseerde communautaire MRL’s zijn door de rapporterende lidstaat ook geëvalueerd in het licht van de nieuwe informatie over het risico voor de consument.

    (3)

    De totale blootstelling van consumenten tijdens hun leven en de kortdurende blootstelling aan diazinon via levensmiddelen is opnieuw beoordeeld en geëvalueerd volgens de communautaire procedures en methoden, met inachtneming van de door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gepubliceerde richtsnoeren (2). Op grond daarvan moeten nieuwe MRL’s worden vastgesteld, zodat geen onaanvaardbare blootstelling van de consument optreedt.

    (4)

    Voor zover relevant is de acute blootstelling van consumenten aan diazinon via elk van de levensmiddelen die residuen daarvan kunnen bevatten, geraamd en geëvalueerd volgens de communautaire procedures en methoden, met inachtneming van de door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren. Op grond hiervan is geconcludeerd dat de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelenresiduen met inachtneming van de in deze richtlijn voorgestelde MRL’s geen acute toxische effecten veroorzaakt.

    (5)

    De in bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG opgenomen MRL’s moeten daarom worden gewijzigd om te zorgen voor een degelijke bewaking van en controle op het verbod op de toepassingen daarvan en om de consument te beschermen.

    (6)

    De handelspartners van de Gemeenschap zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de in deze richtlijn vastgestelde MRL’s geraadpleegd en met hun opmerkingen is rekening gehouden.

    (7)

    Bijlage II van Richtlijn 90/642/EEG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (8)

    De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 90/642/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

    Artikel 2

    De lidstaten dienen uiterlijk op 27 december 2007 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

    Zij passen die bepalingen toe vanaf 28 december 2007.

    Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 26 juni 2007.

    Voor de Commissie

    Markos KYPRIANOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/28/EG van de Commissie (PB L 135 van 26.5.2007, blz. 6).

    (2)  Richtsnoeren voor het voorspellen van de opname via de voeding van residuen van bestrijdingsmiddelen (herziene versie), opgesteld door GEMS/voedselprogramma in samenwerking met het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen, gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, 1997 (WHO/FSF/FOS/97.7).


    BIJLAGE

    In deel A van bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG worden de regels voor diazinon vervangen door:

    Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

    „Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen van toepassing zijn

    Diazinon

    1.   

    Fruit, vers, gedroogd of ongekookt, bevroren, zonder toegevoegde suiker; noten

    i)

    CITRUSVRUCHTEN

    0,01 (1)

    Grapefruits

     

    Citroenen

     

    Lemmetjes

     

    Mandarijnen (inclusief clementines en andere kruisingen)

     

    Sinaasappelen

     

    Pomelo’s

     

    Andere

     

    ii)

    NOTEN (al dan niet in de dop, schil of schaal)

     

    Amandelen

    0,05

    Paranoten

     

    Cashewnoten

     

    Kastanjes

     

    Kokosnoten

     

    Hazelnoten

     

    Macadamianoten

     

    Pecannoten

     

    Pijnboompitten

     

    Pistaches (pimpernoten)

     

    Walnoten

     

    Andere

    0,01 (1)

    iii)

    PITVRUCHTEN

    0,01 (1)

    Appelen

     

    Peren

     

    Kweeperen

     

    Andere

     

    iv)

    STEENVRUCHTEN

    0,01 (1)

    Abrikozen

     

    Kersen

     

    Perziken (inclusief nectarines en soortgelijke kruisingen)

     

    Pruimen

     

    Andere

     

    v)

    BESVRUCHTEN EN KLEIN FRUIT

     

    a)

    Tafel- en wijndruiven

    0,01 (1)

    Tafeldruiven

     

    Wijndruiven

     

    b)

    Aardbeien (andere dan bosaardbeien)

    0,01 (1)

    c)

    Rubussoorten (andere dan wilde vruchten)

    0,01 (1)

    Bramen

     

    Dauwbramen

     

    Loganbessen

     

    Frambozen

     

    Andere

     

    d)

    Ander klein fruit en besvruchten (voor zover niet wild)

     

    Blauwe bosbessen

     

    Veenbessen

    0,2

    Aalbessen (rood, zwart en wit)

     

    Kruisbessen

     

    Andere

    0,01 (1)

    e)

    Wilde besvruchten en wilde vruchten

    0,01 (1)

    vi)

    DIVERSE VRUCHTEN

     

    Avocado’s

     

    Bananen

     

    Dadels

     

    Vijgen

     

    Kiwi’s

     

    Kumquats

     

    Lychees

     

    Mango’s

     

    Olijven (tafelolijven)

     

    Olijven (olieproductie)

     

    Papaja’s

     

    Passievruchten

     

    Ananassen

    0,3

    Granaatappels

     

    Andere

    0,01 (1)

    2.   

    Groenten, vers of ongekookt, bevroren of gedroogd

    i)

    WORTEL- EN KNOLGEWASSEN

     

    Rode bieten

     

    Wortelen

     

    Cassave

     

    Knolselderij

     

    Mierikswortel (peperwortel)

     

    Aardperen (topinamboers)

     

    Pastinaken

     

    Wortelpeterselie

     

    Radijzen

    0,1

    Schorseneren

     

    Bataten (zoete aardappelen)

     

    Koolrapen

     

    Rapen

     

    Yams

     

    Andere

    0,01 (1)

    ii)

    BOLGEWASSEN

     

    Knoflook

     

    Uien

    0,05

    Sjalotten

     

    Bosuien

     

    Andere

    0,01 (1)

    iii)

    VRUCHTGROENTEN

     

    a)

    Solanaceae

     

    Tomaten

     

    Pepers (paprika’s)

    0,05

    Aubergines

     

    Okra’s

     

    Andere

    0,01 (1)

    b)

    Cucurbitaceae met eetbare schil

    0,01 (1)

    Komkommers

     

    Augurken

     

    Courgettes

     

    Andere

     

    c)

    Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

    0,01 (1)

    Meloenen

     

    Pompoenen

     

    Watermeloenen

     

    Andere

     

    d)

    Suikermais

    0,02

    iv)

    KOOLSOORTEN

     

    a)

    Bloemkoolachtigen

    0,01 (1)

    Broccoli

     

    Bloemkool

     

    Andere

     

    b)

    Sluitkoolachtigen

     

    Spruitjes

     

    Sluitkool

    0,5

    Andere

    0,01 (1)

    c)

    Bladkoolachtigen

     

    Chinese kool

    0,05

    Boerenkool

     

    Andere

    0,01 (1)

    d)

    Koolrabi

    0,2

    v)

    BLADGROENTEN EN VERSE KRUIDEN

    0,01 (1)

    a)

    Sla en dergelijke

     

    Tuinkers

     

    Veldsla

     

    Sla

     

    Andijvie

     

    Rucola

     

    Bladeren en stengels van koolsoorten

     

    Andere

     

    b)

    Spinazie en dergelijke

     

    Spinazie

     

    Snijbiet

     

    Andere

     

    c)

    Waterkers

     

    d)

    Witlof

     

    e)

    Kruiden

     

    Kervel

     

    Bieslook

     

    Peterselie

     

    Bladselderij

     

    Andere

     

    vi)

    PEULGROENTEN (vers)

    0,01 (1)

    Bonen (met peul)

     

    Bonen (zonder peul)

     

    Erwten (met peul)

     

    Erwten (zonder peul)

     

    Andere

     

    vii)

    STENGELGROENTEN (vers)

    0,01 (1)

    Asperges

     

    Kardoen

     

    Bleekselderij

     

    Knolvenkel

     

    Artisjokken

     

    Prei

     

    Rabarber

     

    Andere

     

    viii)

    FUNGI

    0,01 (1)

    a)

    Gekweekte paddenstoelen

     

    b)

    Wilde paddenstoelen

     

    3.

    Peulvruchten

    0,01 (1)

    Bonen

     

    Linzen

     

    Erwten

     

    Lupinen

     

    Andere

     

    4.

    Oliehoudende zaden

    0,02 (1)

    Lijnzaad

     

    Pinda’s

     

    Papaverzaad

     

    Sesamzaad

     

    Zonnebloempitten

     

    Kool- en raapzaad

     

    Sojabonen

     

    Mosterdzaad

     

    Katoenzaad

     

    Hennepzaad

     

    Andere

     

    5.

    Aardappelen

    0,01 (1)

    Vroege aardappelen

     

    Bewaaraardappelen

     

    6.

    Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

    0,02 (1)

    7.

    Hop (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

    0,5


    (1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.”


    Top