This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32004R0010
Commission Regulation (EC) No 10/2004 of 5 January 2004 suspending the preferential customs duties and re-establishing the Common Customs Tariff duty on imports of uniflorous (bloom) carnations originating in Israel
Verordening (EG) nr. 10/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 tot schorsing van het preferentiële douanerecht en tot wederinvoering van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief bij invoer van eenbloemige anjers (standaard) van oorsprong uit Israël
Verordening (EG) nr. 10/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 tot schorsing van het preferentiële douanerecht en tot wederinvoering van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief bij invoer van eenbloemige anjers (standaard) van oorsprong uit Israël
PB L 2 van 6.1.2004, p. 32–33
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Repealed by | 32004R0615 |
Verordening (EG) nr. 10/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 tot schorsing van het preferentiële douanerecht en tot wederinvoering van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief bij invoer van eenbloemige anjers (standaard) van oorsprong uit Israël
Publicatieblad Nr. L 002 van 06/01/2004 blz. 0032 - 0033
Verordening (EG) nr. 10/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 tot schorsing van het preferentiële douanerecht en tot wederinvoering van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief bij invoer van eenbloemige anjers (standaard) van oorsprong uit Israël DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 4088/87 van de Raad van 21 december 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toepassing van preferentiële douanerechten bij invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië en Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1300/97(2), inzonderheid op artikel 5, lid 2, onder b), Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij Verordening (EEG) nr. 4088/87 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de toepassing van een preferentieel douanerecht op grootbloemige rozen, kleinbloemige rozen, eenbloemige anjers (standaard) en veelbloemige anjers (tros) binnen de tariefcontingenten die jaarlijks worden geopend voor de invoer van verse snijbloemen in de Gemeenschap. (2) Bij Verordening (EG) nr. 747/2001 van de Raad(3), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 209/2003 van de Commissie(4), zijn communautaire tariefcontingenten geopend en is de wijze van beheer daarvan vastgesteld voor afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, vers, respectievelijk van oorsprong uit Cyprus, Egypte, Israël, Malta, Marokko, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. (3) Bij Verordening (EG) nr. 6/2004 van de Commissie(5) zijn de communautaire productie- en invoerprijzen voor anjers en rozen in het kader van de betrokken regeling vastgesteld. (4) De uitvoeringsbepalingen van de betrokken regeling zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 700/88 van de Commissie(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2062/97(7). (5) Uit de waarnemingen die overeenkomstig het bepaalde in de Verordeningen (EEG) nr. 4088/87 en (EEG) nr. 700/88 zijn verricht, moet geconcludeerd worden dat de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4088/87 bedoelde voorwaarden vervuld zijn voor een schorsing van het preferentiële douanerecht voor eenbloemige anjers (standaard) van oorsprong uit Israël. Derhalve geldt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief opnieuw. (6) Het contingent voor de betrokken producten geldt voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2004. Het preferentiële recht wordt derhalve uiterlijk tot het einde van deze periode geschorst en geldt eveneens uiterlijk tot het einde van die periode opnieuw het gemeenschappelijk douanetarief. (7) De Commissie dient, in de perioden tussen de vergaderingen van het Comité van beheer voor levende planten en producten van de bloementeelt, deze maatregelen vast te stellen, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Voor de invoer van eenbloemige anjers (standaard) (GN-code ex 0603 10 20 ) van oorsprong uit de Israël wordt het bij Verordening (EG) nr. 747/2001 vastgestelde preferentiële douanerecht geschorst en geldt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief opnieuw. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op 7 januari 2004. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 5 januari 2004. Voor de Commissie J. M. Silva Rodríguez Directeur-generaal Landbouw (1) PB L 382 van 31.12.1987, blz. 22. (2) PB L 177 van 5.7.1997, blz. 1. (3) PB L 109 van 19.4.2001, blz. 2. (4) PB L 28 van 4.2.2003, blz. 30. (5) Zie bladzijde 24 van dit Publicatieblad. (6) PB L 72 van 18.3.1988, blz. 16. (7) PB L 289 van 22.10.1997, blz. 1.