Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004L0011

    Richtlijn 2004/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot wijziging van Richtlijn 92/24/EEG van de Raad betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen

    PB L 44 van 14.2.2004, p. 19–20 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2014; stilzwijgende opheffing door 32009R0661

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2004/11/oj

    32004L0011

    Richtlijn 2004/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot wijziging van Richtlijn 92/24/EEG van de Raad betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen

    Publicatieblad Nr. L 044 van 14/02/2004 blz. 0019 - 0020


    Richtlijn 2004/11/EG van het Europees Parlement en de Raad

    van 11 februari 2004

    tot wijziging van Richtlijn 92/24/EEG van de Raad betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Er moeten maatregelen worden genomen om de vlotte werking van de interne markt te waarborgen.

    (2) Richtlijn 92/24/EEG van de Raad(2) is een van de bijzondere richtlijnen van de communautaire goedkeuringsprocedure die is ingesteld bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(3). De in Richtlijn 70/156/EEG vastgestelde bepalingen en definities betreffende voertuigen, voertuigsystemen, onderdelen en technische eenheden zijn derhalve op deze richtlijn van toepassing.

    (3) Gebleken is dat snelheidsbegrenzers in voertuigen voor personen- en goederenvervoer met een maximummassa van meer dan 10 ton een positieve invloed hebben op de verkeersveiligheid, de ernst van de verwondingen bij ongevallen reduceren en minder luchtvervuiling en een lager brandstofverbruik tot gevolg hebben.

    (4) Richtlijn 92/6/EEG van de Raad van 10 februari 1992 betreffende de installatie en het gebruik in de Gemeenschap van snelheidsbegrenzers in bepaalde categorieën motorvoertuigen is uitgebreid tot lichtere motorvoertuigen van de categorieën M2 en N2(4). Het toepassingsgebied van Richtlijn 92/24/EEG, waarin de constructievoorschriften voor snelheidsbegrenzers zijn vastgesteld, moet derhalve op overeenkomstige wijze tot dezelfde categorieën motorvoertuigen worden uitgebreid.

    (5) Richtlijn 92/24/EEG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 92/24/EEG wordt als volgt gewijzigd:

    1. artikel 1 wordt vervangen door:

    "Artikel 1

    In deze richtlijn wordt verstaan onder:

    - 'voertuig': ieder voor deelneming aan het wegverkeer bestemd motorvoertuig van de categorieën M2, M3, N2 of N3, zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG, met ten minste vier wielen en een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km per uur;

    - 'snelheidsbegrenzer': een snelheidsbegrenzende voorziening, bestemd voor gebruik in een voertuig dat onder het toepassingsgebied van deze richtlijn valt, waarvoor goedkeuring als technische eenheid in de zin van Richtlijn 70/156/EEG kan worden verleend. Ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen die van meet af aan in het ontwerp van voertuigen zijn geïntegreerd, moeten aan dezelfde eisen voldoen als snelheidsbegrenzers.";

    2. in bijlage I, punt 1.1, derde alinea, wordt de eerste zin vervangen door:

    "Het doel van deze richtlijn is de maximumsnelheid van tot de categorieën N2 en N3 behorende voertuigen voor het vervoer van goederen en van tot de categorieën M2 en M3 behorende voertuigen voor het vervoer van personen tot een vastgestelde grenswaarde te beperken.".

    Artikel 2

    1. Met ingang van 17 november 2004 mogen de lidstaten, om redenen die verband houden met snelheidsbegrenzers of soortgelijke systemen,

    - de EG-typegoedkeuring of de nationale typegoedkeuring van een voertuig, een snelheidsbegrenzer of een ingebouwd snelheidsbegrenzingssysteem,

    - de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van een voertuig, dan wel de verkoop of het in het verkeer brengen van een snelheidsbegrenzer of een ingebouwd snelheidsbegrenzingssysteem

    niet verbieden of weigeren als de voertuigen, snelheidsbegrenzers of ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen aan Richtlijn 92/24/EEG voldoen.

    2. Met ingang van 1 januari 2005 verbieden de lidstaten, om redenen die verband houden met snelheidsbegrenzers of ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen, de verkoop, de registratie of het in het verkeer brengen van voertuigen, snelheidsbegrenzers of ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen die niet aan Richtlijn 92/24/EEG voldoen.

    Artikel 3

    1. De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen, worden vóór 17 november 2004 door de lidstaten goedgekeurd en bekendgemaakt. De lidstaten stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis. Zij passen deze bepalingen toe vanaf 18 november 2004.

    2. Wanneer de lidstaten deze bepalingen goedkeuren, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    3. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de voornaamste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 4

    Deze richtlijn treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 5

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Straatsburg, 11 februari 2004.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    P. Cox

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. McDowell

    (1) Advies van het Europees Parlement van 9 oktober 2003 (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 20 januari 2004.

    (2) PB L 129 van 14.5.1992, blz. 154.

    (3) PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

    (4) PB L 57 van 2.3.1992, blz. 27. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2002/85/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 327 van 4.12.2002, blz. 8).

    Top