Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004E0569

    2004/569/GBVB: Gemeenschappelijk Optreden 2004/569/GBVB van de Raad van 12 juli 2004 betreffende het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina en tot intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2002/211/GBVB

    PB L 252 van 28.7.2004, p. 7–9 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 142M van 30.5.2006, p. 159–161 (MT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/01/2006

    ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2004/569/oj

    28.7.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 252/7


    GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2004/569/GBVB VAN DE RAAD

    van 12 juli 2004

    betreffende het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina en tot intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 2002/211/GBVB

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 11 maart 2002 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2002/211/GBVB inzake de benoeming van een speciale vertegenwoordiger van de EU (SVEU) in Bosnië en Herzegovina (1) aangenomen, alsook Gemeenschappelijk Optreden 2002/210/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie, om te zorgen voor het vervolg op de Internationale Politiemacht van de Verenigde Naties in Bosnië en Herzegovina (BiH) na 1 januari 2003 (2).

    (2)

    Op 17-18 juni 2004 heeft de Europese Raad de Europese veiligheidsstrategie aangenomen, die voorziet in een alomvattend beleid voor Bosnië en Herzegovina, en waarin onder andere, wat de GBVB/EVDB-instrumenten in Bosnië en Herzegovina betreft, wordt gevraagd om expliciete verbindingen met de SVEU om deze in staat te stellen de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) te helpen een maximale coherentie van de inspanningen van de EU te waarborgen.

    (3)

    Op 12 juli 2004 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2004/570/GBVB inzake de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (3) aangenomen, waarin aan de SVEU een specifieke rol wordt toebedeeld. Diens mandaat moet dienovereenkomstig worden aangepast en Gemeenschappelijk optreden 2002/211/GBVB dient te worden ingetrokken.

    (4)

    De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het GBVB als uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kan schaden.

    (5)

    Op 17 november 2003 heeft de Raad een handleiding aangenomen inzake de benoeming, het mandaat en de financiering van de SVEU,

    HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Lord Ashdown blijft zijn functies als speciaal vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Bosnië en Herzegovina (BiH) uitoefenen overeenkomstig het navolgende mandaat.

    Artikel 2

    Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de EU in BiH. Verdere vooruitgang bij de uitvoering van het GFAP (General Framework Agreement for Peace in Bosnia and Herzegovina), overeenkomstig het missie-implementatieplan van het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger en bij het stabilisatie- en associatieproces staat daarin centraal, met als doel te komen tot een stabiel, levensvatbaar, vreedzaam en multi-etnisch Bosnië en Herzegovina, dat vreedzaam samenwerkt met zijn buurlanden en onherroepelijk op weg is naar een lidmaatschap van de EU.

    Artikel 3

    Met het oog op de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de EU in BiH omvat het mandaat van de SVEU het volgende:

    a)

    het aanbieden van advies en bevorderingsmaatregelen van de EU voor het politieke proces;

    b)

    het bevorderen, onverminderd de bevoegdheid van de Gemeenschap, van de algehele politieke coördinatie van de EU in BiH;

    c)

    het verstrekken van plaatselijk politiek advies aan de commandant van de troepen van de EUF, ook ten aanzien van het vermogen van de geïntegreerde politie-eenheid waarop hij, in overleg met de commandant van de EU-troepen, een beroep kan doen, onverminderd de commandostructuur;

    d)

    het bijdragen tot versterking van de interne coördinatie en de samenhang van het EU-optreden in BiH, mede door middel van voorlichtingsbijeenkomsten voor de EU-missiehoofden en door middel van deelname aan (of vertegenwoordiging in) hun regelmatige vergaderingen, door middel van het bekleden van het voorzitterschap van een coördinatiegroep bestaande uit alle op het terrein aanwezige EU-betrokkenen, teneinde de uitvoeringsaspecten van het EU-optreden te coördineren, alsmede door middel van het verstrekken van richtsnoeren aan deze betrokkenen ten aanzien van de betrekkingen met de autoriteiten van BiH;

    e)

    het waarborgen van consistentie en samenhang ten overstaan van het publiek, onverminderd de bevoegdheden van de Gemeenschap. De SVEU-woordvoerder vormt het belangrijkste EU-aanspreekpunt voor de media van BiH over aangelegenheden met betrekking tot het GBVB/EVDB;

    f)

    toezicht houden op het gehele scala van activiteiten op het gebied van de rechtsstaat en in die context, waar nodig, advies uitbrengen aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en de Commissie;

    g)

    als onderdeel van zijn ruimere verantwoordelijkheden beschikken over het gezag om, waar nodig, het hoofd van de missie/de directeur van politie van de EU-politiemissie richtsnoeren te verstrekken;

    h)

    wat betreft communautaire activiteiten en activiteiten in het kader van titel VI van het VEU, met inbegrip van Europol, in voorkomend geval advies uitbrengen en deelnemen aan de vereiste lokale coördinatie;

    i)

    omwille van de coherentie en mogelijke synergieën, geraadpleegd blijven worden over de prioriteiten voor CARDS-bijstand (Community Assistance for Reconstruction, Development and Stabilisation).

    Artikel 4

    1.   De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat. De SVEU dient voor alle uitgaven verantwoording af te leggen aan de Commissie.

    2.   Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt met de Raad. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke inbreng ten behoeve van de SVEU.

    Artikel 5

    De rol van de SVEU zal op generlei wijze afbreuk doen aan het mandaat van de hoge vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina, waaronder diens coördinerende rol met betrekking tot alle activiteiten van alle civiele organisaties en instanties die uit het GFAP en de latere conclusies en verklaringen van de Vredesimplementatieraad zijn voortgekomen.

    Artikel 6

    1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU bedraagt 200 000 EUR.

    2.   De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd met inachtneming van de procedures en voorschriften van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie, met dien verstande dat voorfinanciering niet de eigendom blijft van de Gemeenschap. Onderdanen van het gastland en zijn buurlanden mogen inschrijven bij aanbestedingen.

    3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie.

    4.   Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten, naar gelang het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

    5.   De uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum waarop dit gemeenschappelijk optreden in werking treedt.

    Artikel 7

    1.   Er wordt een aan de EU toegewijde en als zodanig herkenbare staf benoemd om de SVEU bij te staan bij de uitvoering van zijn mandaat en om bij te dragen aan de samenhang, de zichtbaarheid en de doeltreffendheid van het algemene optreden van de EU in BiH, met name in politieke, politiek-militaire en veiligheidsaangelegenheden, en met het oog op communicatie en betrekkingen met de media. Binnen de beperkingen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de samenstelling van zijn team, in overleg met het voorzitterschap, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en in volledige samenspraak met de Commissie. De SVEU deelt het voorzitterschap en de Commissie de definitieve samenstelling van zijn team mee.

    2.   De lidstaten en de instellingen van de EU kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de EU bij de SVEU gedetacheerd wordt, komt ten laste van respectievelijk de betrokken lidstaat of instelling van de EU.

    3.   Alle A-ambten die niet via detachering vervuld worden, worden door het secretariaat-generaal van de Raad op passende wijze bekendgemaakt en eveneens ter kennis gebracht van de lidstaten en de instellingen van de EU teneinde de best gekwalificeerde kandidaten aan te werven.

    4.   De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en zijn medewerkers worden met de partijen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

    Artikel 8

    De SVEU rapporteert in de regel persoonlijk aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en het PVC en eventueel aan de betrokken groep. Hij zendt regelmatig schriftelijke verslagen aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie. De SVEU kan op aanbeveling van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger en het PVC verslag uitbrengen aan de Raad.

    Artikel 9

    Met het oog op de consistentie van het externe optreden van de EU worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, het voorzitterschap en de Commissie. De SVEU verstrekt regelmatig informatie aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Commissie. Op het terrein worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap, de Commissie en de missiehoofden, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU onderhoudt eveneens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse, onder meer met de OVSE.

    Artikel 10

    De uitvoering van het gemeenschappelijk optreden en de consistentie ervan met andere bijdragen van de EU in de regio worden op gezette tijden getoetst. Twee maanden voor de afloop van het mandaat legt de SVEU een uitvoerig schriftelijk verslag over de uitvoering van het mandaat voor aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie. Dit verslag vormt de basis voor de evaluatie van het gemeenschappelijk optreden in de betrokken groepen en door het PVC. In het kader van de algemene inzetprioriteiten doet de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger aanbevelingen aan het PVC over het besluit van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

    Artikel 11

    Gemeenschappelijk Optreden 2002/211/GBVB van de Raad wordt hierbij ingetrokken.

    Artikel 12

    Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Het is van toepassing tot en met 28 februari 2005.

    Artikel 13

    Dit gemeenschappelijk optreden wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

    Gedaan te Brussel, 12 juli 2004.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    B. BOT


    (1)  PB L 70 van 13.3.2002, blz. 7.

    (2)  PB L 70 van 13.3.2002, blz. 1. Gemeenschappelijk optreden laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk optreden 2003/188/GBVB (PB L 73 van 19.3.2003, blz. 9).

    (3)  Zie bladzijde 10 van dit Publicatieblad.


    Top