Odaberite eksperimentalnu funkciju koju želite isprobati

Ovaj je dokument isječak s web-mjesta EUR-Lex

Dokument 32003L0060

Richtlijn 2003/60/EG van de Commissie van 18 juni 2003 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad ten aanzien van de vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bepaalde bestrijdingsmiddelen in en op granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (Voor de EER relevante tekst)

PB L 155 van 24.6.2003., str. 15–34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Pravni status dokumenta Više nije na snazi, Datum isteka: 31/08/2008; stilzwijgende opheffing door 32005R0396

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2003/60/oj

32003L0060

Richtlijn 2003/60/EG van de Commissie van 18 juni 2003 houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad ten aanzien van de vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bepaalde bestrijdingsmiddelen in en op granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 155 van 24/06/2003 blz. 0015 - 0034


Richtlijn 2003/60/EG van de Commissie

van 18 juni 2003

houdende wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad ten aanzien van de vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bepaalde bestrijdingsmiddelen in en op granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 76/895/EEG van de Raad van 23 november 1976 betreffende de vaststelling van de maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen in en op groenten en fruit(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/79/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 5,

Gelet op Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/79/EG, en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong(4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/79/EG, en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit(5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/100/EG van de Commissie(6), en met name op artikel 7,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(7), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/39/EG van de Commissie(8), en met name op artikel 4, lid 1, onder f),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De bestaande werkzame stoffen amitrol, diquat, isoproturon en ethofumesaat zijn bij de Richtlijnen 2001/21/EG(9), 2002/18/EG(10) en 2002/37/EG(11) van de Commissie opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(2) De nieuwe werkzame stoffen fenhexamid, acibenzolar-S-methyl, cyclanilide, pyraflufen-ethyl, iprovalicarb, prosulfuron, sulfosulfuron, cinidon-ethyl, cyhalofop-butyl, famoxadone, florasulam, metalaxyl-M, picolinafen en flumioxazine zijn bij de Richtlijnen 2001/28/EG(12), 2001/87/EG(13), 2002/48/EG(14), 2002/64/EG(15) en 2002/81/EG(16) van de Commissie opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(3) De betrokken werkzame stoffen zijn in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen op grond van de evaluatie die is verstrekt met betrekking tot het voorgestelde gebruik. Sommige lidstaten hebben informatie betreffende dit gebruik verstrekt overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG. De beschikbare informatie is onderzocht en is toereikend om een aantal maximumresidugehalten (MRL's) vast te stellen.

(4) Wanneer nog geen communautair MRL of voorlopig MRL bestaat, moeten de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG een nationaal voorlopig MRL vaststellen voordat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, mogen worden toegelaten.

(5) Ten aanzien van de werkzame stoffen chloorfenapyr, fentinacetaat respectievelijk fentinhydroxide is bij de Beschikkingen 2001/697/EG(17), 2002/478/EG(18) respectievelijk 2002/479/EG(19) van de Commissie besloten deze stoffen niet op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. In deze beschikkingen is bepaald dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, niet langer voor gebruik in de Gemeenschap zijn toegelaten. Alle bestrijdingsmiddelenresiduen die bij het gebruik van deze gewasbeschermingsmiddelen ontstaan, moeten bijgevolg in de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG worden opgenomen om te zorgen voor een degelijke bewaking van en controle op dit toepassingsverbod en om de consument te beschermen.

(6) Om tegemoet te komen aan de gerechtvaardigde verwachtingen ten aanzien van het gebruik van de bestaande voorraden gewasbeschermingsmiddelen is in de beschikkingen van de Commissie betreffende het niet opnemen van de werkzame stoffen voorzien in een gedoogperiode, en het is passend te bepalen dat MRL's bij de vaststelling waarvan is uitgegaan van de veronderstelling dat de betrokken stof in de Gemeenschap niet mag worden gebruikt, slechts van toepassing worden zodra de desbetreffende gedoogperiode is afgelopen.

(7) De communautaire MRL's en de door de Codex Alimentarius aanbevolen gehalten worden volgens vergelijkbare procedures vastgesteld en geëvalueerd. Voor diquat, metalaxyl en fentin(-acetaat of -hydroxide) bestaat een beperkt aantal door de Codex vastgestelde maximumgehalten. Daarmee is rekening gehouden bij de bepaling van de in deze richtlijn vastgestelde MRL's. Met Codex-MRL's waarvoor in de nabije toekomst aanbevelingen tot intrekking zullen worden gedaan, is geen rekening gehouden. De op Codex-MRL's gebaseerde MRL's zijn geëvalueerd in het licht van het risico voor de consument en er is geen risico geconstateerd wanneer gebruik werd gemaakt van de toxicologische eindpunten die zijn vervat in de studies waarover de Commissie beschikt.

(8) Met betrekking tot de opneming of de niet-opneming van de betrokken werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn de desbetreffende technische en wetenschappelijke evaluaties verwerkt in het evaluatieverslag van de Commissie. De evaluatieverslagen voor de genoemde stoffen zijn goedgekeurd op de data die zijn vermeld in de in de overwegingen 1 en 2 genoemde richtlijnen van de Commissie en in de in overweging 5 genoemde beschikkingen van de Commissie. In deze evaluatieverslagen is de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI), en zo nodig de acute referentiedosis (ARfD), vastgesteld. De totale blootstelling van consumenten aan met de betrokken werkzame stof behandelde levensmiddelen gedurende hun leven is geraamd en geëvalueerd volgens de communautaire procedures en methoden. Voorts is rekening gehouden met de door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren(20) en met het advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten(21) over de gebruikte methoden. De conclusie is dat de voorgestelde MRL's niet leiden tot overschrijding van de ADI of de ARfD.

(9) Om ervoor te zorgen dat de consument op adequate wijze wordt beschermd tegen blootstelling aan residuen als gevolg van ongeoorloofd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, moeten voor dergelijke combinaties product/bestrijdingmiddel voorlopige MRL's worden vastgesteld op de ondergrens van de analytische bepaling.

(10) De vaststelling op communautair niveau van dergelijke voorlopige MRL's laat onverlet dat de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), en bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG voorlopige MRL's mogen vaststellen voor de in de onderhavige richtlijn genoemde stoffen. Een periode van vier jaar wordt voldoende geacht om andere toepassingen van de betrokken werkzame stoffen mogelijk te maken. De voorlopige MRL's moeten na deze periode definitief worden.

(11) Alle bestrijdingsmiddelenresiduen die bij het gebruik van deze gewasbeschermingsmiddelen ontstaan, moeten bijgevolg in de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG worden opgenomen om te zorgen voor een degelijke bewaking van en controle op dit toepassingsverbod en om de consument te beschermen. De bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12) Teneinde op communautair niveau maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen voor diquat te kunnen vaststellen, moeten sommige bepalingen van Richtlijn 76/895/EEG worden opgenomen in de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG en worden geschrapt in Richtlijn 76/895/EEG, en moeten enkele bepalingen worden aangepast aan de vooruitgang op technisch en op wetenschappelijk gebied en aan wijzigingen inzake gebruik en toelatingen op nationaal en op communautair niveau.

(13) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage II bij Richtlijn 76/895/EEG worden de gegevens met betrekking tot diquat geschrapt.

Artikel 2

De maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen die in bijlage I bij deze richtlijn zijn vermeld, worden toegevoegd aan deel A van bijlage II bij Richtlijn 86/362/EEG.

Artikel 3

De maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen die in de bijlagen II, respectievelijk III bij deze richtlijn zijn vermeld, worden toegevoegd aan deel A, respectievelijk deel B van bijlage II bij Richtlijn 86/363/EEG.

Artikel 4

De maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen die in bijlage IV bij deze richtlijn zijn vermeld, worden toegevoegd aan bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG.

Artikel 5

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 2003 aan deze richtlijn te voldoen, behalve wat fentinhydroxide, fentinacetaat en chloorfenapyr betreft, waarvoor deze bepalingen uiterlijk op 30 juni 2004 in werking moeten treden. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Zij passen deze bepalingen toe met ingang van 1 juli 2003, behalve wat de bepalingen voor fentinhydroxide, fentinacetaat en chloorfenapyr betreft, die zij met ingang van 1 juli 2004 toepassen.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 6

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 7

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 juni 2003.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 340 van 9.12.1976, blz. 26.

(2) PB L 291 van 28.10.2002, blz. 1.

(3) PB L 221 van 7.8.1986, blz. 37.

(4) PB L 221 van 7.8.1986, blz. 43.

(5) PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71.

(6) PB L 2 van 7.1.2003, blz. 33.

(7) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(8) PB L 124 van 20.5.2003, blz. 30.

(9) PB L 69 van 10.3.2001, blz. 17.

(10) PB L 55 van 26.2.2002, blz. 29.

(11) PB L 117 van 4.5.2002, blz. 10.

(12) PB L 113 van 24.4.2001, blz. 5.

(13) PB L 276 van 19.10.2001, blz. 17.

(14) PB L 148 van 6.6.2002, blz. 19.

(15) PB L 189 van 18.7.2002, blz. 27.

(16) PB L 276 van 12.10.2002, blz. 28.

(17) PB L 249 van 19.9.2001, blz. 19.

(18) PB L 164 van 22.6.2002, blz. 41.

(19) PB L 164 van 22.6.2002, blz. 43.

(20) Richtsnoeren voor het voorspellen van de opname via de voeding van residuen van bestrijdingsmiddelen (herziene versie), opgesteld door GEMS/voedselprogramma in samenwerking met het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen, gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, 1997 (WHO/FSF/FOS/97.7).

(21) Advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten met betrekking tot de wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad (Advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten, 14 juli 1998) (http://europa.eu.int/comm/ food/fs/sc/index_en.html).

BIJLAGE I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IV

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vrh