Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001R2425

    Verordening (EG) nr. 2425/2001 van de Raad van 3 december 2001 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2848/2000 tot vaststelling, voor het jaar 2001, van de vangstmogelijkheden die gelden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de wateren van de Gemeenschap en, wat vaartuigen van de Gemeenschap betreft, in andere wateren met vangstbeperkingen, en tot vaststelling voorts van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften

    PB L 328 van 13.12.2001, p. 7–19 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2001

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/2425/oj

    32001R2425

    Verordening (EG) nr. 2425/2001 van de Raad van 3 december 2001 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2848/2000 tot vaststelling, voor het jaar 2001, van de vangstmogelijkheden die gelden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de wateren van de Gemeenschap en, wat vaartuigen van de Gemeenschap betreft, in andere wateren met vangstbeperkingen, en tot vaststelling voorts van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften

    Publicatieblad Nr. L 328 van 13/12/2001 blz. 0007 - 0019


    Verordening (EG) nr. 2425/2001 van de Raad

    van 3 december 2001

    houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2848/2000 tot vaststelling, voor het jaar 2001, van de vangstmogelijkheden die gelden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de wateren van de Gemeenschap en, wat vaartuigen van de Gemeenschap betreft, in andere wateren met vangstbeperkingen, en tot vaststelling voorts van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot instelling van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur(1), en met name op artikel 8,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Zoals vastgelegd in de Goedgekeurde Notulen van het overleg tussen de Europese Gemeenschap en de Faeröer, hebben de Faeröer recht op een hoger quotum kever dan vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2848/2000(2) van de Raad. De vangstmogelijkheden voor dit bestand in 2001 moeten bijgevolg worden herzien.

    (2) De Gemeenschap is, namens Zweden, met Polen overeengekomen om de aan Zweden toegekende rechten om in Poolse wateren op haring te vissen, over te zetten naar wateren van de Gemeenschap.

    (3) Er is een definitieve vangstlimiet voor lodde in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan vastgesteld; ten vervolge daarop moet het definitieve vangstquotum van de Gemeenschap voor dit bestand in de wateren van Groenland worden vastgesteld.

    (4) Het verspreidingsgebied van roodbaars in het gebied waarvoor de NEAFC bevoegd is en dat in het gereglementeerde gebied van de NAFO overlappen elkaar; het is bijgevolg dienstig een regeling in te stellen waarbij vangsten in beide gebieden als vangsten van hetzelfde bestand worden beschouwd, conform de aanbeveling die de NEAFC en de NAFO in hun vergaderingen van maart 2001 hebben gedaan.

    (5) In de NAFO zijn in maart 2001 nieuwe limieten vastgesteld voor het aantal dagen gedurende welke op Noorse garnaal mag worden gevist.

    (6) De inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC) heeft op haar jaarlijkse vergadering in juni 2001 vangstbeperkingen voor geelvintonijn aangenomen; alhoewel de Gemeenschap geen lid van deze organisatie is, is het noodzakelijk zich aan deze vangstbeperkingen te houden met het oog op duurzaam beheer van dit bestand.

    (7) In de NEAFC is in maart 2001 een aanbeveling gedaan voor nieuwe beschermingsgebieden voor schelvis.

    (8) In de Internationale Visserijcommissie voor de Oostzee (IBSFC) is in maart 2001 een aanbeveling gedaan voor nieuwe technische instandhoudingsmaatregelen voor de kabeljauwvisserij; deze aanbevelingen moeten door de Gemeenschap worden opgevolgd.

    (9) De Europese Gemeenschap, Noorwegen en de Faeröer hebben overeenkomsten bereikt betreffende de verlening van visvergunningen.

    (10) De biologische situatie van het blauwewijtingbestand staat niet toe dat bijkomende visserijactiviteiten in niet onder nationale jurisdictie vallende gebieden in ICES-deelgebied II worden ontplooid. Derhalve dient een TAC 0 te worden ingevoerd voor dit jaar voor de gebieden in de ICES-deelgebieden I en II die behoren tot het NEAFC-gebied.

    (11) Verordening (EG) nr. 2848/2000 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (12) Om het inkomen van de vissers in de Gemeenschap veilig te stellen, is het belangrijk dat de visserijwetgeving betreffende TAC's en quota wordt uitgevoerd in het jaar waarop zij van toepassing is. Gezien de urgentie van deze kwestie moet een uitzondering worden gemaakt op de periode van zes weken, genoemd in punt I, 3, van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen, gehechte protocol betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 2848/2000 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

    1. de gegevens in bijlage I B worden vervangen door de overeenkomstige gegevens in bijlage I bij deze verordening;

    2. de gegevens in bijlage I A worden vervangen door de overeenkomstige gegevens in bijlage I A bij deze verordening;

    3. de gegevens in bijlage I C worden vervangen door de overeenkomstige gegevens in bijlage II bij deze verordening;

    4. in bijlage I C worden gegevens ingevoegd van bijlage II A bij deze verordening;

    5. bijlage I E wordt als volgt gewijzigd:

    i) de gegevens worden vervangen door de overeenkomstige gegevens in bijlage III bij deze verordening;

    ii) de gegevens in bijlage IV bij deze verordening worden toegevoegd;

    6. aan bijlage I F worden de gegevens in bijlage V bij deze verordening toegevoegd;

    7. bijlage V wordt als volgt gewijzigd:

    i) punt 1 wordt vervangen door: "In afwijking van de voorschriften van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 88/98 en, om de selectiviteit van sleepnetten, Deense zegennetten en soortgelijke netten met een specifieke maaswijdte als vermeld in bijlage IV van de genoemde verordening te waarborgen, mogen in 2001 ontsnappingspanelen van de twee in Aanhangsel I van deze bijlage beschreven modellen en van het in Aanhangsel II beschreven model, worden gebruikt.";

    ii) er wordt een nieuw punt 9 toegevoegd: "9. Schelvisbox

    Visserij op schelvis, met uitzondering van de visserij met beuglijnen, is verboden in wateren buiten de gebieden die onder de nationale jurisdictie van de lidstaten vallen in het vak begrensd door de volgende coördinaten:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>"

    iii) bijlage VI bij deze verordening wordt toegevoegd als Aanhangsel II;

    8. de gegevens in bijlage VI, delen I en II, worden vervangen door de overeenkomstige gegevens in bijlage VII bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 3 december 2001.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    F. Vandenbroucke

    (1) PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1181/98 (PB L 164 van 9.6.1998, blz. 1).

    (2) PB L 334 van 30.12.2000, blz. 1.

    BIJLAGE I

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE Ia

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE II

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE IIa

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE III

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE IV

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE V

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE VI

    Aanhangsel II van bijlage V

    Omschrijving van het ontsnappingspaneel in het bovenste deel van de kuil ("BACOMA")

    Het betreft een paneel met vierkante mazen van 120 mm binnendiameter (geopend) in de kuil, met mazen van 105 mm of groter, van trawlnetten, Deense zegennetten of soortgelijke sleepnetten.

    Het ontsnappingspaneel is een rechthoekig stuk net in de kuil. Er is slechts één ontsnappingspaneel. Het mag op geen enkele wijze worden geblokkeerd door aan de binnen- of buitenzijde aangebrachte voorzieningen.

    Afmetingen van kuil, tunnel en achtereind van de trawl

    De kuil bestaat uit twee gelijke netdelen, aan de zijkanten met een naadlijn aan mekaar vastgemaakt.

    Het is verboden netten aan boord te hebben met meer dan 100 open ruitvormige mazen in de omtrek van de kuil, met uitsluiting van de aanslag en de naadlijn.

    Het aantal open ruitvormige mazen, de mazen in de naadlijnen niet meegerekend, op elk punt waar ook in de omtrek van de tunnel mag niet kleiner noch groter zijn dan het maximumaantal mazen in de omtrek aan de voorkant van de kuil in enge zin en aan het achtereind van de trechter, de mazen in de naadlijnen niet meegerekend (zie figuur 1).

    Plaats van bevestiging van het paneel

    Het ontsnappingspaneel wordt aangebracht in het bovenste deel van de kuil. Het paneel eindigt niet meer dan 4 mazen van de pooklijn, de rij handgebreide mazen waardoorheen de pooklijn is bevestigd meegerekend (zie figuur 2).

    Grootte van het paneel

    De breedte van het paneel, uitgedrukt in aantal benen, moet gelijk zijn aan het aantal open ruitvormige mazen in het bovenste netdeel gedeeld door twee. In gevallen waarin zulks noodzakelijk is, zal worden toegestaan dat in het bovenste netdeel maximaal 20 % van het aantal open ruitvormige mazen - gelijk verdeeld aan weerszijden van het ontsnappingspaneel - worden behouden (zie figuur 3).

    De lengte van het paneel bedraagt minimaal 3,5 meter.

    Netwerk

    De mazen in het ontsnappingspaneel moeten een maaswijdte van ten minste 120 mm hebben. Het moeten vierkante mazen zijn, d.w.z. alle vier zijden van het paneel hebben de AB-snit. Het netwerk moet zo worden aangebracht dat de benen evenwijdig lopen met, respectievelijk loodrecht staan op, de lengterichting van de kuil. Het netwerk moet zijn vervaardigd uit knooploos enkelvoudig getwijnd garen of netmateriaal met dezelfde bewezen selectieve eigenschappen (stijfheid, sterkte en stabiliteit). Het garen moet een diameter van ten minste 4,9 mm hebben.

    Overige voorschriften

    In de figuren 4a tot en met c wordt gespecificeerd hoe het paneel moet worden aangebracht. De verdeelstrop is ten minste 4 meter lang.

    Figuur 1

    >PIC FILE= "L_2001328NL.001401.TIF">

    Op basis van vorm en functie kunnen bij trawlnetten drie secties worden onderscheiden. De eigenlijk trawl is trechtervormig en doorgaans 10 tot 40 meter lang. De tunnel is cilindervormig en vervaardigd uit één of twee netten van 49,5 mazen diep, hetgeen overeenkomt met een lengte in gestrekte toestand van 6 tot 12 meter. De kuil is eveneens cilindervormig en vaak vervaardigd van dubbelgetwijnd garen voor een betere slijtagebestendigheid. De kuil heeft vaak een diepte van 49,5 mazen, oftewel 6 meter, maar kan bij kleinere vaartuigen korter (2 tot 4 meter) zijn. Het deel onder de verdeelstrop wordt de zak genoemd.

    Figuur 2

    >PIC FILE= "L_2001328NL.001402.TIF">

    Tussen het ontsnappingspaneel en de pooklijn zitten 4 mazen: 3,5 ruitvormige mazen van de bovenkant van de kuil en een rij van een halve handgebreide maas waardoorheen de pooklijn is bevestigd.

    Figuur 3

    >PIC FILE= "L_2001328NL.001501.TIF">

    Aan de bovenkant mogen twintig procent ruitvormige mazen - in de dwarsrichting van het net van de ene naadlijn tot de andere - worden behouden. Bijvoorbeeld (zoals op de figuur) bij een net van 30 open mazen breed, is dat 6 ruitvormige mazen. De verdeling is dan drie mazen aan weerszijden van het ontsnappingspaneel. Het ontsnappingspaneel is dan 12 benen breed (30 - 6 = 24 ruitvormige mazen, gedeeld door 2).

    Figuur 4a

    >PIC FILE= "L_2001328NL.001601.TIF">

    Opbouw onderpaneel van 49,5 mazen diep

    Figuur 4b

    >PIC FILE= "L_2001328NL.001701.TIF">

    opbouw toppaneel, afmetingen en positie van ontsnappingspaneel, in netten met een ontsnappingspaneel dat van naadlijn tot naadlijn loopt

    Figuur 4c

    >PIC FILE= "L_2001328NL.001801.TIF">

    opbouw toppaneel in netten met 20 % ruitvormige mazen, gelijk verdeeld aan weerszijden van het ontsnappingspaneel

    BIJLAGE VII

    DEEL I

    KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VERGUNNINGEN EN VISDOCUMENTEN VOOR GEMEENSCHAPSVAARTUIGEN IN WATEREN VAN DERDE LANDEN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    DEEL II

    KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VERGUNNINGEN EN VISDOCUMENTEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN GEMEENSCHAPSWATEREN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top