Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32001R0902

    Verordening (EG) nr. 902/2001 van de Raad van 7 mei 2001 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 978/2000 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van polyesterstapelvezels uit Australië, Indonesië en Taiwan

    PB L 127 van 9.5.2001, blz. 20–22 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 13/05/2005

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/902/oj

    32001R0902

    Verordening (EG) nr. 902/2001 van de Raad van 7 mei 2001 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 978/2000 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van polyesterstapelvezels uit Australië, Indonesië en Taiwan

    Publicatieblad Nr. L 127 van 09/05/2001 blz. 0020 - 0022


    Verordening (EG) nr. 902/2001 van de Raad

    van 7 mei 2001

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 978/2000 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van polyesterstapelvezels uit Australië, Indonesië en Taiwan

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn(1), en met name op artikel 15,

    Gezien het voorstel dat door de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité werd ingediend,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Verordening (EG) nr. 978/2000(2) werd een definitief compenserend recht ingesteld op de invoer van polyesterstapelvezels uit Australië, Indonesië en Taiwan.

    (2) Naar aanleiding van twee zaken die bij het Gerecht van eerste aanleg door Taiwanese exporteurs/producenten die de annulering van Verordening (EG) nr. 978/2000 van de Raad wensten, tegen de Raad aanhangig werden gemaakt overeenkomstig artikel 230 van het Verdrag, werd het duidelijk dat de methode die werd toegepast om het niveau van de subsidiëring voor Taiwan in Verordening (EG) nr. 978/2000 te berekenen ten dele indruiste tegen de overwegingen en de aanpak van de Instellingen van de Gemeenschap bij haast identieke gegevens in het kader van latere procedures. Een bepaalde subsidieregeling, het "belastingkrediet voor automatiseringsapparatuur en apparatuur voor verontreinigingsbewaking", waarvan gebruik mocht worden gemaakt bij aankoop van binnenlandse apparatuur was - zo werd in de litigieuze verordening gesteld - een subsidieregeling die aanleiding gaf tot compenserende maatregelen. De methode voor de berekening van het bedrag van de subsidie die aanleiding was tot de compenserende maatregelen was evenwel afgeleid van een methode die in latere procedures met betrekking tot de invoer van polyethyleentereftalaat uit Taiwan werd herzien. Bedoeld wordt Verordening (EG) nr. 1741/2000 van de Commissie(3) en Verordening (EG) nr. 2603/2000 van de Raad(4), waarbij onder andere de antisubsidieprocedure met betrekking tot de invoer van polyethyleentereftalaat uit Taiwan werd beëindigd. Daarom werd besloten het bedrag van de subsidie bij invoer uit Taiwan opnieuw te berekenen om vast te stellen of de toepassing van de herziene berekeningsmethode belangrijke gevolgen zou hebben voor de bevindingen met betrekking tot dat land. Er werd vastgesteld dat deze bijzondere subsidieregeling uitsluitend in Taiwan in het leven was geroepen en derhalve niet werd onderzocht in het kader van de onderzoeken naar de subsidies bij invoer van producten van oorsprong uit Australië en Indonesië.

    (3) Het nieuwe onderzoek met betrekking tot Taiwan, met toepassing van de herziene methode, leidde tot de bevinding dat de subsidiëring de minimis was, d.w.z. dat de subsidiemarge voor het gehele land minder bedroeg dan 1 %. Derhalve zouden de compenserende maatregelen met betrekking tot de invoer van polyesterstapelvezels uit Taiwan met terugwerkende kracht moeten worden ingetrokken.

    (4) Er werd nagegaan of de intrekking van de maatregelen voor Taiwan ten gevolge van de bevinding dat de subsidie voor dat land de minimis was, negatieve gevolgen zou hebben voor de oorspronkelijke conclusies betreffende de schade, het oorzakelijk verband en het belang van de Gemeenschap in het geval van Australië en Indonesië. Er werd geconcludeerd dat de oorspronkelijke bevindingen die betrekking hadden op de invoer uit Australië en Indonesië, rekening houdend vooral met de significante stijging van de ingevoerde hoeveelheden en van het marktaandeel en met het hoge niveau van onderbieding, overeind bleven,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 978/2000 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 1 van artikel 1 wordt vervangen door de volgende tekst: "1. Er wordt een definitief compenserend recht ingesteld op de invoer van synthetische stapelvezels van polyester, niet gekaard, niet gekamd, noch anderszins bewerkt met het oog op het spinnen, ingedeeld onder GN-code 5503 20 00 uit Australië en Indonesië.";

    2. lid 2 van artikel 1 wordt vervangen door de volgende tekst:

    "2. Het recht dat van toepassing is op de nettoprijs, franco grens Gemeenschap, vóór inklaring, bedraagt voor de producten uit de volgende landen die vervaardigd zijn door de hieronder vermelde ondernemingen:

    1. Australië

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2. Indonesië

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>"

    3. lid 1 van artikel 2 wordt vervangen door de volgende tekst: "De bedragen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 123/2000 uit hoofde van het op de producten uit Australië ingestelde voorlopige compenserende recht als zekerheid zijn gesteld, worden definitief geïnd tot het bedrag van het bij deze verordening ingestelde definitieve compenserende recht. De als zekerheid gestelde bedragen die het bedrag van het definitieve recht overschrijden, worden vrijgegeven.".

    Artikel 2

    Compenserende rechten die werden geïnd op de invoer uit Taiwan ingevolge Verordening (EG) nr. 978/2000 worden aan de betrokken importeurs terugbetaald.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 1 is van toepassing met ingang van 13 mei 2000.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 7 mei 2001.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    B. Ringholm

    (1) PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1.

    (2) PB L 113 van 12.5.2000, blz. 1.

    (3) PB L 199 van 5.8.2000, blz. 6.

    (4) PB L 301 van 30.11.2000, blz. 1.

    Naar boven