Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995R2430

    Verordening (EG) nr. 2430/95 van de Commissie van 16 oktober 1995 betreffende een inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van halflangkorrelige en langkorrelige A volwitte rijst naar bepaalde derde landen

    PB L 249 van 17.10.1995, p. 25–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1995/2430/oj

    31995R2430

    Verordening (EG) nr. 2430/95 van de Commissie van 16 oktober 1995 betreffende een inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van halflangkorrelige en langkorrelige A volwitte rijst naar bepaalde derde landen

    Publicatieblad Nr. L 249 van 17/10/1995 blz. 0025 - 0027


    VERORDENING (EG) Nr. 2430/95 VAN DE COMMISSIE van 16 oktober 1995 betreffende een inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van halflangkorrelige en langkorrelige A volwitte rijst naar bepaalde derde landen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1418/76 van de Raad van 21 juni 1976 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1530/95 (2), en met name op artikel 14,

    Overwegende dat bij bestudering van de voorlopige balans blijkt dat er exporteerbare voorraden rijst zijn bij de producenten; dat deze situatie een gevaar zou kunnen inhouden voor de normale ontwikkeling van de producentenprijzen in het verkoopseizoen 1995/1996;

    Overwegende dat om aan deze situatie het hoofd te bieden moet worden voorzien in de toekenning van restituties; dat de bijzondere situatie van de rijstmarkt een kwantitatieve beperking van de restituties voor de uitvoer naar zones die zich in de Gemeenschap zouden kunnen bevoorraden vereist en dientengevolge toepassing van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1418/76, waarin is bepaald dat het bedrag van de uitvoerrestitutie door middel van een inschrijving kan worden vastgesteld;

    Overwegende dat dient te worden bepaald dat Verordening (EEG) nr. 584/75 van de Commissie van 6 maart 1975 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake het houden van een openbare inschrijving voor de restitutie bij uitvoer in de sector rijst (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 299/95 (4), van toepassing is in het kader van deze inschrijving;

    Overwegende dat het, om verstoring van de markt in de producerende landen te voorkomen, dienstig is de markten van bestemming te beperken tot de zones I tot en met VI en zone VIII, met uitzondering van Guyana, Madagascar en Suriname, genoemd in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2145/92 van de Commissie (5), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3304/94 (6);

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Er wordt een inschrijving voor de restitutie bij uitvoer gehouden van halflangkorrelige en langkorrelige A volwitte rijst als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1418/76 voor de in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 2145/92 bedoelde zones II a), b), d) en III.

    2. De in lid 1 bedoelde inschrijving blijft open tot en met 27 juni 1996. Tijdens de geldigheidsduur worden wekelijkse inschrijvingen gehouden waarvoor de datum voor de indiening van offertes wordt vastgesteld in het bericht van inschrijving.

    3. De inschrijving wordt gehouden overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 584/75 en overeenkomstig de volgende bepalingen.

    Artikel 2

    Een offerte is slechts geldig indien zij betrekking heeft op een te exporteren hoeveelheid van ten minste 50 ton en ten hoogste 5 000 ton.

    Artikel 3

    De in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 584/75 bedoelde waarborg bedraagt 20 ecu per ton.

    Artikel 4

    1. In afwijking van het bepaalde in artikel 21, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie (7) worden de in het kader van deze inschrijving afgegeven uitvoercertificaten voor de bepaling van de geldigheidsduur van deze certificaten geacht te zijn afgegeven op de dag van de indiening van de offerte.

    2. Deze certificaten zijn geldig vanaf de dag van afgifte in de zin van lid 1 tot het einde van de derde daaropvolgende maand.

    Artikel 5

    De ingediende offertes moeten uiterlijk anderhalf uur na het verstrijken van de in het bericht van inschrijving vastgestelde termijn voor de wekelijkse indiening van de offertes, door bemiddeling van de Lid-Staten, aan de Commissie worden medegedeeld. Zij moeten volgens het in de bijlage opgenomen schema worden medegedeeld.

    Indien geen offertes zijn ingediend, stellen de Lid-Staten de Commissie hiervan in kennis binnen dezelfde termijn als in de vorige alinea is vermeld.

    Artikel 6

    De tijdstippen die voor de indiening van offertes zijn vastgesteld, zijn uitgedrukt in Belgische tijd.

    Artikel 7

    1. Op grond van de ingediende offertes besluit de Commissie volgens de procedure van artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 1418/76 - of een maximumrestitutie bij uitvoer wordt vastgesteld, waarbij met name rekening wordt gehouden met de in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 1418/76 genoemde criteria;

    - dan wel dat geen gevolg wordt gegeven aan de inschrijving.

    2. Wanneer een maximumrestitutie bij uitvoer wordt vastgesteld, wordt die toegewezen aan de inschrijver(s) wiens (wier) offerte ten hoogste gelijk is aan de maximumrestitutie.

    Artikel 8

    De termijn voor de indiening van offertes voor de eerste deelinschrijving verstrijkt op 26 oktober 1995 om 10.00 uur.

    De uiterste datum voor de indiening van offertes is 27 juni 1996.

    Artikel 9

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 16 oktober 1995.

    Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie

    Top