Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994R3330

    Verordening (EG) nr. 3330/94 van de Commissie van 21 december 1994 met betrekking tot de tariefindeling van bepaalde delen van pluimvee en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

    PB L 350 van 31.12.1994, p. 52–53 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 27/12/2023; opgeheven door 32023R2835

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1994/3330/oj

    31994R3330

    Verordening (EG) nr. 3330/94 van de Commissie van 21 december 1994 met betrekking tot de tariefindeling van bepaalde delen van pluimvee en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

    Publicatieblad Nr. L 350 van 31/12/1994 blz. 0052 - 0053
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 15 blz. 0004
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 15 blz. 0004


    VERORDENING (EG) Nr. 3330/94 VAN DE COMMISSIE van 21 december 1994 met betrekking tot de tariefindeling van bepaalde delen van pluimvee en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1574/93 (2), en met name op artikel 3 en artikel 5, lid 3,

    Overwegende dat zich bij de indeling van bepaalde delen van pluimvee problemen voordoen wegens het ontbreken van nauwkeurige definities in de tarief- en statistieknomenclatuur die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3115/94 van de Commissie (4); dat die definities moeten worden vastgesteld teneinde een uniforme toepassing van heffingen in de sector slachtpluimvee te garanderen;

    Overwegende dat op grond van artikel 11, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2777/75 de uit die verordening voortvloeiende tariefnomenclatuur is opgenomen in de gecombineerde nomenclatuur; dat bijgevolg de nodige wijzigingen moeten worden aangebracht;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor slachtpluimvee en eieren,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor de toepassing van de heffingen in de sector slachtpluimvee gelden de volgende termen en definities:

    1. "helften" als bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 13, 0207 39 33, 0207 39 57, 0207 39 61, 0207 39 63, 0207 41 11, 0207 42 11, 0207 43 21, 0207 43 23 en 0207 43 25: helften van het hele dier, verkregen door een overlangse doorsnede door het borstbeen en de wervelkolom;

    2. "kwarten" als bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 13, 0207 39 33, 0207 39 57, 0207 39 61, 0207 39 63, 0207 41 11, 0207 42 11, 0207 43 21, 0207 43 23 en 0207 43 25: achterkwarten of voorkwarten, verkregen door een dwarse doorsnede van helften;

    3. "hele vleugels, ook indien zonder spits" als bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 15, 0207 39 35, 0207 39 65, 0207 41 21, 0207 42 21 en 0207 43 31: delen van pluimvee, bestaande uit het opperarmbeen, de ellepijp en het spaakbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De vleugelspits, met inbegrip van de beentjes van de carpus, kan al dan niet verwijderd zijn. De sneden worden gemaakt in de gewrichten;

    4. "borsten" als bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 21, 0207 39 41, 0207 39 71, 0207 39 73, 0207 41 41, 0207 42 41, 0207 43 51 en 0207 43 53: delen van pluimvee, bestaande uit het borstbeen en de ribben aan weerszijden daarvan, met de daaraan gehechte spiermassa;

    5. "dijen" als bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 23, 0207 39 75, 0207 39 77, 0207 41 51, 0207 43 61 en 0207 43 63: delen van pluimvee, bestaande uit het dijbeen, het scheenbeen en het kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;

    6. "onderdijen van kalkoenen" als bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 43 en 0207 42 51: delen van kalkoenen, bestaande uit het scheenbeen en het kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;

    7. "andere dijen van kalkoenen" als bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 45 en 0207 42 59: delen van kalkoenen, bestaande uit het dijbeen met de daaraan gehechte spiermassa, of uit het dijbeen, het scheenbeen en het kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten.

    Artikel 2

    Hoofdstuk 2 van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 wordt als volgt gewijzigd:

    1. Aanvullende aantekening 4 wordt vervangen door:

    "4. Wordt aangemerkt als:

    a) "delen van pluimvee, met been" bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 13 tot en met 0207 39 23, 0207 39 33 tot en met 0207 39 45, 0207 39 57 tot en met 0207 39 77, 0207 41 11 tot en met 0207 41 51, 0207 42 11 tot en met 0207 42 59 en 0207 43 21 tot en met 0207 43 63: de daarin genoemde delen, waarin alle beenderen nog aanwezig zijn.

    De onder a) genoemde delen van pluimvee, waaruit een gedeelte van de beenderen is verwijderd, vallen onder de onderverdelingen 0207 39 25, 0207 39 47, 0207 39 83, 0207 41 71 of 0207 43 81;

    b) "helften" bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 13, 0207 39 33, 0207 39 57, 0207 39 61, 0207 39 63, 0207 41 11, 0207 42 11, 0207 43 21, 0207 43 23 en 0207 43 25: helften van hele dieren, verkregen door een snede langs het borstbeen en de wervelkolom;

    c) "kwarten" bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 13, 0207 39 33, 0207 39 57, 0207 39 61, 0207 39 63, 0207 41 11, 0207 42 11, 0207 43 21, 0207 43 23 en 0207 43 25: achterkwarten of voorkwarten, verkregen door een dwarse doorsnede van helften;

    d) "hele vleugels, ook indien zonder spits" als bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 15, 0207 39 35, 0207 39 65, 0207 41 21, 0207 42 21 en 0207 43 31: delen van pluimvee, bestaande uit het opperarmbeen, de ellepijp en het spaakbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De vleugelspits, met inbegrip van de beentjes van de carpus, kan al dan niet verwijderd zijn. De sneden worden gemaakt in de gewrichten;

    e) "borsten" bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 21, 0207 39 41, 0207 39 71, 0207 39 73, 0207 41 41, 0207 42 41, 0207 43 51 en 0207 43 53: delen van pluimvee, bestaande uit het borstbeen en de ribben aan weerszijden daarvan, met de daaraan gehechte spiermassa;

    f) "dijen" bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 23, 0207 39 75, 0207 39 77, 0207 41 51, 0207 43 61 en 0207 43 63: delen van pluimvee, bestaande uit het dijbeen, het scheenbeen en het kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;

    g) "onderdijen van kalkoenen" bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 43 en 0207 42 51: delen van kalkoenen, bestaande uit het scheenbeen en het kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;

    h) "andere dijen van kalkoenen" bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 45 en 0207 42 59: delen van kalkoenen, bestaande uit het dijbeen met de daaraan gehechte spiermassa, of uit het dijbeen, het scheenbeen en het kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa. De twee sneden worden gemaakt in de gewrichten;

    i) "zogenaamde ganze- of eendepaletots" bedoeld bij de onderverdelingen 0207 39 81 en 0207 43 71: ganzen of eenden die worden aangeboden geplukt, geheel schoongemaakt, zonder kop en zonder poten, en waaruit de beenderen van het karkas (borstbeen, ribben, wervelkolom en heiligbeen) zijn verwijderd doch waarin scheen-, dij- en opperarmbeenderen nog aanwezig zijn."

    2. Aanvullende aantekening 7 vervalt. Aanvullende aantekening 8 wordt aanvullende aantekening 7.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1995.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 21 december 1994.

    Voor de Commissie

    René STEICHEN

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 282 van 1. 11. 1975, blz. 77.

    (2) PB nr. L 152 van 24. 6. 1993, blz. 1.

    (3) PB nr. L 256 van 7. 9. 1987, blz. 1.

    (4) PB nr. L 345 van 31. 12. 1994, blz. 1.

    Top