Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993R0502

    Verordening (EEG) nr. 502/93 van de Commissie van 4 maart 1993 tot vaststelling, voor de Lid-Staten, van het inkomensverlies en het premiebedrag per ooi en per vrouwelijke geit alsmede het bedrag van de bijzondere steun voor de schapen- en geitenhouderij, in bepaalde probleemgebieden van de Gemeenschap voor het verkoopseizoen 1992

    PB L 54 van 5.3.1993, p. 8–10 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1992

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1993/502/oj

    31993R0502

    Verordening (EEG) nr. 502/93 van de Commissie van 4 maart 1993 tot vaststelling, voor de Lid-Staten, van het inkomensverlies en het premiebedrag per ooi en per vrouwelijke geit alsmede het bedrag van de bijzondere steun voor de schapen- en geitenhouderij, in bepaalde probleemgebieden van de Gemeenschap voor het verkoopseizoen 1992

    Publicatieblad Nr. L 054 van 05/03/1993 blz. 0008 - 0010


    VERORDENING (EEG) Nr. 502/93 VAN DE COMMISSIE van 4 maart 1993 tot vaststelling, voor de Lid-Staten, van het inkomensverlies en het premiebedrag per ooi en per vrouwelijke geit alsmede het bedrag van de bijzondere steun voor de schapen- en geitenhouderij, in bepaalde probleemgebieden van de Gemeenschap voor het verkoopseizoen 1992

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3013/89 van de Raad van 25 september 1989 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 363/93 (2), en met name op artikel 5, lid 6,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1601/92 van de Raad van 15 juni 1992 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwprodukten ten behoeve van de Canarische eilanden (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3714/92 (4), en met name op artikel 13,

    Overwegende dat artikel 5, leden 1 en 5, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 in de toekenning van een premie voorziet om een eventueel inkomensverlies van de producenten van schapevlees en, in sommige gebieden, van geitevlees, te compenseren; dat die gebieden zijn bepaald in bijlage I van genoemde verordening en in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1065/86 van de Commissie van 11 april 1986 tot vaststelling van de berggebieden waarin de premie aan geitevleesproducenten wordt toegekend (5), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3519/86 (6); dat, overeenkomstig artikel 5, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 3013/89, de premie in sommige gebieden kan worden toegekend voor andere vrouwelijke schapen van bepaalde bergrassen dan ooien die voor de toekenning van de premie in aanmerking komen; dat de bedoelde schapen en gebieden zijn vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 872/84 van de Raad van 31 maart 1984 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van de premie aan de producenten van schapevlees (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1970/87 (8);

    Overwegende dat overeenkomstig artikel 5, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 de Lid-Staten bij de Verordeningen (EEG) nr. 1830/92 (9) en (EEG) nr. 3249/92 (10) van de Commissie gemachtigd werden een eerste, respectievelijk tweede voorschot aan de schape- en geitevleesproducenten uit te betalen; dat derhalve het voor het verkoopseizoen 1992 te betalen definitieve premiebedrag moet worden vastgesteld;

    Overwegende dat op grond van artikel 23, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 de premie per ooi en per regio wordt betaald; dat het bedrag van die voor het verkoopseizoen 1992 aan de producenten van zware lammeren uit te betalen premie wordt berekend door het inkomensverlies te vermenigvuldigen met een coëfficiënt die voor elke regio de gemiddelde jaarlijkse produktie van vlees van zware lammeren per betrokken ooi aangeeft, uitgedrukt in 100 kg geslacht gewicht; dat overeenkomstig genoemde verordening de premie per ooi voor de producenten van lichte lammeren en geiten voor het verkoopseizoen 1992 moet worden vastgesteld op 80 % van de premie voor de producenten van zware lammeren; dat dit bedrag voor andere vrouwelijke schapen dan de voor de premie in aanmerking komende ooien op 70 % van genoemde premie moet worden vastgesteld;

    Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 363/93 de toepassing van de in artikel 24, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 bedoelde overgangsbepalingen voor het gebied dat Ierland en Noord-Ierland omvat, is verlengd, ook al wordt de variabele slachtpremie in het Verenigd Koninkrijk niet langer toegekend; dat derhalve het in dat gebied te betalen premiebedrag per ooi moet worden vastgesteld;

    Overwegende dat op grond van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3013/89 de premie moet worden verlaagd met de invloed van de basisprijs van de in lid 2 van dat artikel bedoelde coëfficiënt; dat die coëfficiënt voorlopig is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1829/92 van de Commissie van 3 juli 1992 betreffende de regeling inzake de beperking van de garantie in de sector schape- en geitevlees voor het verkoopseizoen 1992 (11); dat deze coëfficiënt wegens het ontbreken van definitieve statistische gegevens voor het verkoopseizoen 1992, vooralsnog niet gecorrigeerd kan worden; dat, overeenkomstig artikel 8, lid 2, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 3013/89, eventueel een correctie zal worden uitgevoerd bij de berekening van de premie voor het verkoopseizoen 1993;

    Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1601/92 met ingang van 1 juli 1992 geldende specifieke maatregelen ten behoeve van de landbouwproduktie op de Canarische eilanden zijn vastgesteld; dat deze maatregelen met name voorzien in de verlening van een aanvullende premie aan de producenten van lichte lammeren en geiten, op dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld voor de verlening van de in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 3013/89 bedoelde premie; dat Spanje, overeenkomstig deze voorwaarden, de aanvullende premie mag verlenen, waarvan het bedrag voor het verkoopseizoen 1992 pro rata temporis wordt berekend;

    Overwegende dat de Lid-Staten bij Verordening (EEG) nr. 1830/92 zijn gemachtigd om het gehele bedrag te betalen van de bij Verordening (EEG) nr. 1323/90 van de Raad (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 363/93, ingestelde bijzondere steun voor de schapen- en geitenhouderij in bepaalde probleemgebieden van de Gemeenschap; dat Spanje krachtens Verordening (EEG) nr. 3249/92 derhalve het gehele steunbedrag pro rata temporis aan de producenten van schapen en geiten in de probleemgebieden van de Canarische eilanden heeft mogen uitbetalen; dat dit specifieke steunbedrag is verhoogd bij Verordening (EEG) nr. 363/93; dat het reeds betaalde bedrag derhalve als van het definitieve bedrag af te trekken voorschot moet worden aangemerkt;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer "schapen en geiten",

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Tussen de basisprijs, verminderd met het effect van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 bedoelde coëfficiënt, en de marktprijs tijdens het verkoopseizoen 1992 wordt voor de onderstaande regio's het volgende verschil geconstateerd:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Artikel 2

    De in artikel 23, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 bedoelde coëfficiënt bedraagt:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Artikel 3

    1. Het premiebedrag per ooi en per regio bedraagt voor het verkoopseizoen 1992:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2. Het premiebedrag per vrouwelijke geit en per regio in de gebieden bepaald in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 3013/89 en in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1065/86, bedraagt voor het verkoopseizoen 1992:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    3. Het premiebedrag per ander vrouwelijk schaap dan voor de premie in aanmerking komende ooien per regio in de gebieden vermeld in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 872/84 bedraagt:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Artikel 4

    1. Voor de toepassing van artikel 1 bis van Verordening (EEG) nr. 1323/90 bedraagt het bedrag dat Spanje aan de producenten van schape- en geitevlees in de in Richtlijn 75/268/EEG van de Raad (2) bedoelde probleemgebieden mag betalen met inachtneming van de in artikel 5, lid 7, en lid 8, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 aangegeven grenzen en percentages:

    - 7 ecu per ooi voor de in artikel 5, leden 2 en 4, van die verordening bedoelde producenten;

    - 4,9 ecu per ooi voor de in artikel 5, lid 3, van die verordening bedoelde producenten;

    - 4,9 ecu per geit voor de in artikel 5, lid 5, van die verordening bedoelde producenten;

    - 4,9 ecu per vrouwelijk schaap bij toepassing van artikel 5, lid 8, tweede alinea, van die verordening.

    Aan de producenten van schape- en geitevlees in de probleemgebieden van de Canarische eilanden mag Spanje echter de volgende bedragen betalen:

    - 3,5 ecu per ooi voor de in artikel 5, leden 2 en 4, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 bedoelde producenten;

    - 2,45 ecu per ooi voor de in artikel 5, lid 3, van die verordening bedoelde producenten;

    - 2,45 ecu per geit voor de in artikel 5, lid 5, van die verordening bedoelde producenten.

    2. Het in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1830/92 en in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 3249/92 vastgestelde bedrag van de bijzondere steun voor de schapen- en geitenhouderij in bepaalde probleemgebieden van de Gemeenschap voor het verkoopseizoen 1992 wordt aangemerkt als een voorschot op deze bijzondere steun waarvan het definitieve bedrag in lid 1 van dit artikel is vastgesteld.

    Artikel 5

    Voor de toepassing van artikel 13, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1601/92 wordt de aanvullende premie voor het verkoopseizoen 1992 ten behoeve van de op de Canarische eilanden gevestigde producenten van lichte lammeren en geiten, met inachtneming van de in artikel 5, lid 7 en lid 8, tweede alinea, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 3013/89 aangegeven grenzen en percentages, vastgesteld op:

    - 2,911 ecu per ooi voor de in artikel 5, lid 3, van die verordening bedoelde producenten;

    - 2,911 ecu per geit voor de in artikel 5, lid 5, van die verordening bedoelde producenten.

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 4 maart 1993.

    Voor de Commissie René STEICHEN Lid van de Commissie

    Top