Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992L0047

Richtlijn 92/47/EEG van de Raad van 16 juni 1992 houdende vaststelling van de voorschriften voor het toestaan van tijdelijke en beperkte afwijkingen op de specifieke communautaire gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van melk en produkten op basis van melk

PB L 268 van 14.9.1992, p. 33–34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1997

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1992/47/oj

31992L0047

Richtlijn 92/47/EEG van de Raad van 16 juni 1992 houdende vaststelling van de voorschriften voor het toestaan van tijdelijke en beperkte afwijkingen op de specifieke communautaire gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van melk en produkten op basis van melk

Publicatieblad Nr. L 268 van 14/09/1992 blz. 0033 - 0034
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 45 blz. 0033
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 45 blz. 0033


RICHTLIJN 92/47/EEG VAN DE RAAD van 16 juni 1992 houdende vaststelling van de voorschriften voor het toestaan van tijdelijke en beperkte afwijkingen op de specifieke communautaire gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van melk en produkten op basis van melk

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat melk en zuivelprodukten in de lijst van bijlage II bij het Verdrag zijn vermeld; dat de produktie en het in de handel brengen daarvan voor de landbouwbevolking een belangrijke bron van inkomsten vormen;

Overwegende dat, met het oog op de rationele ontwikkeling van de betrokken sector, de verbetering van de produktiviteit en de geleidelijke totstandbrenging van de interne markt, op communautair niveau gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/46/EEG (4);

Overwegende dat de mogelijkheid bestaat dat sommige inrichtingen, in verband met bijzondere situaties, niet in staat zijn om op de datum van toepassing van genoemde richtlijn alle specifieke voorschriften in acht te nemen; dat, om rekening te houden met plaatselijke situaties en te voorkomen dat inrichtingen gedwongen worden hun activiteiten abrupt stop te zetten, moet worden voorzien in een regeling waarbij aan inrichtingen die vóór 1 januari 1993 reeds in bedrijf waren, tijdelijke en beperkte afwijkingen kunnen worden toegestaan;

Overwegende dat het toestaan van eventuele afwijkingen van de specifieke communautaire gezondheidsvoorschriften aan bepaalde inrichtingen niets mag afdoen aan het feit dat voor de produktie en het in de handel brengen de hygiënevoorschriften blijven gelden die zijn vastgesteld bij voornoemde richtlijn;

Overwegende dat op de toepassing van deze afwijkingen een controle moet worden uitgeoefend door de Commissie, ten einde misbruik te voorkomen; dat daartoe moet worden voorzien in een procedure waarbij in het kader van het Permanent Veterinair Comité een nauwe en doeltreffende samenwerking tussen de Commissie en de Lid-Staten tot stand komt,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De Lid-Staten zien erop toe dat met ingang van 1 januari 1998:

- alle inrichtingen de eisen van Richtlijn 92/46/EEG in acht nemen,

- de consumptiemelk en de produkten op basis van melk die van deze inrichtingen afkomstig zijn, voorzien worden van het in bijlage C, hoofdstuk IV, onderdeel A, punt 3, van Richtlijn 92/46/EEG bedoelde keurmerk.

Artikel 2

1. De Lid-Staten kunnen tot en met 31 december 1997 de inrichtingen die op de datum van kennisgeving van deze richtlijn geacht worden niet te voldoen aan de erkenningsvoorwaarden van Richtlijn 92/46/EEG, toestaan af te wijken van sommige van de in bijlage B, hoofdstukken I en V, van genoemde richtlijn gestelde eisen, indien de consumptiemelk en de produkten op basis van melk die van deze inrichtingen afkomstig zijn, niet voorzien worden van het in bijlage C, hoofdstuk IV, onderdeel A, punt 3, van die richtlijn bedoelde keurmerk en zij niet zijn bestemd voor het handelsverkeer.

2. Voor de in lid 1 bedoelde afwijkingen komen alleen de inrichtingen in aanmerking die vóór 1 april 1993 bij de bevoegde nationale autoriteit een afwijking hebben aangevraagd.

Deze aanvraag moet vergezeld gaan van een plan en een werkprogramma waarin de termijnen worden genoemd waarbinnen zij aan de in lid 1 bedoelde eisen kunnen voldoen.

Ingeval om financiële bijstand van de Gemeenschap wordt verzocht, kunnen alleen aanvragen worden aanvaard voor projecten die voldoen aan de eisen van Richtlijn 92/46/EEG.

De Lid-Staten leggen de Commissie vóór 1 juli 1993 de lijst voor van de inrichtingen waarvoor het toestaan van een afwijking wordt overwogen. Op deze lijst moeten per inrichting het type en de duur van de beoogde afwijkingen worden vermeld, alsmede de aard van de produkten die worden bereid, de controles die moeten worden uitgevoerd op de produkten uit deze inrichtingen, en het personeel dat met deze controles belast is.

De inrichtingen die op de in de eerste alinea vermelde datum geen afwijking hebben aangevraagd, of waarvan de aanvraag door de betrokken Lid-Staat afgewezen is, mogen zolang zij niet geacht worden te voldoen aan de in lid 1 bedoelde erkenningsvoorwaarden, geen toestemming krijgen om nog consumptiemelk of produkten op basis van melk in de handel te brengen. Eventueel geldt deze maatregel slechts voor een gedeelte van de inrichting en voor de betrokken produkten.

Na ontvangst van de door een Lid-Staat overeenkomstig de vierde alinea ingediende lijst, beschikt de Commissie over een termijn van twee maanden om die lijst te onderzoeken en deze, eventueel na wijziging, voor te leggen aan het Permanent Veterinair Comité, dat een beslissing neemt volgens de procedure van artikel 4.

3. De lijst van inrichtingen waarvoor een afwijking geldt, wordt door de Commissie bekendgemaakt.

Artikel 3

1. De Lid-Staten mogen de inrichtingen die zich niet kunnen bevoorraden met melk die voldoet aan de in bijlage A, hoofdstuk IV, van Richtlijn 92/46/EEG vastgestelde voorwaarden, tot en met 31 december 1997 toestemming verlenen om consumptiemelk of produkten op basis van melk op de nationale markt te brengen, indien deze melk of produkten op basis van melk niet voorzien worden van het in bijlage C, hoofdstuk IV, onderdeel A, punt 3, van genoemde richtlijn bedoelde keurmerk en zij niet zijn bestemd voor het handelsverkeer.

2. De overeenkomstig de artikelen 10 en 11 van Richtlijn 92/46/EEG erkende inrichtingen kunnen onder de volgende voorwaarden voor een gedeelte van hun produktie voor de in lid 1 bedoelde toestemming in aanmerking komen:

- de exploitanten of de beheerders van deze inrichtingen moeten onder toezicht van de bevoegde autoriteit alle passende maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de rauwe melk of de produkten op basis van melk die niet aan de in bijlage A, hoofdstuk IV, van Richtlijn 92/46/EEG vastgestelde eisen voldoen, worden behandeld of verwerkt op een duidelijk afgescheiden plaats en op een volledig ander tijdstip dan de rauwe melk of de produkten op basis van melk die wel aan deze eisen voldoen en bestemd zijn voor het handelsverkeer;

- de exploitanten of de beheerders van de inrichtingen moeten de bevoegde autoriteiten aantonen dat met de maatregelen die zijn getroffen om permanent het beheer van het keurmerk te verifiëren, kan worden voorkomen dat dit merk per abuis wordt aangebracht op de in lid 1 bedoelde produkten en zij moeten een boekhouding van de grondstoffen en de eindprodukten ter beschikking van de controleautoriteiten houden waarmee beide circuits kunnen worden geverifieerd.

Artikel 4

In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel bedoelde procedure, zijn de voorschriften van artikel 31 van Richtlijn 92/46/EEG van toepassing.

Artikel 5

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 1 januari 1993 aan artikel 2, lid 2 en vóór 1 januari 1994 aan de overige bepalingen van deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen annemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst mede van alle belangrijke bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 6

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 16 juni 1992.

Voor de Raad

De Voorzitter

Arlindo MARQUES CUNHA

(1) PB nr. C 84 van 2. 4. 1990, blz. 100.(2) PB nr. C 183 van 15. 7. 1991, blz. 60.(3) PB nr. C 332 van 31. 12. 1990, blz. 62.(4) Zie bladzijde 1 van dit Publikatieblad.

Top