Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31981R1842

    Verordening (EEG) nr. 1842/81 van de Commissie van 3 juli 1981 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1188/81 ten aanzien van de vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen

    PB L 183 van 4.7.1981, p. 10–13 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 27/12/2023; opgeheven door 32023R2835

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1981/1842/oj

    31981R1842

    Verordening (EEG) nr. 1842/81 van de Commissie van 3 juli 1981 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1188/81 ten aanzien van de vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen

    Publicatieblad Nr. L 183 van 04/07/1981 blz. 0010 - 0013
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 13 blz. 0142
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0117
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 13 blz. 0142
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0117


    VERORDENING (EEG) Nr. 1842/81 VAN DE COMMISSIE van 3 juli 1981 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1188/81 ten aanzien van de vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1784/81 (2), en met name op artikel 16, lid 6, en op artikel 24,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1188/81 van de Raad van 28 april 1981 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van aangepaste restituties voor in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken uitgevoerde granen en van de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag, en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3035/80 ten aanzien van bepaalde goederen die niet onder bijlage II van het Verdrag vallen (3), en met name op artikel 12,

    Overwegende dat in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1188/81 is bepaald dat de dag waarop de granen onder controle zijn geplaatst, bepalend is voor de toe te passen restitutievoet ; dat daartoe derhalve de dag in aanmerking moet worden genomen waarop de douaneautoriteiten de betalingsaangifte aanvaarden, waarin de betrokken exporteur zijn voornemen te kennen geeft de produkten te distilleren en met toekenning van een restitutie uit te voeren ; dat deze aangifte alle gegevens moet bevatten die nodig zijn voor de berekening van de restitutie;

    Overwegende dat voor de toepassing van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1188/81, en meer in het bijzonder voor de vaststelling van de coëfficiënt, moet worden bepaald wat onder "in totaal uitgevoerde hoeveelheden" en "in totaal in de handel gebrachte hoeveelheden" wordt verstaan;

    Overwegende dat het voor de toepassing van deze verordening noodzakelijk is te weten of de produkten het grondgebied van de Gemeenschap hebben verlaten en, in bepaalde gevallen, ook hun bestemming te kennen ; dat het daartoe noodzakelijk is een beroep te doen op, enerzijds, de definitie van uitvoer als bedoeld in Richtlijn 81/177/EEG van de Raad (4) en, anderzijds, op de bewijsstukken voorgeschreven bij Verordening (EEG) nr. 2730/79 van de Commissie van 29 november 1979 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van de restituties bij uitvoer voor landbouwprodukten (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1663/81 (6);

    Overwegende dat dient te worden bepaald dat de Lid-Staten aan de Commissie de nodige inlichtingen moeten verstrekken;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. De uitvoerrestitutie voor granen, uitgevoerd in de vorm van een van de in Verordening (EEG) nr. 1188/81 bedoelde alcoholhoudende dranken, wordt toegekend op voorwaarde dat bij de bevoegde autoriteiten een aangifte wordt ingediend, hierna "betalingsaangifte" te noemen, waarin de betrokkene zijn voornemen te kennen geeft de granen te distilleren voor de vervaardiging van een van de hierboven bedoelde alcoholhoudende dranken.

    2. De betalingsaangifte moet alle gegevens bevatten die nodig zijn voor de bepaling van de restitutie, en met name: a) de omschrijving van de granen of de mout overeenkomstig de voor de restituties gebruikte nomenclatuur;

    b) het nettogewicht van de produkten.

    Artikel 2

    1. Bij het aanvaarden van de betalingsaangifte worden de granen of de mout onder douanecontrole of onder de in artikel 3, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1188/81 bedoelde administratieve regeling geplaatst, tot wanneer zij gedistilleerd zijn.

    2. De datum waarop de betalingsaangifte aanvaard is, is bepalend voor de restitutievoet.

    Artikel 3

    1. De restitutie wordt bepaald op grond van de verificatie van de betalingsaangifte al dan niet gecombineerd met het onderzoek van de granen of de mout.

    (1) PB nr. L 281 van 1.11.1975, blz. 1. (2) PB nr. L 177 van 1.7.1981, blz. 1. (3) PB nr. L 121 van 5.5.1981, blz. 3. (4) PB nr. L 83 van 30.3.1981, blz. 40. (5) PB nr. L 317 van 12.12.1979, blz. 1. (6) PB nr. L 166 van 24.6.1981, blz. 9. 2. Het bepaalde in lid 1 laat onverlet eventuele latere controle door de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staat, en de gevolgen die daaruit krachtens de geldende bepalingen kunnen voortvloeien.

    Artikel 4

    1. Ten aanzien van de regelingen voor de controle op de distillatie en met name op het opbrengstpercentage, gelden voor granen of mout dezelfde regels als gelden in het kader van de regeling actieve veredeling.

    2. Bij de verwerking verkregen bijprodukten zijn van controle vrijgesteld, wanneer vaststaat dat de hoeveelheid niet groter is dan de gewoonlijk verkregen hoeveelheid bijprodukten.

    3. Er wordt geen restitutie toegekend wanneer de granen of de mout niet van gezonde handelskwaliteit zijn.

    Artikel 5

    1. De restitutie wordt eerst betaald na overlegging van de betalingsaangifte, waarop tevens verklaard is dat de granen of de mout gedistilleerd zijn. Deze verklaring wordt door de bevoegde autoriteiten aangebracht.

    2. De restitutie wordt betaald door de Lid-Staat waarin de betalingsaangifte aanvaard is.

    3. Het bedrag wordt slechts betaald op schriftelijk verzoek van het bedrijf. De Lid-Staten mogen voorschrijven dat daarvoor een bijzonder formulier moet worden gebruikt.

    4. Behoudens in gevallen van overmacht moeten de documenten betreffende de verlening van de restituties worden ingediend binnen de twaalf maanden volgende op de dag waarop de bevoegde autoriteiten de vooruitbetalingsaangifte hebben aanvaard, op straffe van verval van het recht op de restitutie.

    Artikel 6

    Voor de toepassing van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1188/81 verstaat men onder: a) in totaal uitgevoerde hoeveelheden : de hoeveelheden alcoholhoudende dranken die aan de voorwaarden van artikel 9, lid 2, van het Verdrag voldoen en die worden uitgevoerd naar een bestemming waarvoor de restitutie geldt. Daartoe moeten de in artikel 12 van deze verordening bedoelde bewijzen worden geleverd;

    b) in totaal in de handel gebrachte hoeveelheden : de hoeveelheden alcoholhoudende dranken die aan de voorwaarden van artikel 9, lid 2, van het Verdrag voldoen en definitief de produktie- en opslaginrichtingen verlaten hebben om voor menselijke consumptie in het vrije verkeer te worden gebracht.

    Artikel 7

    Wanneer de restitutie overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1188/81 wordt ingetrokken en wanneer zij opnieuw wordt ingesteld, wordt de in artikel 3, lid 1, van genoemde verordening bedoelde coëfficiënt verminderd, respectievelijk vermeerderd, naar gelang van de verhouding tussen de hoeveelheden die in het voorafgaande jaar werden uitgevoerd naar de bestemmingen, waarvoor de restitutie ingetrokken of opnieuw ingesteld werd en de in hetzelfde jaar in totaal uitgevoerde hoeveelheden.

    De uitgevoerde hoeveelheden kunnen aan de hand van de bestaande gegevens worden bepaald.

    Artikel 8

    Voor de toepassing van artikel 6, sub a), worden de alcoholhoudende dranken als uitgevoerd geboekt op de dag waarop de douaneformaliteiten bij uitvoer vervuld zijn.

    Indien evenwel overeenkomstig artikel 14, lid 2, het bewijs van uitvoer wordt geleverd na de termijn waarbinnen boeking als uitvoer in hetzelfde kalenderjaar mogelijk is, wordt deze uitvoer geboekt als uitvoer in het daaropvolgende kalenderjaar.

    Artikel 9

    De in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1188/81 bedoelde coëfficiënt wordt ieder jaar vóór 1 augustus vastgesteld.

    Hij geldt met ingang van 1 augustus tot en met 31 juli van het daaropvolgende jaar.

    De coëfficiënt wordt vastgesteld aan de hand van de door de Lid-Staten verstrekte gegevens over het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december van het jaar dat aan de vaststelling van de coëfficiënt voorafgaat.

    Artikel 10

    De in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 1188/81 bedoelde coëfficiënt voor de omrekening van mout in gerst bedraagt : 1,33.

    Artikel 11

    1. Wanneer de granen of de mout onder douanecontrole geplaatst zijn, wordt een bedrag vooruitbetaald dat gelijk is aan de restitutie, op voorwaarde dat een waarborg wordt gesteld die gelijk is aan het te betalen bedrag, verhoogd met a) 5 % indien de betrokkene zich ertoe verbindt de granen te distilleren binnen een termijn van 30 dagen na de dag van de aanvaarding van de vooruitbetalingsaangifte,

    b) 15 % in de andere gevallen.

    2. De betrokken restitutie wordt verrekend met het vooruitbetaalde bedrag wanneer het bewijs is geleverd dat de granen of de mout gedistilleerd zijn en, ingeval het bepaalde in lid 1, sub a), van toepassing is, wanneer de distillatie binnen de voorgeschreven termijn is uitgevoerd.

    3. De waarborg wordt vrijgegeven, nadat het bewijs is geleverd dat de granen of de mout eventueel binnen de voorgeschreven termijn gedistilleerd zijn. Op verzoek van de belanghebbende kunnen de Lid-Staten de waarborg vrijgeven naar rata van de hoeveelheden granen of mout waarvoor het voorgeschrven bewijs van distillatie is geleverd.

    Artikel 12

    1. Voor de toepassing van artikel 6 zijn het bewijs van uitvoer en, indien artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1188/81 van toepassing is, het bewijs van invoer in een derde land waarvoor de restitutie geldt, de in Verordening (EEG) nr. 2730/79 bedoelde bewijsmiddelen.

    2. In deze verordening wordt onder uitvoer verstaan: - uitvoer zoals omschreven in Richtlijn 81/177/EEG

    en

    - leveranties aan de in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 2730/79 bedoelde bestemmingen.

    Artikel 13

    1. Voor de toepassing van deze verordening moet de bij de vervulling van de douaneformaliteiten bij uitvoer over te leggen aangifte de volgende gegevens bevatten: a) de omschrijving van de alcoholhoudende dranken volgens de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief;

    b) de in liter zuivere alcohol uitgedrukte hoeveelheden alcoholhoudende dranken die zullen worden uitgevoerd;

    c) de samenstelling van de alcoholhoudende dranken of een verwijzing naar die samenstelling, aan de hand waarvan de gebruikte graansoort kan worden bepaald;

    d) de producerende Lid-Staat.

    2. Voor de toepassing van lid 1, sub c), is het voldoende wanneer de alcoholhoudende drank uit verschillende graansoorten en door een latere vermenging verkregen is, zulks op de aangifte te vermelden.

    Artikel 14

    1. Om een hoeveelheid alcoholhoudende dranken als uitgevoerd te kunnen boeken, moeten de in artikel 12 bedoelde bewijsstukken binnen zes maanden na de dag waarop de douaneformaliteiten bij uitvoer zijn vervuld, bij de daartoe aangewezen autoriteiten worden ingediend.

    2. Wanneer de bewijsstukken niet binnen de voorgeschreven termijn konden worden overgelegd, kan aan de exporteur, wanneer hij zich de nodige moeite heeft gegeven deze bewijzen binnen die termijn te verkrijgen, aanvullende termijnen worden toegestaan. De aanvullende termijnen mogen zes maanden niet te boven gaan.

    Artikel 15

    1. Voor granen of mout die in het tijdvak van 1 augustus 1973 tot en met 30 juni 1981 onder toezicht van een nationale instantie zijn geplaatst, moet degene die voor de restitutie in aanmerking wil komen, bij de bevoegde dienst een aanvraag indienen met de volgende gegevens: - hoeveelheid en aard van de verwerkte granen of mout

    en

    - datum waarop de granen onder toezicht van de betrokken nationale instantie zijn geplaatst.

    De bevoegde dienst voert aan de hand van alle dienstige stukken de nodige verificaties uit.

    2. De betrokken Lid-Staten delen de Commissie zo spoedig mogelijk de in artikel 16, lid 2, sub a), b), c) en d), bedoelde gegevens mede voor het jaar 1979.

    3. De betrokken Lid-Staten delen de Commissie vóór 16 juli 1981 de in artikel 16, lid 2, sub a), b), c) en d), bedoelde gegevens mede voor de jaren 1972, 1973, 1974, 1975, 1976, 1977 en 1978.

    4. De betrokken Lid-Staten delen de Commissie vóór 16 oktober 1981 de hoeveelheden alcoholhoudende dranken mede die op 31 december van de jaren 1972, 1973, 1974, 1975, 1976, 1977, 1978 en 1979 waren opgeslagen, alsmede de hoeveelheden produkten die in die jaren zijn geproduceerd.

    Artikel 16

    1. De betrokken Lid-Staten delen de Commissie naam en adres van de bevoegde diensten mede.

    2. De betrokken Lid-Staten delen de Commissie ieder jaar vóór 16 juli de volgende gegevens mede: a) de hoeveelheden granen en mout, onderverdeeld volgens de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief, die aan de voorwaarden van artikel 9, lid 2, van het Verdrag voldoen en die in het tijdvak van 1 januari tot en met 31 december van het voorafgaande jaar onder controle zijn geplaatst;

    b) de hoeveelheden granen en mout, onderverdeeld volgens de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief, waarop in hetzelfde tijdvak de regeling actieve veredeling van toepassing was;

    c) de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1188/81 bedoelde hoeveelheden alcoholhoudende dranken, onderverdeeld overeenkomstig artikel 17, de hoeveelheden die in hetzelfde tijdvak zijn uitgevoerd en die welke in hetzelfde tijdvak in de handel zijn gebracht;

    d) de hoeveelheden alcoholhoudende dranken, onderverdeeld overeenkomstig artikel 17, die in hetzelfde tijdvak in het kader van de regeling actieve veredeling verkregen naar derde landen verzonden zijn;

    e) de op 31 december van het voorafgaande jaar opgeslagen hoeveelheden alcoholhoudende dranken, alsmede de hoeveelheden in hetzelfde tijdvak verkregen produkten.

    3. Jaarlijks vóór 16 oktober, 16 januari en 16 april delen zij de Commissie eveneens de sub a), b), c) en d) bedoelde gegevens mede die voor de overeenkomstige kwartalen beschikbaar zijn.

    Artikel 17

    Voor de toepassing van artikel 16 wordt: a) "grain whisky" geacht te zijn verkregen uit 15 % gerst en 85 % maïs;

    b) "malt whisky" geacht uitsluitend uit gerst of mout te zijn verkregen;

    c) het procentuele aandeel van de verschillende graansoorten die bij de bereiding van de in artikel 13, lid 2, bedoelde alcoholhoudende dranken zijn gebruikt, bepaald aan de hand van de totale hoeveelheden van de verschillende graansoorten die worden gebruikt voor de bereiding van de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1188/81 genoemde alcoholhoudende dranken.

    Artikel 18

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1981.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 3 juli 1981.

    Voor de Commissie

    De Voorzitter

    Gaston THORN

    Top