Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31971L0349

    Richtlijn 71/349/EEG van de Raad van 12 oktober 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de inhoudsbepaling van scheepstanks

    PB L 239 van 25.10.1971, p. 15–21 (DE, FR, IT, NL)
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1971(III) blz. 865 - 872

    Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/2011; opgeheven door 32011L0017

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1971/349/oj

    31971L0349

    Richtlijn 71/349/EEG van de Raad van 12 oktober 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de inhoudsbepaling van scheepstanks

    Publicatieblad Nr. L 239 van 25/10/1971 blz. 0015 - 0021
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0088
    Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1971(III) blz. 0767
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0088
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1971(III) blz. 0865
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0227
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0105
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0105


    ++++

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 12 oktober 1971

    betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de inhoudsbepaling van scheepstanks

    ( 71/349/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

    Overwegende dat in verschillende Lid-Staten de methoden met behulp waarvan de tanks , met inbegrip van de brandstoftanks , van schepen voor de binnenvaart en de nationale en internationale kustvaart kunnen worden opgemeten en gebruikt als middel voor het bepalen van de hoeveelheid erin aanwezige vloeistof , zijn vastgelegd in dwingende voorschriften ; dat deze voorschriften van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen ; dat zij door hun ongelijkheid een belemmering vormen voor de erkenning door alle Lid-Staten van metingen die zijn verricht met behulp van een tank waarvan de inhoud door één der Lid-Staten is opgemeten ;

    Overwegende dat deze belemmeringen voor de totstandbrenging en werking van de gemeenschappelijke markt kunnen worden verminderd en opgeheven , indien alle Lid-Staten dezelfde voorschriften hanteren , hetzij ter aanvulling hetzij in de plaats van hun huidige wetgevingen ;

    Overwegende dat de in deze richtlijn vastgelegde communautaire voorschriften betreffende de methode van inhoudsbepaling waarborgen dat de hoeveelheden vloeistof die in de met behulp van deze methode opgemeten tanks worden vervoerd steeds met voldoende nauwkeurigheid kunnen worden bepaald ;

    Overwegende dat de inhoudsbepaling van scheepstanks te vergelijken is met de procedure van de eerste ijk van meetmiddelen ; dat in het onderhavige geval derhalve sommige bepalingen van de richtlijn van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen ( 3 ) , toepassing kunnen vinden ,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Deze richtlijn heeft betrekking op de E.E.G.-inhoudsbepaling van tanks van schepen voor de binnenvaart en de kustvaart .

    Onder " E.E.G.-inhoudsbepaling " wordt verstaan een inhoudsbepaling , door een Lid-Staat uitgevoerd onder de voorwaarden die in deze richtlijn zijn vastgesteld .

    Artikel 2

    De resultaten van de inhoudsbepaling worden vastgelegd in een E.E.G.-ijkcertificaat , opgesteld overeenkomstig de bijlagen .

    De Lid-Staten hechten aan het E.E.G.-ijkcertificaat dezelfde warde als aan de overeenkomstige nationale documenten .

    Artikel 3

    De meetmiddelen die worden gebruikt voor het meten van de vloeistofhoogte in tanks waarvan de inhoud overeenkomstig deze richtlijn is bepaald , moeten speciaal aan dit gebruik zijn aangepast .

    Zij moeten beantwoorden aan de voorschriften van de desbetreffende bijzondere richtlijn .

    Als overgangsmaatregel kunnen echter meetmiddelen worden gebruikt , die worden aanvaard door de bevoegde dienst van de Lid-Staat waar de vloeistofhoogte wordt bepaald .

    Deze overgangsregeling eindigt één jaar na de datum , die als datum van inwerkingtreding van de bijzondere richtlijn betreffende de bedoelde meetmiddelen zal worden vastgesteld .

    Artikel 4

    1 . Binnen achttien maanden na kennisgeving van deze richtlijn voeren de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in om te voldoen aan het bepaalde in deze richtlijn . Zij stellen de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis .

    2 . De Lid-Staten zien erop toe , dat de tekst van alle belangrijke nationale wettelijke bepalingen die zij aanvaarden op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is , ter kennis van de Commissie wordt gebracht .

    Artikel 5

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Luxemburg , 12 oktober 1971 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    I . VIGLIANESI

    ( 1 ) PB nr . C 108 van 19 . 10 . 1968 , blz . 36 .

    ( 2 ) PB nr . C 4 van 14 . 1 . 1969 , blz . 2 .

    ( 3 ) PB nr . L 202 van 6 . 9 . 1971 , blz . 1 .

    BIJLAGE I

    ALGEMENE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE INHOUDSBEPALING VAN SCHEEPSTANKS

    1 . De inhoud van de tanks wordt bepaald :

    - hetzij door overstorting van water of een andere geschikte vloeistof waarvan het volume wordt gemeten met behulp van meetkolven of van meetinstallaties met meters die speciaal voor dit gebruik zijn gekalibreerd ;

    - hetzij door berekening op basis van de vastgestelde afmetingen van de tanks ; deze handeling wordt , voor zover mogelijk , aangevuld met een gedeeltelijke vloeistofmeting .

    2 . De inhoudsbepalingen worden zodanig uitgevoerd en de gebruikte meetmiddelen hebben een zodanige nauwkeurigheid , dat de relatieve fouten op de inhouden die in de verstrekte documenten worden vermeld , niet groter zijn dan :

    a ) 3/1000 in plus of in min van de vermelde inhoud als algemene regel ,

    b ) 5/1000 in plus of in min van de vermelde inhoud in het uitzonderingsgeval van tanks met een bijzonder gecompliceerde vorm , waarvan de inhoud niet door overstorting kan worden bepaald .

    3 . De resultaten van de inhoudsbepaling worden vastgelegd in een ijkcertificaat , aan welk certificaat schema's en tabellen worden toegevoegd , waarin met name zijn vermeld de vloeistofvolumes , uitgedrukt in liters , kubieke decimeters of kubieke meters , die de tank bevat wanneer de stand van het vrije oppervlak van de vloeistof zich op de peilloodlijn op een gegeven hoogte , uitgedrukt in centimeters of decimeters , bevindt .

    De tabellen in centimeters of decimeters kunnen worden aangevuld met een interpolatietabel in millimeters .

    Deze documenten worden opgesteld overeenkomstig de bijlagen II , III en IV .

    4 . Op elke tank wordt in de nabijheid van de peilopening een identificatieplaat omtrent de inhoudsbepaling aangebracht .

    Deze plaat draagt de volgende vermeldingen :

    a ) het nummer van de tank ,

    b ) de totale referentiehoogte H ,

    c ) het nummer van het ijkcertificaat .

    De plaat wordt uitgevoerd in een materiaal dat voldoende duurzaam is ; zij wordt door het aanbrengen van het E.E.G.-zegelmerk op de daartoe aanwezige loodproppen op zodanige wijze verzegeld , dat zij niet kan worden verwijderd zonder schending van het merk .

    De uitvoering en het model van het E.E.G.-zegelmerk zijn die welke voor het merk van gedeeltelijke E.E.G.-ijk zijn genoemd in artikel 10 , lid 2 , en bijlage II , sub 3 , van de richtlijn van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen .

    Artikel 12 van die richtlijn vindt overeenkomstige toepassing .

    5 . Het ijkcertificaat wordt slechts afgegeven , indien de tanks en de buisleidingen zodanig zijn uitgevoerd en aangelegd , dat zij , onder de normale gebruiksomstandigheden van het schip , gemakkelijk geheel kunnen worden geledigd en volledig kunnen worden gevuld zonder dat luchtzakken boven of in de gemeten vloeistof onder het vloeistofpeil worden ingesloten .

    Indien uitzonderingen op deze regel worden toegelaten en indien voorzorgen dienen te worden genomen om te verzekeren dat de meting op correcte wijze geschiedt , wordt daarvan in het ijkcertificaat melding gemaakt .

    6 . De peilloodlijn , waarop de vloeistofhoogten worden gemeten , gaat , als algemene regel , overal daar waar zich de stand van het vrije oppervlak van de vloeistof onder normale gebruiksomstandigheden tijdens de metingen kan bevinden , zo na mogelijk door het zwaartepunt van de horizontale doorsneden van de tank .

    Indien aan deze voorwaarde om redenen van constructieve aard niet wordt voldaan , wordt in het ijkcertificaat vermeld , dat de meting van de vloeistofhoogte in de tank slechts mag worden uitgevoerd indien het schip horizontaal ligt .

    De peilloodlijn wordt gevormd door de as van een peilkoker .

    Deze koker dient een goede geleiding van de peilstok te waarborgen en mag door zijn uitvoering geen systematische meetfouten veroorzaken . Het horizontale bovenvlak van de koker vormt het referentiemeetvlak . De afstand van dit vlak tot de horizontale meetplaat , die vast in het voetpunt van de peilloodlijn is aangebracht , wordt aangeduid als " totale referentiehoogte H " en wordt in het hoofd van elke tabel vermeld .

    Alle maatregelen worden getroffen om te bereiken , dat de stand van het referentiemeetvlak ten opzichte van de tank en de totale referentiehoogte H praktisch onveranderlijk blijven .

    Het E.E.G.-zegelmerk wordt op het referentiemeetvlak aangebracht .

    7 . Met inachtneming van :

    a ) de nauwkeurigheid , bereikt bij de vaststelling van de inhoudsopgaven die in de tabellen zijn vermeld ,

    b ) de nauwkeurigheid waarmee de stand van het vrije oppervlak in de tanks kan worden gemeten ,

    vermeldt het ijkcertificaat de relatieve nauwkeurigheid bij het gebruik van de tanks ter meting van het vloeistofvolume , dat zij bevatten .

    In het geval , bedoeld in punt 2 , onder a ) , van deze bijlage , mag de relatieve onnauwkeurigheid niet groter zijn dan 5/1000 , in plus en in min , van het in de tabel vermelde volume en in het geval , bedoeld in punt 2 , onder b ) , niet groter dan 8/1000 , in plus en in min , van het in de tabel vermelde volume .

    De kleinste te meten hoogte wordt op ten minste 500 mm vastgesteld .

    8 . De geldigheidsduur van de zegelmerken , de ijkcertificaten en de tabellen eindigt :

    - hetzij na verloop van 12 jaar ,

    - hetzij zodra de tank vervormingen , herstellingen of verbouwingen heeft ondergaan , die wijziging van zijn metrologische kenmerken ten gevolge kunnen hebben .

    De met de termijn van 12 jaar overeenkomende uiterste geldigheid wordt , afgerond in gehele maanden , in het hoofd van het ijkcertificaat en van elke tabel vermeld .

    IJkcertificaten en tabellen worden niet vernieuwd dan na een nieuwe inhoudsbepaling .

    BIJLAGE II

    IJKDOSSIER

    Het ijkdossier , afgegeven door een inzake de metrologie bevoegde instantie , bestaat uit de volgende documenten :

    1 . Het eigenlijke ijkcertificaat met de volgende gegevens :

    a ) de naam en het adres van de bevoegde instantie die het certificaat afgeeft ;

    b ) de naam en de functie van de ambtenaar die het onderzoek heeft uitgevoerd ;

    c ) het volgnummer van het certificaat ( dat eveneens op alle andere documenten en op de identificatieplaten dient voor te komen ) ;

    d ) de datum waarop het certificaat is afgegeven en de standplaats van de ambtenaar die het onderzoek heeft uitgevoerd ;

    e ) de datum waarop het certificaat zijn geldigheid verliest ;

    f ) de identiteit van het schip ( naam , inschrijvingsnummer , naam en adres van de eigenaar en jaar waarin het schip is gebouwd ) ;

    g ) een lijst van de bijgevoegde documenten met vermelding van hun aard ;

    h ) de groepen van tanks waarvoor een zelfde tabel gebruikt kan worden ;

    i ) een opgave van de tanks waarin zich leidingen of verwarmingselementen bevinden ;

    j ) de totale inhoud ;

    k ) de nauwkeurigheid der meetgegevens , vermeld in de tabellen ;

    l ) de nauwkeurigheid bij gebruik van het certificaat ter bepaling van de vloeistofvolumes die de tanks bevatten ;

    m ) de kleinste te meten hoogte .

    2 . Een schema 1 waarin de ligging van de tanks in het schip is aangegeven en voor elke tank de totale referentiehoogte H , de plaats van de peilloodlijn en haar positie ten opzichte van het voorste schot van de tank en ten opzichte van het in langsrichting van het schip lopende schot of van het middenlangsvlak .

    3 . Een schema 2 waarin een schematische dwarsdoorsnede van de tanks is weergegeven en waarin met name zijn vermeld de straal van de kim , de pijl van de ronding , de hoogte van de trunk en de wijze waarop de peilkoker is uitgevoerd .

    4 . Bij een schip met verwarmingselementen of vulleidingen in het inwendige van de tanks een schema 3 , aangevende het volume dat door deze elementen en leidingen wordt ingenomen , alsmede het vloeistofvolume dat zij tussen de afsluiters kunnen bevatten .

    5 . Voor elke tank of groep van tanks die aan elkaar gelijkgesteld kunnen worden , een inhoudstabel in centimeters of decimeters , met vermelding van de totale referentiehoogte H en de uiterste termijn van geldigheid , alsmede eventueel een interpolatietabel in millimeters .

    BIJLAGE III

    MODEL VAN EEN IJKCERTIFICAAT

    Bevoegde instantie ...

    Land ...

    Geldig tot

    IJKCERTIFICAAT Nr . ...

    " ... " ( 1 )

    De ondergetekende , ... ( naam , voornaam en functie van de ambtenaar ) verklaart op verzoek van ... de inhoud te hebben bepaald van de tanks van ... " ... " , ingeschreven onder nr . ... , eigendom van ... en gebouwd in ...

    Schema 1 vermeldt de ligging en de nummers van de verschillende tanks , de plaatsen der peilloodlijnen en , voor elke tank , de totale referentiehoogte H van het referentiemeetvlak , gevormd door de bovenste doorsnede van de peilkoker ( waarop het E.E.G.-zegelmerk is aangebracht ) boven het bovenvlak van de meetplaat op de bodem van de tank .

    Schema 2 geeft een schematische dwarsdoorsnede van de tanks door een vlak dat door de peilloodlijnen gaat .

    Schema 3 geeft de positie en het volume van de leidingen en de verwarmingselementen in de tanks .

    Bij het gebruik der bij dit certificaat behorende tabellen in centimeters dienen de vloeistofhoogten te worden gemeten op de peilloodlijnen , aangegeven in schema 1 .

    Voor de hierna vermelde tanks kan dezelfde tabel worden gebruikt : ...

    De maximale onnauwkeurigheid waarmede de inhoudsbepaling van de tanks is geschied , bedraagt :

    min of meer 3/1000 in plus of in min ( min of meer 3 pro mille ) van de aangegeven inhoud bij de tanks nr . ...

    min of meer 5/1000 in plus of in min ( min of meer 5 pro mille ) van de aangegeven inhoud bij de tanks nr . ...

    De maximale onnauwkeurigheid bij het gebruik van de tanks ter meting van de hoeveelheid vloeistof die zij bevatten , bedraagt :

    min of meer 5/1000 in plus of in min ( min of meer 5 pro mille ) van de aangegeven inhoud bij de tanks nr . ...

    min of meer 8/1000 in plus of in min ( min of meer 8 pro mille ) van de aangegeven inhoud bij de tanks nr . ...

    mits het schip horizontaal ligt en de vloeistofhoogten op correcte wijze met behulp van reglementaire meetmiddelen worden gemeten .

    Totale inhoud ...

    Kleinste te meten hoogte = 500 mm .

    ... ( Stempel en handtekening van de ambtenaar )

    ... ( plaats ) , ... ( datum )

    ( 1 ) Type ( tanklichter , tankschip , duwbak , ... ) en naam van het schip .

    BIJLAGE IV

    MODEL VAN EEN TABEL

    Bevoegde instantie ...

    Functie van de ambtenaar ...

    Geldig tot

    BIJLAGE BIJ HET IJKCERTIFICAAT Nr . ...

    " ... " ( 1 )

    Tank nr . ...

    Tabel , vermeldende het volume in kubieke decimeters ( liters , kubieke meters ) van de in de tank aanwezige vloeistof in afhankelijkheid van de hoogte in centimeters van de vloeistofspiegel boven het voetpunt van de peilloodlijn , aangegeven in de schema's ...

    Totale inhoud ... Totale referentiehoogte H = ...

    m * cm * Volume *

    0 * 00 * *

    * 01 * *

    * 02 * *

    * 03 * *

    * 04 * *

    * 05 * *

    * 06 * *

    * 07 * *

    * 08 * *

    * 09 * *

    m * cm * Volume *

    0 * 50 * *

    * 51 * *

    * 52 * *

    * 53 * *

    * 54 * *

    * 55 * *

    * 56 * *

    * 57 * *

    * 58 * *

    * 59 * *

    m * cm * Volume *

    1 * 00 * *

    * 01 * *

    * 02 * *

    * 03 * *

    * 04 * *

    * 05 * *

    m * cm * Volume *

    1 * 50 * *

    * 51 * *

    * 52 * *

    * 53 * *

    * 54 * *

    * 55 * *

    ( Weergave van een tabel met de volumes in kolommen )

    ( 1 ) Type en naam van het schip .

    Hoogten * Volumes per hoogte in centimeters *

    m * dm * 0 * 1 * 2 * 3 * 4 * 5 * 6 * 7 * 8 * 9 *

    * 0 * * * * * * * * * * *

    * 1 * * * * * * * * * * *

    * 2 * * * * * * * * * * *

    * 3 * * * * * * * * * *

    * 4 * * * * * * * * *

    * 5 * * * * * * *

    ( Weergave van een tabel met twee ingangen )

    Top