EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22017D0169

Besluit nr. 1/2015 van het Gemengd Landbouwcomité van 19 november 2015 tot wijziging van de aanhangsels 1, 2 en 4 van bijlage 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten [2017/169]

PB L 27 van 1.2.2017, p. 155–168 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/169/oj

1.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 27/155


BESLUIT Nr. 1/2015 VAN HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ

van 19 november 2015

tot wijziging van de aanhangsels 1, 2 en 4 van bijlage 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten [2017/169]

HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ,

Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, en met name artikel 11,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2)

Bijlage 4 bij de overeenkomst heeft tot doel de handel tussen de partijen in planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor fytosanitaire maatregelen gelden, te vergemakkelijken. Deze bijlage is krachtens de artikelen 1, 2 en 4 ervan aangevuld met een aantal aanhangsels.

(3)

De aanhangsels 1, 2 en 4 van bijlage 4 zijn vervangen door Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Landbouwcomité.

(4)

Sinds de inwerkingtreding van Besluit nr. 1/2010 zijn de wettelijke bepalingen van de partijen op fytosanitair gebied op een aantal punten die de overeenkomst betreffen, gewijzigd.

(5)

De wetgeving van de partijen legt de voorwaarden vast voor controles van de in aanhangsel 1 opgenomen planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit derde landen, die worden uitgevoerd op een andere plaats dan de plaats van binnenkomst op hun respectieve grondgebied. Het is passend om voorwaarden vast te stellen voor dergelijke controles waarbij beide partijen betrokken zijn.

(6)

De aanhangsels 1, 2 en 4 van bijlage 4 moeten daarom worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De aanhangsels 1 en 2 van bijlage 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten worden vervangen door de tekst in bijlage I.

Aanhangsel 4 van bijlage 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten wordt vervangen door de tekst in bijlage II.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

Gedaan te Bern, 19 november 2015.

Voor het Gemengd Landbouwcomité

De voorzitter en het hoofd van de delegatie van Zwitserland

Adrian AEBI

Het hoofd van de delegatie van de Europese Unie

Lorenzo TERZI

De secretaris van het comité

Thomas MAIER


BIJLAGE I

AANHANGSEL 1

PLANTEN, PLANTAARDIGE PRODUCTEN EN ANDERE MATERIALEN

A.   Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de partijen waarvoor de partijen soortgelijke wetgeving hebben die gelijkwaardige resultaten oplevert, en waarvan zij het plantenpaspoort erkennen

1.   Planten en plantaardige producten:

1.1.   voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden, van de geslachten Amelanchier Med., Chaenomeles Lindl., Crataegus L., Cydonia Mill., Eriobotrya Lindl., Malus Mill., Mespilus L., Prunus L. (met uitzondering van Prunus laurocerasus L. en Prunus lusitanica L.), Pyracantha Roem., Pyrus L. en Sorbus L.;

1.2.   voor opplant bestemde planten van Beta vulgaris L. en Humulus lupulus L., met uitzondering van zaden;

1.3.   voor opplant bestemde planten van stolonen- en knollenvormende soorten van Solanum L. en hybriden daarvan;

1.4.   planten van Fortunella Swingle, Poncirus Raf., hybriden van deze twee soorten, Casimiroa La Llave, Clausena Burm. f., Vepris Comm., Zanthoxylum L. en Vitis L., met uitzondering van vruchten en zaden;

1.5.   onverminderd punt 1.6, planten van Citrus L. en hybriden daarvan, met uitzondering van vruchten en zaden;

1.6.   vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden van deze drie soorten, met bladeren en steeltjes;

1.7.   hout van oorsprong uit de Unie dat geheel of gedeeltelijk zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, met of zonder schors, of in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, resten of afval, en dat:

a)

geheel of gedeeltelijk is verkregen van Platanus L., met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, en

b)

beantwoordt aan één van de volgende omschrijvingen zoals die zijn vermeld in bijlage I, deel II, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (1) en in de tabel hieronder zijn opgenomen:

GN-code

Omschrijving

4401 10 00

Brandhout, in de vorm van ronde en andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

4401 22 00

Ander hout dan naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

ex 4401 30 80

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel), niet geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen

4403 10 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

ex 4403 99

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout bedoeld bij aanvullende aantekening 2 bij hoofdstuk 44 en ander tropisch hout, eik (Quercus spp.) en beuk (Fagus spp.)), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, niet behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

ex 4404 20 00

Gekloofde staken van ander hout dan naaldhout; palen en stokken van ander hout dan naaldhout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd

ex 4407 99

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout bedoeld bij aanvullende aantekening 2 bij hoofdstuk 44 en ander tropisch hout, eik (Quercus spp.) en beuk (Fagus spp.)), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

2.   Planten, plantaardige producten en andere materialen, geproduceerd door producenten die hun productie mogen verkopen aan personen die zich beroepshalve bezighouden met de productie van planten, met uitzondering van planten, plantaardige producten en andere materialen die klaargemaakt zijn en gereed voor verkoop aan de eindverbruiker, en waaromtrent door de bevoegde overheidsinstanties van de lidstaten van de Unie of Zwitserland wordt verzekerd dat de productie ervan duidelijk gescheiden is van die van andere producten:

2.1.   voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden, van de geslachten Abies Mill., Apium graveolens L., Argyranthemum spp., Asparagus officinalis L., Aster spp., Brassica spp., Castanea Mill., Cucumis spp., Dendranthema (DC.) Des Moul., Dianthus L. en hybriden van deze soort, Exacum spp., Fragaria L., Gerbera Cass., Gypsophila L., alle rassen Nieuw-Guinea-hybriden van Impatiens L., Lactuca spp., Larix Mill., Leucanthemum L., Lupinus L., Pelargonium l'Hérit. ex Ait., Picea A. Dietr., Pinus L., Platanus L., Populus L., Prunus laurocerasus L., Prunus lusitanica L., Pseudotsuga Carr., Quercus L., Rubus L., Spinacia L., Tanacetum L., Tsuga Carr., Verbena L. en andere voor opplant bestemde planten van kruidachtige soorten (met uitzondering van planten van de familie Gramineae), met uitzondering van bollen, stengelknollen, wortelstokken, zaden en knollen;

2.2.   voor opplant bestemde planten van Solanaceae, andere dan die bedoeld in punt 1.3, met uitzondering van zaden;

2.3.   planten van Araceae, Marantaceae, Musaceae, Persea spp. en Strelitziaceae, beworteld of met aanhangend of bijgevoegd groeimedium;

2.4.   voor opplant bestemde planten van Palmae met een stamdiameter aan de voet van meer dan 5 cm en behorend tot de volgende geslachten: Brahea Mart., Butia Becc., Chamaerops L., Jubaea Kunth., Livistona R. Br., Phoenix L., Sabal Adans., Syagrus Mart., Trachycarpus H. Wendl., Trithrinax Mart. en Washingtonia Raf.;

2.5.   planten, zaden en bollen:

a)

voor opplant bestemde zaden en bollen van Allium ascalonicum L., Allium cepa L. en Allium schoenoprasum L., en voor opplant bestemde planten van Allium porrum L.;

b)

zaden van Medicago sativa L.;

c)

zaden van Helianthus annuus L., Solanum lycopersicum L. en Phaseolus L.

3.   Voor opplant bestemde bollen, stengelknollen, knollen en wortelstokken van Camassia Lindl., Chionodoxa Boiss., Crocus flavus Weston „Golden Yellow”, Dahlia spp., Galanthus L., Galtonia candicans (Baker) Decne., Gladiolus Tourn. ex L. (minicultivars en hybriden daarvan zoals Gladiolus callianthus Marais, Gladiolus colvillei Sweet, Gladiolus nanus hort., Gladiolus ramosus hort. en Gladiolus tubergenii hort.), Hyacinthus L., Iris L., Ismene Herbert, Lilium spp., Muscari Miller, Narcissus L., Ornithogalum L., Puschkinia Adams, Scilla L., Tigridia Juss. en Tulipa L., geproduceerd door producenten die hun productie mogen verkopen aan personen die zich beroepshalve bezighouden met de productie van planten, met uitzondering van planten, plantaardige producten en andere materialen die klaargemaakt zijn en gereed voor verkoop aan de eindverbruiker, en waaromtrent door de bevoegde overheidsinstanties van de lidstaten van de Unie of Zwitserland wordt verzekerd dat de productie ervan duidelijk gescheiden is van die van andere producten.

B.   Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit andere gebieden dan het grondgebied van de partijen waarvoor de fytosanitaire invoervoorschriften van de partijen gelijkwaardige resultaten opleveren en die tussen de partijen mogen worden verhandeld met een plantenpaspoort indien zij in deel A van dit aanhangsel vermeld zijn of die vrij mogen worden verhandeld indien zij daar niet vermeld zijn

1.   Onverminderd de in deel C van dit aanhangsel vermelde planten, alle voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden, maar met inbegrip van zaden van Cruciferae, Gramineae, Trifolium spp., van oorsprong uit Argentinië, Australië, Bolivia, Chili, Nieuw-Zeeland en Uruguay, de geslachten Triticum, Secale en X Triticosecale, van oorsprong uit Afghanistan, India, Irak, Iran, Mexico, Nepal, Pakistan, de Verenigde Staten van Amerika en Zuid-Afrika, Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden van deze drie soorten, Capsicum spp., Helianthus annuus L., Solanum lycopersicum L., Medicago sativa L., Prunus L., Rubus L., Oryza spp., Zea mais L., Allium ascalonicum L., Allium cepa L., Allium porrum L., Allium schoenoprasum L. en Phaseolus L.

2.   Delen van planten, met uitzondering van vruchten en zaden, van:

Castanea Mill., Dendranthema (DC.) Des Moul., Dianthus L., Gypsophila L., Pelargonium l'Herit. ex Ait, Phoenix spp., Populus L., Quercus L., Solidago L. en snijbloemen van Orchidaceae,

naaldbomen (Coniferales),

Acer saccharum Marsh. van oorsprong uit Canada en de Verenigde Staten van Amerika,

Prunus L. van oorsprong uit niet-Europese landen,

snijbloemen van Aster spp., Eryngium L., Hypericum L., Lisianthus L., Rosa L. en Trachelium L., van oorsprong uit niet-Europese landen,

bladgroenten van Apium graveolens L., Ocimum L., Limnophila L. en Eryngium L.,

bladeren van Manihot esculenta Crantz,

afgesneden takken van Betula L., met of zonder loof,

afgesneden takken van Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., met of zonder loof, van oorsprong uit Canada, China, de Democratische Volksrepubliek Korea, Japan, Mongolië, de Republiek Korea, Rusland, Taiwan en de Verenigde Staten van Amerika,

Amiris P. Browne, Casimiroa La Llave, Citropsis Swingle & Kellerman, Eremocitrus Swingle, Esenbeckia Kunth., Glycosmis Corrêa, Merrillia Swingle, Naringi Adans., Tetradium Lour., Toddalia Juss. en Zanthoxylum L.

2.1.   Delen van planten, met uitzondering van vruchten, maar met inbegrip van zaden, van Aegle Corrêa, Aeglopsis Swingle, Afraegle Engl., Atalantia Corrêa, Balsamocitrus Stapf, Burkillanthus Swingle, Calodendrum Thunb., Choisya Kunth, Clausena Burm. f., Limonia L., Microcitrus Swingle, Murraya J. Koenig ex L., Pamburus Swingle, Severinia Ten., Swinglea Merr., Triphasia Lour. en Vepris Comm.

3.   Vruchten van:

Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden van deze drie soorten, Momordica L. en Solanum melongena L.,

Annona L., Cydonia Mill., Diospyros L., Malus Mill., Mangifera L., Passiflora L., Prunus L., Psidium L., Pyrus L., Ribes L., Syzygium Gaertn. en Vaccinium L., van oorsprong uit niet-Europese landen,

Capsicum L.

4.   Knollen van Solanum tuberosum L.

5.   Bast, zonder andere delen, van:

naaldbomen (Coniferales) van oorsprong uit niet-Europese landen,

Acer saccharum Marsh., Populus L. en Quercus L., met uitzondering van Quercus suber L.,

Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., van oorsprong uit Canada, China, de Democratische Volksrepubliek Korea, Japan, Mongolië, de Republiek Korea, Rusland, Taiwan en de Verenigde Staten van Amerika,

Betula L. van oorsprong uit Canada en de Verenigde Staten van Amerika.

6.   Hout in de zin van artikel 2, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (2) dat:

a)

geheel of gedeeltelijk is verkregen uit één van de hieronder genoemde families, geslachten of soorten, met uitzondering van verpakkingsmateriaal voor hout als omschreven in bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 2, bij Richtlijn 2000/29/EG:

Quercus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, met uitzondering van hout dat voldoet aan de omschrijving die is opgenomen in GN-code 4416 00 00, onder b), voor zover kan worden aangetoond dat het hout is verwerkt of vervaardigd met gebruikmaking van een warmtebehandeling waarbij een temperatuur van ten minste 176 °C is gehandhaafd gedurende 20 minuten;

Platanus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit Armenië en de Verenigde Staten van Amerika;

Populus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit landen van het Amerikaanse vasteland;

Acer saccharum Marsh., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit Canada en de Verenigde Staten van Amerika;

naaldbomen (Coniferales), ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit niet-Europese landen, Kazachstan, Rusland en Turkije;

Fraxinus L., Juglans ailantifolia Carr., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit Canada, China, de Democratische Volksrepubliek Korea, Japan, Mongolië, de Republiek Korea, Rusland, Taiwan en de Verenigde Staten van Amerika;

Betula L., met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit Canada en de Verenigde Staten van Amerika; en

b)

beantwoordt aan één van de volgende omschrijvingen zoals die zijn vermeld in bijlage I, deel II, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 en in de tabel hieronder zijn opgenomen:

GN-code

Omschrijving

4401 10 00

Brandhout, in de vorm van ronde en andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

4401 21 00

Naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

4401 22 00

Ander hout dan naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

ex 4401 30 40

Zaagsel, niet geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen

ex 4401 30 80

Andere resten en afval van hout, niet geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen

4403 10 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint, of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

4403 20

Naaldhout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, niet behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

4403 91

Eikenhout (Quercus spp.), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, niet behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

ex 4403 99

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout bedoeld bij aanvullende aantekening 2 bij hoofdstuk 44 en ander tropisch hout, eik (Quercus spp.), beuk (Fagus spp.) en berk (Betula L.)), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, niet behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

4403 99 51

Zaaghout van berken (Betula L.), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

4403 99 59

Berkenhout (Betula L.), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, ander dan zaaghout

ex 4404

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd

4406

Houten dwarsliggers en wisselhouten

4407 10

Naaldhout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

4407 91

Eikenhout (Quercus spp.), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

ex 4407 93

Hout van Acer saccharum Marsh., overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

4407 95

Hout van es (Fraxinus spp.), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

ex 4407 99

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout bedoeld bij aanvullende aantekening 2 bij hoofdstuk 44 en ander tropisch hout, eik (Quercus spp.), beuk (Fagus spp.), esdoorn (Acer spp.), kers (Prunus spp.) en es (Fraxinus spp.)), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

4408 10

Fineerplaten van naaldhout (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor ander op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm

4416 00 00

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen

9406 00 20

Geprefabriceerde bouwwerken van hout

7.   Grond en groeimedium:

a)

grond en groeimedium als zodanig, geheel of gedeeltelijk bestaande uit grond of vaste organische stoffen zoals plantendelen, humus met turf of schors, doch niet uitsluitend bestaande uit turf;

b)

aan planten aanhangende of daarbij gevoegde grond en groeimedium, geheel of gedeeltelijk bestaande uit onder a) genoemd materiaal of gedeeltelijk bestaande uit vaste anorganische stof, bestemd om de levenskracht te handhaven van planten van oorsprong uit:

Turkije,

Belarus, Georgië, Moldavië, Oekraïne en Rusland,

niet-Europese landen, met uitzondering van Algerije, Egypte, Israël, Libië, Marokko en Tunesië.

8.   Graan van de geslachten Triticum, Secale en X Triticosecale, van oorsprong uit Afghanistan, India, Irak, Iran, Mexico, Nepal, Pakistan, de Verenigde Staten van Amerika en Zuid-Afrika.

C.   Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de partijen waarvoor de partijen geen soortgelijke wetgeving hebben en waarvan zij het plantenpaspoort niet erkennen

1.   Planten en plantaardige producten van oorsprong uit Zwitserland die alleen met een fytosanitair certificaat in een lidstaat van de Unie mogen worden ingevoerd:

1.1.   voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden:

geen;

1.2.   delen van planten, met uitzondering van vruchten en zaden:

geen;

1.3.   zaden:

geen;

1.4.   vruchten:

geen;

1.5.   hout dat geheel of gedeeltelijk zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, met of zonder schors, of in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, resten of afval, en dat:

a)

geheel of gedeeltelijk is verkregen van Platanus L., met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden; en

b)

beantwoordt aan één van de volgende omschrijvingen zoals die zijn vermeld in bijlage I, deel II, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 en in de tabel hieronder zijn opgenomen:

GN-code

Omschrijving

4401 10 00

Brandhout, in de vorm van ronde en andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

4401 22 00

Ander hout dan naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

ex 4401 30 80

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel), niet geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen

4403 10 00

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

ex 4403 99

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout bedoeld bij aanvullende aantekening 2 bij hoofdstuk 44 en ander tropisch hout, eik (Quercus spp.) en beuk (Fagus spp.)), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, niet behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

ex 4404 20 00

Gekloofde staken van ander hout dan naaldhout; palen en stokken van ander hout dan naaldhout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd

ex 4407 99

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout bedoeld bij aanvullende aantekening 2 bij hoofdstuk 44 en ander tropisch hout, eik (Quercus spp.) en beuk (Fagus spp.)), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

2.   Planten en plantaardige producten van oorsprong uit een lidstaat van de Unie die alleen met een fytosanitair certificaat in Zwitserland mogen worden ingevoerd:

geen.

3.   Planten en plantaardige producten van oorsprong uit Zwitserland waarvan de invoer in een lidstaat van de Unie verboden is:

planten, met uitzondering van vruchten en zaden:

geen.

4.   Planten en plantaardige producten van oorsprong uit een lidstaat van de Unie waarvan de invoer in Zwitserland verboden is:

planten van:

 

Cotoneaster Ehrh.,

 

Photinia davidiana (Dcne.) Cardot (3).

AANHANGSEL 2

WETGEVING  (4)

Bepalingen van de Unie

Richtlijn 69/464/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van de wratziekte;

Richtlijn 74/647/EEG van de Raad van 9 december 1974 betreffende de bestrijding van de anjerbladroller;

Beschikking 91/261/EEG van de Commissie van 2 mei 1991 waarbij Australië vrij van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. wordt verklaard;

Richtlijn 92/70/EEG van de Commissie van 30 juli 1992 tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de in het kader van de erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap te verrichten onderzoeken;

Richtlijn 92/90/EEG van de Commissie van 3 november 1992 tot vaststelling van de verplichtingen van producenten en importeurs van planten, plantaardige producten en andere materialen, en van nadere bepalingen inzake registratie;

Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie van 3 december 1992 tot een zekere mate van standaardisering van plantenpaspoorten voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen in de Gemeenschap, en tot vaststelling van nadere regels voor de afgifte van deze paspoorten en van de voorwaarden en nadere regels voor de vervanging ervan;

Beschikking 93/359/EEG van de Commissie van 28 mei 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor hout van Thuja L., van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika;

Beschikking 93/360/EEG van de Commissie van 28 mei 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor hout van Thuja L., van oorsprong uit Canada;

Beschikking 93/365/EEG van de Commissie van 2 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor naaldhout dat een warmtebehandeling heeft ondergaan, van oorsprong uit Canada, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout;

Beschikking 93/422/EEG van de Commissie van 22 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten om afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor kunstmatig gedroogd naaldhout, van oorsprong uit Canada, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout;

Beschikking 93/423/EEG van de Commissie van 22 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten om afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor kunstmatig gedroogd naaldhout, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout;

Richtlijn 93/50/EEG van de Commissie van 24 juni 1993 tot nadere omschrijving van bepaalde niet in bijlage V, deel A, bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad vermelde planten waarvan de producenten, of de in het productiegebied van die planten gelegen opslagplaatsen of verzendingscentra, in een officieel register moeten worden opgenomen;

Richtlijn 93/51/EEG van de Commissie van 24 juni 1993 tot vaststelling van voorschriften voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige producten of andere materialen via een beschermd gebied en voor het verkeer, binnen een beschermd gebied, van dergelijke planten, plantaardige producten of andere materialen van oorsprong uit dat gebied;

Richtlijn 93/85/EEG van de Raad van 4 oktober 1993 betreffende de bestrijding van aardappelringrot;

Richtlijn 94/3/EG van de Commissie van 21 januari 1994 tot vaststelling van een procedure voor melding van de onderschepping van uit derde landen herkomstige en uit fytosanitair oogpunt onmiddellijk gevaar opleverende zendingen of schadelijke organismen;

Richtlijn 98/22/EG van de Commissie van 15 april 1998 tot vaststelling van de minimumeisen voor de uitvoering in de Gemeenschap van fytosanitaire controles van planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen, in niet op de plaats van bestemming gevestigde controleposten;

Richtlijn 98/57/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al.;

Beschikking 98/109/EG van de Commissie van 2 februari 1998 tot machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Thailand tijdelijk spoedmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Thrips palmi Karny;

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen;

Beschikking 2002/757/EG van de Commissie van 19 september 2002 houdende voorlopige fytosanitaire noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in 't Veld sp. nov. te voorkomen;

Beschikking 2002/499/EG van de Commissie van 26 juni 2002 houdende machtiging om voor op natuurlijke of kunstmatige wijze opgekweekte miniatuurplanten van Chamaecyparis Spach, Juniperus L. en Pinus L., van oorsprong uit de Republiek Korea, afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan;

Beschikking 2002/887/EG van de Commissie van 8 november 2002 houdende machtiging om voor op natuurlijke of kunstmatige wijze opgekweekte miniatuurplanten van Chamaecyparis Spach, Juniperus L. en Pinus L., van oorsprong uit Japan, afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan;

Beschikking 2004/200/EG van de Commissie van 27 februari 2004 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van het pepinomozaïekvirus te voorkomen;

Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie van 7 oktober 2004 betreffende de controles van de identiteit en de fytosanitaire controles van in deel B van bijlage V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad opgenomen planten, plantaardige producten en andere materialen, die kunnen worden uitgevoerd op een andere plaats dan de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap of op een dichtbijgelegen plaats en tot vaststelling van de eisen met betrekking tot deze controles;

Uitvoeringsbepalingen: Wanneer de plaats van binnenkomst van de in aanhangsel 1 opgenomen planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit derde landen zich op het grondgebied van de ene partij bevindt, maar de plaats van bestemming zich op het grondgebied van de andere partij bevindt, worden bij afwezigheid van een specifieke overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van de plaats van binnenkomst en de plaats van bestemming de controles van de documenten en identiteit en de fytosanitaire inspecties uitgevoerd op de plaats van binnenkomst. Wanneer de bevoegde autoriteiten van de plaats van binnenkomst en de plaats van bestemming een specifieke overeenkomst afsluiten, moet deze schriftelijk worden vastgelegd;

Richtlijn 2004/105/EG van de Commissie van 15 oktober 2004 tot vaststelling van de modellen van officiële fytosanitaire certificaten of fytosanitaire certificaten voor wederuitvoer waarvan in Richtlijn 2000/29/EG van de Raad vermelde planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen vergezeld moeten gaan;

Beschikking 2004/416/EG van de Commissie van 29 april 2004 inzake tijdelijke noodmaatregelen ten aanzien van bepaalde citrusvruchten van oorsprong uit Argentinië of Brazilië;

Beschikking 2005/51/EG van de Commissie van 21 januari 2005 tot machtiging van de lidstaten om met het oog op reiniging tijdelijk afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan voor de invoer van grond verontreinigd door bestrijdingsmiddelen of persistente organische verontreinigende stoffen;

Beschikking 2005/359/EG van de Commissie van 29 april 2005 houdende afwijking van bepaalde bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van stammen van eikenhout (Quercus L.), met bast, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika;

Beschikking 2006/473/EG van de Commissie van 5 juli 2006 waarbij sommige derde landen en sommige gebieden van derde landen worden erkend als zijnde vrij van Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen), Cercospora angolensis Carv. et Mendes en Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen);

Richtlijn 2006/91/EG van de Raad van 7 november 2006 betreffende de bestrijding van de San José-schildluis;

Beschikking 2007/365/EG van de Commissie van 25 mei 2007 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) te voorkomen;

Richtlijn 2007/33/EG van de Raad van 11 juni 2007 betreffende de bestrijding van het aardappelcysteaaltje en houdende intrekking van Richtlijn 69/465/EEG;

Beschikking 2007/433/EG van de Commissie van 18 juni 2007 tot vaststelling van voorlopige noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Gibberella circinata Nirenberg & O'Donnell te voorkomen;

Richtlijn 2008/61/EG van de Commissie van 17 juni 2008 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder bepaalde in de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad vermelde schadelijke organismen, planten, plantaardige producten en andere materialen voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden in de Gemeenschap of in bepaalde beschermde gebieden daarvan mogen worden binnengebracht of naar een andere plaats overgebracht;

Uitvoeringsbesluit 2011/778/EU van de Commissie van 28 november 2011 tot machtiging van bepaalde lidstaten om voor pootaardappelen van oorsprong uit bepaalde provincies van Canada tijdelijk af te wijken van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad;

Uitvoeringsbesluit 2011/787/EU van de Commissie van 29 november 2011 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk noodmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al., wat Egypte betreft;

Uitvoeringsbesluit 2012/138/EU van de Commissie van 1 maart 2012 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Anoplophora chinensis (Forster) te voorkomen;

Uitvoeringsbesluit 2012/219/EU van de Commissie van 24 april 2012 waarbij Servië vrij van Clavibacter michiganensis ssp. sepedonicus (Spieckerman en Kotthoff) Davis et al. wordt verklaard;

Uitvoeringsbesluit 2012/270/EU van de Commissie van 16 mei 2012 betreffende noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Epitrix cucumeris (Harris), Epitrix similaris (Gentner), Epitrix subcrinita (Lec.) en Epitrix tuberis (Gentner) te voorkomen;

Uitvoeringsbesluit 2012/697/EU van de Commissie van 8 november 2012 wat betreft maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het geslacht Pomacea (Perry) te voorkomen;

Uitvoeringsbesluit 2012/756/EU van de Commissie van 5 december 2012 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Pseudomonas syringae pv. actinidiae Takikawa, Serizawa, Ichikawa, Tsuyumu & Goto te voorkomen;

Uitvoeringsbesluit 2013/92/EU van de Commissie van 18 februari 2013 betreffende het toezicht, de fytosanitaire controles en de te nemen maatregelen met betrekking tot houten verpakkingsmateriaal dat gebruikt wordt voor het vervoer van specifieke goederen van oorsprong uit China;

Uitvoeringsbesluit 2013/413/EU van de Commissie van 30 juli 2013 tot machtiging van de lidstaten om voor andere dan voor opplant bestemde aardappelen uit de regio's Akkar en Bekaa in Libanon af te wijken van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad;

Uitvoeringsbesluit 2013/754/EU van de Commissie van 11 december 2013 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) te voorkomen, wat Zuid-Afrika betreft;

Uitvoeringsbesluit 2013/780/EU van de Commissie van 18 december 2013 houdende afwijking van artikel 13, lid 1, ii), van Richtlijn 2009/29/EG van de Raad ten aanzien van gezaagd hout van Quercus L., Platanus L. en Acer saccharum Marsh. dat vrij is van bast, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika;

Uitvoeringsbesluit 2013/782/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot wijziging van Beschikking 2002/757/EG wat betreft de vereiste van een fytosanitair certificaat met betrekking tot het schadelijke organisme Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in 't Veld sp. nov. voor gezaagd hout van Acer macrophyllum Pursh en Quercus spp. L. dat vrij is van bast, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika;

Aanbeveling 2014/63/EU van de Commissie van 6 februari 2014 betreffende bestrijdingsmaatregelen tegen Diabrotica virgifera virgifera LeConte in gebieden in de Unie waar de aanwezigheid van dat organisme is bevestigd;

Uitvoeringsbesluit 2014/422/EU van de Commissie van 2 juli 2014 inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde citrusvruchten van oorsprong uit Zuid-Afrika om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa te voorkomen;

Uitvoeringsbesluit 2014/917/EU van de Commissie van 15 december 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn 2000/29/EG van de Raad met betrekking tot de kennisgeving van de aanwezigheid van schadelijke organismen en van maatregelen die de lidstaten hebben genomen of voornemens zijn te nemen;

Uitvoeringsbesluit 2014/924/EU van de Commissie van 16 december 2014 houdende afwijking van bepaalde bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van hout en bast van es (Fraxinus L.) van oorsprong uit Canada en de Verenigde Staten van Amerika;

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/179 van de Commissie van 4 februari 2015 tot machtiging van de lidstaten om af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van houten verpakkingsmateriaal vervaardigd uit naaldbomen (Coniferales) in de vorm van munitiekisten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika onder toezicht van het Amerikaanse ministerie van Defensie;

Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 van de Commissie van 18 mei 2015 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Wells et al.) te voorkomen.

Bepalingen van Zwitserland

„Ordonnance du 27 octobre 2010 sur la protection des végétaux” (RS 916.20);

„Ordonnance du DFE du 15 avril 2002 sur les végétaux interdits” (RS 916.205.1);

„Ordonnance de l'OFAG du 13 mars 2015 sur les mesures phytosanitaires à caractère temporaire” (RS 916.202.1);

„Ordonnance de l'OFAG du 24 mars 2015 sur l'interdiction d'importer certains fruits et légumes originaires d'Inde” (RS 916.207.142.3);

„Décision de portée générale de l'OFEV du 14 décembre 2012 concernant l'application de la norme NIMP 15 à des importations de marchandises de pays tiers dans des emballages en bois” (fosc.ch 130 244);

„Décision de portée générale du 9 août 2013 concernant des mesures destinées à prévenir l'introduction et la propagation du genre Pomacea (Perry)” (FF 2013 5917);

„Décision de portée générale du 9 août 2013 concernant des mesures destinées à prévenir l'introduction et la propagation de Pseudomonas syringae pv. actinidiae Takikawa, Serizawa, Ichikawa, Tsuyumu et Goto” (FF 2013 5911);

„Décision de portée générale de l'OFAG du 16 mars 2015 établissant des mesures à l'égard de certains agrumes originaires d'Afrique du Sud visant à éviter l'introduction et la propagation de Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa” (FF 2015 2596);

„Directive no 1 de l'OFAG du 1er janvier 2012 à l'intention des services phytosanitaires cantonaux et de l'organisme chargé du contrôle concernant la surveillance et la lutte contre les nématodes à kystes de la pomme de terre (Globodera rostochiensis et Globodera pallida)”;

„Manuel de gestion du nématode du pin (Bursaphelenchus xylophilus) de l'OFEV du 30 mars 2015”.


(1)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

(2)  Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

(3)  In afwijking van punt 4 zijn het binnenbrengen op en doorvoeren van deze planten via het Zwitsers grondgebied toegestaan, maar het in de handel brengen, produceren en telen ervan zijn in Zwitserland verboden.

(4)  Elke verwijzing naar een handeling geldt, tenzij anders aangegeven, als een verwijzing naar de desbetreffende, uiterlijk op 1 juli 2015 gewijzigde handeling.


BIJLAGE II

„AANHANGSEL 4 (1)

IN ARTIKEL 4 BEDOELDE GEBIEDEN EN DAAROP BETREKKING HEBBENDE BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN

De in artikel 4 bedoelde gebieden en de daarop betrekking hebbende bijzondere voorschriften, die door beide partijen moeten worden gerespecteerd, zijn vastgesteld bij de onderstaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de partijen.

Bepalingen van de Unie:

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen;

Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie van 4 juli 2008 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico's bestaan.

Bepalingen van Zwitserland:

Bijlage 12 bij „Ordonnance du 27 octobre 2010 sur la protection des végétaux” (RS 916.20).



Top