Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 21995A1013(01)

    Interimovereenkomst betreffende handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds - Protocol 1 betreffende de oprichting van een Contactgroep Kolen en Staal - Protocol 2 betreffende wederzijdse administratieve bijstand voor de correcte toepassing van de douanewetgeving - Slotakte - Gemeenschappelijke verklaringen - Briefwisseling met betrekking tot artikel 15 - Briefwisseling met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding

    PB L 247 van 13.10.1995, p. 2–29 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/11/1997; stilzwijgende opheffing door 21997A1128(01)

    Related Council decision

    21995A1013(01)

    Interimovereenkomst betreffende handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds - Protocol 1 betreffende de oprichting van een Contactgroep Kolen en Staal - Protocol 2 betreffende wederzijdse administratieve bijstand voor de correcte toepassing van de douanewetgeving - Slotakte - Gemeenschappelijke verklaringen - Briefwisseling met betrekking tot artikel 15 - Briefwisseling met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding

    Publicatieblad Nr. L 247 van 13/10/1995 blz. 0002 - 0029
    Publicatieblad Nr. L 247 van 13/10/1995 blz. 0002 - 0029


    INTERIMOVEREENKOMST betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds

    De EUROPESE GEMEENSCHAP, de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL en de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, hierna "de Gemeenschap" te noemen,

    enerzijds,

    de RUSSISCHE FEDERATIE, hierna "Rusland" te noemen,

    anderzijds,

    Overwegende dat op 24 juni 1994 een Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en Rusland, anderzijds, is ondertekend;

    Overwegende dat de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst gericht is op het versterken en verbreden van de betrekkingen die in het verleden zijn aangeknoopt, inzonderheid bij de op 18 december 1989 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Unie van de Socialistische Sowjetrepublieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking, hierna de "Overeenkomst van 1989" te noemen;

    Overwegende dat ervoor moet worden gezorgd dat de handelsbetrekkingen tussen de partijen zich snel ontwikkelen;

    Overwegende dat de bepalingen van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst die betrekking hebben op de handel en aanverwante zaken daarom zo spoedig mogelijk door middel van een Interimovereenkomst ten uitvoer moeten worden gelegd;

    Rekening houdende met de bijdrage die financiële samenwerking kan leveren tot de op de handel betrekking hebbende doeleinden van deze Overeenkomst;

    Hebben besloten deze Overeenkomst te sluiten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:

    DE EUROPESE GEMEENSCHAP:

    DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL:

    DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE:

    RUSLAND:

    DIE, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

    ALS VOLGT ZIJN OVEREENGEKOMEN:

    TITEL I ALGEMENE BEGINSELEN

    Artikel 1

    De eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten, als onder meer vastgelegd in de Slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa, vormen de grondslag van het binnenlands en buitenlands beleid van de partijen en zijn een essentieel onderdeel van het partnerschap en van deze Overeenkomst.

    Artikel 2

    1. De krachtens deze Overeenkomst door Rusland toegekende meestbegunstigingsbehandeling is niet van toepassing op de in bijlage I vermelde voordelen die Rusland heeft toegekend aan andere landen van de voormalige USSR.

    2. Bij meestbegunstiging krachtens titel II zijn de in lid 1 bedoelde uitzonderingen niet van toepassing nadat Rusland is toegetreden tot de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, hierna "GATT" te noemen, of de Wereldhandelsorganisatie, hierna "WTO" te noemen.

    TITEL II GOEDERENVERKEER

    Artikel 3

    1. De partijen passen ten aanzien van elkaar de algemene meestbegunstigingsregeling toe van artikel I, lid 1 van de GATT.

    2. De bepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op:

    a) voordelen die aan buurlanden worden toegekend teneinde het grensverkeer te vereenvoudigen;

    b) voordelen die met het oog op de oprichting van een douane-unie of een vrijhandelszone of ingevolge de oprichting van een dergelijke unie of zone worden toegekend. Onder "douane-unie" en "vrijhandelszone" worden verstaan de unies of zones die zijn omschreven in artikel XXIV van de GATT of die volgens de in lid 10 van dit artikel van de GATT worden ingesteld;

    c) voordelen die aan bepaalde landen worden toegekend overeenkomstig de GATT en andere internationale regelingen ten gunste van ontwikkelingslanden.

    Artikel 4

    1. De uit het grondgebied van een partij herkomstige produkten die op het grondgebied van de andere partij worden ingevoerd, worden direct noch indirect onderworpen aan enige interne belastingen of andere interne heffingen die hoger zijn dan die welke direct of indirect op soortgelijke binnenlandse produkten van toepassing zijn.

    2. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 komen de partijen overeen dat Rusland de tijdelijke toepassing van zijn wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake accijnzen mag voortzetten, op voorwaarde

    - dat het op de datum van ondertekening van deze Overeenkomst bestaande effectieve verschil in behandeling tussen een produkt uit de Gemeenschap en het overeenkomstige binnenlandse produkt niet groter wordt, en

    - dat de behandeling die Rusland ten aanzien van produkten uit de Gemeenschap toepast, niet minder gunstig is dan de behandeling van produkten uit enig derde land.

    Rusland stelt alles in het werk om zo spoedig mogelijk, en in elk geval uiterlijk op 1 januari 1996, ten volle te voldoen aan de in lid 1 vastgelegde verplichtingen. Het Gemengd Comité zorgt voor het toezicht op de uitvoering daarvan.

    3. Voorts worden deze produkten niet minder gunstig behandeld dan soortgelijke nationale produkten ten aanzien van alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en vereisten met betrekking tot hun verkoop op de binnenlandse markt, aanbieding ten verkoop, aankoop vervoer, distributie of gebruik. De bepalingen van dit lid vormen geen beletsel voor de toepassing van gedifferentieerde binnenlandse vervoertarieven die uitsluitend gebaseerd zijn op de economisch verantwoorde exploitatie van het vervoermiddel en niet op de nationaliteit van het produkt.

    4. Artikel III, leden 8, 9 en 10, van de GATT is van overeenkomstige toepassing tussen de partijen.

    Artikel 5

    1. De partijen zijn het erover eens dat het beginsel van de vrije doorvoer een essentiële voorwaarde is voor het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst.

    Met het oog hierop waarborgt elke partij de vrije doorgang over zijn grondgebied van goederen die van oorsprong zijn uit of bestemd zijn voor het douanegebied van de andere partij.

    2. De in artikel V, leden 2, 3, 4 en 5, van de GATT vastgestelde regels zijn tussen de partijen van toepassing.

    Artikel 6

    De hierna volgende artikelen van de GATT zijn van overeenkomstige toepassing tussen de partijen:

    1. artikel VII, leden 1, 2, 3, 4 onder a), b) en d), en lid 5;

    2. artikel IX;

    3. artikel X.

    Artikel 7

    Onverminderd de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de beide partijen bindende internationale overeenkomsten betreffende de tijdelijke invoer van goederen, verleent elke partij de andere partij, in de gevallen en volgens de procedures die zijn vastgesteld in enige andere voor haar bindende internationale overeenkomst op dit gebied en overeenkomstig haar nationale wettelijke regeling ter zake, vrijstelling van invoerrechten en -heffingen op goederen die tijdelijk worden ingevoerd. Deze wettelijke bepalingen worden toegepast met inachtneming van de meestbegunstigingsregeling en, derhalve, onder voorbehoud van de in artikel 2, lid 2, van deze Overeenkomst vermelde uitzonderingen. Hierbij wordt rekening gehouden met de voorwaarden waaronder de uit een dergelijke overeenkomst voortvloeiende verplichtingen door de betrokken partij zijn aanvaard.

    Artikel 8

    1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 10, 13 en 14 van deze Overeenkomst en in de artikelen 77, 81, 244, 249 en 280 van de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal tot de Gemeenschap worden bij de invoer in de Gemeenschap van goederen van oorsprong uit Rusland geen kwantitatieve beperkingen toegepast.

    2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 10, 13 en 14 en in bijlage II van deze Overeenkomst worden bij de invoer in Rusland van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap geen kwantitatieve beperkingen toegepast.

    Artikel 9

    In afwachting dat Rusland tot de GATT/WTO toetreedt, plegen de partijen in het Gemengd Comité overleg over hun beleid op het gebied van invoerrechten, onder meer over wijzigingen in de tariefbescherming. Meer bepaald wordt dergelijk overleg aangeboden voor een voorgenomen verhoging van de tariefbescherming.

    Artikel 10

    1. Wanneer een bepaald produkt op het grondgebied van een partij wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden en onder voorwaarden die ernstige schade toebrengen of dreigen toe te brengen aan de eigen producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende produkten, dan kan de benadeelde partij - de Gemeenschap dan wel Rusland - passende maatregelen nemen overeenkomstig de hierna volgende procedures en voorwaarden.

    2. Vóór zij maatregelen nemen, of, in de gevallen waarin lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk nadat zij maatregelen hebben genomen, verstrekken de Gemeenschap of Rusland, al naar gelang van het geval, het Gemengd Comité alle relevante informatie teneinde dit in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te zoeken. De partijen plegen onverwijld overleg in het Gemengd Comité.

    3. Indien, na dit overleg, de partijen niet binnen 30 dagen nadat de kwestie naar het Gemengd Comité is verwezen een akkoord bereiken over maatregelen om het probleem op te lossen, dan kan de partij die om het overleg heeft verzocht de invoer van de betrokken produkten beperken of andere passende maatregelen nemen, in de mate en voor de tijd die nodig zijn om de schade te voorkomen of te verhelpen.

    4. In hoogdringende omstandigheden, waarin uitstel moeilijk herstelbare schade zou veroorzaken, kunnen de partijen maatregelen nemen vóór het overleg heeft plaatsgevonden, op voorwaarde dat onmiddellijk daarna een voorstel tot overleg wordt gedaan.

    5. Bij de keuze van de in het kader van dit artikel toe te passen maatregelen geven de partijen de voorkeur aan maatregelen die het bereiken van de doelstellingen van deze Overeenkomst het minst in de weg staan.

    6. Wanneer een partij overeenkomstig dit artikel een vrijwaringsmaatregel neemt, is de andere partij ten aanzien van de eerste partij ontheven van haar verplichtingen uit hoofde van deze titel met betrekking tot een grosso modo gelijkwaardig handelsverkeer.

    Een dergelijke maatregel wordt niet genomen vóór deze andere partij overleg heeft aangeboden, noch indien binnen 45 dagen na de datum waarop dit overleg werd aangeboden overeenstemming wordt bereikt.

    7. Het recht tot het niet nakomen van in lid 6 bedoelde verplichtingen wordt niet uitgeoefend gedurende de eerste drie jaar dat een vrijwaringsmaatregel van toepassing is, mits de vrijwaringsmaatregel werd genomen naar aanleiding van een toename van de invoer in absolute cijfers, voor een periode van ten hoogste vier jaar en overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst.

    Artikel 11

    Niets in deze titel, inzonderheid in artikel 10 daarvan, staat in de weg aan of heeft gevolgen voor het nemen door een partij van anti-dumpingmaatregelen of compenserende maatregelen overeenkomstig artikel VI van de GATT, de Overeenkomst inzake de uitlegging en de toepassing van de artikelen VI, XVI en XXIII van de GATT of aanverwante nationale wetgeving.

    Elke partij verklaart zich bereid de door de andere partij naar voren gebrachte argumenten in verband met antidumping- of antisubsidieprocedures te onderzoeken en de betrokken belanghebbenden in kennis te stellen van de belangrijkste feiten en overwegingen die aan de definitieve beslissing ten grondslag zullen liggen. Vóór definitieve anti-dumpingrechten en compenserende rechten worden ingesteld, doen de partijen al het mogelijke om het probleem tot een constructieve oplossing te brengen.

    Artikel 12

    De Overeenkomst vormt geen beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, de uitvoer of de doorvoer van goederen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en veiligheid, de gezondheid en het leven van personen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch of archeologisch erfgoed of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële of commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verkapte beperking van de handel tussen de partijen vormen.

    Artikel 13

    Deze titel laat de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Rusland betreffende de handel in textielprodukten, die op 12 juni 1993 werd geparafeerd en die met terugwerkende kracht van toepassing is sedert 1 januari 1993, onverlet. Voorts is artikel 8 van de onderhavige Overeenkomst niet van toepassing op de handel in textielprodukten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van de gecombineerde nomenclatuur.

    Artikel 14

    1. De handel in produkten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, wordt geregeld bij de bepalingen:

    - van deze titel, met uitzondering van artikel 8 daarvan; en

    - van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Russische Federatie betreffende de handel in bepaalde staalprodukten, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding daarvan.

    2. Protocol 1 bij deze Overeenkomst handelt over de oprichting van een Contactgroep Kolen en Staal.

    Artikel 15

    Handel in kernmaterialen

    1. De handel in kernmaterialen is geregeld bij:

    - de bepalingen van deze Overeenkomst, met uitzondering van de artikelen 8 en 10, leden 1 tot en met 5, en lid 7;

    - de bepalingen van de artikelen 6, 7, 14 en 15, leden 1, 2, 3, eerste zin, en leden 4 en 5, van de Overeenkomst van 1989;

    - de aan deze Overeenkomst gehechte briefwisseling.

    2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel komen de partijen overeen het nodige te doen om tegen 1 januari 1997 een regeling voor de handel in kernmaterialen tot stand te brengen.

    3. Totdat een dergelijke regeling tot stand is gebracht, zijn de bepalingen van dit artikel van toepassing.

    4. Het nodige zal worden gedaan om een overeenkomst inzake veiligheidsmaatregelen, fysieke bescherming en administratieve samenwerking bij het vervoer van kernmaterialen te sluiten. Tot een dergelijke overeenkomst van kracht wordt zijn de respectieve wettelijke regelingen en internationale non-proliferatieverplichtingen van de partijen ten aanzien van het vervoer van kernmaterialen van toepassing.

    5. Voor de toepassing van de in lid 1 bepaalde regeling:

    - wordt de uitdrukking "deze Overeenkomst" in artikel 6 en artikel 15, lid 5, van de Overeenkomst van 1989 geacht te verwijzen naar de bij lid 1 van dit artikel ingestelde regeling;

    - wordt de uitdrukking "dit artikel" in artikel 10, lid 6, van deze Overeenkomst geacht te verwijzen naar artikel 15 van de Overeenkomst van 1989;

    - wordt de uitdrukking "de overeenkomstsluitende partijen" in de artikelen 6, 7, 14 en 15 van de Overeenkomst van 1989 geacht te verwijzen naar de partijen bij de onderhavige Overeenkomst.

    TITEL III BETALINGSVERKEER, MEDEDINGING EN ANDERE ECONOMISCHE BEPALINGEN

    Artikel 16

    De partijen verbinden zich ertoe machtiging te verlenen tot alle betaalverrichtingen op de lopende rekening van de betalingsbalans in vrij convertibele valuta tussen inwoners van de Gemeenschap en van Rusland voor zover deze verrichtingen betrekking hebben op het verkeer van goederen in overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst.

    Artikel 17

    Mededinging

    1. De partijen komen overeen, door de toepassing van hun mededingingsvoorschriften of anderszins, te bewerkstelligen dat beperkingen van de mededinging door ondernemingen of ten gevolge van overheidsmaatregelen, voor zover zij de handel tussen de Gemeenschap en Rusland ongunstig kunnen beïnvloeden, ongedaan worden gemaakt of worden opgeheven.

    2. Met het oog op de verwezenlijking van de in lid 1 genoemde doelstellingen:

    2.1. zorgen de partijen ervoor, met inachtneming van hun respectieve bevoegdheden, dat de voorschriften inzake mededingingsbeperkingen door de onder hun rechtsbevoegdheid vallende ondernemingen worden nageleefd;

    2.2. zien de partijen af van het verlenen van steun voor de uitvoer ter begunstiging van bepaalde ondernemingen of van de vervaardiging van produkten welke geen basisprodukten zijn. De partijen verklaren zich bovendien bereid met ingang van het derde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst met betrekking tot andere steunmaatregelen die de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen en voor zover zij de handel tussen de Gemeenschap en Rusland ongunstig beïnvloeden, strenge voorschriften in te voeren, met inbegrip van een volledig verbod op bepaalde steunmaatregelen. Zij definiëren gezamenlijk deze verschillende categorieën steunmaatregelen en de op ieder daarvan toepasselijke voorschriften binnen een termijn van drie jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.

    De ene partij verstrekt de andere op haar verzoek informatie over haar steunprogramma's of over bepaalde afzonderlijke gevallen van staatssteun;

    2.3. kan Rusland gedurende een overgangsperiode die vijf jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst afloopt, maatregelen nemen die in strijd zijn met de tweede zin van lid 2, punt 2, op voorwaarde dat deze maatregelen worden ingevoerd en toegepast in de in bijlage III bedoelde omstandigheden;

    2.4. verklaren de partijen zich met betrekking tot de staatsmonopolies van commerciële aard bereid vanaf het derde jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst erop toe te zien dat niet wordt gediscrimineerd tussen onderdanen en vennootschappen van de partijen met betrekking tot de voorwaarden waaronder goederen worden aangeschaft of verkocht;

    verklaren de partijen zich met betrekking tot de overheidsondernemingen of ondernemingen waaraan de Lid-Staten of Rusland exclusieve rechten toekennen, bereid vanaf het derde jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst erop toe te zien dat geen maatregelen worden vastgesteld of gehandhaafd die voor de respectieve belangen van de partijen nadelige distorsies van de handel tussen de Gemeenschap en Rusland tot gevolg hebben; deze bepaling vormt geen juridische of feitelijke belemmering voor de vervulling van de aan bedoelde ondernemingen opgedragen bijzondere taken;

    2.5. kan de in lid 2, punten 2 en 4, genoemde termijn in onderlinge overeenstemming tussen de partijen worden verlengd.

    3. Op verzoek van de Gemeenschap of Rusland kan binnen het Gemengd Comité overleg plaatshebben over de in de leden 1 en 2 bedoelde beperkingen of vervalsing van de mededinging en over het doen naleven van de mededingingsvoorschriften, met inachtneming van de wettelijke beperkingen betreffende de bekendmaking van gegevens, de vertrouwelijkheid van informatie en het bedrijfsgeheim. Het overleg kan eveneens betrekking hebben op problemen in verband met de uitlegging van de leden 1 en 2.

    4. De partij met ervaring op het gebied van de toepassing van mededingingsvoorschriften stelt alles in het werk om de andere partij, op haar verzoek en binnen de grenzen van de beschikbare middelen, technische bijstand te verlenen met betrekking tot de uitwerking en tenuitvoerlegging van mededingingsvoorschriften.

    5. Bovenstaande bepalingen doen op geen enkele wijze afbreuk aan de rechten van een partij om afdoende maatregelen, en met name die bedoeld in artikel 11, te nemen met betrekking tot distorsies van de handel.

    Artikel 18

    Bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom

    1. In overeenstemming met de bepalingen van dit artikel en van bijlage IV wordt gezorgd voor een toereikende en doeltreffende bescherming en eerbiediging van de intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten.

    2. Indien op het gebied van de intellectuele, industriële en commerciële eigendom er zich problemen voordoen welke de handelsvoorwaarden beïnvloeden, wordt op verzoek van om het even welke van de partijen dringend overleg gepleegd teneinde tot wederzijds bevredigende oplossingen te komen.

    Artikel 19

    Normen en overeenstemmingsbeoordeling

    De partijen treffen binnen de grenzen van hun bevoegdheid en in overeenstemming met hun wetgeving maatregelen om de verschillen die tussen de partijen bestaan op het gebied van de metrologie, de normalisatie en de certificatie, te reduceren door aanmoediging van het gebruik van internationaal erkende instrumenten op die gebieden.

    De partijen werken op bovengenoemde gebieden nauw samen met de bevoegde Europese en andere internationale organisaties.

    De partijen stimuleren in het bijzondere de nuttige interactieve contacten tussen hun respectieve organisaties met de bedoeling te komen tot onderhandelingen over overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning op het gebied van werkzaamheden in verband met de overeenstemmingsbeoordeling.

    Artikel 20

    Douane

    1. Het doel van de samenwerking is compatibiliteit tussen de douanesystemen van de partijen.

    2. De samenwerking omvat in het bijzonder de volgende elementen:

    - uitwisseling van informatie;

    - verbetering van de werkmethoden;

    - harmonisatie en vereenvoudiging van de douaneprocedures voor de door de partijen verhandelde goederen;

    - onderlinge aansluiting van de doorvoersystemen van de Gemeenschap en Rusland;

    - steun bij de invoering en het beheer van moderne douane-informatiesystemen, inclusief computergestuurde systemen op de douanecontroleposten;

    - onderlinge bijstand en gezamenlijke acties met betrekking tot voor twee doelen inzetbare goederen en goederen waarvoor niet-tarifaire beperkingen gelden;

    - de organisatie van studiebijeenkomsten en opleidingsperioden.

    Waar nodig wordt technische bijstand verleend.

    3. De wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken van de partijen vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in Protocol 2.

    TITEL IV INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 21

    Het Gemengd Comité dat is ingesteld bij de Overeenkomst van 1989, vervult de taken waarmee deze Overeenkomst het heeft belast totdat de in artikel 90 van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde Samenwerkingsraad is opgericht.

    Artikel 22

    Het Gemengd Comité kan, om de doelstellingen van de Overeenkomst te verwezenlijken aanbevelingen doen in de gevallen waarin de Overeenkomst dit voorziet.

    Het doet zijn aanbevelingen in onderlinge overeenstemming tussen beide partijen.

    Artikel 23

    Bij het onderzoek van ongeacht welke kwestie die zich voordoet in het kader van deze Overeenkomst met betrekking tot een bepaling betreffende een artikel van de GATT, houdt het Gemengd Comité zoveel mogelijk rekening met de algemeen gebruikelijke interpretatie van het artikel van de GATT in kwestie door de overeenkomstsluitende partijen bij de GATT.

    Artikel 24

    1. Binnen het toepassingsgebied van deze Overeenkomst verbindt elk van de partijen zich ertoe erop toe te zien dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere partij, zonder discriminatie ten opzichte van de eigen onderdanen, toegang hebben tot de ter zake bevoegde rechterlijke en administratieve instanties van de partijen ter bescherming van hun persoonlijkheids- en eigendomsrechten, waaronder ook die betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendom.

    2. Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden zetten beide partijen zich in om:

    - arbitrage aan te moedigen bij geschillen die voortkomen uit handels- en samenwerkingsovereenkomsten tussen ondernemers van de Gemeenschap en van Rusland;

    - overeen te komen dat wanneer een geschil ter arbitrage wordt voorgelegd, elke partij bij het geschil, behalve wanneer de regels van de arbitrage-instantie die door de partijen is gekozen anders bepalen, haar eigen scheidsrechter kiest ongeacht diens nationaliteit en dat de voorzittende derde scheidsrechter of de enige scheidsrechter een ingezetene van een derde Staat mag zijn;

    - hun ondernemers aan te bevelen in onderling overleg het recht te kiezen dat op hun contracten van toepassing is;

    - aan te moedigen dat een beroep wordt gedaan op arbitragevoorschriften die zijn uitgewerkt door de Commissie van de Verenigde Naties inzake Internationaal Handelsrecht (Uncitral) en arbitrage door een instantie van een Staat die het Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale uitspraken dat op 10 juni 1958 in New York werd gesloten, heeft ondertekend.

    Artikel 25

    Niets in deze Overeenkomst belet een partij maatregelen te nemen:

    1. die zij nodig acht voor de bescherming van haar vitale veiligheidsbelangen:

    a) om de bekendmaking te beletten van informatie die haar vitale veiligheidsbelangen in gevaar brengt;

    b) die verband houden met splijtstoffen of het materiaal waaruit deze geproduceerd worden;

    c) die verband houden met de produktie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ontwikkeling of produktie die absoluut vereist zijn voor defensiedoeleinden, mits deze maatregelen niet de mededingingsvoorwaarden wijzigen voor produkten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;

    d) in geval van ernstige binnenlandse beroeringen die de openbare orde in gevaar brengen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden of om verplichtingen na te komen die zij voor de instandhouding van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan; of

    2. die zij nodig acht om haar internationale verplichtingen en verbintenissen of autonome maatregelen in overeenstemming met dergelijke algemeen aanvaarde internationale verplichtingen en verbintenissen na te komen met betrekking tot de controle op het tweeledig gebruik van industriële goederen en technologieën.

    Artikel 26

    1. Op de door deze Overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventuele bijzondere bepalingen daarvan, zullen

    - de regelingen die Rusland ten opzichte van de Gemeenschap toepast geen aanleiding geven tot discriminatie tussen de Lid-Staten, hun onderdanen dan wel hun vennootschappen;

    - de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van Rusland toepast geen aanleiding geven tot discriminatie tussen onderdanen of vennootschappen van Rusland.

    2. Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de partijen om de ter zake doende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belastingplichtigen die niet in dezelfde situatie verkeren met name ten aanzien van hun woonplaats.

    Artikel 27

    1. Elk van de partijen mag ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de uitlegging van deze Overeenkomst aan het Gemengd Comité voorleggen.

    2. Het Gemengd Comité kan het geschil bij aanbeveling beslechten.

    3. Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, mag de meest gerede partij de andere van de benoeming van een bemiddelaar in kennis stellen; de andere partij moet dan binnen twee maanden een tweede bemiddelaar benoemen.

    Het Gemengd Comité benoemt een derde bemiddelaar.

    De aanbevelingen van de bemiddelaars worden met meerderheid van stemmen genomen. Deze aanbevelingen zijn niet bindend voor de partijen.

    4. Het Gemengd Comité kan procedureregels voor de regeling van geschillen vaststellen.

    Artikel 28

    De partijen komen overeen op verzoek van elk van de partijen onmiddellijk overleg te plegen via passende kanalen om kwesties met betrekking tot de uitlegging of tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst en andere relevante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken.

    De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan en gelden onverminderd de artikelen 10, 11, 27 en 32.

    Artikel 29

    De bij deze Overeenkomst aan Rusland toegekende behandeling zal niet gunstiger zijn dan die welke de Lid-Staten onderling toepassen.

    Artikel 30

    Het Verdrag inzake het Energiehandvest en de protocollen daarvan zijn vanaf de inwerkingtreding ervan van toepassing op zaken die ook onder deze Overeenkomst ressorteren in de mate waarin het Verdrag in die toepassing voorziet.

    Artikel 31

    1. Deze Overeenkomst is van toepassing tot de inwerkingtreding van de op 24 juni 1994 ondertekende Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst.

    2. Elke partij mag deze Overeenkomst opzeggen door een kennisgeving van opzegging te richten aan de andere partij. Zes maanden na de datum van deze kennisgeving is deze Overeenkomst niet langer van toepassing.

    Artikel 32

    1. De partijen treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens deze Overeenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in deze Overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.

    2. Indien een van beide partijen van mening is dat de andere partij een verplichting krachtens deze Overeenkomst niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, verstrekt zij, behalve in bijzonder dringende gevallen, het Gemengd Comité alle ter zake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde een voor de partijen aanvaardbare oplossing te vinden.

    Bij voorrang moeten die maatregelen worden gekozen die de goede werking van deze Overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van het Gemengd Comité gebracht; op verzoek van de andere partij wordt daaromtrent in het Gemengd Comité overleg gepleegd.

    Artikel 33

    De bijlagen I, II, III en IV en de Protocollen 1 en 2 vormen een integrerend bestanddeel van deze Overeenkomst.

    Artikel 34

    Deze Overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van toepassing zijn en onder de in die Verdragen neergelegde voorwaarden en, anderzijds, op het grondgebied van Rusland.

    Artikel 35

    Deze Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Russische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

    Artikel 36

    Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de dag waarop de partijen elkaar kennisgeving doen van het feit dat de daartoe vereiste wettelijke procedures zijn voltooid.

    Onverminderd artikel 15, leden 1, 3 en 5, vervangt deze Overeenkomst bij haar inwerkingtreding, wat de betrekkingen tussen de Gemeenschap en Rusland betreft, artikel 2, artikel 3, lid 1, eerste, tweede en vijfde streepje, en lid 2, de artikelen 4 tot en met 16 alsmede artikel 18 van de Overeenkomst van 1989.

    Hecho en Bruselas, el diecisiete de julio de mil novecientos noventa y cinco.

    Udfærdiget i Bruxelles, den syttende juli nitten hundrede og femoghalvfems.

    Geschehen zu Brüssel am siebzehnten Juli neunzehnhundertfünfundneunzig.

    ¸ãéíå óôéò ÂñõîÝëëåò, óôéò äÝêá åðôÜ Éïõëßïõ ÷ßëéá åííéáêüóéá åíåíÞíôá ðÝíôå.

    Done at Brussels on the seventeenth day of July in the year one thousand nine hundred and ninety-five.

    Fait à Bruxelles, le dix-sept juillet mil neuf cent quatre-vingt-quinze.

    Fatto a Bruxelles, addì diciassette luglio millenovecentonovantacinque.

    Gedaan te Brussel, de zeventiende juli negentienhonderd vijfennegentig.

    Feito em Bruxelas, em dezassete de Julho de mil novecentos e noventa e cinco.

    Tehty Brysselissä seitsemäntenätoista päivänä heinäkuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäviisi.

    Som skedde i Bryssel den sjuttonde juli nittonhundranittiofem.

    >REFERENTIE NAAR EEN FILM>

    Por las Comunidades Europeas

    For De Europæiske Fællesskaber

    Für die Europäischen Gemeinschaften

    Ãéá ôéò ÅõñùðáúêÝò Êïéíüôçôåò

    For the European Communities

    Pour les Communautés européennes

    Per le Comunità europee

    Voor de Europese Gemeenschappen

    Pelas Comunidades Europeias

    Euroopan yhteisöjen puolesta

    På Europeiska gemenskapernas vägnar

    >REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

    >REFERENTIE NAAR EEN FILM>

    >REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

    BIJLAGE I

    Indicatieve lijst van voordelen die Rusland aan de landen van de voormalige USSR toekent op gebieden waarop deze Overeenkomst van toepassing is (met ingang van januari 1994)

    De hierna volgende voordelen worden bilateraal door middel van overeenkomsten toegekend of zijn in de praktijk reeds van toepassing. Zij omvatten onder meer:

    1. Belastingen bij invoer en bij uitvoer

    Er worden geen invoerrechten geheven.

    Er worden geen uitvoerrechten geheven van goederen die in het kader van de jaarlijkse bilaterale handels- en samenwerkingsovereenkomsten tussen de staten worden geleverd in de hoeveelheden en volgens de nomenclatuur die in deze overeenkomsten zijn genoemd en die worden aangemerkt als "uitvoer ten behoeve van de federatie" als omschreven in de desbetreffende Russische wetgeving.

    Er wordt geen BTW bij invoer geheven.

    Er wordt geen accijns bij invoer geheven.

    2. Toewijzing van contingenten en procedures voor de afgifte van vergunningen

    De uitvoercontingenten voor de levering van Russische produkten in het kader van de jaarlijkse bilaterale handels- en samenwerkingsovereenkomsten tussen de staten worden op dezelfde wijze geopend als de contingenten voor "leveranties ten behoeve van de federatie".

    3. Bijzondere voorwaarden voor lopende betalingen

    4. Het prijssysteem voor de Russische uitvoer van bepaalde soorten grondstoffen en halffabrikaten (steenkool, ruwe aardolie, aardgas, geraffineerde aardolieprodukten)

    De prijzen worden vastgesteld op basis van de overeenkomstige gemiddelde wereldprijzen, omgerekend in roebel of in de betreffende nationale valuta, tegen de koers die door de centrale bank van Rusland wordt vastgesteld op de 15e van de maand voorafgaande aan de maand van uitvoer.

    5. Voorwaarden voor het vervoer en de doorvoer

    Ten aanzien van de landen van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten die partij zijn bij de multilaterale Overeenkomst inzake de beginselen en voorwaarden van de betrekkingen in de sector van het vervoer, en/of op grond van bilaterale overeenkomsten betreffende het vervoer en de doorvoer, worden geen rechten en heffingen op basis van reciprociteit toegepast op het vervoer en de douaneafhandeling van goederen (met inbegrip van goederen in doorvoer) en de doorvoer van voertuigen.

    BIJLAGE II

    Afwijkingen van artikel 8 (kwantitatieve beperkingen)

    1. Rusland is gemachtigd, in afwijking van artikel 8, uitzonderingsmaatregelen te nemen in de vorm van niet-discriminerende kwantitatieve beperkingen als bedoeld in artikel XIII van de GATT. Dergelijke maatregelen mogen uitsluitend worden genomen aan het einde van het eerste kalenderjaar volgende op de ondertekening van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst.

    2. De genoemde maatregelen mogen uitsluitend worden genomen in de omstandigheden bedoeld in bijlage III.

    3. De totale waarde van de invoer waarop deze maatregelen van toepassing zijn, mag niet meer bedragen dan de hiernavolgende percentages van de totale invoer uit de Gemeenschap:

    - 10 % in het tweede en het derde kalenderjaar volgende op de ondertekening van de Overeenkomst;

    - 5 % in het vierde en vijfde kalenderjaar volgende op de ondertekening van de Overeenkomst;

    - 3 % in de daaropvolgende jaren, in afwachting van de toetreding van Rusland tot de GATT/WTO.

    De vorengenoemde percentages worden vastgesteld met inachtneming van de waarde van de invoer in Rusland uit de Gemeenschap gedurende het laatste jaar voorafgaande aan de invoering van kwantitatieve beperkingen waarvoor statistische gegevens beschikbaar zijn.

    Deze bepalingen mogen niet worden ontdoken door een verhoging van de tariefbescherming op de betrokken invoer.

    4. Deze maatregelen mogen na de toetreding van Rusland tot de GATT/WTO niet meer worden toegepast, tenzij anders bepaald in het Protocol betreffende de toetreding van Rusland tot de GATT/WTO.

    5. Rusland stelt het Gemengd Comité in kennis van alle maatregelen die het voornemens is te treffen in het kader van deze bijlage. Vóór deze maatregelen worden genomen vindt op verzoek van de Gemeenschap overleg plaats in het Gemengd Comité, onder meer over de sectoren waarop zij van toepassing zijn.

    BIJLAGE III

    Overgangsperiode voor de mededingingsbepalingen en de invoering van kwantitatieve beperkingen

    De in artikel 17, lid 2.3, en bijlage II, punt 2, genoemde omstandigheden gelden ten aanzien van de sectoren van de Russische economie:

    - die worden geherstructureerd, of

    - die ernstige moeilijkheden ondervinden, met name wanneer deze ernstige sociale problemen in Rusland met zich brengen, of

    - die geconfronteerd worden met de verdwijning of een drastische inkrimping van het totale marktaandeel van Russische vennootschappen of onderdanen in een bepaalde sector of bedrijfstak in Rusland, of

    - die nieuw opkomende bedrijfstakken in Rusland zijn.

    BIJLAGE IV

    Bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom (Artikel 18)

    Overeenkomstig artikel 18 legt Rusland zich verder toe op het verbeteren van de bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendomsrechten, teneinde tegen het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst te kunnen voorzien in een mate van bescherming welke overeenstemt met de in de Gemeenschap verleende bescherming, met inbegrip van doeltreffende middelen om de eerbiediging van die rechten af te dwingen.

    PROTOCOL 1 betreffende de oprichting van een Contactgroep Kolen en Staal

    1. De partijen richten een Contactgroep op, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Gemeenschap en van Rusland.

    2. De Contactgroep wisselt informatie uit over de situatie van de kolen- en staalindustrie op hun grondgebied en over de handel in kolen en staal, in het bijzonder met het doel de problemen te onderkennen die zich mochten voordoen.

    3. De Contactgroep onderzoekt tevens de situatie van de kolen- en staalindustrie op wereldniveau, met inbegrip van de ontwikkelingen in de internationale handel.

    4. De Contactgroep wisselt alle nuttige informatie uit over de structuur van de betrokken bedrijfstakken, de ontwikkeling van hun produktiecapaciteit, de vooruitgang van wetenschap en onderzoek op de betrokken gebieden en de ontwikkelingen van de werkgelegenheid. De Contactgroep onderzoekt tevens vervuiling en de milieuproblematiek.

    5. De Contactgroep onderzoekt tevens de vooruitgang op het gebied van de technische bijstand tussen partijen, waaronder hulp bij de financiële, commerciële en technische bedrijfsvoering.

    6. De Contactgroep wisselt alle relevante informatie uit over de standpunten die in internationale organisaties en forums zijn of moeten worden ingenomen.

    7. Indien partijen overeenkomen dat de aanwezigheid en/of deelname van vertegenwoordigers van de bedrijfstakken wenselijk is, wordt de Contactgroep met deze vertegenwoordigers uitgebreid.

    8. De Contactgroep komt tweemaal per jaar, beurtelings op het grondgebied van de ene en van de andere partij, bijeen.

    9. Het voorzitterschap van de Contactgroep wordt beurtelings waargenomen door een vertegenwoordiger van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en een vertegenwoordiger van de Regering van de Russische Federatie.

    PROTOCOL 2 betreffende wederzijdse administratieve bijstand voor de correcte toepassing van de douanewetgeving

    Artikel 1

    Definities

    Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder:

    a) "douanewetgeving": de op het grondgebied van de partijen geldende voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder een douaneregeling, met inbegrip van de door partijen ingestelde verboden, beperkingen en controlemaatregelen;

    b) "douanerechten": alle rechten, belastingen, vergoedingen en andere heffingen die ter uitvoering van de douanewetgeving op het grondgebied van de partijen worden toegepast en ingevorderd, met uitzondering van de vergoedingen en heffingen waarvan het bedrag bij benadering gelijk is aan de kosten van de verleende diensten;

    c) "verzoekende autoriteit": een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;

    d) "aangezochte autoriteit": een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken ontvangt;

    e) "overtreding": elke inbreuk op de douanewetgeving en elke poging daartoe.

    Artikel 2

    Werkingssfeer

    1. De partijen verlenen elkaar, binnen hun bevoegdheden, bijstand, op de wijze en onder de voorwaarden vastgesteld in dit Protocol, met het oog op de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder wat de preventie, de opsporing en het onderzoek van overtredingen van deze wetgeving betreft.

    2. De bijstand in douanezaken waarin dit Protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit Protocol. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie, met inbegrip van documenten, die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.

    Artikel 3

    Bijstand op verzoek

    1. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle ter zake dienende informatie die deze nodig heeft voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met inbegrip van informatie betreffende vastgestelde of voorgenomen transacties die op deze wetgeving inbreuk maken, lijken te maken of zouden maken.

    2. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die uit het grondgebied van een der partijen zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze in de andere partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.

    3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit zorgt de aangezochte autoriteit ervoor dat toezicht wordt gehouden op:

    a) natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij de douanewetgeving overtreden of overtreden hebben;

    b) plaatsen waar voorraden goederen zo zijn samengebracht dat er redenen zijn om aan te nemen dat zij bedoeld zijn voor leveranties ten behoeve van transacties die in strijd zijn met de douanewetgeving van de andere partij;

    c) goederenbewegingen waarover wordt medegedeeld dat zij aanleiding kunnen geven tot overtredingen van de douanewetgeving;

    d) vervoermiddelen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij voor het plegen van inbreuken op de douanewetgeving werden gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt.

    Artikel 4

    Bijstand op eigen initiatief

    De partijen verlenen elkaar bijstand zonder voorafgaande aanvraag en binnen hun bevoegdheid, indien zij dit noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder bij het verkrijgen van informatie omtrent:

    - vastgestelde of voorgenomen transacties die op deze wetgeving een inbreuk vormen, zouden vormen of lijken te vormen;

    - nieuwe middelen of methoden die bij dergelijke transacties worden gebruikt;

    - goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van een ernstige overtreding van de douanewetgeving inzake invoer, uitvoer, doorvoer of andere douaneprocedures.

    Artikel 5

    Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

    1. Verzoeken in het kader van dit Protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.

    2. De overeenkomstig het bepaalde in lid 1 ingediende verzoeken bevatten de hierna volgende gegevens:

    a) de naam van de verzoekende autoriteit;

    b) de gevraagde maatregel;

    c) het onderwerp en de reden van het verzoek;

    d) de relevante wetten, regels en andere rechtsvoorschriften;

    e) zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

    f) een overzicht van de relevante feiten.

    3. De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze aanvaardbare taal.

    4. Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds conservatoire maatregelen worden genomen.

    Artikel 6

    Behandeling van verzoeken

    1. Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wetten, regels en andere rechtsvoorschriften van de aangezochte partij.

    2. De aangezochte autoriteit behandelt verzoeken om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en de haar beschikbare middelen, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde partij handelde, met name door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten.

    3. Daartoe gemachtigde ambtenaren van een partij kunnen met instemming van de andere betrokken partij en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, van de diensten van de aangezochte autoriteit of van een andere autoriteit die onder de aangezochte autoriteit ressorteert, informatie over inbreuken op de douanewetgeving verkrijgen die de verzoekende autoriteit nodig heeft ter uitvoering van het bepaalde in dit Protocol.

    4. Ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere betrokken partij, en onder de voorwaarden die laatstgenoemde stelt, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.

    5. Ambtenaren van een partij die onder de in dit Protocol voorziene omstandigheden aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van de andere partij wordt verricht, moeten zich steeds kunnen legitimeren. Zij mogen geen uniform dragen of wapens bij zich hebben.

    Artikel 7

    Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

    1. Partijen delen elkaar informatie mede in de vorm van bescheiden, voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden, rapporten en dergelijke onder de voorwaarden en binnen de grenzen als in dit Protocol omschreven.

    2. Originele dossiers en documenten kunnen op verzoek slechts worden toegezonden wanneer voor echt gewaarmerkte kopieën niet toereikend zouden zijn. Deze dossiers en documenten worden zo spoedig mogelijk teruggezonden.

    3. De in lid 1 bedoelde bescheiden kunnen worden vervangen door informatie die, in ongeacht welke vorm, met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking voor hetzelfde doel wordt verstrekt. Alle relevante informatie voor het gebruik van het materiaal wordt op verzoek verstrekt.

    Artikel 8

    Gevallen waarin geen bijstand dient te worden verleend

    1. De partijen kunnen de in dit Protocol bedoelde bijstand weigeren, slechts gedeeltelijk verlenen of deze van bepaalde voorwaarden of eisen afhankelijk stellen, wanneer het verlenen van bijstand:

    a) hun soevereiniteit, openbare orde, veiligheid of andere wezenlijke belangen zou kunnen aantasten; of

    b) de schending zou inhouden van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim.

    2. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit bepaalt zelf hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.

    3. Indien bijstand wordt geweigerd, dienen het daartoe strekkende besluit en de redenen ervan onverwijld aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.

    Artikel 9

    Geheimhoudingsplicht

    1. Alle informatie, in welke vorm dan ook, die ter uitvoering van dit Protocol is verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter en valt onder de geheimhoudingsplicht. Op deze informatie is de wetgeving van toepassing die op soortgelijke informatie van de ontvangende partij van toepassing is. Tevens zijn de ter zake geldende bepalingen van toepassing waaraan de communautaire autoriteiten zijn onderworpen.

    2. Nominatieve gegevens worden niet verstrekt wanneer er redenen zijn om aan te nemen dat de mededeling of het gebruik ervan strijdig zou zijn met de fundamentele rechtsbeginselen van een der partijen en, in het bijzonder, indien de fundamentele mensenrechten van de betrokkene hierdoor zouden worden geschonden. De partij die de gegevens ontvangt, deelt de partij die de gegevens verstrekt desgevraagd mede voor welk doel deze zijn gebruikt en welke resultaten ermee zijn bereikt.

    3. Nominatieve gegevens mogen uitsluitend worden medegedeeld aan douaneautoriteiten en, indien vereist ten behoeve van rechtsvervolging, aan het openbaar ministerie en de gerechtelijke autoriteiten. Andere personen of autoriteiten kunnen dergelijke informatie uitsluitend verkrijgen na voorafgaande toestemming van de autoriteit die ze verstrekt.

    4. De partij die de gegevens verstrekt, controleert de juistheid daarvan. Wanneer blijkt dat verstrekte gegevens onjuist zijn of dienen te worden geannuleerd, wordt de ontvangende partij daarvan onverwijld in kennis gesteld. Laatstgenoemde is gehouden de correctie of annulatie uit te voeren.

    5. Tenzij dit strijdig is met het algemeen belang, kan de betrokkene, op zijn verzoek, informatie verkrijgen omtrent opgeslagen gegevens en de redenen voor deze opslag.

    Artikel 10

    Gebruik van informatie

    1. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de in dit Protocol omschreven doeleinden. Een partij mag deze informatie slechts voor andere doeleinden gebruiken na schriftelijke toestemming van de administratieve autoriteit die ze heeft verstrekt, op de door deze autoriteit vastgestelde voorwaarden.

    2. Het bepaalde in lid 1 vormt geen beletsel voor het gebruik van informatie in gerechtelijke of administratieve procedures die achteraf worden ingesteld wegens niet-naleving van de douanewetgeving.

    3. De partijen kunnen de overeenkomstig het bepaalde in dit Protocol verkregen informatie en geraadpleegde bescheiden als bewijsmateriaal gebruiken in hun rapporten, getuigenverklaring en in gerechtelijke procedures.

    Artikel 11

    Deskundigen en getuigen

    Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem verleende machtiging, in het rechtsgebied van een andere partij als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit Protocol van toepassing is en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voor te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.

    Artikel 12

    Kosten van de bijstand

    De partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van dit Protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

    Artikel 13

    Tenuitvoerlegging

    1. De centrale douaneautoriteiten van Rusland, enerzijds, en de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de Lid-Staten, anderzijds, zijn belast met de uitvoering van dit Protocol. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit Protocol vast, met inachtneming van de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming. Zij kunnen de Samenwerkingsraad aanbevelingen doen voor wijzigingen die huns inziens in dit Protocol dienen te worden aangebracht.

    2. De partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar vervolgens in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die overeenkomstig dit artikel worden genomen.

    Artikel 14

    Complementariteit

    1. Dit Protocol vormt een aanvulling op en geen beletsel voor de toepassing van alle overeenkomsten inzake wederzijdse bijstand die tussen een of meer Lid-Staten en Rusland gesloten zijn of kunnen worden. Het staat een ruimere wederzijdse bijstand waarin dergelijke gesloten of te sluiten overeenkomsten voorzien, niet in de weg.

    2. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 doen deze overeenkomsten geen afbreuk aan de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douane-autoriteiten van de Lid-Staten, van informatie over douanezaken die voor de Gemeenschap van belang kan zijn.

    SLOTAKTE

    De gevolmachtigden van de EUROPESE GEMEENSCHAP, de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL en de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, hierna "de Gemeenschap" te noemen,

    enerzijds, en

    de gevolmachtigde van de RUSSISCHE FEDERATIE, hierna "Rusland" te noemen,

    anderzijds,

    bijeengekomen te Brussel, op 17 juli 1995, voor de ondertekening van de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, hierna "de Overeenkomst" te noemen, hebben de volgende teksten aangenomen:

    De Overeenkomst en de volgende protocollen:

    Protocol 1 betreffende de oprichting van een Contactgroep Kolen en Staal,

    Protocol 2 betreffende wederzijdse administratieve bijstand voor de correcte toepassing van de douanewetgeving.

    De gevolmachtigden van de Gemeenschap en de gevolmachtigde van Rusland hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende titel II en artikel 23 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 3 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 5 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 10 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 11 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 15, lid 1, tweede streepje, van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 16 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 17, lid 2.2, van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 18 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 25 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 27 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 32 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 32, lid 2, van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende de artikelen 1 en 32 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 36 van de Overeenkomst

    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 6 van Protocol 2.

    De gevolmachtigden van de Gemeenschap en de gevolmachtigde van Rusland hebben tevens kennis genomen van de briefwisseling met betrekking tot artikel 15 van de Overeenkomst, die aan deze Slotakte is gehecht;

    De gevolmachtigde van Rusland heeft kennis genomen van de volgende verklaringen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:

    Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 17 van de Overeenkomst

    Verklaring van de Gemeenschap betreffende artikel 18 van de Overeenkomst.

    De gevolmachtigden van de Gemeenschap hebben kennis genomen van de volgende verklaringen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:

    Verklaring van Rusland betreffende artikel 6 van de Overeenkomst.

    Verklaring van Rusland betreffende artikel 18 van de Overeenkomst.

    Verklaring van Rusland betreffende artikel 24 van de Overeenkomst.

    Hecho en Bruselas, el diecisiete de julio de mil novecientos noventa y cinco.

    Udfærdiget i Bruxelles, den syttende juli nitten hundrede og femoghalvfems.

    Geschehen zu Brüssel am siebzehnten Juli neunzehnhundertfünfundneunzig.

    ¸ãéíå óôéò ÂñõîÝëëåò, óôéò äÝêá åðôÜ Éïõëßïõ ÷ßëéá åííéáêüóéá åíåíÞíôá ðÝíôå.

    Done at Brussels on the seventeenth day of July in the year one thousand nine hundred and ninety-five.

    Fait à Bruxelles, le dix-sept juillet mil neuf cent quatre-vingt-quinze.

    Fatto a Bruxelles, addì diciassette luglio millenovecentonovantacinque.

    Gedaan te Brussel, de zeventiende juli negentienhonderd vijfennegentig.

    Feito em Bruxelas, em dezassete de Julho de mil novecentos e noventa e cinco.

    Tehty Brysselissä seitsemäntenätoista päivänä heinäkuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäviisi.

    Som skedde i Bryssel den sjuttonde juli nittonhundranittiofem.

    >REFERENTIE NAAR EEN FILM>

    Por las Comunidades Europeas

    For De Europæiske Fællesskaber

    Für die Europäischen Gemeinschaften

    Ãéá ôéò ÅõñùðáúêÝò Êïéíüôçôåò

    For the European Communities

    Pour les Communautés européennes

    Per le Comunità europee

    Voor de Europese Gemeenschappen

    Pelas Comunidades Europeias

    Euroopan yhteisöjen puolesta

    På Europeiska gemenskapernas vägnar

    >REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

    >REFERENTIE NAAR EEN FILM>

    >REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE TITEL II EN ARTIKEL 23

    Voor de toepassing van titel II en artikel 23 wordt onder de GATT verstaan de in 1947 in Genève ondertekende Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel, als gewijzigd, zoals toegepast op de datum van ondertekening van de onderhavige Overeenkomst, tenzij de partijen anders overeenkomen in het kader van het bij artikel 21 ingestelde Gemengd Comité.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 3

    De partijen komen overeen dat het bepaalde in artikel 3, lid 1, niet van toepassing is op voorwaarden voor de invoer van produkten op het grondgebied van Rusland in het kader van leningen en kredieten die zijn toegekend voor ontwikkeling en humanitaire doeleinden, technische en humanitaire bijstand en andere soortgelijke regelingen die zijn gesloten tussen Rusland en derde staten of internationale organisaties, voor zover deze staten of internationale organisaties een speciale behandeling voor deze invoer vereisen.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 5

    Artikel 5 van titel II (goederenverkeer) heeft betrekking op doorvoer. De partijen zijn het erover eens dat artikel 5 uitsluitend betrekking heeft op de vrijheid van doorvoer van goederen. Een en ander is in overeenstemming met de gewone GATT-praktijk.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 10

    De partijen verklaren dat de tekst van de vrijwaringsclausule (artikel 10) geen GATT-vrijwaringsbehandeling toekent.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 11

    Overeengekomen wordt dat de bepalingen van artikel 11 en deze van de volgende alinea niet ten doel hebben, noch tot gevolg mogen hebben dat de in de onderscheiden wettelijke regelingen van de partijen vervatte procedures inzake anti-dumping- en subsidieonderzoek worden vertraagd, verhinderd of belet.

    Onverminderd hun wetgeving en praktijk komen de partijen overeen dat bij het vaststellen van de normale waarde terdege, over het geheel, en met inachtneming van de merites van elk geval, rekening wordt gehouden met natuurlijke comparatieve voordelen die door de betrokken fabrikanten kunnen worden aangetoond ten aanzien van factoren zoals toegang tot grondstoffen, produktieprocédés, nabijheid van de produktie ten opzichte van de klanten en speciale kenmerken van het produkt.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 15, LID 1, TWEEDE STREEPJE

    Wat de Gemeenschap betreft, omvatten de voorschriften als bedoeld in artikel 6 van de Overeenkomst van 1989 onder meer het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de desbetreffende uitvoeringsverordeningen, met name de in die teksten vervatte bepalingen waarin de rechten, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het Voorzieningsagentschap van Euratom en van de Commissie van de Europese Gemeenschappen zijn vastgesteld.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 16 (DEFINITIES)

    "Lopende betalingen"

    "Lopende betalingen" zijn in verband met het verkeer van goederen, diensten en personen en overeenkomstig de normale internationale handelspraktijk, verrichte betalingen, met uitsluiting van die regelingen die eigenlijk een combinatie van een lopende betaling en een kapitaaltransactie vormen, zoals bij voorbeeld uitstel van betaling en voorschotten, die tot doel hebben, de respectieve wetgevingen van de partijen op dit gebied te omzeilen.

    Deze definitie sluit niet uit dat Rusland wettelijke voorschriften toepast of uitvaardigt waarbij dergelijke betalingen moeten plaatshebben via de Russische banken die van de Centrale Bank van de Russische Federatie de vergunningen hebben ontvangen voor het in vrij convertibele valuta uitvoeren van de desbetreffende verrichtingen.

    "Vrij convertibele valuta"

    Een "vrij convertibele valuta" is een valuta welke als zodanig wordt beschouwd door het Internationaal Monetair Fonds.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 17, LID 2.2

    "Basisprodukten" zijn die welke als zodanig worden omschreven in de GATT.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 18

    De partijen komen overeen dat voor de toepassing van de Overeenkomst de intellectuele, industriële en commerciële eigendom mede betrekking heeft op met name het auteursrecht met inbegrip van het copyright voor computerprogramma's en naburige rechten, octrooien, industriële ontwerpen, geografische aanduidingen met inbegrip van benamingen van oorsprong, warenmerken en dienstmerken, topografieën van geïntegreerde schakelingen alsook de bescherming tegen oneerlijke mededinging zoals bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, en de bescherming van geheime informatie inzake know-how.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 25

    De partijen zijn het erover eens dat de in artikel 25 bedoelde maatregelen niet mogen worden genomen met het doel om de mededingingsvoorwaarden op de desbetreffende markten te verstoren en zo bescherming te verlenen aan de binnenlandse produktie.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 27

    De partijen verzoeken het Gemengd Comité onverwijld na te gaan welke procedureregels kunnen worden gehanteerd voor de regeling van geschillen in het kader van de Overeenkomst.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 32

    De partijen zijn het erover eens dat voor de correcte interpretatie en de praktische toepassing ervan, onder de uitdrukking "bijzonder dringende gevallen" in artikel 32 van de Overeenkomst, die gevallen moeten worden verstaan waarin de Overeenkomst wezenlijk geschonden wordt door een van de partijen. Een wezenlijke schending van de Overeenkomst bestaat in

    a) niet door de algemene regels van het internationaal recht toegestane afwijzing van de Overeenkomst

    of

    b) schending van de elementen die ingevolge artikel 1 een essentieel onderdeel van de Overeenkomst zijn.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 32, LID 2

    De partijen zijn het erover eens dat de in artikel 32, lid 2, bedoelde "passende maatregelen" worden genomen in overeenstemming met het internationaal recht.

    Indien een partij een maatregel neemt in een in artikel 32, lid 2, bedoeld "bijzonder dringend geval" kan de andere partij gebruik maken van de in artikel 27 bedoelde procedure.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE ARTIKELEN 1 EN 32

    De partijen verklaren dat de opneming in de Overeenkomst van de eerbiediging van de mensenrechten als een essentieel onderdeel van de Overeenkomst en van het begrip bijzonder dringende gevallen voortvloeit uit:

    - het beleid van de Gemeenschap op het gebied van de mensenrechten, overeenkomstig de Verklaring van de Raad van 11 mei 1992 waarin bepaald wordt dat deze verwijzing moet worden opgenomen in samenwerkings- of associatieovereenkomsten tussen de Gemeenschap en haar CVSE-partners, alsmede

    - het beleid van Rusland op dit gebied en

    - het belang dat beide partijen hechten aan de verplichtingen ter zake, die met name voortvloeien uit de Slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 36

    De partijen bevestigen dat hoewel de huidige Overeenkomst wat hun onderlinge betrekkingen aangaat in de plaats komt van de Overeenkomst van 1989, de huidige Overeenkomst geen afbreuk doet aan maatregelen die genomen zijn dan wel overeenkomsten die tussen de partijen gesloten zijn vóór de inwerkingtreding van de huidige Overeenkomst in overeenstemming met de Overeenkomst van 1989, noch bedoelde maatregelen of overeenkomsten op andere wijze aantast, en dit onder de voorwaarden en voor de toepassingsperiode die voor die maatregelen of overeenkomsten gelden.

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 6 VAN PROTOCOL 2

    1. De partijen stemmen ermee in voor het volgende goederenverkeer onverwijld de nodige maatregelen te nemen om elkaar bij te staan zoals bepaald in dit Protocol:

    a) verkeer van wapens, ammunitie, explosieven en explosieve middelen;

    b) verkeer van kunst- en antieke voorwerpen, die voor één van de partijen van aanzienlijke historische, culturele of archeologische waarde zijn ;

    c) verkeer van giftige produkten alsmede van stoffen die gevaarlijk zijn voor het milieu en de volksgezondheid;

    d) verkeer van gevoelige en strategische goederen die onderworpen zijn aan niet-tarifaire beperkingen in overeenstemming met de door de partijen overeengekomen lijsten.

    2. De partijen stemmen ermee in, indien zulks volgens de beginselen van hun respectieve rechtsstelsels is toegestaan, de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat een correct gebruik kan worden gemaakt van het systeem van gecontrolleerde levering op basis van door hen in overeenstemming met de procedures van dit Protocol onderling overeengekomen toepassingsbepalingen.

    3. De partijen stemmen ermee in om, in overeenstemming met hun respectieve wetgevingen, alle nodige maatregelen te nemen, om alle onder dit Protocol ressorterende

    - documenten af te leveren,

    - besluiten mede te delen,

    aan geadresseerden die hun woonplaats hebben of gevestigd zijn in hun respectieve grondgebieden, op basis van door hen onderling overeengekomen toepassingsbepalingen die zij hebben vastgesteld in overeenstemming met de procedures van dit Protocol. In dat geval is artikel 5, lid 3, van toepassing.

    4. De partijen komen overeen dat een autoriteit bij wie een verzoek is ingediend waaraan deze zelf geen gevolgen kan geven, dit verzoek richt aan een administratieve afdeling die onder dezelfde voorwaarden te werk gaat als die welke van toepassing zijn op de autoriteit tot wie het verzoek gericht is.

    BRIEFWISSELING met betrekking tot artikel 15

    A. Brief van Rusland

    Mijnheer,

    In deze brief bevestig ik u dat wij met betrekking tot de handel in kernmaterialen als bedoeld in artikel 15 van de heden ondertekende Interimovereenkomst het volgende zijn overeengekomen:

    Rusland is voornemens als solide, betrouwbare en op lange termijn handelende leverancier van kernmaterialen aan de Gemeenschap op te treden en de Gemeenschap erkent dit voornemen. De Russische Regering neemt er nota van dat de Gemeenschap Rusland vooral in het kader van haar voorzieningsbeleid op nucleair gebied beschouwt als afzonderlijke leverancier die zich van andere leveranciers onderscheidt.

    Om moeilijkheden in het handelsverkeer te voorkomen zal op gezette tijden of op een daartoe strekkend verzoek overleg worden gepleegd over ontwikkelingen op het gebied van de handel in kernmaterialen tussen Rusland en de Gemeenschap. Bij dit overleg kan onder meer een permanente en regelmatige dialoog over marktontwikkelingen en -prognoses worden gevoerd.

    Dit overleg zal plaatsvinden in het kader van artikel 21.

    Zoals in artikel 6 van de Interimovereenkomst is bepaald, zullen de in artikel 6 van de Overeenkomst van 1989 bedoelde voorschriften op uniforme, onpartijdige en billijke wijze worden uitgevoerd.

    Ik verwijs naar onze gemeenschappelijke wens om er met alle bruikbare middelen voor te zorgen dat de nucleaire ontwapening die aan de gang is, wordt vergemakkelijkt. Wij zijn overeengekomen alle nodige maatregelen te treffen om overleg met alle betrokken landen te voeren als blijkt dat de uitvoering van de respectieve bilaterale en multilaterale overeenkomsten de installaties van de partijen ernstig schaadt of dreigt te schaden.

    Ik stel voor dat deze brief en uw antwoord een formele overeenkomst tussen ons tot stand brengen.

    Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

    Voor de Regering van de Russische Federatie

    B. Brief van de Gemeenschap

    Mijnheer,

    Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, die als volgt luidt:

    "In deze brief bevestig ik u dat wij met betrekking tot de handel in kernmaterialen als bedoeld in artikel 15 van de heden ondertekende Interimovereenkomst het volgende zijn overeengekomen:

    Rusland is voornemens als solide, betrouwbare en op lange termijn handelende leverancier van kernmaterialen aan de Gemeenschap op te treden en de Gemeenschap erkent dit voornemen. De Russische Regering neemt er nota van dat de Gemeenschap Rusland vooral in het kader van haar voorzieningsbeleid op nucleair gebied beschouwt als afzonderlijke leverancier die zich van andere leveranciers onderscheidt.

    Om moeilijkheden in het handelsverkeer te voorkomen zal op gezette tijden regelmatig of op een daartoe strekkend verzoek overleg worden gepleegd over ontwikkelingen op het gebied van de handel in kernmaterialen tussen Rusland en de Gemeenschap. Bij dit overleg kan onder meer een permanente en regelmatige dialoog over marktontwikkelingen en -prognoses worden gevoerd.

    Dit overleg zal plaatsvinden in het kader van artikel 21.

    Zoals in artikel 6 van de Interimovereenkomst is bepaald, zullen de in artikel 6 van de Overeenkomst van 1989 bedoelde voorschriften op uniforme, onpartijdige en billijke wijze worden uitgevoerd.

    Ik verwijs naar onze gemeenschappelijke wens om er met alle bruikbare middelen voor te zorgen dat de nucleaire ontwapening die aan de gang is, wordt vergemakkelijkt. Wij zijn overeengekomen alle nodige maatregelen te treffen om overleg met alle betrokken landen te voeren als blijkt dat de uitvoering van de respectieve bilaterale en multilaterale overeenkomsten de installaties van de partijen ernstig schaadt of dreigt te schaden.

    Ik stel voor dat deze brief en uw antwoord een formele overeenkomst tussen ons tot stand brengen.".

    Ik heb de eer u te bevestigen dat uw brief en de onderhavige een formele overeenkomst tussen ons vormen.

    Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

    Namens de Europese Gemeenschappen

    VERKLARING VAN DE GEMEENSCHAP MET BETREKKING TOT ARTIKEL 17

    De bepalingen van de Overeenkomst gelden onverminderd de bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten op het gebied van de mededinging.

    VERKLARING VAN DE GEMEENSCHAP BETREFFENDE ARTIKEL 18

    De bepalingen van de Overeenkomst laten de bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten voor aangelegenheden met betrekking tot de intellectuele, industriële en commerciële eigendom onverlet.

    VERKLARING VAN RUSLAND MET BETREKKING TOT ARTIKEL 6

    De bepalingen van artikel 6, lid 3, gelden onverminderd de maatregelen die buiten de bevoegdheden van de Regering van de Russische Federatie liggen.

    VERKLARING VAN RUSLAND MET BETREKKING TOT ARTIKEL 18

    De bepalingen van artikel 54, lid 2, met uitzondering van het laatste streepje, en bijlage 10, punten 4 en 5, van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst worden toegepast vanaf de inwerkingtreding van de Interimovereenkomst.

    VERKLARING VAN RUSLAND MET BETREKKING TOT ARTIKEL 24

    De bepalingen van artikel 24, lid 1, gelden onverminderd de bijzondere bevoegdheden die door de Russische wetgeving worden toegekend aan octrooigemachtigden die onderdaan zijn van de Russische Federatie.

    BUITEN HET KADER VAN DE OVEREENKOMST BRIEFWISSELING met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding

    A. Brief van de Gemeenschap

    Mijnheer,

    Onder verwijzing naar de vandaag ondertekende Interimovereenkomst bevestig ik u dat indien wijzigingen in deze Overeenkomst nodig mochten blijken als gevolg van een uitbreiding van de Gemeenschap, hierover overeenkomstig artikel 21 overleg zou worden gepleegd tussen de partijen en in dit verband zoveel mogelijk rekening zou worden gehouden met het karakter van de bilaterale handels- en economische betrekkingen tussen Rusland en de toetredende Staten.

    Ik moge u verzoeken mij te willen bevestigen dat Rusland met de inhoud van dit schrijven instemt.

    Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

    Namens de Europese Gemeenschappen

    >REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

    B. Brief van Rusland

    Mijnheer,

    Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, die als volgt luidt:

    "Onder verwijzing naar de vandaag ondertekende Interimovereenkomst bevestig ik u dat indien wijzigingen in deze Overeenkomst nodig mochten blijken als gevolg van een uitbreiding van de Gemeenschap, hierover overeenkomstig artikel 21 overleg zou worden gepleegd tussen de partijen en in dit verband zoveel mogelijk rekening zou worden gehouden met het karakter van de bilaterale handels- en economische betrekkingen tussen Rusland en de toetredende Staten.".

    Ik heb de eer u te bevestigen dat uw brief en de onderhavige een formele overeenkomst tussen ons vormen.

    Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

    Voor de Regering van de Russische Federatie

    >REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

    Top