This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02011R1368-20111222
Consolidated text: Uitvoeringsverordening (EU) n r. 1368/2011 van de Commissie van 21 december 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1121/2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en V van die verordening ingestelde steunregelingen, en van Verordening (EG) nr. 1122/2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector
Uitvoeringsverordening (EU) n r. 1368/2011 van de Commissie van 21 december 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1121/2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en V van die verordening ingestelde steunregelingen, en van Verordening (EG) nr. 1122/2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector
No longer in force
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2011/1368/2011-12-22
2011R1368 — NL — 22.12.2011 — 000.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1368/2011 VAN DE COMMISSIE van 21 december 2011 (PB L 341, 22.12.2011, p.33) |
Gerectificeerd bij:
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1368/2011 VAN DE COMMISSIE
van 21 december 2011
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1121/2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en V van die verordening ingestelde steunregelingen, en van Verordening (EG) nr. 1122/2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 ( 1 ), en met name artikel 142, onder c), l) en n),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op basis van de opgedane ervaring en vooral gezien de verbeteringen die zijn aangebracht in de ondersteunende systemen die de nationale overheden gebruiken voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1121/2009 van de Commissie ( 2 ) en Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie ( 3 ), moeten deze twee verordeningen ten aanzien van het beheer van rechtstreekse betalingen en de daarmee samenhangende controles worden verbeterd en vereenvoudigd. |
(2) |
Op grond van artikel 16, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 kunnen de lidstaten de in het gecomputeriseerde gegevensbestand voor de identificatie en registratie van runderen opgenomen gegevens gebruiken ten behoeve van een steunaanvraag voor runderen. Aan de lidstaten die van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt, moet duidelijkheid worden verschaft over de start van de aanhoudperiode die krachtens artikel 61 van Verordening (EG) nr. 1121/2009 van toepassing is. Daarnaast moet deze lidstaten omwille van de eenvoud de mogelijkheid worden geboden om de indiening van een aanvraag overeenkomstig artikel 62 van die verordening te vervangen door de indiening van een deelnamemelding. Verordening (EG) nr. 1121/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(3) |
Bepaalde definities van Verordening (EG) nr. 1122/2009 moeten worden geactualiseerd. Voorts wordt met ingang van 2012 de in artikel 129 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde afzonderlijke betaling voor zacht fruit ingevoerd. Daarom dient de definitie van oppervlaktegebonden steunregelingen dienovereenkomstig te worden gewijzigd en dient te worden voorzien in een passende aanvraagprocedure. |
(4) |
Op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 moeten de lidstaten een uiterste datum voor de indiening van de verzamelaanvraag vaststellen. Na indiening van de verzamelaanvraag kunnen landbouwers hun aanvraag nog tot de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 genoemde datum wijzigen. Administratieve controles en controles ter plaatse hangen af van de ontvangst door de lidstaten van de definitieve aanvragen. De lidstaten die een vroegere uiterste datum voor de indiening van aanvragen kiezen dan de in artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 genoemde datum, moeten ook in de gelegenheid zijn om de controles eerder te starten en af te ronden. Daarom moet het deze lidstaten worden toegestaan om een vroegere uiterste datum voor de wijziging van de verzamelaanvraag vast te stellen dan de in artikel 14, lid 2, genoemde uiterste datum. Deze datum mag echter niet vroeger zijn dan 15 dagen na de door een lidstaat vastgestelde uiterste datum voor de indiening van de verzamelaanvraag, zodat de landbouwers voldoende tijd hebben om eventuele wijzigingen te melden. |
(5) |
Vanwege de invoering van oppervlaktegebonden steun die ontkoppeld is van de productie, blijven de controles ter plaatse in veel gevallen beperkt tot een verificatie van de omvang en de subsidiabiliteitsstatus van het betrokken areaal. Deze controles vinden grotendeels door middel van teledetectie plaats. Tegelijk verrichten de lidstaten regelmatig een actualisering van hun systeem voor de identificatie van de landbouwpercelen. De voor dergelijke actualiseringen gebruikte methodiek kan min of meer overeenkomen met het verrichten van controles ter plaatse door middel van teledetectie. Daarom moet het de lidstaten die hun systeem voor de identificatie van de landbouwpercelen stelselmatig actualiseren, ter vereenvoudiging en ter beperking van de administratieve kosten worden toegestaan om de resultaten ervan te gebruiken ter vervanging van een deel van de traditionele controles ter plaatse. Om te voorkomen dat de kans op onregelmatige betalingen daardoor toeneemt, moeten criteria worden vastgesteld waaraan de beheers- en controlesystemen in de lidstaten die voor deze mogelijkheid kiezen, moeten voldoen. Deze criteria moeten met name betrekking hebben op de tussenpozen tussen en de reikwijdte van de actualisering, op de gebruikte orthobeelden, op de vereiste kwaliteit van het systeem voor de identificatie van de landbouwpercelen en op het maximale jaarlijkse foutenpercentage. |
(6) |
De eis dat voor runderen op een bedrijf het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad ( 4 ) in acht moet worden genomen, wordt op de naleving ervan gecontroleerd door middel van de controles ter plaatse die in het kader van de randvoorwaarden worden verricht. Thans moeten ook de dieren waarvoor geen steun wordt aangevraagd, in het kader van de subsidiabiliteitscontroles van rechtstreekse betalingen worden gecontroleerd. Deze extra controle wordt alleen in de lidstaten toegepast die gekozen hebben voor een handhaving van gekoppelde rechtstreekse betalingen voor runderen. Om te zorgen voor een gelijke controlelast in alle lidstaten en om de controles ter plaatse voor de landbouwers en voor de nationale instanties te vereenvoudigen, moet de in het kader van de subsidiabiliteitscontroles verrichte controle van dieren waarvoor geen steun wordt aangevraagd, worden afgeschaft tenzij een lidstaat gebruikmaakt van de mogelijkheid die in artikel 16, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 wordt geboden. |
(7) |
Op grond van artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 moet de landbouwer, wanneer een dier gedurende de aanhoudperiode naar een andere plaats is overgebracht, de bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen. Om een onevenredige verlaging van de betaling te voorkomen, moeten ten aanzien van de als premiabel aangemerkte dieren regels worden vastgesteld voor de gevallen waarin de verplaatsing van dieren niet is gemeld, maar de desbetreffende dieren tijdens de controle ter plaatse wel onmiddellijk op het bedrijf van de betrokken landbouwer kunnen worden geïdentificeerd. |
(8) |
De regels inzake de identificatie- en registratieregeling voor dieren moeten er met name voor zorgen dat dieren getraceerd kunnen worden. Runderen die beide oormerken zijn kwijtgeraakt, en schapen of geiten die een oormerk zijn kwijtgeraakt, zijn niet meer premiabel en ook vinden er dan op grond van de artikelen 65 en 66 van Verordening (EG) nr. 1122/2009 verlagingen plaats. In bepaalde situaties kunnen deze dieren echter met andere middelen worden geïdentificeerd en is de traceerbaarheid van de desbetreffende dieren dus gewaarborgd. |
(9) |
Overeenkomstig artikel 63, lid 4, onder a), van Verordening (EG) nr. 1122/2009 wordt een ter betaling aangegeven rund dat een van de twee oormerken is kwijtgeraakt, maar met andere middelen van de identificatie- en registratieregeling voor runderen duidelijk en individueel kan worden geïdentificeerd, toch in het aantal geconstateerde dieren opgenomen en blijft het dus premiabel. Voorts is de identificatie- en registratieregeling voor runderen inmiddels stevig verankerd. Daarom mag een rund dat beide oormerken is kwijtgeraakt, maar waarvan de identiteit ondubbelzinnig kan worden vastgesteld, toch worden opgenomen in het aantal geconstateerde dieren en blijft het dus premiabel. Dit mag echter alleen gelden voor gevallen waarin de landbouwer al vóór de aankondiging van de controle ter plaatse maatregelen heeft getroffen om de situatie recht te zetten. Ook moet de toepassing van deze regel beperkt blijven tot één dier teneinde onregelmatige betalingen te voorkomen. |
(10) |
Krachtens Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG ( 5 ) is een nieuwe, verbeterde identificatieregeling voor schapen en geiten ingevoerd en daarom moet een soortgelijke bepaling worden vastgesteld voor schapen en geiten die ter betaling zijn aangegeven. |
(11) |
Het moet de lidstaten die gebruikmaken van de mogelijkheid die in artikel 16, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 wordt geboden, worden toegestaan te bepalen dat de meldingen aan het gecomputeriseerde gegevensbestand voor de identificatie en registratie van runderen bij de vervanging van een dier gedurende de aanhoudperiode in de plaats mogen komen van de toezending door de desbetreffende landbouwer van informatie. Deze mogelijkheid moet worden opengesteld voor alle lidstaten. |
(12) |
Voorts zijn sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1122/2009 achterhaald en moeten deze worden geschrapt. |
(13) |
Verordening (EG) nr. 1122/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(14) |
Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen hebben geen advies uitgebracht binnen de door hun voorzitter vastgestelde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1121/2009 wordt als volgt gewijzigd:
1) Aan artikel 61 wordt de volgende alinea toegevoegd:
„Wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de in artikel 16, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 geboden mogelijkheid, stelt hij echter de datum van ingang van de in de eerste alinea van dit artikel bedoelde periode vast.”.
2) Aan artikel 62 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:
„3. Wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de in artikel 16, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1122/2009 geboden mogelijkheid, kan de aanvraag voor de zoogkoeienpremie worden gedaan in de vorm van een deelnamemelding, die eveneens aan de eisen van lid 1, eerste alinea, onder a) en b), van dit artikel moet voldoen. De lidstaten kunnen bepalen dat een voor een bepaald jaar ingediende deelnamemelding geldig is voor één jaar of voor meerdere achtereenvolgende jaren wanneer de informatie in de deelnamemelding accuraat blijft.”.
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 1122/2009 wordt als volgt gewijzigd:
1) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
a) punt 12 wordt vervangen door:
„12. |
„oppervlaktegebonden steunregelingen” : de bedrijfstoeslagregeling, de oppervlaktegebonden betalingen in het kader van specifieke steun, en alle steunregelingen die zijn vastgesteld bij de titels IV en V van Verordening (EG) nr. 73/2009, met uitzondering van die welke zijn vastgesteld bij titel IV, afdelingen 7, 10 en 11, van die verordening, van de afzonderlijke suikerbetaling die is vastgesteld bij artikel 126 van die verordening, van de afzonderlijke betaling voor groenten en fruit die is vastgesteld bij artikel 127 van die verordening, en van de afzonderlijke betaling voor zacht fruit die is vastgesteld bij artikel 129 van die verordening;”; |
b) punt 21 wordt vervangen door:
„21. |
„aanhoudperiode” : de periode waarin een dier waarvoor steun is aangevraagd, overeenkomstig artikel 35, lid 3, en artikel 61 van Verordening (EG) nr. 1121/2009 ( 6 ) op het bedrijf moet worden gehouden; |
2) Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
a) de leden 2, 3 en 4 worden geschrapt;
b) in lid 6 wordt de eerste alinea vervangen door:
„6. In het geval van een aanvraag om overgangsbetalingen voor groenten en fruit als bedoeld in titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 8, van Verordening (EG) nr. 73/2009 bevat de verzamelaanvraag een kopie van het verwerkingscontract of de leveringsverbintenis als bedoeld in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1121/2009.”;
c) in lid 8 wordt de eerste alinea vervangen door:
„8. De in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde vormen van grondgebruik en de in bijlage VI bij die verordening bedoelde vormen van grondgebruik of de voor de in artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde specifieke steun aangegeven oppervlakten ingeval die oppervlakten niet op grond van het onderhavige artikel hoeven te worden aangegeven, worden in een afzonderlijke rubriek op de verzamelaanvraag aangegeven.”.
3) Aan artikel 14, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:
„In afwijking van de eerste alinea mogen de lidstaten een vroegere uiterste datum voor de mededeling van wijzigingen vaststellen. Deze datum mag evenwel niet vroeger zijn dan 15 kalenderdagen na de overeenkomstig artikel 11, lid 2, vastgestelde uiterste datum voor de indiening van de verzamelaanvraag.”.
4) In deel II, titel II, wordt de titel van hoofdstuk IV vervangen door:
„ Steun voor telers van suikerbieten en suikerriet, afzonderlijke suikerbetaling, afzonderlijke betaling voor groenten en fruit en afzonderlijke betaling voor zacht fruit ”.
5) Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
a) de titel wordt vervangen door:
„Eisen met betrekking tot aanvragen om de steun voor suikerbieten- en suikerriettelers, de afzonderlijke suikerbetaling, de afzonderlijke betaling voor groenten en fruit en de afzonderlijke betaling voor zacht fruit”;
b) in lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:
„1. Landbouwers die de in titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 7, van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde steun voor suikerbieten- en suikerriettelers aanvragen, die de in artikel 126 van die verordening bedoelde afzonderlijke suikerbetaling aanvragen, die de in artikel 127 van die verordening bedoelde afzonderlijke betaling voor groenten en fruit aanvragen, of die de in artikel 129 van die verordening bedoelde afzonderlijke betaling voor zacht fruit aanvragen, dienen een steunaanvraag in die alle informatie bevat die nodig is om te bepalen of aanspraak op de steun kan worden gemaakt, en met name:”.
6) In artikel 28, lid 1, wordt het bepaalde onder f) geschrapt.
7) een nieuw artikel 31 bis wordt ingevoegd:
„Artikel 31 bis
Gecombineerde controles ter plaatse
1. In afwijking van artikel 31 en onder de voorwaarden van dit artikel mogen de lidstaten, wat betreft de bedrijfstoeslagregeling en de regeling inzake een enkele areaalbetaling als bedoeld in titel III en titel V, hoofdstuk 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009, besluiten om de controles van de steekproef die overeenkomstig artikel 31, lid 1, van deze verordening aan de hand van een risicoanalyse moet worden geselecteerd, te vervangen door controles aan de hand van orthobeelden die voor de actualisering van het in artikel 6 bedoelde systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond worden gebruikt.
Het in de eerste alinea bedoelde besluit mag op nationaal of op regionaal niveau worden genomen. Een regio omvat het gehele door een of meer autonome systemen voor de identificatie van de percelen landbouwgrond bestreken gebied.
De lidstaten verrichten een systematische actualisering van het systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond en controleren binnen een periode van ten hoogste drie jaar alle landbouwers in het gehele door dit systeem bestreken gebied, waarbij de actualisering per jaar betrekking heeft op ten minste 25 % van de in het systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond geregistreerde subsidiabele hectaren. Een lidstaat met minder dan 150 000 in het systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond geregistreerde hectaren mag echter afwijken van de eis van een jaarlijks te actualiseren minimumpercentage.
In de drie jaar voorafgaande aan de toepassing van dit artikel hebben de lidstaten het betrokken systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond volledig geactualiseerd.
De in de eerste alinea bedoelde orthobeelden die voor de actualisering van het systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond worden gebruikt, zijn op het moment dat ze worden gebruikt, niet ouder dan 15 maanden.
2. De kwaliteit van het systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond, zoals deze in de twee jaren vóór de toepassing van dit artikel is gebleken uit de overeenkomstig artikel 6, lid 2, verrichte beoordeling, is zodanig dat doeltreffend kan worden nagegaan of aan de voorwaarden voor de steunverlening wordt voldaan.
3. Het foutenpercentage in de aselecte steekproef die ter plaatse is gecontroleerd, bedraagt in de twee jaar vóór de toepassing van dit artikel niet meer dan 2 %. Bovendien bedraagt het foutenpercentage zodra dit artikel wordt toegepast, gedurende twee achtereenvolgende jaren niet meer dan 2 %.
De foutenpercentages worden door de lidstaten overeenkomstig de op EU-niveau opgestelde methodologie gecertificeerd.
4. Artikel 35, lid 1, is van toepassing op de overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 verrichte controles.”.
8) Artikel 33, lid 1, eerste zin, wordt vervangen door:
„De controles ter plaatse hebben betrekking op alle percelen landbouwgrond waarvoor steun is aangevraagd in het kader van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 73/2009 genoemde steunregelingen.”.
9) Artikel 37 wordt geschrapt.
10) Artikel 41 wordt vervangen door:
„Artikel 41
Tijdstip van de controles ter plaatse
1. Ten minste 60 % van het in artikel 30, lid 2, onder b), tweede alinea, vastgestelde minimumpercentage controles ter plaatse wordt gespreid over de gehele aanhoudperiode van de betrokken steunregeling uitgevoerd. Het resterende percentage controles ter plaatse wordt gespreid over het jaar uitgevoerd.
Wanneer de aanhoudperiode echter ingaat vóór de indiening van een aanvraag of wanneer deze niet van tevoren kan worden vastgesteld, worden de in artikel 30, lid 2, onder b), tweede alinea, vastgestelde controles ter plaatse gespreid over het jaar uitgevoerd.
2. Ten minste 50 % van het in artikel 30, lid 2, onder c), vastgestelde minimumpercentage controles ter plaatse wordt gespreid over de gehele aanhoudperiode uitgevoerd. Het totale minimumpercentage controles ter plaatse wordt evenwel volledig gespreid over de gehele aanhoudperiode uitgevoerd in de lidstaten waar ten aanzien van de bij Verordening (EG) nr. 21/2004 ingestelde regeling voor schapen en geiten geen sprake is van een volledige implementatie en toepassing, in het bijzonder wat de identificatie van de dieren en het naar behoren bijhouden van de registers betreft.”.
11) Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:
a) lid 1 wordt vervangen door:
„1. De controles ter plaatse omvatten een verificatie of aan alle subsidiabiliteitsvoorwaarden is voldaan, en hebben betrekking op alle dieren waarvoor op grond van de te controleren steunregelingen steunaanvragen zijn ingediend, met inbegrip van de dieren die gedurende de aanhoudperiode overeenkomstig artikel 64 zijn vervangen en die zich nog op het bedrijf bevinden. Bij controles in het kader van de steunregelingen voor rundvee worden, wanneer de lidstaat gebruikmaakt van de in artikel 16, lid 3, geboden mogelijkheid, ook de potentieel premiabele runderen gecontroleerd.
De controles ter plaatse omvatten met name een controle om na te gaan of het aantal op het bedrijf aanwezige dieren waarvoor steunaanvragen zijn ingediend en, indien van toepassing, het aantal potentieel premiabele runderen overeenstemmen met het aantal in de registers ingeschreven dieren en, voor runderen, met het aantal dieren dat aan het gecomputeriseerde gegevensbestand voor runderen is gemeld.”;
b) lid 2 wordt gewijzigd als volgt:
a) punt c) wordt geschrapt;
b) punt d) wordt vervangen door:
„d) controles om na te gaan of alle runderen met oormerken zijn geïdentificeerd en, in voorkomend geval vergezeld gaan van dierpaspoorten en of zij zijn ingeschreven in het register en naar behoren zijn gemeld aan het gecomputeriseerde gegevensbestand voor runderen.
De onder d) bedoelde controles kunnen op basis van een steekproef worden verricht.”.
12) De artikelen 43 en 44 worden geschrapt.
13) In artikel 45 worden de leden 2 en 3 geschrapt;
14) Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:
a) lid 1 wordt vervangen door:
„1. Voor aanvragen om steun in het kader van de oppervlaktegebonden steunregelingen, geldt dat, indien voor een gewasgroep de geconstateerde oppervlakte groter is dan de in de verzamelaanvraag aangegeven oppervlakte, de betrokken steun wordt berekend op basis van de voor die gewasgroep aangegeven oppervlakte.”;
b) lid 3, eerste alinea, wordt vervangen door:
„3. Onverminderd verlagingen en uitsluitingen overeenkomstig de artikelen 58 en 60, geldt voor aanvragen om steun in het kader van de oppervlaktegebonden steunregelingen dat, indien voor een gewasgroep de in de verzamelaanvraag aangegeven oppervlakte groter is dan de geconstateerde oppervlakte, de betrokken steun wordt berekend op basis van de voor die gewasgroep geconstateerde oppervlakte.”.
15) Artikel 58, eerste alinea, wordt vervangen door:
„Indien voor een gewasgroep de oppervlakte die is aangegeven met het oog op welke oppervlaktegebonden steunregeling dan ook, groter is dan de overeenkomstig artikel 57 geconstateerde oppervlakte, wordt de steun berekend op basis van de geconstateerde oppervlakte, verminderd met tweemaal het vastgestelde verschil indien dat verschil meer dan 3 % van de geconstateerde oppervlakte of meer dan twee hectare, maar niet meer dan 20 % van de geconstateerde oppervlakte bedraagt.”.
16) De artikelen 59 en 61 worden geschrapt.
17) Artikel 63 wordt als volgt gewijzigd:
a) een nieuw lid 3 bis wordt ingevoegd:
„3 bis. Wanneer een landbouwer de bevoegde autoriteit in tegenstelling tot hetgeen in artikel 16, lid 1, tweede alinea, is bepaald, niet ervan in kennis heeft gesteld dat een dier gedurende de aanhoudperiode naar een andere plaats is overgebracht, wordt het betrokken dier toch als geconstateerd aangemerkt indien het bij de controle ter plaatse op het bedrijf onmiddellijk kan worden gelokaliseerd.”;
b) in lid 4 wordt het volgende punt a bis) ingevoegd:
„a bis) Wanneer één rund van een bedrijf beide oormerken is kwijtgeraakt, wordt het toch als geconstateerd aangemerkt op voorwaarde dat het dier nog aan de hand van het register, het dierpaspoort, het gegevensbestand of andere in Verordening (EG) nr. 1760/2000 genoemde middelen kan worden geïdentificeerd en de houder kan aantonen dat hij al vóór de aankondiging van de controle ter plaatse actie heeft ondernomen om de situatie recht te zetten.”;
c) het volgende lid 5 wordt toegevoegd:
„5. Wanneer een schaap of geit een oormerk is kwijtgeraakt, wordt het toch als geconstateerd aangemerkt op voorwaarde dat het dier nog door een eerste identificatiemiddel overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 21/2004 kan worden geïdentificeerd en aan alle overige eisen van de identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten is voldaan.”.
18) Artikel 64, lid 2, tweede alinea, wordt vervangen door:
„Een lidstaat kan evenwel bepalen dat de meldingen aan het gecomputeriseerde gegevensbestand voor runderen dat een dier het bedrijf heeft verlaten en een ander dier binnen de in de eerste alinea gestelde termijn op het bedrijf is aangekomen, in de plaats kunnen komen van de krachtens de eerste alinea aan de bevoegde autoriteit toe te zenden informatie. In dat geval zorgen de lidstaten die niet gebruikmaken van de bij artikel 16, lid 3, geboden mogelijkheid, er op welke wijze dan ook voor dat ondubbelzinnig vaststaat welke dieren onder de aanvragen van de landbouwers vallen.”.
19) Artikel 65, lid 3, tweede alinea, wordt vervangen door:
„Bij toepassing van artikel 16, lid 3, tweede alinea, worden potentieel premiabele dieren die niet correct geïdentificeerd of geregistreerd overeenkomstig de identificatie- en registratieregeling voor runderen blijken te zijn, beschouwd als dieren ten aanzien waarvan onregelmatigheden zijn vastgesteld.”.
20) Artikel 66, lid 1, wordt vervangen door:
„1. Wanneer ten aanzien van steunaanvragen in het kader van de steunregeling voor schapen en geiten een verschil wordt vastgesteld tussen het aangegeven aantal dieren en het aantal dieren dat overeenkomstig artikel 63, leden 3, 3 bis en 5, is geconstateerd, is het bepaalde in artikel 65, leden 2, 3 en 4, van overeenkomstige toepassing vanaf het eerste dier waarvoor onregelmatigheden worden vastgesteld.”.
21) Artikel 68 wordt geschrapt.
22) Artikel 78, lid 2, onder d), wordt vervangen door:
„d) wat de steunregelingen betreft waarvoor overeenkomstig artikel 51, lid 2, artikel 69, lid 3, artikel 123, lid 1, en artikel 128, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009 een begrotingsmaximum wordt vastgesteld of overeenkomstig artikel 126, lid 2, artikel 127, lid 2, en artikel 129, lid 2, van die verordening een begrotingsmaximum wordt toegepast, telt de lidstaat de uit de toepassing van de punten a), b) en c) van het onderhavige lid voortvloeiende bedragen bij elkaar op.”.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing voor de steunaanvragen betreffende de verkoopseizoenen of premieperioden die ingaan op of na 1 januari 2012.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
( 1 ) PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16.
( 2 ) PB L 316 van 2.12.2009, blz. 27.
( 3 ) PB L 316 van 2.12.2009, blz. 65.
( 4 ) PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1.
( 5 ) PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8.
( 6 ) PB L 316 van 2.12.2009, blz. 27.”.