EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02020R0877-20200626

Consolidated text: Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/877 van de Commissie van 3 april 2020 houdende wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 en houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2020/877/2020-06-26

02020R0877 — NL — 26.06.2020 — 000.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/877 VAN DE COMMISSIE

van 3 april 2020

houdende wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 en houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

(PB L 203 van 26.6.2020, blz. 1)


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 230, 17.7.2020, blz.  38 (2020/877)

►C2

Rectificatie, PB L 303, 17.9.2020, blz.  25 (2020/877)




▼B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/877 VAN DE COMMISSIE

van 3 april 2020

houdende wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 en houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie



Artikel 1

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wordt als volgt gewijzigd:

1) 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a) 

punt 15 wordt vervangen door:

“15. 

douanekantoor van eerste binnenkomst: het douanekantoor dat bevoegd is voor het douanetoezicht op de plaats waar het vervoermiddel waarmee de goederen worden vervoerd, aankomt of, in voorkomend geval, bestemd is aan te komen, in het douanegebied van de Unie vanuit een gebied buiten dat gebied;”;

b) 

de volgende punten worden toegevoegd:

“46. 

expreszending: een artikel dat wordt vervoerd door of onder de verantwoordelijkheid van een koeriersdienst;

47. 

koeriersdienst: een marktdeelnemer die geïntegreerde diensten verstrekt bestaande in ophaling, vervoer, douaneafhandeling en levering van pakketten op versnelde/tijdgevoelige basis, waarbij deze artikelen gedurende de gehele verrichting van de dienst traceerbaar zijn en onder toezicht blijven;

48. 

intrinsieke waarde:

a) 

►C1  voor handelsgoederen: de prijs van de goederen zelf bij verkoop voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie, met uitzondering van vervoers- en verzekeringskosten, tenzij deze in de prijs zijn begrepen en niet afzonderlijk op de factuur zijn vermeld, en alle andere belastingen en heffingen zoals te constateren door de douaneautoriteiten op basis van relevante documenten; ◄

b) 

voor goederen zonder handelskarakter: de prijs die voor de goederen zelf zou zijn betaald als zij waren verkocht voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie;

49. 

goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd of gebruikt: goederen die worden vervoerd of gebuikt:

a) 

voor activiteiten die zijn georganiseerd door of onder toezicht vallen van de militaire autoriteiten van een of meer lidstaten of van een derde land waarmee een of meer lidstaten een overeenkomst hebben gesloten om militaire activiteiten te verrichten binnen het douanegebied van de Unie, of

b) 

in het kader van ondernomen militaire activiteiten:

— 
op grond van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de Europese Unie (GVDB), of
— 
op grond van het Noord-Atlantisch Verdrag, ondertekend op 4 april 1949 te Washington D.C..
50. 

NAVO-formulier 302: een document voor douanedoeleinden dat is voorgeschreven in de procedures voor de uitvoering van het op 19 juni 1951 te Londen ondertekende Verdrag tussen de staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten;

51. 

EU-formulier 302: een document voor douanedoeleinden dat is vastgelegd in bijlage 52-01 en wordt verstrekt door of voor rekening van de nationale bevoegde militaire autoriteiten van een lidstaat voor goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd of gebruikt;

52. 

afval van schepen: afval van schepen in de zin van artikel 2, punt 3, van Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad ( *1 );

53. 

nationaal maritiem éénloketsysteem: een nationaal maritiem éénloketsysteem in de zin van artikel 2, punt 3, van Verordening (EU) 2019/1239 van het Europees Parlement en de Raad ( *2 ).

2) 

In artikel 6, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

“a) 

deze registratie is vereist krachtens Uniewetgeving of de wetgeving van een lidstaat;”.

3) 

In artikel 13 wordt lid 4 vervangen door:

“4.  Wanneer er ernstige vermoedens van een inbreuk op de douane- of belastingwetgeving bestaan en de douane- en belastingautoriteiten op deze gronden een onderzoek verrichten, wordt de beschikkingstermijn verlengd met de tijd die nodig is om dat onderzoek te voltooien. Deze verlenging beloopt niet meer dan negen maanden. De aanvrager wordt in kennis gesteld van de verlenging, tenzij dit het onderzoek in het gedrang zou brengen.”.

4) 

In artikel 17, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

“Wanneer de douaneautoriteit van oordeel is dat de houder van de beschikking mogelijkerwijs niet voldoet aan de criteria van artikel 39, onder a), van het wetboek, wordt de beschikking evenwel geschorst totdat is vastgesteld of er ernstige of herhaalde overtredingen, met inbegrip van een ernstig strafbaar feit, zijn begaan door een van de volgende personen:

a) 

de houder van de beschikking;

b) 

de persoon die aan het hoofd staat van het bedrijf dat houder is van de desbetreffende beschikking, of die zeggenschap heeft over de leiding ervan;

c) 

de werknemer die verantwoordelijk is voor douanezaken in het bedrijf dat houder is van de desbetreffende beschikking.”.

5) 

Artikel 76 wordt vervangen door:

Artikel 76

Uitzondering voor de berekening van het bedrag aan invoerrechten voor veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van actieve veredeling

(Artikel 86, lid 3, en artikel 86, lid 4, van het wetboek)

1.  Artikel 86, lid 3, van het wetboek is van toepassing zonder een daartoe strekkend verzoek van de aangever wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a) 

de veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van de regeling actieve veredeling, worden door de betrokken vergunninghouder rechtstreeks of onrechtstreeks ingevoerd binnen een termijn van één jaar na de wederuitvoer ervan;

b) 

de goederen zouden, op het tijdstip van aanvaarding van de douaneaangifte tot plaatsing van de goederen onder de regeling actieve veredeling, onderworpen zijn geweest aan een landbouwpolitieke of handelspolitieke maatregel, een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij voor het vrije verkeer waren aangegeven;

c) 

de economische voorwaarden hoefden niet te worden onderzocht overeenkomstig artikel 166.

2.  Artikel 86, lid 3, van het wetboek is ook van toepassing zonder een verzoek van de aangever wanneer de veredelingsproducten zijn verkregen uit onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen die, op het tijdstip van aanvaarding van de eerste douaneaangifte tot plaatsing van de goederen onder de regeling actieve veredeling, onderworpen zijn geweest aan een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij werden aangegeven voor het vrije verkeer, en het geval niet onder artikel 167, lid 1, onder h), i), m), of p) van deze verordening valt.

3.  De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing wanneer de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen niet meer onderworpen zouden zijn aan een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies op het tijdstip waarop een douaneschuld ontstaat voor de veredelingsproducten.

4.  Lid 2 is niet van toepassing op goederen die uiterlijk op 16 juli 2021 voor actieve veredeling zijn aangegeven indien voor die goederen een vergunning geldt die vóór 16 juli 2020 is verleend.”.

6) 

Artikel 104 wordt als volgt gewijzigd:

a) 

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i) 

de punten f), h), en m) worden vervangen door:

“f) 

goederen zoals bedoeld in artikel 138, onder b) tot en met d), en h), of in artikel 139, lid 1, die worden geacht te zijn aangegeven overeenkomstig artikel 141, mits zij niet op grond van een vervoersovereenkomst worden vervoerd;”;

“h) 

goederen die worden vervoerd of gebruikt in het kader van militaire activiteiten onder dekking van een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302;”;

“m) 

goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht vanuit Ceuta en Melilla, Gibraltar, Helgoland, de Republiek San Marino, Vaticaanstad of de gemeente Livigno;”;

ii) 

het volgende punt wordt toegevoegd:

“q) 

afval van schepen, op voorwaarde dat de afvalvooraanmelding als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2019/883 is gedaan in het nationaal maritiem éénloketsysteem of via andere meldingskanalen die voor de bevoegde autoriteiten met inbegrip van de douane aanvaardbaar zijn.”;

b) 

lid 2 wordt vervangen door:

“2.  Voor goederen in postzendingen wordt als volgt afgezien van de verplichting om een summiere aangifte bij binnenbrengen in te dienen:

a) 

wanneer de postzendingen door de lucht worden vervoerd en een lidstaat als eindbestemming hebben, tot de datum die is vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie ( *3 ) voor de uitrol van release 1 van het systeem als bedoeld in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447;

b) 

wanneer de postzendingen door de lucht worden vervoerd en een derde land of gebied als eindbestemming hebben, tot de datum die is vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 voor de uitrol van release 2 van het systeem als bedoeld in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447;

c) 

wanneer de postzendingen over zee, over de weg of per spoor worden vervoerd, tot de datum die is vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 voor de uitrol van release 3 van het systeem als bedoeld in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447.

c) 

lid 3 wordt geschrapt;

d) 

lid 4 wordt vervangen door:

“4.  Er wordt ontheffing verleend van de verplichting om een summiere aangifte bij binnenbrengen in te dienen voor goederen in een zending waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan 22 EUR bedraagt, mits de douaneautoriteiten ermee instemmen dat, met goedkeuring van de marktdeelnemer, een risicoanalyse wordt verricht op basis van de informatie die is vervat in het door de marktdeelnemer gebruikte systeem of wordt geleverd door dit systeem:

a) 

wanneer de goederen zich in expreszendingen bevinden die door de lucht worden vervoerd, tot de datum die is vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 voor de uitrol van release 1 van het systeem als bedoeld in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447;

b) 

wanneer de goederen door de lucht worden vervoerd in andere zendingen dan post- of expreszendingen, tot de datum die is vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 voor de uitrol van release 2 van het systeem als bedoeld in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447;

c) 

►C2  wanneer de goederen over zee, over de binnenwateren, over de weg of per spoor worden vervoerd, tot de datum die is vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 voor de uitrol van release 3 van het systeem als bedoeld in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447. ◄ ”.

7) 

Artikel 106 wordt vervangen door:

“Artikel 106

Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer door de lucht

(Artikel 127, lid 2, onder b), en leden 3, 6, en 7 van het wetboek)

1.  Wanneer de goederen door de lucht het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, worden de volledige gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen de volgende termijnen ingediend:

a) 

bij vluchten met een reistijd van minder dan vier uur: uiterlijk op het werkelijke vertrekuur van het luchtvaartuig;

b) 

bij andere vluchten: uiterlijk vier uur voor de aankomst van het luchtvaartuig op de eerste luchthaven in het douanegebied van de Unie.

2.  Met ingang van de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 1 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, dienen postaanbieders en koeriersdiensten overeenkomstig artikel 183 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 zo spoedig mogelijk en uiterlijk voordat de goederen in het vliegtuig worden geladen waarmee zij het douanegebied van de Unie zullen worden binnengebracht ten minste de minimale gegevensset van de summiere aangifte bij binnenbrengen in.

2 bis.  Met ingang van de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 2 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, dienen andere marktdeelnemers dan postaanbieders en koeriersdiensten zo spoedig mogelijk en uiterlijk voordat de goederen in het vliegtuig worden geladen waarmee zij het douanegebied van de Unie zullen worden binnengebracht ten minste de minimale gegevensset van de summiere aangifte bij binnenbrengen in.

3.  Met ingang van de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 2 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, worden, wanneer enkel de minimale gegevensset van de summiere aangifte bij binnenbrengen is verstrekt binnen de in de leden 2 en 2 bis bedoelde termijnen, de overige gegevens binnen de in lid 1 genoemde termijnen verstrekt.

4.  Tot de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 2 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, wordt de overeenkomstig lid 2 ingediende minimale gegevensset van de summiere aangifte bij binnenbrengen beschouwd als de volledige summiere aangifte bij binnenbrengen voor goederen in postzendingen die een lidstaat als eindbestemming hebben en voor goederen in expreszendingen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 22 EUR.”.

8) 

Artikel 112 wordt als volgt gewijzigd:

a) 

lid 2 wordt geschrapt;

b) 

lid 3 wordt vervangen door:

“3.  Tot de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 3 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, is lid 1 van dit artikel niet van toepassing.”.

9) 

Artikel 113 wordt als volgt gewijzigd:

a) 

de leden 2 en 3 worden geschrapt;

b) 

lid 4 wordt vervangen door:

“4.  Tot de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 2 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, is lid 1 van dit artikel niet van toepassing.”.

10) 

In titel IV, hoofdstuk 1, wordt het volgende artikel 113 bis toegevoegd:

“Artikel 113 bis

Verstrekking van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen door andere personen

(Artikel 127, lid 6, van het wetboek)

1.  Elke persoon die de in artikel 127, lid 5, van het wetboek bedoelde gegevens indient, is verantwoordelijk voor de door hem/haar ingediende gegevens overeenkomstig artikel 15, lid 2, onder a) en b), van het wetboek.

2.  Met ingang van de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 2 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, verstrekt, wanneer de postaanbieder de vereiste gegevens voor de summiere aangifte bij binnenbrengen van postzendingen niet meedeelt aan de vervoerder die verplicht is de overige gegevens van de aangifte via dat systeem in te dienen, de postaanbieder van bestemming indien de goederen naar de Unie worden verzonden, of de postaanbieder van de lidstaat van eerste binnenkomst indien de goederen door de Unie worden doorgevoerd, die gegevens aan het douanekantoor van eerste binnenkomst, overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het wetboek.

3.  Met ingang van de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 2 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, verstrekt, wanneer de koeriersdienst de vereiste gegevens voor de summiere aangifte bij binnenbrengen van expreszendingen die door de lucht worden vervoerd, niet meedeelt aan de vervoerder, de koeriersdienst die gegevens aan het douanekantoor van eerste binnenkomst, overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het wetboek.”.

11) 

Artikel 127 wordt vervangen door:

“Artikel 127

Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen op een TIR- of ATA-carnet of een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302

(Artikel 6, lid 3, onder a), van het wetboek)

Wanneer Uniegoederen worden vervoerd overeenkomstig de TIR-overeenkomst, de ATA-overeenkomst, de overeenkomst van Istanbul of onder dekking van een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302, kan het bewijs van de douanestatus van Uniegoederen worden verstrekt met behulp van andere middelen dan elektronischegegevensverwerkingstechnieken.”.

12) 

In artikel 128 quinquies, lid 1, wordt de inleidende zin vervangen door:

“1.  De in artikel 128 quater bedoelde vergunning wordt uitsluitend verleend aan internationale scheepvaartmaatschappijen die aan de volgende voorwaarden voldoen:”.

13) 

Artikel 138 wordt als volgt gewijzigd:

a) 

punt f), wordt vervangen door:

“f) 

tot de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 1 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, goederen in een postzending, die in aanmerking komen voor vrijstelling van invoerrechten krachtens artikel 23, lid 1, of artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1186/2009:”;

b) 

de volgende punten worden toegevoegd:

“g) 

tot de datum voorafgaand aan de in artikel 4, lid 1, vierde alinea, van Richtlijn (EU) 2017/2455 genoemde datum, goederen waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan 22 EUR bedraagt;

h) 

organen en ander menselijk of dierlijk weefsel of menselijk bloed dat in geval van nood geschikt is voor permanente transplantatie, implantatie of transfusie;”;

c) 

de volgende punten worden toegevoegd:

“i) 

goederen onder dekking van een EU-formulier 302 of een NAVO-formulier 302 die in aanmerking komen voor vrijstelling van invoerrechten als terugkerende goederen, overeenkomstig artikel 203 van het wetboek;

“j) 

afval van schepen, op voorwaarde dat de afvalvooraanmelding als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2019/883 is gedaan in het nationaal maritiem éénloketsysteem of via andere meldingskanalen die voor de bevoegde autoriteiten met inbegrip van de douane aanvaardbaar zijn.”;

d) 

de tweede alinea wordt geschrapt.

14) 

Artikel 139 wordt als volgt gewijzigd:

a) 

de volgende titel wordt ingevoegd:

Goederen die worden geacht te zijn aangegeven voor tijdelijke invoer, douanevervoer of wederuitvoer overeenkomstig artikel 141

(Artikel 158, lid 2, van het wetboek)”;

b) 

de volgende leden worden toegevoegd:

“3. 

Goederen onder dekking van een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302 worden geacht te zijn aangegeven voor tijdelijke invoer overeenkomstig artikel 141 wanneer er geen aangifte op andere wijze is gedaan.

4. 

Goederen onder dekking van een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302 worden geacht te zijn aangegeven voor wederuitvoer overeenkomstig artikel 141 wanneer er geen aangifte op andere wijze is gedaan.

5. 

Goederen onder dekking van een EU-formulier 302 worden geacht te zijn aangegeven voor douanevervoer overeenkomstig artikel 141 wanneer er geen aangifte op andere wijze is gedaan.”.

15) 

In artikel 140 worden aan lid 1 de volgende punten toegevoegd:

“c) 

brievenpost;

d) 

goederen in een post- of expreszending, waarvan de waarde niet meer dan 1 000 EUR bedraagt en waarvoor geen uitvoerrechten zijn verschuldigd;

e) 

organen en ander menselijk of dierlijk weefsel of menselijk bloed dat in geval van nood geschikt is voor permanente transplantatie, implantatie of transfusie;

f) 

goederen onder dekking van een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302.”.

16) 

Artikel 141 wordt als volgt gewijzigd:

a) 

de titel wordt vervangen door:

Handelingen die worden geacht een douaneaangifte of een aangifte tot wederuitvoer te vormen

(Artikel 158, lid 2, van het wetboek)”;

b) 

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i) 

de inleidende zin wordt vervangen door:

“1.  Voor goederen, als bedoeld in artikel 138, onder a) tot en met d), en h), artikel 139 en artikel 140, lid 1, wordt elk van de volgende handelingen geacht een douaneaangifte te vormen:”;

ii) 

in punt d) worden de volgende punten ingevoegd:

“iv) 

wanneer vervoermiddelen, als bedoeld in artikel 212, worden geacht te zijn aangegeven voor tijdelijke invoer overeenkomstig artikel 139, lid 1, van deze verordening;

v) 

wanneer niet-EU-vervoermiddelen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 203 van het wetboek het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, overeenkomstig artikel 138, onder c), van deze verordening.”;

c) 

de leden 3 en 4 worden vervangen door:

“3.  Tot de overeenkomstig de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 vastgestelde datum voor de uitrol van release 1 van het in artikel 182, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde systeem, kunnen goederen in een postzending geacht te zijn aangegeven voor het vrije verkeer door aanbrenging bij de douane overeenkomstig artikel 139 van het wetboek, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a) 

de douaneautoriteiten hebben het gebruik van deze handeling en de door de postaanbieder verstrekte gegevens aanvaard;

b) 

de btw is niet aangegeven in het kader van de bijzondere regeling in titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 4, van Richtlijn 2006/112/EG voor afstandsverkopen van goederen die zijn ingevoerd uit derde landen en of derdelandsgebieden, noch is gebruikgemaakt van de bijzondere regeling voor de aangifte en de betaling van btw bij invoer in titel XII, hoofdstuk 7, van die richtlijn;

c) 

de goederen zijn van rechten bij invoer vrijgesteld krachtens artikel 23, lid 1, of artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1186/2009;

d) 

de zending gaat vergezeld van een CN22-verklaring of een CN23-verklaring.

4.  Door uitgang uit het douanegebied van de Unie worden goederen in een postzending, waarvan de waarde niet meer dan 1 000 EUR bedraagt en waarvoor geen uitvoerrechten verschuldigd zijn, geacht te zijn aangegeven voor uitvoer.”;

d) 

tussen de leden 4 en 5 wordt het volgende lid ingevoegd:

“4 bis.  Goederen in een expreszending waarvan de waarde niet meer dan 1 000 EUR bedraagt en waarvoor geen uitvoerrechten zijn verschuldigd, worden geacht te zijn aangegeven voor uitvoer door aanbrenging bij het douanekantoor van uitgang, mits de gegevens in het vervoersdocument en/of de factuur beschikbaar zijn voor en door de douaneautoriteiten zijn aanvaard.”;

e) 

de volgende leden worden ingevoegd:

“6.  Goederen die in het kader van militaire activiteiten onder dekking van een NAVO-formulier 302 worden vervoerd of gebruikt, worden geacht voor het vrije verkeer, tijdelijke invoer, uitvoer of wederuitvoer te zijn aangegeven door aanbrenging bij de douane overeenkomstig artikel 139 of artikel 267, lid 2, van het wetboek, mits de gegevens in het NAVO-formulier 302 zijn aanvaard door en beschikbaar zijn voor de douaneautoriteiten.

Dit formulier kan worden ingediend met behulp van andere middelen dan elektronischegegevensverwerkingstechnieken.

7.  Goederen die in het kader van militaire activiteiten onder dekking van een EU-formulier 302 worden vervoerd of gebruikt, worden geacht voor het vrije verkeer, tijdelijke invoer, douanevervoer, uitvoer of wederuitvoer te zijn aangegeven door aanbrenging bij de douane overeenkomstig respectievelijk artikel 139 of artikel 267, lid 2, van het wetboek, mits de gegevens in bijlage 52-01 zijn aanvaard door en beschikbaar zijn voor de douaneautoriteiten.

Dit formulier kan worden ingediend met behulp van andere middelen dan elektronischegegevensverwerkingstechnieken.

8.  Afval van schepen wordt geacht voor het vrije verkeer te zijn aangegeven door aanbrenging bij de douane overeenkomstig artikel 139 van het wetboek, op voorwaarde dat de afvalvooraanmelding als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn (EU) 2019/883 is gedaan in het nationaal maritiem éénloketsysteem of via andere meldingskanalen die voor de bevoegde autoriteiten met inbegrip van de douane aanvaardbaar zijn.”.

17) 

In artikel 142, worden de punten b), c) en d) vervangen door:

“b) 

goederen waarvoor een aanvraag tot terugbetaling van rechten of andere heffingen is gedaan, tenzij deze aanvraag betrekking heeft op de ongeldigmaking van de douaneaangifte voor het vrije verkeer van goederen die van rechten van invoer zijn vrijgesteld, overeenkomstig artikel 23, lid 1, of artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1186/2009;

c) 

goederen die zijn onderworpen aan een verbod of beperking, met uitzondering van:

i) 

goederen die worden vervoerd of gebruikt onder dekking van een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302;

ii) 

afval van schepen;

d) 

goederen die zijn onderworpen aan een andere bijzondere formaliteit krachtens Uniewetgeving die de douaneautoriteiten moeten toepassen, met uitzondering van goederen die worden vervoerd of gebruikt onder dekking van een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302.”.

18) 

Artikel 143 bis wordt als volgt gewijzigd:

a) 

de titel en lid 1 worden vervangen door:

“Artikel 143 bis

Aangifte voor het in het vrije verkeer brengen van zendingen met een geringe waarde

(Artikel 6, lid 2, van het wetboek)

1.  Met ingang van de in artikel 4, lid 1, vierde alinea, van Richtlijn (EU) 2017/2455 vermelde datum kan een persoon een zending die overeenkomstig artikel 23, lid 1, of artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1186/2009 een vrijstelling van invoerrechten geniet, voor het vrije verkeer aangeven op basis van de in bijlage B bedoelde specifieke gegevensset, op voorwaarde dat de goederen in die zending niet aan verboden en beperkingen onderworpen zijn.”;

b) 

het volgende lid wordt toegevoegd:

“3.  Tot de datums van de upgrade van de nationale invoersystemen, als bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151, kunnen de lidstaten bepalen dat de in lid 1 van dit artikel bedoelde aangifte wordt onderworpen aan de in bijlage 9 bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 opgenomen gegevensvereisten.”.

19) 

Artikel 144 wordt vervangen door:

“Artikel 144

Douaneaangifte voor goederen in postzendingen

(Artikel 6, lid 2, van het wetboek)

1.  Een postaanbieder kan voor goederen in een postzending een douaneaangifte voor het vrije verkeer met de beperkte gegevensset zoals bedoeld in kolom H6 van bijlage B indienen, wanneer deze goederen aan de volgende voorwaarden voldoen:

a) 

de waarde ervan is niet hoger dan 1 000 EUR;

b) 

zij zijn niet aan verboden en beperkingen onderworpen.

2.  Tot de datums van de upgrade van de nationale invoersystemen, als bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151, kunnen de lidstaten bepalen dat de in lid 1 van dit artikel bedoelde douaneaangifte voor het vrije verkeer van andere goederen in postzendingen dan die bedoeld in artikel 143 bis van deze verordening, worden geacht te zijn ingediend en aanvaard door de handeling waarbij de goederen bij de douane zijn aangebracht, mits zij vergezeld gaan van een CN22-verklaring of een CN23-verklaring.”.

20) 

De artikelen 146 en 147 worden vervangen door:

“Artikel 146

Aanvullende aangifte

(Artikel 167, lid 1, van het wetboek)

1.  Wanneer de douaneautoriteiten het verschuldigde bedrag aan invoer- of uitvoerrechten overeenkomstig artikel 105, lid 1, eerste alinea, van het wetboek dienen te boeken, is de termijn voor het indienen van de aanvullende aangifte, als bedoeld in artikel 167, lid 1, eerste alinea, van het wetboek, wanneer die aangifte een algemeen karakter heeft, tien dagen na de vrijgave van de goederen.

2.  Wanneer een boeking geschiedt overeenkomstig artikel 105, lid 1, tweede alinea, van het wetboek of wanneer geen douaneschuld ontstaat en de aanvullende aangifte een periodiek of samenvattend karakter heeft, beloopt het tijdvak waarop de aanvullende aangifte betrekking heeft, maximaal één kalendermaand.

3.  De termijn voor de indiening van de aanvullende aangifte met een periodiek of samenvattend karakter beloopt tien dagen vanaf de einddatum van het tijdvak waarop de aanvullende aangifte betrekking heeft.

3 bis. 

Wanneer geen douaneschuld ontstaat, mag de termijn voor de indiening van de aanvullende aangifte niet meer belopen dan 30 dagen, te rekenen vanaf de vrijgave van de goederen.

3 ter. 

De douaneautoriteiten staan, in naar behoren gemotiveerde gevallen, een langere termijn toe voor de indiening van de in lid 1, 3 en 3 bis bedoelde aanvullende aangifte. Deze termijn mag niet meer dan 120 dagen belopen, te rekenen vanaf de vrijgave van de goederen. In uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met de douanewaarde van goederen, kan deze termijn echter verder worden verlengd maar niet langer zijn dan twee jaar vanaf de datum van vrijgave van de goederen.

4.  Tot de respectieve datums van de uitrol van het AES-systeem en de upgrade van de desbetreffende nationale invoersystemen zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 kunnen de douaneautoriteiten, onverminderd artikel 105, lid 1, van het wetboek, andere dan de in de leden 1 tot en met 3 ter van dit artikel genoemde termijnen toestaan.

Artikel 147

Termijn waarbinnen de aangever in het geval van een aanvullende aangifte in het bezit van de bewijsstukken moet zijn

(Artikel 167, lid 1, van het wetboek)

De bewijsstukken die ontbraken bij de indiening van de vereenvoudigde aangifte, dienen in het bezit van de aangever te zijn binnen de termijn voor de indiening van de aanvullende aangifte, overeenkomstig artikel 146, leden 1, 3, 3 bis, 3 ter of 4.”.

21) 

Artikel 163 wordt als volgt gewijzigd:

a) 

in lid 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

“g) 

wanneer de in bijlage 71-02 opgenomen goederen waarvan de douanewaarde niet meer dan 150 000 EUR bedraagt al onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst of daaronder worden geplaatst en onder douanetoezicht worden vernietigd wegens uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde omstandigheden.”;

b) 

in lid 2 wordt punt g) geschrapt.

22) 

In artikel 166, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

“b) 

wanneer het bedrag aan invoerrechten wordt berekend overeenkomstig artikel 85 van het wetboek, de goederen die bestemd zijn om onder de regeling actieve veredeling te worden geplaatst, onderworpen zouden zijn aan een landbouwpolitieke of handelspolitieke maatregel indien zij werden aangegeven voor het vrije verkeer, en het geval niet onder artikel 167, lid 1, onder h), i), m), of p) valt;”.

23) 

In artikel 167, lid 1, wordt punt k) vervangen door:

“k) 

verwerking tot producten die bestemd zijn om te worden ingebouwd in of gebruikt voor luchtvaartuigen waarvoor een certificaat van vrijgave (EASA-formulier 1) of een gelijkwaardig certificaat, als bedoeld in artikel 2 van Verordening (EU) 2018/581 van de Raad ( *4 ) is afgegeven;

24) 

Artikel 168 wordt geschrapt.

25) 

Artikel 177 wordt vervangen door:

“Artikel 177

Opslag van Uniegoederen met niet-Uniegoederen in een opslagruimte

(Artikel 211, lid 1, van het wetboek)

1.  Wanneer Uniegoederen samen met niet-Uniegoederen worden opgeslagen in een opslagruimte onder de regeling douane-entrepot en het onmogelijk is of slechts tegen buitensporige kosten mogelijk zou zijn om te allen tijde elk soort goederen te identificeren (gezamenlijke opslag), wordt in de vergunning zoals bedoeld in artikel 211, lid 1, onder b), van het wetboek bepaald dat een gescheiden boekhouding wordt gevoerd voor elk soort goederen, de douanestatus en, in voorkomend geval, de oorsprong van goederen.

2.  Uniegoederen die samen met niet-Uniegoederen worden opgeslagen in een opslagruimte, als bedoeld in lid 1, hebben dezelfde achtcijferige GN-code, dezelfde handelskwaliteit en dezelfde technische kenmerken.

3.  Voor de toepassing van lid 2 worden niet-Uniegoederen die op het tijdstip waarop zij samen met Uniegoederen zouden worden opgeslagen, onderworpen zouden zijn aan een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij werden aangegeven voor het vrije verkeer, niet geacht dezelfde handelskwaliteit te hebben als de Uniegoederen.

4.  Lid 3 is niet van toepassing wanneer niet-Uniegoederen worden opgeslagen samen met Uniegoederen die eerder als niet-Uniegoederen zijn aangegeven voor het vrije verkeer en waarvoor de in lid 3 bedoelde rechten zijn betaald.”.

26) 

In artikel 220 wordt de tweede alinea vervangen door:

“De aanvrager en de houder van de regeling mogen in het douanegebied van de Unie gevestigd zijn.”.
27) 

Aan artikel 224 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De aanvrager en de houder van de regeling mogen in het douanegebied van de Unie gevestigd zijn voor de onder b) bedoelde goederen.”.

28) 

Aan artikel 227 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De aanvrager en de houder van de regeling mogen in het douanegebied van de Unie gevestigd zijn.”.

29) 

Aan artikel 229 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De aanvrager en de houder van de regeling mogen in het douanegebied van de Unie gevestigd zijn.”.

30) 

Aan artikel 230 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De aanvrager en de houder van de regeling mogen in het douanegebied van de Unie gevestigd zijn.”.

31) 

Het volgende nieuwe artikel 235 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 235 bis

Goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd of gebruikt

(Artikel 250, lid 2, onder d), van het wetboek)

Er wordt volledige vrijstelling van invoerrechten verleend voor goederen die worden vervoerd of gebruikt in het kader van militaire activiteiten onder dekking van een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302.

De aanvrager en de houder van de regeling mogen in het douanegebied van de Unie gevestigd zijn.”.

32) 

►C2  Aan artikel 237 wordt het volgende lid toegevoegd: ◄

“3.  Voor de in artikel 235 bis, eerste alinea, bedoelde goederen bedraagt de aanzuiveringstermijn 24 maanden vanaf het moment waarop de goederen onder de regeling tijdelijke invoer zijn geplaatst, tenzij in internationale overeenkomsten een langere termijn is vastgesteld.”.

33) 

In artikel 245, lid 1, worden de punten i) en p) vervangen door:

“i) 

goederen die worden vervoerd of gebruikt in het kader van militaire activiteiten onder dekking van een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302;”;

“p) 

goederen die vanuit het douanegebied van de Unie worden verzonden naar Ceuta en Melilla, Gibraltar, Helgoland, de Republiek San Marino, Vaticaanstad of de gemeente Livigno.”.

34) 

►C2  Aan artikel 248 wordt het volgende lid toegevoegd: ◄

“3.  Wanneer het douanekantoor van uitvoer is meegedeeld, overeenkomstig artikel 340 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447, dat de goederen het douanegebied van de Unie niet hebben verlaten, maakt het de betrokken aangifte onmiddellijk ongeldig en maakt het, in voorkomend geval, de bevestiging van het uitgaan van goederen die is gedaan overeenkomstig artikel 334, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 ongeldig.”.

35) 

De in bijlage I bij deze verordening opgenomen bijlage 52-01 wordt ingevoegd.

36) 

In bijlage 71-03 worden na de eerste alinea en voor de lijst van behandelingen de volgende twee alinea’s ingevoegd:

“Bovendien kan geen van de volgende behandelingen leiden tot een ongerechtvaardigd voordeel op het gebied van de rechten bij invoer.

Voor de toepassing van de vorige alinea wordt elk van de hierna opgenomen gebruikelijke behandelingen die een wijziging in de GN of in de oorsprong van niet-Uniegoederen omvatten, geacht te leiden tot een ongerechtvaardigd voordeel op het gebied van de rechten bij invoer indien de goederen op het tijdstip waarop de gebruikelijke behandelingen aanvangen, onderworpen zouden zijn aan een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij werden aangegeven voor het vrije verkeer.”.

37) 

In bijlage 71-04 wordt in deel II “ACTIEVE VEREDELING”, punt 7 “Melk en zuivelproducten” geschrapt.

38) 

Bijlage 71-05 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 wordt als volgt gewijzigd:

1) 

In artikel 56 wordt lid 2 geschrapt.

2) 

Bijlage 1 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

3) 

In bijlage 9, aanhangsel A, in de toelichting bij de tabellen, wordt punt 4.2 geschrapt.

Artikel 3

Rectificaties van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wordt als volgt gerectificeerd:

1) 

In artikel 37 wordt punt 8 vervangen door:

(heeft geen betrekking op het Nederlands)

2) 

In artikel 128 bis, lid 2, worden de punten e) en f) vervangen door:

“e) 

dat de voorzijde van de desbetreffende handelsdocumenten of vak “C. Kantoor van vertrek” aan de voorzijde van de formulieren die voor het opstellen van het T2L- of T2LF-document en, in voorkomend geval, van de aanvullende formulieren worden gebruikt:

i) 

vooraf wordt voorzien van een afdruk van het stempel van het in punt a) bedoelde douanekantoor en van de handtekening van een ambtenaar van dit kantoor; of

ii) 

wordt voorzien van een afdruk van het speciale stempel van de toegelaten afgever overeenkomstig het model in deel II, hoofdstuk II van bijlage 72-04 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447. Dit stempel mag ook, door een hiertoe gemachtigde drukkerij, op de formulieren worden voorgedrukt. De vakken 1, 2 en 4 tot en met 6 van het speciale stempel moeten de volgende gegevens bevatten:

— 
wapen, tekens of letters die voor het land kenmerkend zijn;
— 
bevoegde douanekantoor;
— 
datum;
— 
toegelaten afgever;
— 
vergunningsnummer.
f) 

Het formulier wordt uiterlijk bij de verzending van de goederen door de toegelaten afgever ingevuld en ondertekend. Daarnaast vermeldt hij in vak “D. Controle door het kantoor van vertrek” van het T2L- of T2LF-document of op een duidelijk zichtbare plaats op het gebruikte handelsdocument de naam van het bevoegde douanekantoor en de datum waarop het document is opgemaakt, en brengt hij een van de volgende vermeldingen aan:

— 
Одобрен издател
— 
Emisor autorizado
— 
Schválený vydavatel
— 
Autoriseret udsteder
— 
Zugelassener Aussteller
— 
Volitatud väljastaja
— 
Εγκεκριμένος εκδότης
— 
Authorised issuer
— 
Emetteur agréé
— 
Ovlaštenog izdavatelja
— 
Emittente autorizzato
— 
Atzītais izdevējs
— 
Įgaliotasis išdavėjas
— 
Engedélyes kibocsátó
— 
Emittent awtorizzat
— 
Toegelaten afgever
— 
Upoważnionego wystawcę
— 
Emissor autorizado
— 
Emitent autorizat
— 
Schválený vystaviteľ
— 
Pooblaščeni izdajatelj
— 
Valtuutettu antaja
— 
Godkänd utfärdare”.
3) 

In artikel 150, lid 3, worden de punten a) en b) vervangen door:

“a) 

de aangifte voor het vrije verkeer van goederen die zijn vrijgesteld van de btw overeenkomstig artikel 143, lid 1, onder d), van Richtlijn 2006/112/EG en waarvoor, indien van toepassing, de accijns is geschorst overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2008/118/EG;

b) 

de wederinvoer met aangifte voor het vrije verkeer van goederen die zijn vrijgesteld van de btw overeenkomstig artikel 143, lid 1, onder d), van Richtlijn 2006/112/EG en waarvoor, indien van toepassing, de accijns is geschorst overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2008/118/EG.”.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punt 13, onder b), en punt 16, onder b), i), zijn van toepassing met ingang van 15 maart 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

Bijlage 52-01 wordt als volgt ingevoegd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446:




“BIJLAGE 52-01

EU-formulier 302

1) 

Het EU-formulier 302 moet overeenstemmen met het model dat in deze bijlage is opgenomen.

2) 

Het EU-formulier 302 wordt in het Engels of in het Frans opgemaakt.

3) 

Als het met de hand wordt ingevuld, moet het duidelijk leesbaar zijn.

4) 

Elk EU-formulier 302 is van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

EU FORM 302 / FORMULAIRE UE 302

Document for customs purposes for goods used for military activity only and not for commercial gain.

Document à usage douanier relatif à des marchandises utilisées exclusivement pour des activités militaires et sans intention commerciale.



Copy no:

Exemplaire no :

Serial no

Numéro

Mission/Exercise/Transport:

Mission/Exercice/Transport:

Mode of transport:

Mode de transport:

Temporary Admission (yes/no):

Admission temporaire (oui/non):

Name and address of transporter:

Nom et adresse du transporteur:

 

Name and address of consignor

Nom et adresse de l’expéditeur

Name and address of consignee

Nom et adresse du destinataire

Final destination / Destination finale:

Sealed/not sealed (*): when sealed: seal numbers, quantity and sealing authority will be show below.

Scellé/sans scellé (*) : si l’envoi a été scellé, indiquer ci-dessous l’espèce, le numéro et le nombre des scellés et l’autorité qui les a apposés.



Remarks: See attached shipping documents

Observations: Voir documents d’expédition en annexe

Seal numbers

Numéros des scellés

(Stamp / Cachet)

I (name in full) certify that the shipment described herein is transported under the authority of the military and contains only goods for their use without any commercial intent.

Je (nom et prénom) certifie que l’envoi décrit ci-dessus est transporté avec l’autorisation des forces militaires et contient uniquement des marchandises destinées à leur usage et sans intention commerciale.



Signature …

Rank and unit-address / Grade et adresse de l’unité:

Date:

Certificate of receipt / Certificat de réception

I (name in full) certify that the goods listed above have been received as described.

Je (nom et prénom) certifie que les marchandises indiquées ci-dessus ont été reçues et sont conformes.

Signature …

Rank and unit-address / Grade et adresse de l’unité:

Date:

 

This is an accountable document which constitutes both an official certificate of import/export autorisation and a customs declaration / Ce document est un document officiel engageant votre responsabilité, servant à la fois de licence d’importation et d’exportation ainsi que de déclaration en douane.

For instructions for use of this document see overleaf / Voir au verso les instructions pour l’utilisation de ce document.

Delete where inapplicable / Biffer la mention inutile.

EU FORM 302 / FORMULAIRE UE 302

I undertake

1. 

to present this import/export notification to the appropriate customs authorities together with such goods as have not been accepted by the EU forces entity led to receive goods.

2. 

not to hand such goods to any third party or parties without due observance of the current customs and other requisition of the land which delivery of the goods has been refused.

3. 

to present my credentials to the customs authorities on demand.

4. 

This form is not to be used for commercial intent (i.e. the buying or selling of products).

Je m’engage

1. 

à présenter aux autorités douanières compétentes, cette déclaration d’importation/d’exportation, avec les marchandises qui ne seraient pas acceptées par l’unité des Forces UE.

2. 

à ne céder ces marchandises à de tierces personnes, sans accomplir les formalités douanières et autres prévues par la réglementation en vigueur dans le pays où les marchandises ont été refusées.

3. 

à présenter mes papiers d’identité sur demande aux autorités douanières.

4. 

Ce formulaire ne peut pas être utilisé à des fins commerciales (par exemple, pour acheter ou vendre des marchandises).

Signature, name and address of person presenting the goods to customs

Signature, nom et adresse de la personne qui présente les marchandises à la douane



__________________________________________________________________________________

Goods presented to customs authorities (on/at place)

Marchandises présentées aux autorités douanières (date et lieu)

FOR CUSTOMS ONLY / PARTIE RESERVEE A LA DOUANE



 

Country

Pays

Customs Office

Bureau de douanes

Date of crossing

Date du passage

Signature of customs officer and remarks

Signature du douanier et obs

Official customs stamp

Cachet de la douane

Exit Sortie

 

 

 

 

 

Entry Entrée

 

 

 

 

 

Exit Sortie

 

 

 

 

 

Entry Entrée

 

 

 

 

 

INSTRUCTIONS FOR THE CONSIGNOR / INSTRUCTION POUR L’EXPEDITEUR

THE CONSIGNOR will present all copies of the shipment to the transporter. Tampering with the forms by means of erasures of addition there to by the consignor and/or the transporter of their employees will void this declaration.

L’EXPEDITEUR doit remettre tous les exemplaires au transporteur en même temps que l’envoi. L’altération des documents (suppressions ou additions) par l’expéditeur, le transporteur ou leurs employés entraîne automatiquement la nullité de cette déclaration.

DISTRIBUTION OF COPIES

Copy no 1

Will be handed over to the consignee together with the shipment by the transporter after customs officials have processed and stamped this copy.

Copy no 2

Should be returned by recipient to the despatching agency together with an acknowledgment of receipt.

Copy no 3

Is intended for processing and retention by customs officials of origin.

Copy no 4

Is intended for retention by customs officials of destination. For transit purposes further copies as necessary, to be marked 4a, 4b, etc. are intended for retention by customs officials of transit countries concerned.

Copy no 5

Is intended for retention by the issuing organisation.

DESTINATION DES EXEMPLAIRES

Exemplaire no1

Doit être remis au destinataire avec les marchandises, par le transporteur après avoir été complété et visé par les autorités douanières

Exemplaire no2

Doit être renvoyé par le destinataire au service d’expédition avec un accusé de réception.

Exemplaire no 3

Destiné au service des douanes du pays d’expédition qui le complète et le conserve dans ses archives.

Exemplaire no 4

Destiné au service des douanes du pays destinataire pour le conserver dans ses archives. En cas de transit, seront établis des exemplaires supplémentaires numérotés 4a, 4b, etc. destinés aux services des douanes des pays de transit concernés pour y être conservés.

Exemplaire no5

Destiné à l’unité militaire qui a établi ce document pour le conserver dans ses archives.”




BIJLAGE II

Bijlage 71-05 bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wordt als volgt gewijzigd:

1) 

In deel A, in de eerste tabel, wordt de eerste kolom “Gemeenschappelijke gegevenselementen” als volgt gewijzigd:

(a) 

de eerste rij “Vergunningnummer (V)” wordt vervangen door:

“Vergunningnummer/nummer van de aangifte (V)”;

(b) 

na de tweede rij “Persoon die het verzoek doet (V)”, wordt de volgende rij ingevoegd:

“Aangever (O)”;

(c) 

de zevende rij “GN-code, nettohoeveelheid, waarde (V) van de goederen” wordt vervangen door:

“GN-code, nettohoeveelheid (inclusief nettomassa en/of aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf) indien van toepassing), waarde van de goederen (met vermelding van de betreffende valuta) (V)”;

(d) 

de negende rij, “GN-code, nettohoeveelheid, waarde (V) van de veredelingsproducten” vervangen door:

“GN-code, nettohoeveelheid (inclusief nettomassa en/of aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf) indien van toepassing), waarde van de veredelingsproducten (met vermelding van de betreffende valuta) (V)”.

2) 

In deel A, in de eerste tabel, wordt de tweede kolom “Opmerkingen” als volgt gewijzigd:

(a) 

na de tweede rij “Voor identificatiedoeleinden gebruikt EORI-nummer” wordt de volgende rij ingevoegd:

“Uitsluitend indien deze persoon niet de houder van de vergunning is”;

(b) 

de zevende rij wordt vervangen door:

“Deze gegevenselementen hebben betrekking op de totale nettohoeveelheid van de goederen waarvoor de INF wordt gevraagd. Voordat de desbetreffende douaneaangifte(n) wordt/worden ingediend, moet de tariefindeling van goederen dezelfde zijn als die welke in de door de bevoegde douaneautoriteiten verleende vergunning is bepaald. Voordat de desbetreffende douaneaangifte wordt ingediend, kan de waarde worden geraamd op basis van de door de bevoegde douaneautoriteiten verleende vergunning.”;

(c) 

de negende rij wordt vervangen door:

“Deze gegevenselementen hebben betrekking op de totale nettohoeveelheid veredelingsproducten waarvoor de INF wordt gevraagd. Voordat de desbetreffende douaneaangifte(n) wordt/worden ingediend, moet de tariefindeling van veredelingsproducten dezelfde zijn als die welke in de door de bevoegde douaneautoriteiten verleende vergunning is bepaald. Voordat de desbetreffende douaneaangifte wordt ingediend, kan de waarde worden geraamd op basis van de door de bevoegde douaneautoriteiten verleende vergunning.”.

3) 

In deel A, in de tweede tabel, wordt de eerste kolom “Specifieke gegevenselementen AV” als volgt gewijzigd:

(a) 

de vierde rij “AV IM/EX” wordt vervangen door:

“AV IM/EX (als bedoeld in artikel 1, punt 30)”;

(b) 

de achtste rij “GN-code, nettohoeveelheid, waarde (V)” wordt vervangen door:

“GN-code, nettohoeveelheid (inclusief nettomassa en/of aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf) indien van toepassing), waarde (met vermelding van de relevante valuta) (V)”;

(c) 

de tiende rij “GN-code, nettohoeveelheid, waarde (V)” wordt vervangen door:

“GN-code, nettohoeveelheid (inclusief nettomassa en/of aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf) indien van toepassing), waarde (met vermelding van de relevante valuta) (V)”;

(d) 

de twaalfde rij “AV EX/IM” wordt vervangen door:

“AV EX/IM (als bedoeld in artikel 1, punt 29)”;

(e) 

de zestiende rij “GN-code, nettohoeveelheid, waarde (V)” wordt vervangen door:

“GN-code, nettohoeveelheid (inclusief nettomassa en/of aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf) indien van toepassing), waarde (met vermelding van de relevante valuta) (V)”;

(f) 

de negentiende rij “GN-code, nettohoeveelheid, waarde (V)” wordt vervangen door:

“GN-code, nettohoeveelheid (inclusief nettomassa en/of aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf) indien van toepassing), waarde (met vermelding van de relevante valuta) (V)”;

4) 

In deel A, in de derde tabel, wordt de eerste kolom “Specifieke gegevenselementen PV” als volgt gewijzigd:

(a) 

de eerste rij “PV EX/IM” wordt vervangen door:

“PV EX/IM (als bedoeld in artikel 1, punt 28)”;

(b) 

de zevende rij “GN-code, nettohoeveelheid (V)” wordt vervangen door:

“GN-code, nettohoeveelheid (inclusief nettomassa en/of aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf) indien van toepassing), waarde (met vermelding van de relevante valuta) (V)”;

(c) 

de twaalfde rij “GN-code, nettohoeveelheid, waarde (V)” wordt vervangen door:

“GN-code, nettohoeveelheid (inclusief nettomassa en/of aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf) indien van toepassing), waarde (met vermelding van de betreffende valuta) (V)”;

(d) 

de dertiende rij “PV IM/EX” wordt vervangen door “PV IM/EX (als bedoeld in artikel 1, punt 27)”;

(e) 

de zeventiende rij “GN-code, nettohoeveelheid, waarde (V)” wordt vervangen door:

“GN-code, nettohoeveelheid (inclusief nettomassa en/of aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf) indien van toepassing), waarde (met vermelding van de betreffende valuta) (V)”;

5) 

In deel B, in de eerste tabel, wordt in de eerste kolom “Gemeenschappelijke gegevenselementen” een nieuwe rij toegevoegd na de achtste rij “MRN (O)”:

“Datum waarop de douaneschuld is ontstaan of waarop (een) handelspolitieke maatregel(en) geldt/gelden (O)”.




BIJLAGE III

In bijlage 1 bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 worden in de legende van de tabel de rijen F1a tot en met G1 vervangen door:



Matrix bijlage B - kolommen

Aangiften / Kennisgevingen / Bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/255/EU

Gegevensvereisten gedelegeerde verordening op overgangsbasis

F1a

Summiere aangifte bij binnenbrengen — Zee en binnenwateren — Volledige gegevensset

ICS2 – release 3

bijlage 9 — aanhangsel A

F2a

Summiere aangifte bij binnenbrengen — Luchtvracht (algemeen) — Volledige gegevensset

ICS2 – release 2

bijlage 9 — aanhangsel A

F3a

Summiere aangifte bij binnenbrengen — Expreszendingen — Volledige gegevensset

ICS2 – release 2

bijlage 9 — aanhangsel A

F5

Summiere aangifte bij binnenbrengen — Weg en spoor

ICS2 – release 3

bijlage 9 — aanhangsel A

G1

Kennisgeving van uitwijking

ICS2 – release 3

bijlage 9 — aanhangsel A



( *1 ) Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 116).

( *2 ) Verordening (EU) 2019/1239 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot instelling van een Europees maritiem éénloketsysteem en tot intrekking van Richtlijn 2010/65/EU (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 64).”.

( *3 ) Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie van 13 december 2019 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PB L 325 van 16.12.2019, blz. 168).”;

( *4 ) Verordening (EU) 2018/581 van de Raad van 16 april 2018 betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde goederen van de soort die wordt aangebracht aan of wordt gebruikt in luchtvaartuigen, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1147/2002 (PB L 98 van 18.4.2018, blz. 1).”.

Top