?

26.6.2020    | EN | Official Journal of the European Union | L 203/2826.6.2020    | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | L 203/28
COMMISSION REGULATION (EU) 2020/878VERORDENING (EU) 2020/878 VAN DE COMMISSIE
of 18 June 2020van 18 juni 2020
amending Annex II to Regulation (EC) No 1907/2006 of the European Parliament and of the Council concerning the Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (REACH)tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach)
(Text with EEA relevance)(Voor de EER relevante tekst)
THE EUROPEAN COMMISSION,DE EUROPESE COMMISSIE,
Having regard to the Treaty on the Functioning of the European Union,Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Having regard to Regulation (EC) No 1907/2006 of the European Parliament and of the Council of 18 December 2006 concerning the Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (REACH), establishing a European Chemicals Agency, amending Directive 1999/45/EC and repealing Council Regulation (EEC) No 793/93 and Commission Regulation (EC) No 1488/94 as well as Council Directive 76/769/EEC and Commission Directives 91/155/EEC, 93/67/EEC, 93/105/EC and 2000/21/EC (1), and in particular Article 131 thereof,Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (1), en met name artikel 131,
Whereas:Overwegende hetgeen volgt:
(1) | Annex II to Regulation (EC) No 1907/2006 lays down requirements for the compilation of safety data sheets, used to provide information on chemical substances and mixtures in the Union.(1) | Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 bevat voorschriften voor de samenstelling van veiligheidsinformatiebladen die worden gebruikt om informatie te verschaffen over chemische stoffen en mengsels in de Unie.
(2) | As of 1 January 2020, Commission Regulation (EU) 2018/1881 (2) amending Annexes I, III and VI to XII to Regulation (EC) No 1907/2006 shall apply. Regulation (EU) 2018/1881 introduces specific requirements for nanoforms of substances. As information related to those requirements is to be included in the safety data sheets, Annex II to Regulation (EC) No 1907/2006 should be modified accordingly.(2) | Met ingang van 1 januari 2020 is Verordening (EU) 2018/1881 van de Commissie (2) tot wijziging van de bijlagen I, III en VI tot en met XII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van toepassing. Verordening (EU) 2018/1881 voert specifieke eisen voor nanovormen van stoffen in. Aangezien informatie over die eisen moet worden opgenomen in de veiligheidsinformatiebladen, moet bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(3) | The Globally Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals (GHS) developed in the framework of the United Nations, sets out internationally harmonised criteria for the classification and labelling of chemicals and rules on safety data sheets. The Union confirmed its intention to incorporate the GHS criteria into Union law.(3) | Het wereldwijd geharmoniseerd systeem voor de indeling en etikettering van chemische stoffen (GHS), dat is ontwikkeld in het kader van de Verenigde Naties, bevat internationaal geharmoniseerde criteria voor de indeling en etikettering van chemische stoffen en regels voor veiligheidsinformatiebladen. De Unie heeft bevestigd dat zij de GHS-criteria in het recht van de Unie wil opnemen.
(4) | The instruments foreseen by GHS to communicate the hazards of substances and mixtures are labels and safety data sheets. The GHS provisions on safety data sheets are included in Regulation (EC) No 1907/2006. Therefore, the requirements for safety data sheets laid down in Annex II to Regulation (EC) No 1907/2006 should be adapted to the rules for safety data sheets of the sixth and seventh revision of the GHS.(4) | De instrumenten waarin het GHS voorziet om de gevaren van stoffen en mengsels kenbaar te maken, zijn etiketten en veiligheidsinformatiebladen. De GHS-bepalingen betreffende veiligheidsinformatiebladen zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 1907/2006. De voorschriften voor veiligheidsinformatiebladen in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 moeten dan ook worden aangepast aan de voorschriften voor veiligheidsinformatiebladen van de zesde en zevende herziening van het GHS.
(5) | Annex VIII to Regulation (EC) No 1272/2008 of the European Parliament and of the Council (3) will allow, inter alia, the possibility that the unique formula identifier be indicated only in the safety data sheet as regards hazardous mixtures supplied for use at industrial sites. It will also require for certain mixtures which are not packaged that the unique formula identifier be indicated in the safety data sheet. For reasons of consistency, Annex II to Regulation (EC) No 1907/2006 should reflect those changes and indicate where the unique formula identifier should appear in the safety data sheet.(5) | Bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (3) maakt het onder meer mogelijk dat de unieke formule-identificatie alleen op het veiligheidsinformatieblad wordt vermeld voor gevaarlijke mengsels die worden geleverd voor gebruik op industriële locaties. Voor bepaalde mengsels die niet zijn verpakt, vereist zij ook dat de unieke formule-identificatie wordt vermeld op het veiligheidsinformatieblad. Omwille van de consistentie moet bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 die wijzigingen weerspiegelen en bepalen waar de unieke formule-identificatie moet worden vermeld op het veiligheidsinformatieblad.
(6) | The Commission Communication of 7 November 2018‘Towards a comprehensive European Union framework on endocrine disruptors’ (4) indicates that the Commission is assessing how to improve the communication through the supply chain for endocrine disruptors under Regulation (EC) No 1907/2006 in the context of the work on safety data sheets. A number of specific requirements for safety data sheets have been identified as relevant for substances and mixtures with endocrine disrupting properties and Annex II of this Regulation should therefore be modified accordingly.(6) | Volgens de mededeling van de Commissie van 7 november 2018, “Een alomvattend EU-kader voor hormoonontregelende stoffen” (4), beoordeelt de Commissie hoe de communicatie in de toeleveringsketen voor hormoonontregelende stoffen in het kader van Verordening (EG) nr. 1907/2006 kan worden verbeterd in de context van de werkzaamheden inzake veiligheidsinformatiebladen. Van een aantal specifieke voorschriften voor veiligheidsinformatiebladen is vastgesteld dat zij relevant zijn voor stoffen en mengsels met hormoonontregelende eigenschappen, en bijlage II bij die verordening moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(7) | Specific concentration limits, multiplying factors and acute toxicity estimates set in accordance with Regulation (EC) No 1272/2008, are relevant for the safe use of substances and mixtures, and should therefore be provided in safety data sheets, if available.(7) | De overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 vastgestelde specifieke concentratiegrenzen, vermenigvuldigingsfactoren en acute toxiciteitsschattingen zijn relevant voor een veilig gebruik van stoffen en mengsels en moeten daarom, indien beschikbaar, in de veiligheidsinformatiebladen worden vermeld.
(8) | Requiring economic operators who have already compiled safety data sheets, to update them immediately in accordance with the provisions of this Regulation would impose a disproportionate burden on them. Operators should rather be allowed to continue providing safety data sheets in accordance with Regulation (EC) No 1907/2006, as amended by Commission Regulation (EU) 2015/830 (5) for a certain period. This is without prejudice to the obligation to update the safety data sheets in accordance with Article 31(9) of Regulation (EC) No 1907/2006, and to the cases where the unique formula identifier is added to safety data sheets as provided for in section 5 of Part A of Annex VIII to Regulation (EC) No 1272/2008.(8) | Marktdeelnemers die reeds veiligheidsinformatiebladen hebben opgesteld, verplichten om deze onmiddellijk te actualiseren overeenkomstig de bepalingen van deze verordening, zou voor hen een onevenredige belasting betekenen. De marktdeelnemers moet veeleer worden toegestaan om voor een bepaalde tijd veiligheidsinformatiebladen te blijven verstrekken overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/830 van de Commissie (5). Dit doet geen afbreuk aan de verplichting om de veiligheidsinformatiebladen overeenkomstig artikel 31, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 bij te werken, noch aan de gevallen waarin de unieke formule-identificatie is toegevoegd aan veiligheidsinformatiebladen overeenkomstig deel A, punt 5, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1272/2008.
(9) | The measures provided for in this Regulation are in accordance with the opinion of the Committee established under Article 133 of Regulation (EC) No 1907/2006,(9) | De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité,
HAS ADOPTED THIS REGULATION:HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Article 1Artikel 1
Annex II to Regulation (EC) No 1907/2006 is replaced by the text in the Annex to this Regulation.Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.
Article 2Artikel 2
By way of derogation from Article 3, safety data sheets not complying with the Annex to this Regulation may continue to be provided until 31 December 2022.In afwijking van artikel 3 mogen veiligheidsinformatiebladen die niet aan de bijlage bij deze verordening voldoen tot en met 31 december 2022 ter beschikking blijven worden gesteld.
Article 3Artikel 3
This Regulation shall enter into force on the twentieth day following that of its publication in the Official Journal of the European Union.Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
It shall apply from 1 January 2021.Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.
This Regulation shall be binding in its entirety and directly applicable in all Member States.Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Done at Brussels, 18 June 2020.Gedaan te Brussel, 18 juni 2020.
For the CommissionVoor de Commissie
The PresidentDe voorzitter
Ursula VON DER LEYENUrsula VON DER LEYEN
(1)   OJ L 396, 30.12.2006, p. 1.(1)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
(2)  Commission Regulation (EU) 2018/1881 of 3 December 2018 amending Regulation (EC) No 1907/2006 of the European Parliament and of the Council on the Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (REACH) as regards Annexes I, III,VI, VII, VIII, IX, X, XI, and XII to address nanoforms of substances (OJ L 308, 4.12.2018, p. 1).(2)  Verordening (EU) 2018/1881 van de Commissie van 3 december 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) met betrekking tot de bijlagen I, III, VI, VII, VIII, IX, X, XI en XII teneinde rekening te houden met nanovormen van stoffen (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 1).
(3)  Regulation (EC) No 1272/2008 of the European Parliament and of the Council of 16 December 2008 on classification, labelling and packaging of substances and mixtures, amending and repealing Directives 67/548/EEC and 1999/45/EC, and amending Regulation (EC) No 1907/2006 (OJ L 353, 31.12.2008, p. 1).(3)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
(4)  COM(2018)734(4)  COM(2018) 734.
(5)  Commission Regulation (EU) 2015/830 of 28 May 2015 amending Regulation (EC) No 1907/2006 of the European Parliament and of the Council on the Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (REACH) (OJ L 132, 29.5.2015, p. 8).(5)  Verordening (EU) 2015/830 van de Commissie van 28 mei 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (PB L 132 van 29.5.2015, blz. 8).
ANNEXBIJLAGE
‘ANNEX II“BIJLAGE II
REQUIREMENTS FOR THE COMPILATION OF SAFETY DATA SHEETSVOORSCHRIFTEN VOOR DE SAMENSTELLING VAN VEILIGHEIDSINFORMATIEBLADEN
PART ADEEL A
0.1.   Introduction0.1.   Inleiding
0.1.1. | This Annex sets out the requirements that the supplier shall fulfil for the compilation of a safety data sheet that is provided for a substance or a mixture in accordance with Article 31.0.1.1. | Deze bijlage bevat de voorschriften die de leverancier moet naleven bij de samenstelling van een veiligheidsinformatieblad dat overeenkomstig artikel 31 voor een stof of een mengsel wordt verstrekt.
0.1.2. | The information on substances provided in the safety data sheet shall be consistent with the information in the registration and in the chemical safety report, where required. Where a chemical safety report has been completed, the relevant exposure scenario(s) shall be placed in an annex to the safety data sheet.0.1.2. | De informatie over stoffen die in het veiligheidsinformatieblad wordt gegeven, moet overeenkomen met de informatie in de registratie en het chemischeveiligheidsrapport, indien dat vereist is. Als een chemischeveiligheidsrapport is opgesteld, wordt/worden het/de desbetreffende blootstellingsscenario(’s) als bijlage bij het veiligheidsinformatieblad gevoegd.
0.1.3. | The safety data sheet shall mention in each relevant section whether and which different nanoforms it covers and link the relevant safety information to each of those nanoforms. As provided for in Annex VI, the term “nanoform” in this Annex refers to a nanoform or a set of similar nanoforms.0.1.3. | Het veiligheidsinformatieblad vermeldt in elk relevant onderdeel of het nanovormen bestrijkt en welke dat zijn, en koppelt de relevante veiligheidsinformatie aan elk van deze nanovormen. Zoals bepaald in bijlage VI wordt de term “nanovorm” in deze bijlage gebruikt voor een nanovorm of een verzameling van vergelijkbare nanovormen.
0.2.   General requirements for compiling a safety data sheet0.2.   Algemene voorschriften voor de samenstelling van een veiligheidsinformatieblad
0.2.1. | The safety data sheet shall enable users to take the necessary measures relating to protection of human health and safety at the workplace, and protection of the environment. The writer of the safety data sheet shall take into account that a safety data sheet must inform its audience of the hazards of a substance or a mixture and provide information on the safe storage, handling and disposal of the substance or the mixture.0.2.1. | Het veiligheidsinformatieblad moet het gebruikers mogelijk maken de nodige maatregelen te nemen voor de bescherming van de gezondheid en de veiligheid op het werk en de bescherming van het milieu. De opsteller van het veiligheidsinformatieblad moet er rekening mee houden dat een veiligheidsinformatieblad zijn publiek moet voorlichten over de gevaren van een stof of mengsel en informatie moet verstrekken over hoe de stof of het mengsel veilig kan worden opgeslagen, gehanteerd en verwijderd.
0.2.2. | The information provided by safety data sheets shall also meet the requirements set out in Directive 98/24/EC. In particular, the safety data sheet shall enable employers to determine whether any hazardous chemical agents are present in the workplace and to assess any risk to the health and safety of workers arising from their use.0.2.2. | De informatie die in veiligheidsinformatiebladen wordt verstrekt, moet ook voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 98/24/EG. Het veiligheidsinformatieblad moet met name werkgevers in staat stellen na te gaan of er gevaarlijke chemische agentia op de werkplek aanwezig zijn en de eventuele risico’s van het gebruik ervan voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te beoordelen.
0.2.3. | The information in the safety data sheet shall be written in a clear and concise manner. The safety data sheet shall be prepared by a competent person who shall take into account the specific needs and knowledge of the user audience, as far as they are known. Suppliers of substances and mixtures shall ensure that such competent persons have received appropriate training, including refresher training.0.2.3. | De informatie in het veiligheidsinformatieblad moet duidelijk en beknopt zijn. Het veiligheidsinformatieblad moet worden opgesteld door een bevoegde persoon, die rekening houdt met de specifieke behoeften en kennis van het gebruikerspubliek, voor zover die bekend zijn. Leveranciers van stoffen en mengsels moeten ervoor zorgen dat die bevoegde personen de juiste opleiding, en ook bijscholing, krijgen.
0.2.4. | The language used in the safety data sheet shall be simple, clear and precise, avoiding jargon, acronyms and abbreviations. Statements such as “may be dangerous”, “no health effects”, “safe under most conditions of use” or “harmless” or any other statements indicating that the substance or mixture is not hazardous or any other statements that are inconsistent with the classification of that substance or mixture shall not be used.0.2.4. | In het veiligheidsinformatieblad moet eenvoudige, duidelijke en precieze taal worden gebruikt en moeten jargon, acroniemen en afkortingen worden vermeden. Vermeldingen zoals “kan gevaarlijk zijn”, “geen gevolgen voor de gezondheid”, “veilig in de meeste gebruiksomstandigheden”, “ongevaarlijk” of andere vermeldingen die erop wijzen dat de stof of het mengsel ongevaarlijk is of andere vermeldingen die niet in overeenstemming zijn met de indeling van die stof of dat mengsel, mogen niet worden gebruikt.
0.2.5. | The date of compilation of the safety data sheet shall be given on the first page. When a safety data sheet has been revised and the new, revised version is provided to recipients, the changes shall be brought to the attention of the recipients in Section 16 of the safety data sheet, unless the changes have been indicated elsewhere. For the revised safety data sheets, the date of compilation, identified as “Revision: (date)”, shall appear on the first page, as well as one or more indications of which version is replaced, such as version number, revision number, or supersedes date.0.2.5. | Op de eerste bladzijde moet de datum worden vermeld waarop het veiligheidsinformatieblad werd samengesteld. Wanneer een veiligheidsinformatieblad werd herzien en een nieuwe herziene versie aan de afnemers wordt verstrekt, moeten in rubriek 16 van het veiligheidsinformatieblad de wijzigingen onder de aandacht van de afnemers worden gebracht, tenzij de wijzigingen ergens anders zijn aangegeven. Voor de herziene veiligheidsinformatiebladen wordt op de eerste bladzijde de datum van de samenstelling (“Herziening: (datum)”) vermeld, alsook een of meer indicaties van welke versie vervangen is, zoals een versienummer, herzieningsnummer of datum van vervanging.
0.3.   Safety data sheet format0.3.   Vorm van het veiligheidsinformatieblad
0.3.1. | A safety data sheet is not a fixed length document. The length of the safety data sheet shall be commensurate with the hazard of the substance or mixture and the information available.0.3.1. | Een veiligheidsinformatieblad heeft geen vaste lengte. De lengte van een veiligheidsinformatieblad staat in verhouding tot het gevaar dat de stof of het mengsel inhoudt, alsook tot de beschikbare informatie.
0.3.2. | All pages of a safety data sheet, including any annexes, shall be numbered and shall bear either an indication of the length of the safety data sheet (such as “page 1 of 3”) or an indication whether there is a page following (such as “Continued on next page” or “End of safety data sheet”).0.3.2. | Alle bladzijden van een veiligheidsinformatieblad, met inbegrip van de bijlagen, moeten worden genummerd en moeten ofwel een aanduiding bevatten van de lengte van het veiligheidsinformatieblad (zoals “blz. 1 van 3”) ofwel een aanduiding of er nog een bladzijde volgt (zoals “Vervolg op de volgende bladzijde” of “Einde van het veiligheidsinformatieblad”).
0.4.   Safety data sheet content0.4.   Inhoud van het veiligheidsinformatieblad
The information required by this Annex shall be included in the safety data sheet, where applicable and available, in the relevant subsections set out in Part B. The safety data sheet shall not contain blank subsections.De informatie die overeenkomstig deze bijlage vereist is moet, indien van toepassing en beschikbaar, op het veiligheidsinformatieblad worden opgenomen in de desbetreffende punten die in deel B worden gespecificeerd. Het veiligheidsinformatieblad mag geen blanco punten bevatten.
0.5.   Other information requirements0.5.   Andere informatievoorschriften
The inclusion of additional relevant and available information in the relevant subsections may be necessary in some cases in view of the wide range of properties of substances and mixtures.In bepaalde gevallen kan het, gezien de zeer diverse eigenschappen van stoffen en mengsels, nodig zijn in de desbetreffende punten aanvullende relevante en beschikbare informatie te vermelden.
Additional safety and environmental information is required to address the needs of seafarers and other transport workers in the bulk transport of dangerous goods in sea-going or inland navigation bulk carriers or tank-vessels subject to International Maritime Organisation (IMO) or national regulations. Subsection 14.7 recommends the inclusion of basic classification information when such cargoes are transported in bulk according to the relevant IMO instruments. In addition, ships carrying oil or oil fuel, as defined in Annex I of MARPOL (1), in bulk or bunkering oil fuel are required, before loading, to be provided with a “material safety data sheet” in accordance with the IMO’s Maritime Safety Committee (MSC) resolution “Recommendations for Material Safety Data Sheets (MSDS) for MARPOL Annex I Oil Cargo and Oil Fuel” (MSC.286(86)). Therefore, in order to have one harmonised safety data sheet for maritime and non-maritime use, the additional provisions of Resolution MSC.286(86) may be included in the safety data sheets, where appropriate, for marine transport of MARPOL Annex I cargoes and marine fuel oils.Aanvullende veiligheids- en milieu-informatie is vereist om te voldoen aan de behoeften van zeevarenden en andere personen die werkzaam zijn in het bulkvervoer van gevaarlijke goederen op zee of over de binnenwateren met bulkcarriers of tankschepen waarop de regelgeving van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) of nationale regelgeving van toepassing is. Punt 14.7 beveelt aan om essentiële informatie over de indeling op te nemen wanneer een dergelijke lading in bulk wordt vervoerd overeenkomstig de desbetreffende instrumenten van de IMO. Schepen die olie of brandstofolie, als omschreven in bijlage I bij het Marpol-Verdrag (1), in bulk vervoeren of stookolie bunkeren, moeten vóór het laden worden voorzien van een “material safety data sheet” overeenkomstig de resolutie “Recommendations for Material Safety Data Sheets (MSDS) for MARPOL Annex I Oil Cargo and Oil Fuel” (MSC.286(86)) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO. Met het oog op een geharmoniseerd veiligheidsinformatieblad voor maritiem en niet-maritiem gebruik mogen de aanvullende bepalingen van Resolutie MSC.286(86) daarom in voorkomend geval bij het vervoer over zee van ladingen en mariene stookolie die onder bijlage I bij Marpol vallen, worden opgenomen in de veiligheidsinformatiebladen.
0.6.   Units0.6.   Eenheden
The units of measurement as set out in Council Directive 80/181/EEC (2) shall be used.De meeteenheden die bij Richtlijn 80/181/EEG van de Raad (2) zijn vastgesteld, moeten worden gebruikt.
0.7.   Special cases0.7.   Bijzondere gevallen
Safety data sheets shall also be required for the special cases listed in paragraph 1.3 of Annex I to Regulation (EC) No 1272/2008 for which there are labelling derogations.Veiligheidsinformatiebladen zijn ook vereist voor de bijzondere gevallen die zijn opgenomen in punt 1.3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 en waarvoor afwijkingen van de etiketteringsvoorschriften gelden.
1.    SECTION 1: Identification of the substance/mixture and of the company/undertaking1.    RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming
This section of the safety data sheet shall prescribe how the substance or mixture shall be identified and how the identified relevant uses, the name of the supplier of the substance or mixture and the contact detail information of the supplier of the substance or mixture, including an emergency contact, shall be provided in the safety data sheet.In deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad wordt voorgeschreven hoe de stof of het mengsel moet worden geïdentificeerd en hoe de geïdentificeerde vormen van gebruik, de naam van de leverancier van de stof of het mengsel en de contactgegevens van de leverancier van de stof of het mengsel, inclusief contactgegevens voor noodgevallen, in het veiligheidsinformatieblad moeten worden verstrekt.
1.1.   Product identifier1.1.   Productidentificatie
The product identifier shall be provided in accordance with Article 18(2) of Regulation (EC) No 1272/2008 in the case of a substance and in accordance with Article 18(3)(a) of Regulation (EC) No 1272/2008 in the case of a mixture, and as provided on the label in the official language(s) of the Member State(s) where the substance or mixture is placed on the market, unless the Member State(s) concerned provide(s) otherwise.Verstrek de productidentificatie overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1272/2008 wanneer het een stof betreft, en overeenkomstig artikel 18, lid 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1272/2008 wanneer het een mengsel betreft, en zoals vermeld op het etiket in de officiële taal/talen van de lidstaat/lidstaten wanneer de stof of het mengsel in de handel is gebracht, tenzij de betrokken lidstaat/lidstaten anders bepaalt/bepalen.
For substances subject to registration, the product identifier shall be consistent with that provided in the registration and the registration number assigned under Article 20(3) of this Regulation shall also be indicated. Additional identifiers may be provided even if they have not been used in the registration.Voor registratieplichtige stoffen moet de productidentificatie overeenkomen met de in de registratie opgegeven productidentificatie en moet het krachtens artikel 20, lid 3, van deze verordening toegekende registratienummer eveneens worden vermeld. Er mogen aanvullende identificaties worden verstrekt, ook als ze niet zijn gebruikt in de registratie.
Without affecting the obligations of downstream users laid down in Article 39 of this Regulation, the part of the registration number referring to the individual registrant of a joint submission may be omitted by a supplier who is a distributor or a downstream user provided that:Zonder afbreuk te doen aan de in artikel 39 van deze verordening vastgestelde verplichtingen voor downstreamgebruikers kan het deel van het registratienummer dat naar de individuele registrant van een gezamenlijke indiening verwijst worden weggelaten door een leverancier die een distributeur of een downstreamgebruiker is, op voorwaarde:
(a) | this supplier assumes the responsibility to provide the full registration number upon request for enforcement purposes or, if the full registration number is not available to him, to forward the request to his supplier, in line with point (b); anda) | dat de leverancier de verantwoordelijkheid op zich neemt om op verzoek het volledige registratienummer voor handhavingsdoeleinden te verstrekken of, wanneer hij niet over het volledige registratienummer beschikt, om het verzoek overeenkomstig punt b) door te sturen naar zijn leverancier, en
(b) | this supplier provides the full registration number to the Member State authority responsible for enforcement (the enforcement authority) within 7 days upon request, received either directly from the enforcement authority or forwarded by his recipient, or, if the full registration number is not available to him, this supplier shall forward the request to his supplier within 7 days upon request and at the same time inform the enforcement authority thereof.b) | dat de leverancier het volledige registratienummer aan de handhavingsautoriteit van de lidstaat (“de handhavingsautoriteit”) verstrekt binnen zeven dagen na ontvangst van een verzoek, dat ofwel direct uitgaat van de handhavingsautoriteit, ofwel is doorgestuurd door zijn afnemer, of dat de leverancier, wanneer hij niet over het volledige registratienummer beschikt, het verzoek binnen zeven dagen na het verzoek doorstuurt naar zijn leverancier en de handhavingsautoriteit daarvan tegelijkertijd op de hoogte stelt.
A single safety data sheet may be provided to cover more than one substance or mixture where the information in that safety data sheet fulfils the requirements of this Annex for each of those substances or mixtures.Er mag één veiligheidsinformatieblad worden verstrekt voor meer dan één stof of mengsel wanneer de informatie in dat veiligheidsinformatieblad voldoet aan de voorschriften van deze bijlage voor elk van die stoffen of mengsels.
Where different forms of a substance are covered by one safety data sheet, relevant information shall be included, clearly indicating which information is related to which form. Alternatively, a separate safety data sheet may be prepared per form or group of forms.Wanneer verschillende vormen van een stof worden behandeld in één veiligheidsinformatieblad, wordt de desbetreffende informatie voor elke vorm opgenomen, waarbij duidelijk wordt aangegeven welke informatie verband houdt met welke vorm. Als alternatief kan per vorm of per groep vormen een afzonderlijk veiligheidsinformatieblad worden opgesteld.
If the safety data sheet pertains to one or more nanoforms, or substances that include nanoforms, this shall be indicated by using the word “nanoform”.Als het veiligheidsinformatieblad betrekking heeft op een of meer nanovormen of stoffen die nanovormen omvatten, wordt dit aangegeven met het woord “nanovorm”.
Other means of identificationAndere identificatiemiddelen
Other names or synonyms by which the substance or mixture is labelled or commonly known may be provided.Eventueel mogen ook andere namen of synoniemen waarmee de stof of het mengsel is geëtiketteerd of waaronder het algemeen bekend is, worden verstrekt.
Where a mixture has a unique formula identifier (UFI) in accordance with section 5 of Part A of Annex VIII to Regulation (EC) No 1272/2008 and that UFI is indicated in the safety data sheet, then the UFI shall be provided in this subsection.Wanneer het mengsel een unieke formule-identificatie (UFI) heeft overeenkomstig deel A, punt 5, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 en die UFI in het veiligheidsinformatieblad wordt vermeld, wordt de UFI in dit punt vermeld.
1.2.   Relevant identified uses of the substance or mixture and uses advised against1.2.   Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik
At least a brief description of the identified uses (for example, floor cleaning, or industrial use in polymer production, or professional use in cleaning agents) relevant for the recipient(s) of the substance or mixture shall be indicated.Geef ten minste een korte beschrijving van het voor de afnemer(s) van de stof of het mengsel relevant geïdentificeerd gebruik (bijvoorbeeld reiniging van de vloer, industrieel gebruik bij de productie van polymeren, professioneel gebruik in reinigingsmiddelen).
The uses which the supplier advises against and the reasons why shall, where applicable, be stated. This need not be an exhaustive list.Vermeld in voorkomend geval het door de leverancier ontraden gebruik, en de redenen daarvoor. Dit hoeft geen volledige lijst te zijn.
Where a chemical safety report is required, the information in this subsection of the safety data sheet shall be consistent with the identified uses in the chemical safety report and the exposure scenarios from the chemical safety report set out in the annex to the safety data sheet.Indien een chemischeveiligheidsrapport vereist is, moet de informatie in dit punt van het veiligheidsinformatieblad overeenstemmen met het geïdentificeerde gebruik in het chemischeveiligheidsrapport en de blootstellingsscenario’s van het chemischeveiligheidsrapport als beschreven in de bijlage bij het veiligheidsinformatieblad.
1.3.   Details of the supplier of the safety data sheet1.3.   Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad
The supplier of the safety data sheet, whether it is the manufacturer, importer, only representative, downstream user or distributor, shall be identified. The full address and telephone number of the supplier shall be given as well as an email address for a competent person responsible for the safety data sheet.De verstrekker van het veiligheidsinformatieblad, of het nu de fabrikant, de importeur, de enige vertegenwoordiger, de downstreamgebruiker of de distributeur is, moet worden geïdentificeerd. Vermeld het volledige adres en het telefoonnummer van de verstrekker, evenals een e-mailadres van een bevoegde persoon die voor het veiligheidsinformatieblad verantwoordelijk is.
In addition, if the supplier is not located in the Member State where the substance or mixture is placed on the market and he has nominated a responsible person for that Member State, a full address and telephone number for that responsible person shall be given.Wanneer de verstrekker niet gevestigd is in de lidstaat waar de stof of het mengsel in de handel wordt gebracht en hij voor die lidstaat een verantwoordelijke persoon heeft aangewezen, moet ook het volledige adres en het telefoonnummer van die verantwoordelijke persoon worden vermeld.
Where an only representative has been appointed, details of the non-Union manufacturer or formulator may also be provided.Wanneer een enige vertegenwoordiger werd aangewezen, mogen eveneens de contactgegevens van de fabrikant of formuleerder van buiten de Unie worden verstrekt.
For registrants, the information on the supplier of the safety data sheet and, if provided, on the supplier of the substance or mixture, shall be consistent with the information on the identity of the manufacturer, importer or only representative provided in the registration.Voor registranten moet de informatie over de leverancier van het veiligheidsinformatieblad en, in voorkomend geval, over de leverancier van de stof of het mengsel overeenkomen met de in de registratie gegeven informatie over de identiteit van de fabrikant, de importeur of de enige vertegenwoordiger.
1.4.   Emergency telephone number1.4.   Telefoonnummer voor noodgevallen
References to emergency information services shall be provided. If an official advisory body exists in the Member State where the substance or mixture is placed on the market (this may be the body responsible for receiving information relating to health referred to in Article 45 of Regulation (EC) No 1272/2008), its telephone number shall be given and can suffice. If availability of such services is limited for any reasons, such as hours of operation, or if there are limits on specific types of information provided, this shall be clearly stated.Verwijs naar diensten voor informatie in noodgevallen. Wanneer er een officieel adviesorgaan bestaat in de lidstaat waar de stof of het mengsel in de handel wordt gebracht (dat kan het orgaan zijn dat verantwoordelijk is voor het ontvangen van informatie in verband met de gezondheid van artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1272/2008), moet het telefoonnummer daarvan worden vermeld, en kan dat volstaan. Wanneer de beschikbaarheid van dergelijke diensten om eender welke reden beperkt is, zoals bijvoorbeeld door openingstijden, of wanneer er beperkingen zijn wat het soort informatie betreft dat wordt verstrekt, moet dat duidelijk worden vermeld.
2.    SECTION 2: Hazards identification2.    RUBRIEK 2: Identificatie van de gevaren
This section of the safety data sheet shall describe the hazards of the substance or mixture and the appropriate warning information associated with those hazards.In deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad worden de gevaren van de stof of het mengsel en de passende waarschuwingen voor die gevaren beschreven.
2.1.   Classification of the substance or mixture2.1.   Indeling van de stof of het mengsel
The classification of the substance or the mixture which results from the application of the classification criteria in Regulation (EC) No 1272/2008 shall be given. Where the supplier has notified information regarding the substance to the classification and labelling inventory in accordance with Article 40 of Regulation (EC) No 1272/2008, or has provided that information as part of a registration pursuant to this Regulation, the classification given in the safety data sheet shall be the same as the classification provided in that notification or registration.Voor de indeling van een stof of een mengsel moeten de indelingscriteria van Verordening (EG) nr. 1272/2008 worden toegepast. Wanneer de leverancier voor opname in de inventaris van indelingen en etiketteringen informatie over de stof heeft verstrekt overeenkomstig artikel 40 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 of die informatie heeft verstrekt als onderdeel van een registratie op grond van deze verordening, moet in het veiligheidsinformatieblad dezelfde indeling worden vermeld.
If the mixture does not meet the criteria for classification in accordance with Regulation (EC) No 1272/2008, this shall be clearly stated.Indien het mengsel niet voldoet aan de indelingscriteria overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008, moet dat duidelijk worden vermeld.
Information on the substances in the mixture is provided under subsection 3.2.Informatie over de stoffen in het mengsel moet in punt 3.2 worden vermeld.
If the classification, including the hazard statements, is not written out in full, reference shall be made to section 16 where the full text of each classification, including each hazard statement, shall be given.Indien de indeling, met inbegrip van de gevarenaanduidingen, niet volledig is uitgeschreven, moet worden verwezen naar rubriek 16, waar de volledige tekst van elke indeling, met inbegrip van elke gevarenaanduiding, moet worden vermeld.
The most important adverse physical, human health and environmental effects shall be listed in accordance with sections 9 to 12 of the safety data sheet, in such a way as to allow non-experts to identify the hazards of the substance or mixture.De belangrijkste nadelige fysische, gezondheids- en milieueffecten moeten in de rubrieken 9 tot en met 12 van het veiligheidsinformatieblad worden opgenomen en zodanig worden geformuleerd dat een leek de gevaren van de stof of het mengsel kan identificeren.
2.2.   Label elements2.2.   Etiketteringselementen
Based on the classification, at least the following elements appearing on the label in accordance with Regulation (EC) No 1272/2008 shall be provided: hazard pictogram(s), signal word(s), hazard statement(s) and precautionary statement(s). A graphical reproduction of the full hazard pictogram in black and white or a graphical reproduction of the symbol only may be substituted for the colour pictogram provided in Regulation (EC) No 1272/2008.Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 moeten, volgens de indeling, minstens de volgende elementen op het etiket voorkomen: gevarenpictogram(men), signaalwoord(en), gevarenaanduiding(en) en veiligheidsaanbeveling(en). Een grafische reproductie van het hele gevarenpictogram in zwart-wit of een grafische reproductie van alleen het symbool mag worden gebruikt in de plaats van het kleurenpictogram van Verordening (EG) nr. 1272/2008.
The applicable label elements in accordance with Article 25(1) to (6) and Article 32(6) of Regulation (EC) No 1272/2008 shall be provided.De passende etiketteringselementen moeten overeenkomstig artikel 25, leden 1 tot en met 6, en artikel 32, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1272/2008 worden verstrekt.
2.3.   Other hazards2.3.   Andere gevaren
Information shall be provided on whether the substance meets the criteria for persistent, bioaccumulative and toxic or very persistent and very bioaccumulative in accordance with Annex XIII, whether the substance was included in the list established in accordance with Article 59(1) for having endocrine disrupting properties, and whether the substance is a substance identified as having endocrine disrupting properties in accordance with the criteria set out in Commission Delegated Regulation (EU) 2017/2100 (3) or Commission Regulation (EU) 2018/605 (4). For a mixture, information shall be provided for each such substance that is present in the mixture at a concentration equal to or greater than 0,1 % by weight.Vermeld informatie over het feit of de stof voldoet aan de criteria voor persistente, bioaccumulerende en toxische of zeer persistente en zeer bioaccumulerende stoffen overeenkomstig bijlage XIII, of de stof is opgenomen in de overeenkomstig artikel 59, lid 1, opgestelde lijst van stoffen met hormoonontregelende eigenschappen, en of de stof een stof is die overeenkomstig de criteria van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2100 van de Commissie (3) of Verordening (EU) 2018/605 van de Commissie (4) als een stof met hormoonontregelende eigenschappen is aangemerkt. Vermeld voor mengsels informatie voor elke stof die in het mengsel aanwezig is in een concentratie die gelijk is aan of hoger is dan 0,1 gewichtsprocent.
Information shall be provided on other hazards which do not result in classification but which may contribute to the overall hazards of the substance or mixture, such as formation of air contaminants during hardening or processing, dustiness, explosive properties which do not fulfil the classification criteria of part 2 Section 2.1 of Annex I to Regulation (EC) No 1272/2008, dust explosion hazards, cross-sensitisation, suffocation, freezing, high potency for odour or taste, or environmental effects like hazards to soil-dwelling organisms, or photochemical ozone creation potential. The statement “May form explosible dust-air mixture if dispersed” is appropriate in the case of a dust explosion hazard.Verstrek informatie over andere gevaren die geen indeling tot gevolg hebben, maar die het algemene gevaar van de stof of het mengsel kunnen vergroten, zoals de vorming van luchtvervuilende stoffen tijdens het harden of verwerken, stofvorming, explosieve eigenschappen die niet voldoen aan de indelingscriteria van deel 2, punt 2.1, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, gevaar van stofexplosie, kruisgevoeligheid, verstikking, bevriezing, eventuele hoge geur- of smaakkracht, of milieueffecten zoals gevaren voor in de bodem levende organismen of het fotochemische vermogen tot ozonvorming. Bij gevaar voor een stofexplosie is de vermelding “Kan een explosief mengsel van stof en lucht vormen” gepast.
3.    SECTION 3: Composition/information on ingredients3.    RUBRIEK 3: Samenstelling en informatie over de bestanddelen
This section of the safety data sheet shall describe the chemical identity of the ingredient(s) of the substance or mixture, including impurities and stabilising additives as set out below. Appropriate and available safety information on surface chemistry shall be indicated.In deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad wordt de chemische identiteit van het (de) ingrediënt(en) van de stof of het mengsel beschreven, alsook de onzuiverheden en stabiliserende additieven zoals hieronder uiteengezet. Vermeld passende en beschikbare veiligheidsinformatie over oppervlaktechemie.
3.1.   Substances3.1.   Stoffen
The chemical identity of the main constituent of the substance shall be provided by providing at least the product identifier or one of the other means of identification given in subsection 1.1.Verstrek de chemische identiteit van het hoofdbestanddeel van de stof door ten minste de productidentificatie of een van de andere identificatiemiddelen uit punt 1.1 te vermelden.
The chemical identity of any impurity, stabilising additive, or individual constituent other than the main constituent, which is itself classified and which contributes to the classification of the substance shall be provided as follows:De chemische identiteit van eventuele onzuiverheden, stabiliserende additieven, of individuele bestanddelen die niet het hoofdbestanddeel zijn, en die zelf zijn ingedeeld en tot de indeling van de stof bijdragen, moet als volgt worden verstrekt:
(a) | the product identifier in accordance with Article 18(2) of Regulation (EC) No 1272/2008;a) | de productidentificatie overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1272/2008;
(b) | if the product identifier is not available, one of the other names (usual name, trade name, abbreviation) or identification numbers.b) | wanneer de productidentificatie niet beschikbaar is, een van de andere namen (triviale naam, handelsnaam, afkorting) of identificatienummers.
The specific concentration limit, the M-factor and the acute toxicity estimate for substances included in Part 3 of Annex VI to Regulation (EC) No 1272/2008 or determined in accordance with Annex I to that Regulation shall be indicated, if available.De specifieke concentratiegrens, de M-factor en de acute toxiciteitsschatting voor stoffen die zijn opgenomen in deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 of zijn vastgesteld overeenkomstig bijlage I bij die verordening, moeten worden vermeld indien zij beschikbaar zijn.
If the substance is registered and it covers a nanoform, the particle characteristics that specify the nanoform, as described in Annex VI, shall be indicated.Als de stof geregistreerd is en een nanovorm omvat, moeten de deeltjeskenmerken die de in bijlage VI beschreven nanovorm specificeren, worden vermeld.
If the substance is not registered, but the safety data sheet covers nanoforms, the particle characteristics of which have impact on the safety of the substance, those characteristics shall be indicated.Als de stof niet geregistreerd is, maar het veiligheidsinformatieblad nanovormen bestrijkt waarvan de deeltjeskenmerken gevolgen hebben voor de veiligheid van de stof, moeten die kenmerken worden vermeld.
Suppliers of substances may choose to list in addition all constituents including non-classified ones.Leveranciers van stoffen kunnen ervoor kiezen daarnaast ook alle bestanddelen, waaronder ook niet-ingedeelde bestanddelen, te vermelden.
This subsection may also be used to provide information on multi-constituent substances.In dit punt kan ook informatie over stoffen met meerdere bestanddelen worden verstrekt.
3.2.   Mixtures3.2.   Mengsels
The product identifier, the concentration or concentration ranges and the classifications shall be provided for at least all substances referred to in points 3.2.1 or 3.2.2. Suppliers of mixtures may choose to list in addition all substances in the mixture, including substances not meeting the criteria for classification. This information shall enable the recipient to identify readily the hazards of the substances in the mixture. The hazards of the mixture itself shall be given in section 2.Voor ten minste alle stoffen waarnaar in de punten 3.2.1 of 3.2.2 wordt verwezen, moet de productidentificatie worden vermeld, alsook de concentratie of het concentratiebereik en de indeling. Leveranciers van mengsels kunnen ervoor kiezen daarnaast alle stoffen in het mengsel te vermelden, waaronder ook stoffen die niet aan de indelingscriteria voldoen. Aan de hand van deze informatie moet de afnemer gemakkelijk de gevaren van de stoffen in het mengsel kunnen identificeren. De gevaren van het mengsel zelf moeten in rubriek 2 worden vermeld.
The concentrations of the substances in a mixture shall be described as either of the following:De concentraties van de stoffen in een mengsel moeten op een van de volgende wijzen worden beschreven:
(a) | exact percentages in descending order by mass or volume, if technically possible;a) | exacte percentages in afnemende volgorde per massa of volume, wanneer dat technisch mogelijk is;
(b) | ranges of percentages in descending order by mass or volume, if technically possible.b) | percentagebereik in afnemende volgorde per massa of volume, wanneer dat technisch mogelijk is.
When using a range of percentages, if the effects of the mixture as a whole are not available, the health and environmental hazards shall describe the effects of the highest concentration of each ingredient.Wanneer een percentagebereik wordt gebruikt en de gevolgen van het mengsel als geheel niet beschikbaar zijn, moeten in de gevaren voor de gezondheid en het milieu de gevolgen van de hoogste concentratie van elk ingrediënt worden beschreven.
If the effects of the mixture as a whole are available, the classification determined from this information shall be included under section 2.Wanneer de gevolgen van het mengsel als geheel beschikbaar zijn, moet de uit die informatie voortvloeiende indeling in rubriek 2 worden opgenomen.
Where the use of an alternative chemical name is permitted in accordance with Article 24 of Regulation (EC) No 1272/2008, that name can be used.Wanneer overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 het gebruik van een andere chemische naam is toegestaan, mag die naam worden gebruikt.
3.2.1. | For a mixture meeting the criteria for classification in accordance with Regulation (EC) No 1272/2008, the following substances (see also Table 1.1) shall be indicated, together with their concentration or concentration range in the mixture: | (a) | substances presenting a health or environmental hazard within the meaning of Regulation (EC) No 1272/2008, if those substances are present in concentrations equal to or greater than the lowest of any of the following: | (i) | the generic cut-off values set out in Table 1.1 of Annex I to Regulation (EC) No 1272/2008; | (ii) | the generic concentration limits given in parts 3 to 5 of Annex I to Regulation (EC) No 1272/2008, taking into account the concentrations specified in the notes to certain tables in part 3 in relation to the obligation to make available a safety data sheet for the mixture upon request, and for aspiration hazard (Section 3.10 of Annex I to Regulation (EC) No 1272/2008) ≥ 1 %; | (iii) | the specific concentration limits given in Part 3 of Annex VI to Regulation (EC) No 1272/2008; | (iv) | if a M-factor has been given in Part 3 of Annex VI to Regulation (EC) No 1272/2008, the generic cut-off value in Table 1.1 of Annex I to that Regulation, adjusted using the calculation set out in Section 4.1 of Annex I to that Regulation; | (v) | the specific concentration limits provided to the classification and labelling inventory established under Regulation (EC) No 1272/2008; | (vi) | one tenth of the specific concentration limit for a substance classified as skin sensitiser or respiratory sensitiser with a specific concentration limit; | (vii) | the concentration limits set out in Annex II to Regulation (EC) No 1272/2008; | (viii) | if an M-factor has been provided to the classification and labelling inventory established under Regulation (EC) No 1272/2008, the generic cut-off value in Table 1.1 of Annex I to that Regulation, adjusted using the calculation set out in Section 4.1 of Annex I to that Regulation; | (b) | substances for which there are Union workplace exposure limits which are not already included under point (a); | (c) | provided that the concentration of an individual substance is equal to or greater than 0,1 %, substances that meet any of the following criteria: | — | substances that are persistent, bioaccumulative and toxic or very persistent and very bioaccumulative in accordance with the criteria set out in Annex XIII, | — | substances included in the list established in accordance with Article 59(1) for reasons other than the hazards referred to in point (a) of this subsection such as endocrine disrupting properties, | — | substances identified as having endocrine disrupting properties in accordance with the criteria set out in Delegated Regulation (EU) 2017/2100 or Regulation (EU) 2018/605. | Table 1.1 | List of hazard classes, hazard categories and concentration limits for which a substance shall be listed as a substance in a mixture in subsection 3.2.1 | Hazard class and category | Concentration limit (%) | Acute toxicity, category 1, 2 and 3 | ≥ 0,1 | Acute toxicity, category 4 | ≥ 1 | Skin corrosion/irritation, category 1, categories 1A, 1B, 1C and category 2 | ≥ 1 | Serious damage to eyes/eye irritation, category 1 and 2 | ≥ 1 | Respiratory sensitiser category 1 or category 1B | ≥ 0,1 | Respiratory sensitiser category 1A | ≥ 0,01 | Skin sensitiser category 1 or category 1B | ≥ 0,1 | Skin sensitiser category 1A | ≥ 0,01 | Germ cell mutagenicity category 1A and 1B | ≥ 0,1 | Germ cell mutagenicity category 2 | ≥ 1 | Carcinogenicity category 1A, 1B and 2 | ≥ 0,1 | Reproductive toxicity, category 1A, 1B, 2 and effects on or via lactation | ≥ 0,1 | Specific target organ toxicity (STOT) – single exposure, category 1, 2 and 3 | ≥ 1 | Specific target organ toxicity (STOT) – repeated exposure, category 1 and 2 | ≥ 1 | Aspiration toxicity | ≥ 1 | Hazardous to the aquatic environment – Acute, category 1 | ≥ 0,1 | Hazardous to the aquatic environment – Chronic, category 1 | ≥ 0,1 | Hazardous to the aquatic environment – Chronic, category 2, 3 and 4 | ≥ 1 | Hazardous for the ozone layer | ≥ 0,13.2.1. | Voor een mengsel dat volgens Verordening (EG) nr. 1272/2008 voldoet aan de criteria voor indeling, moeten de volgende stoffen (zie ook tabel 1.1) met hun concentratie of concentratiebereik in het mengsel worden vermeld: | a) | voor de gezondheid of voor het milieu gevaarlijke stoffen in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008 wanneer die stoffen aanwezig zijn in concentraties die gelijk zijn aan of groter zijn dan de laagste van onderstaande concentraties: | i) | de algemene ondergrenzen van tabel 1.1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008; | ii) | de algemene concentratiegrenzen vermeld in de delen 3 tot en met 5 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, rekening houdend met de concentraties bedoeld in de noten bij bepaalde tabellen in deel 3 aangaande de verplichting om op aanvraag een veiligheidsinformatieblad voor het mengsel beschikbaar te stellen, en voor aspiratiegevaar (rubriek 3.10 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008) ≥ 1 %; | iii) | de specifieke concentratiegrenzen in deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008; | iv) | wanneer een M-factor is opgenomen in deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, de algemene ondergrens in tabel 1.1 van bijlage I bij die verordening, aangepast volgens de berekeningsmethode van punt 4.1 van bijlage I bij die verordening; | v) | de specifieke concentratiegrenzen die zijn verstrekt voor opname in de krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 vastgestelde inventaris van indelingen en etiketteringen; | vi) | een tiende van de specifieke concentratiegrens voor een stof die is ingedeeld als huidallergeen of inhalatieallergeen met een specifieke concentratiegrens; | vii) | de concentratiegrenzen in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1272/2008; | viii) | wanneer een M-factor is verstrekt voor opname in de krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 vastgestelde inventaris van indelingen en etiketteringen, de algemene ondergrens in tabel 1.1 van bijlage I bij die verordening, aangepast volgens de berekeningsmethode van punt 4.1 van bijlage I bij die verordening; | b) | stoffen waarvoor in de Unie grenzen voor de blootstelling op het werk zijn vastgesteld en die nog niet in punt a) zijn opgenomen; | c) | indien de concentratie van een individuele stof gelijk aan of groter dan 0,1 % is, stoffen die aan een van de volgende criteria voldoen: | — | stoffen die persistent, bioaccumulerend en toxisch, dan wel zeer persistent en sterk bioaccumulerend zijn volgens de criteria van bijlage XIII, | — | stoffen die wegens andere dan de onder a) van dit punt genoemde gevaren, zoals hormoonontregelende eigenschappen, zijn opgenomen in de overeenkomstig artikel 59, lid 1, opgestelde lijst, | — | stoffen waarvan overeenkomstig de criteria van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2100 of Verordening (EU) 2018/605 is vastgesteld dat zij hormoonontregelende eigenschappen hebben. | Tabel 1.1 | Lijst van gevarenklassen, gevarencategorieën en concentratiegrenzen die tot gevolg hebben dat een stof in punt 3.2.1 als stof in een mengsel moet worden opgenomen | Gevarenklasse en -categorie | Concentratiegrens (%) | Acute toxiciteit, categorie 1, 2 en 3 | ≥ 0,1 | Acute toxiciteit, categorie 4 | ≥ 1 | Huidcorrosie/-irritatie, categorie 1, categorieën 1A, 1B, 1C en categorie 2 | ≥ 1 | Ernstig oogletsel/oogirritatie, categorie 1 en 2 | ≥ 1 | Inhalatieallergeen categorie 1 of categorie 1B | ≥ 0,1 | Inhalatieallergeen categorie 1A | ≥ 0,01 | Huidallergeen categorie 1 of categorie 1B | ≥ 0,1 | Huidallergeen categorie 1A | ≥ 0,01 | Mutageniteit in geslachtscellen, categorie 1A en 1B | ≥ 0,1 | Mutageniteit in geslachtscellen, categorie 2 | ≥ 1 | Kankerverwekkendheid, categorie 1A, 1B en 2 | ≥ 0,1 | Giftigheid voor de voortplanting, categorie 1A, 1B en 2 en effecten op en via lactatie | ≥ 0,1 | Specifieke doelorgaantoxiciteit (STOT) bij eenmalige blootstelling, categorie 1, 2 en 3 | ≥ 1 | Specifieke doelorgaantoxiciteit (STOT) bij herhaalde blootstelling, categorie 1 en 2 | ≥ 1 | Aspiratietoxiciteit | ≥ 1 | Acuut gevaar voor het aquatisch milieu, categorie 1 | ≥ 0,1 | Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu, categorie 1 | ≥ 0,1 | Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu, categorie 2, 3 en 4 | ≥ 1 | Gevaarlijk voor de ozonlaag | ≥ 0,1
3.2.2. | For a mixture not meeting the criteria for classification in accordance with Regulation (EC) No 1272/2008, substances present in an individual concentration equal to or greater than the following concentrations shall be indicated, together with their concentration or concentration range: | (a) | 1 % by weight in non-gaseous mixtures and 0,2 % by volume in gaseous mixtures for: | (i) | substances which present a health or environmental hazard within the meaning of Regulation (EC) No 1272/2008; or | (ii) | substances for which Union workplace exposure limits have been assigned; | (b) | 0,1 % by weight for substances that meet any of the following criteria: | — | substances that are persistent, bioaccumulative and toxic in accordance with the criteria set out in Annex XIII, | — | substances that are very persistent and very bioaccumulative in accordance with the criteria set out in Annex XIII, | — | substances included in the list established in accordance with Article 59(1) for reasons other than the hazards referred to in point (a) of this subsection such as endocrine disrupting properties; | — | identified as having endocrine disrupting properties in accordance with the criteria set out in Delegated Regulation (EU) 2017/2100 or Regulation (EU) 2018/605; | (c) | 0,1 % of a substance classified as skin sensitiser category 1 or 1B, respiratory sensitiser category 1 or 1B, or carcinogenic category 2; | (d) | 0,01 % of a substance classified as skin sensitiser category 1A or respiratory sensitiser category 1A; | (e) | one tenth of the specific concentration limit for a substance classified as skin sensitiser or respiratory sensitiser with a specific concentration limit; | (f) | 0,1 % of a substance classified as toxic to reproduction categories 1A, 1B or 2, or with effects on or via lactation.3.2.2. | Voor een mengsel dat volgens Verordening (EG) nr. 1272/2008 niet voldoet aan de criteria voor indeling, moeten de stoffen die aanwezig zijn in een concentratie die afzonderlijk gelijk is aan of hoger is dan de volgende concentraties met hun concentratie of concentratiebereik worden vermeld: | a) | 1 gewichtsprocent voor niet-gasvormige mengsels en 0,2 volumeprocent voor gasvormige mengsels voor: | i) | voor de gezondheid of voor het milieu gevaarlijke stoffen in de zin van Verordening (EG) nr. 1272/2008, of | ii) | stoffen waarvoor in de Unie grenzen voor de blootstelling op het werk zijn vastgesteld; | b) | 0,1 gewichtsprocent voor stoffen die aan een van de volgende criteria voldoen: | — | stoffen die volgens de criteria van bijlage XIII persistent, bioaccumulerend en toxisch zijn; | — | stoffen die volgens de criteria van bijlage XIII zeer persistent en sterk bioaccumulerend zijn; | — | stoffen die wegens andere dan de onder a) van dit punt genoemde gevaren, zoals hormoonontregelende eigenschappen, zijn opgenomen in de overeenkomstig artikel 59, lid 1, opgestelde lijst, | — | stoffen waarvan overeenkomstig de criteria van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2100 of Verordening (EU) 2018/605 is vastgesteld dat zij hormoonontregelende eigenschappen hebben; | c) | 0,1 % van een stof die is ingedeeld als huidallergeen van categorie 1 of 1B, inhalatieallergeen van categorie 1 of 1B of kankerverwekkend van categorie 2; | d) | 0,01 % van een stof die is ingedeeld als huidallergeen van categorie 1A of inhalatieallergeen van categorie 1A; | e) | een tiende van de specifieke concentratiegrens voor een stof die is ingedeeld als huidallergeen of inhalatieallergeen met een specifieke concentratiegrens; | f) | 0,1 % van een stof die is ingedeeld als giftig voor de voortplanting van categorie 1A, 1B of 2, of voor effecten op of via lactatie.
3.2.3. | For the substances indicated in subsection 3.2: | — | the classification of the substance according to Regulation (EC) No 1272/2008, including the hazard class(es) and category code(s) as provided in Table 1.1 of Annex VI to that Regulation as well as the hazard statements and supplemental hazard statements, shall be provided. The hazard statements and the supplemental hazard statements do not need to be written out in full in this subsection; their codes shall be sufficient. In cases where they are not written out in full, reference shall be made to section 16, where the full text of each relevant hazard statement shall be listed. If the substance does not meet the classification criteria, the reason for indicating the substance in subsection 3.2 shall be described, such as “non-classified vPvB substance” or “substance with a Union workplace exposure limit”. | — | the specific concentration limit, the M-factor and the acute toxicity estimate for the substance in Part 3 of Annex VI to Regulation (EC) No 1272/2008 or as determined in accordance with Annex I to that Regulation shall be indicated, if available. | — | if the substance as used in the mixture is in nanoform and is as such registered or addressed by the downstream user chemical safety report, the particle characteristics that specify the nanoform, as described in Annex VI, shall be indicated. If the substance as used in the mixture is in nanoform but is not registered or addressed by the downstream user chemical safety report, the particle characteristics which have impact on the safety of the mixture, shall be provided.3.2.3. | Voor de in punt 3.2 vermelde stoffen: | — | moet de indeling van de stof overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008, met inbegrip van de gevarenklasse(n) en categoriecode(s) van tabel 1.1 van bijlage VI bij die verordening en van de gevarenaanduidingen en aanvullende gevarenaanduidingen, worden verstrekt. De gevarenaanduidingen en de aanvullende gevarenaanduidingen hoeven in dit punt niet volledig uitgeschreven te worden; hun codes volstaan. Wanneer zij niet volledig zijn uitgeschreven, moet worden verwezen naar rubriek 16, waar de volledige tekst van elke relevante gevarenaanduiding moet zijn opgenomen. Indien de stof niet aan de indelingscriteria voldoet, dient de reden waarom de stof in punt 3.2 wordt opgenomen te worden vermeld, bijvoorbeeld: “niet-ingedeelde zPzB-stof” of “stof waarvoor binnen de Unie een blootstellingsgrens op de werkvloer geldt”. | — | moeten de specifieke concentratiegrens, de M-factor en de acute toxiciteitsschatting voor de stof in deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 of die zijn vastgesteld overeenkomstig bijlage I bij die verordening, worden vermeld indien zij beschikbaar zijn. | — | als de in het mengsel gebruikte stof een nanovorm is en als zodanig is geregistreerd of vermeld in het chemischeveiligheidsrapport van de downstreamgebruiker, moeten de deeltjeskenmerken die de in bijlage VI beschreven nanovorm specificeren, worden vermeld. Als de in het mengsel gebruikte stof een nanovorm is die niet is geregistreerd of vermeld in het chemischeveiligheidsrapport van de downstreamgebruiker, moeten de deeltjeskenmerken die gevolgen hebben voor de veiligheid van het mengsel worden vermeld.
3.2.4. | For the substances indicated in subsection 3.2 the name and, if available, the registration number, as assigned under Article 20(3) of this Regulation, shall be given. | Without affecting the obligations of downstream users laid down in Article 39 of this Regulation, the part of the registration number referring to the individual registrant of a joint submission may be omitted by the supplier of the mixture provided that: | (a) | this supplier assumes the responsibility to provide the full registration number upon request for enforcement purposes or, if the full registration number is not available to him, to forward the request to his supplier, in line with point (b); and | (b) | this supplier provides the full registration number to the Member State authority responsible for enforcement (hereinafter referred to as the enforcement authority) within seven days upon request, received either directly from the enforcement authority or forwarded by his recipient, or, if the full registration number is not available to him, this supplier shall forward the request to his supplier within seven days upon request and at the same time inform the enforcement authority thereof. | The EC number, if available, shall be given in accordance with Regulation (EC) No 1272/2008. The CAS number, if available, and the IUPAC name, if available, may also be given. | For substances indicated in this subsection by means of an alternative chemical name in accordance with Article 24 of Regulation (EC) No 1272/2008, the registration number, EC number and other precise chemical identifiers are not necessary.3.2.4. | Voor de stoffen die in punt 3.2 worden vermeld, moet de naam en, indien dat beschikbaar is, het registratienummer worden vermeld dat overeenkomstig artikel 20, lid 3, van deze verordening moet worden toegekend. | Zonder afbreuk te doen aan de in artikel 39 van deze verordening vastgestelde verplichtingen voor downstreamgebruikers kan het deel van het registratienummer dat naar de individuele registrant van een gezamenlijke indiening verwijst worden weggelaten door de leverancier van het mengsel, op voorwaarde: | a) | dat de leverancier de verantwoordelijkheid op zich neemt om op verzoek het volledige registratienummer voor handhavingsdoeleinden te verstrekken of, wanneer hij niet over het volledige registratienummer beschikt, om het verzoek overeenkomstig punt b) door te sturen naar zijn leverancier, en | b) | dat de leverancier het volledige registratienummer aan de handhavingsautoriteit van de lidstaat (hierna “de handhavingsautoriteit” genoemd) verstrekt binnen zeven dagen na ontvangst van een verzoek, dat ofwel direct uitgaat van de handhavingsautoriteit, ofwel is doorgestuurd door zijn afnemer, of dat de leverancier, wanneer hij niet over het volledige registratienummer beschikt, het verzoek binnen zeven dagen na het verzoek doorstuurt naar zijn leverancier en de handhavingsautoriteit daarvan tegelijkertijd op de hoogte stelt. | Indien beschikbaar moet overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 het EG-nummer worden verstrekt. Indien beschikbaar mogen ook het CAS-nummer en de IUPAC-benaming worden vermeld. | Voor stoffen waarvoor in dit punt overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 een andere chemische naam is gebruikt, is het niet nodig het registratienummer, het EG-nummer of andere precieze chemische identificaties te vermelden.
4.    SECTION 4: First aid measures4.    RUBRIEK 4: Eerstehulpmaatregelen
This section of the safety data sheet shall describe the initial care in such a way that an untrained responder can understand and provide it without the use of sophisticated equipment and without the availability of a wide selection of medications. If medical attention is required, the instructions shall state this, including its urgency.In deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad moet de eerste hulp zodanig worden beschreven dat een niet-opgeleide persoon deze kan begrijpen en kan verlenen zonder gebruik te maken van ingewikkelde apparatuur en zonder te beschikken over een uitgebreide selectie van geneesmiddelen. Wanneer medische verzorging vereist is, moet dat, en de mate van spoedeisendheid, in de instructies worden vermeld.
4.1.   Description of first aid measures4.1.   Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen
4.1.1. | First aid instructions shall be provided by relevant routes of exposure. Subdivisions shall be used to indicate the procedure for each route, such as inhalation, skin, eye and ingestion.4.1.1. | Eerstehulpinstructies moeten per relevante manier van blootstelling worden verstrekt. Er moeten onderverdelingen worden aangebracht om de procedure aan te geven voor elke manier van blootstelling zoals inhalatie, contact met huid of ogen en inslikken.
4.1.2. | Advice shall be provided as to whether: | (a) | immediate medical attention is required and if delayed effects can be expected after exposure; | (b) | movement of the exposed individual from the area to fresh air is recommended; | (c) | removal and handling of clothing and shoes from the individual is recommended; and | (d) | personal protective equipment for first aid responders is recommended.4.1.2. | Geef aan: | a) | of onmiddellijke medische verzorging vereist is en of na een blootstelling uitgestelde effecten kunnen worden verwacht; | b) | of het wenselijk is de blootgestelde persoon in de frisse lucht te brengen; | c) | of het wenselijk is kleding en schoenen van de blootgestelde persoon te verwijderen en te hanteren, en | d) | of persoonlijke beschermingsmiddelen wenselijk zijn voor de personen die de eerste hulp verlenen.
4.2.   Most important symptoms and effects, both acute and delayed4.2.   Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten
Briefly summarised information shall be provided on the most important symptoms and effects, both acute and delayed, from exposure.Verstrek kort samengevatte informatie over de belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten van blootstelling.
4.3.   Indication of any immediate medical attention and special treatment needed4.3.   Vermelding van eventueel noodzakelijke onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling
Where appropriate, information shall be provided on clinical testing and medical monitoring for delayed effects, specific details on antidotes (where they are known) and contraindications.Verstrek zo nodig informatie over klinische proeven en medische monitoring voor uitgestelde effecten, alsook specifieke details over tegengiffen (wanneer die bekend zijn) en contra-indicaties.
For some substances or mixtures, it may be important to emphasise that special means to provide specific and immediate treatment shall be available at the workplace.Voor sommige stoffen of mengsels kan het van belang zijn nadrukkelijk te vermelden dat speciale voorzieningen voor specifieke en onmiddellijke verzorging op de werkplek beschikbaar moeten zijn.
5.    SECTION 5: Firefighting measures5.    RUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen
This section of the safety data sheet shall describe the requirements for fighting a fire caused by the substance or mixture, or arising in its vicinity.Beschrijf in deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad de voorschriften voor de bestrijding van een brand veroorzaakt door of in de nabijheid van de stof of het mengsel.
5.1.   Extinguishing media5.1.   Blusmiddelen
Suitable extinguishing media:Geschikte blusmiddelen:
Information shall be provided on the appropriate extinguishing media.verstrek informatie over de geschikte blusmiddelen.
Unsuitable extinguishing media:Ongeschikte blusmiddelen:
Indications shall be given whether any extinguishing media are inappropriate for a particular situation involving the substance or mixture (e.g. avoid high pressure media which could cause the formation of a potentially explosible dust-air mixture).geef aan of bepaalde blusmiddelen ongeschikt zijn in een specifieke situatie waarbij de stof of het mengsel betrokken is (bv. vermijd middelen onder hoge druk, die zouden kunnen leiden tot het ontstaan van een potentieel explosief mengsel van stof en lucht).
5.2.   Special hazards arising from the substance or mixture5.2.   Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt
Information shall be provided on hazards that may arise from the substance or mixture, like hazardous combustion products that form when the substance or mixture burns, such as “may produce toxic fumes of carbon monoxide if burning” or “produces oxides of sulphur and nitrogen on combustion”.Verstrek informatie over gevaren die door de stof of het mengsel kunnen worden veroorzaakt, zoals gevaarlijke verbrandingsproducten die zich vormen wanneer de stof of het mengsel brandt, bijvoorbeeld: “kan bij brand giftige koolmonoxidedampen produceren” of “produceert bij verbranding zwavel- en stikstofoxiden”.
5.3.   Advice for firefighters5.3.   Advies voor brandweerlieden
Advice shall be provided on any protective actions to be taken during firefighting, such as “keep containers cool with water spray”, and on special protective equipment for firefighters, such as boots, overalls, gloves, eye and face protection and breathing apparatus.Geef advies over beschermende maatregelen die bij de bluswerkzaamheden moeten worden genomen, zoals “recipiënten met een waterstraal koel houden”, en over speciale beschermende uitrusting voor brandweerlieden, zoals laarzen, overalls, handschoenen, oog- en gezichtsmaskers en ademhalingsapparatuur.
6.    SECTION 6: Accidental release measures6.    RUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel
This section of the safety data sheet shall recommend the appropriate response to spills, leaks, or releases, to prevent or minimise the adverse effects on persons, property and the environment. It shall distinguish between responses to large and small spills, in cases where the spill volume has a significant impact on the hazard. If the procedures for containment and recovery indicate that different practices are required, these shall be indicated in the safety data sheet.In deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad moeten aanbevelingen worden opgenomen voor passende maatregelen wanneer de stof of het mengsel wordt geloosd, lekt of vrijkomt, om schadelijke gevolgen voor personen, eigendommen en het milieu te voorkomen of tot een minimum te beperken. Wanneer het gevaar in aanzienlijke mate afhangt van de geloosde hoeveelheid moet voor de maatregelen ook een onderscheid worden gemaakt tussen grote en kleine lozingen. Wanneer volgens de procedures voor insluiting en terugwinning verschillende praktijken vereist zijn, moeten die in het veiligheidsinformatieblad worden vermeld.
6.1.   Personal precautions, protective equipment and emergency procedures6.1.   Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermingsmiddelen en noodprocedures
6.1.1.   For non-emergency personnel6.1.1.   Voor andere personen dan de hulpdiensten
Advice shall be provided related to accidental spills and release of the substance or mixture such as:Verstrek advies in verband met het onopzettelijk lozen of vrijkomen van de stof of het mengsel, zoals:
(a) | the wearing of suitable protective equipment (including personal protective equipment referred to under section 8 of the safety data sheet) to prevent any contamination of skin, eyes and personal clothing;a) | het dragen van passende beschermende uitrusting (met inbegrip van de persoonlijke beschermingsmiddelen in rubriek 8 van het veiligheidsinformatieblad) om besmetting van de huid, de ogen en de eigen kleding te voorkomen;
(b) | removal of ignition sources, provision of sufficient ventilation, control of dust; andb) | verwijdering van ontstekingsbronnen, maatregelen voor voldoende ventilatie, tegengaan van stofvorming, en
(c) | emergency procedures such as the need to evacuate the danger area or to consult an expert.c) | noodprocedures zoals de noodzaak om de gevarenzone te evacueren of een deskundige te raadplegen.
6.1.2.   For emergency responders6.1.2.   Voor de hulpdiensten
Advice shall be provided related to suitable fabric for personal protective clothing (such as “appropriate: butylene”; “not appropriate: PVC”).Verstrek advies over de geschiktheid van stoffen voor persoonlijke beschermende kleding (zoals “geschikt: butyleen”; “niet geschikt: pvc”).
6.2.   Environmental precautions6.2.   Milieuvoorzorgsmaatregelen
Advice shall be provided on any environmental precautions to be taken related to accidental spills and release of the substance or mixture, such as keeping away from drains, surface and ground water.Verstrek advies over milieuvoorzorgsmaatregelen die moeten worden genomen in verband met het onopzettelijk lozen of vrijkomen van de stof of het mengsel, zoals vermijden dat het product in afvoerkanalen, oppervlaktewater of grondwater terechtkomt.
6.3.   Methods and material for containment and cleaning up6.3.   Insluitings- en reinigingsmethoden en -materiaal
6.3.1. | Appropriate advice shall be provided on how to contain a spill. Appropriate containment techniques may include any of the following: | (a) | bunding, covering of drains; | (b) | capping procedures.6.3.1. | Verstrek passend advies over hoe het geloosde product moet worden ingesloten. Passende insluitingsmethoden kunnen onder meer zijn: | a) | het afdammen of afdekken van afvoerkanalen; | b) | procedures om het geloosde product af te dekken.
6.3.2. | Appropriate advice shall be provided on how to clean-up a spill. Appropriate clean-up procedures may include any of the following: | (a) | neutralisation techniques; | (b) | decontamination techniques; | (c) | adsorbent materials; | (d) | cleaning techniques; | (e) | vacuuming techniques; | (f) | equipment required for containment/clean-up (include the use of non-sparking tools and equipment where applicable).6.3.2. | Verstrek passend advies over hoe het geloosde product moet worden gereinigd. Passende reinigingsprocedures kunnen onder meer zijn: | a) | neutralisatietechnieken; | b) | decontaminatietechnieken; | c) | adsorberende materialen; | d) | reinigingstechnieken; | e) | aanzuigingstechnieken; | f) | benodigd insluitings- en reinigingsmateriaal (in voorkomend geval het gebruik van vonkvrij gereedschap en vonkvrije uitrusting).
6.3.3. | Any other information shall be provided relating to spills and releases, including advice on inappropriate containment or clean-up techniques, such as by indications like “never use …”.6.3.3. | Verstrek alle andere passende informatie met betrekking tot het lozen of vrijkomen van het product, inclusief advies over ongeschikte insluitings- of reinigingstechnieken (zoals vermeldingen: “gebruik nooit …”).
6.4.   Reference to other sections6.4.   Verwijzing naar andere rubrieken
If appropriate sections 8 and 13 shall be referred to.Verwijs zo nodig naar de rubrieken 8 en 13.
7.    SECTION 7: Handling and storage7.    RUBRIEK 7: Hantering en opslag
This section of the safety data sheet shall provide advice on safe handling practices. It shall emphasise precautions that are appropriate to the identified uses referred to under subsection 1.2 and to the unique properties of the substance or mixture.Deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad moet advies bevatten over veilige hanteringspraktijken. De nadruk moet worden gelegd op voorzorgsmaatregelen die passend zijn voor het geïdentificeerde gebruik waarnaar in punt 1.2 wordt verwezen en voor de unieke eigenschappen van de stof of het mengsel.
Information in this section of the safety data sheet shall relate to the protection of human health, safety and the environment. It shall assist the employer in devising suitable working procedures and organisational measures according to Article 5 of Directive 98/24/EC and Article 5 of Directive 2004/37/EC.De informatie in deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad moet betrekking hebben op de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en het milieu. De werkgever moet aan de hand daarvan geschikte werkmethoden en organisatiemaatregelen overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 98/24/EG en artikel 5 van Richtlijn 2004/37/EG kunnen opstellen.
Where a chemical safety report is required, the information in this section of the safety data sheet shall be consistent with the information given for the identified uses in the chemical safety report and the exposure scenarios showing control of risk from the chemical safety report set out in the annex to the safety data sheet.Indien een chemischeveiligheidsrapport vereist is, moet de informatie in deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad overeenstemmen met de informatie die in het chemischeveiligheidsrapport voor het geïdentificeerde gebruik is gegeven en met de blootstellingsscenario’s met de beschrijving van de risicobeheersing van het chemischeveiligheidsrapport als beschreven in de bijlage bij het veiligheidsinformatieblad.
In addition to information given in this section, relevant information may also be found in section 8.Niet alleen deze rubriek, maar ook rubriek 8 kan relevante informatie bevatten.
7.1.   Precautions for safe handling7.1.   Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel
7.1.1. | Recommendations shall be specified to: | (a) | allow safe handling of the substance or mixture, such as containment and measures to prevent fire as well as aerosol and dust generation; | (b) | prevent handling of incompatible substances or mixtures; | (c) | draw attention to operations and conditions which create new risks by altering the properties of the substance or mixture, and to appropriate countermeasures; and | (d) | reduce the release of the substance or mixture to the environment, such as avoiding spills or keeping away from drains.7.1.1. | Doe specifieke aanbevelingen: | a) | voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel, zoals insluiting en maatregelen ter voorkoming van brand en van aerosol- en stofvorming; | b) | om het hanteren van incompatibele stoffen of mengsels te voorkomen; | c) | om de aandacht te vestigen op activiteiten en omstandigheden die nieuwe risico’s opleveren door een wijziging van de eigenschappen van de stof of het mengsel, en op passende tegenmaatregelen, en | d) | om het vrijkomen van de stof of het mengsel in het milieu te beperken en bijvoorbeeld te voorkomen dat het product wordt geloosd of in afvoerkanalen terechtkomt.
7.1.2. | Advice on general occupational hygiene shall be provided, such as: | (a) | not to eat, drink and smoke in work areas; | (b) | to wash hands after use; and | (c) | to remove contaminated clothing and protective equipment before entering eating areas.7.1.2. | Verstrek ook advies inzake algemene beroepsmatige hygiëne: | a) | niet eten, drinken of roken op plaatsen waar wordt gewerkt; | b) | na gebruik handen wassen, en | c) | verontreinigde kleding en beschermende uitrusting uittrekken alvorens ruimten te betreden waar wordt gegeten.
7.2.   Conditions for safe storage, including any incompatibilities7.2.   Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten
The advice provided shall be consistent with the physical and chemical properties described in section 9 of the safety data sheet. If relevant, advice shall be provided on specific storage requirements including:Het verstrekte advies moet in overeenstemming zijn met de in rubriek 9 van het veiligheidsinformatieblad beschreven fysische en chemische eigenschappen. Verstrek in voorkomend geval advies over specifieke eisen voor de opslag, zoals:
(a) | how to manage risks associated with: | (i) | explosive atmospheres; | (ii) | corrosive conditions; | (iii) | flammability hazards; | (iv) | incompatible substances or mixtures; | (v) | evaporative conditions; and | (vi) | potential ignition sources (including electrical equipment);a) | Maatregelen voor het risicobeheer in verband met: | i) | explosieve atmosferen; | ii) | corrosieve omstandigheden; | iii) | ontvlammingsgevaar; | iv) | incompatibele stoffen of mengsels; | v) | omstandigheden waarin verdamping optreedt, en | vi) | mogelijke ontstekingsbronnen (waaronder elektrische apparatuur);
(b) | how to control the effects of: | (i) | weather conditions; | (ii) | ambient pressure; | (iii) | temperature; | (iv) | sunlight; | (v) | humidity; and | (vi) | vibration;b) | Maatregelen voor het beheersen van de gevolgen van: | i) | weersomstandigheden; | ii) | omgevingsdruk; | iii) | temperatuur; | iv) | zonlicht; | v) | vochtgehalte, en | vi) | trillingen;
(c) | how to maintain the integrity of the substance or mixture by the use of: | (i) | stabilisers; and | (ii) | antioxidants;c) | Hoe de stof of het mengsel intact te houden door gebruik te maken van: | i) | stabilisatoren, en | ii) | antioxidanten;
(d) | other advice including: | (i) | ventilation requirements; | (ii) | specific designs for storage rooms or vessels (including retention walls and ventilation); | (iii) | quantity limits under storage conditions (if relevant); and | (iv) | packaging compatibilities.d) | Ander advies zoals: | i) | ventilatievereisten; | ii) | specifieke ontwerpen voor opslagruimten of -vaten (inclusief tussenschotten en ventilatie); | iii) | indien relevant, maximale hoeveelheid die in bepaalde omstandigheden mag worden opgeslagen, en | iv) | compatibele verpakkingen.
7.3.   Specific end use(s)7.3.   Specifiek eindgebruik
For substances and mixtures designed for specific end use(s), recommendations shall relate to the identified use(s) referred to in subsection 1.2 and be detailed and operational. If an exposure scenario is attached, reference to it may be made or the information as required in subsections 7.1 and 7.2 shall be provided. If an actor in the supply chain has carried out a chemical safety assessment for the mixture, it is sufficient that the safety data sheet and the exposure scenarios are consistent with the chemical safety report for the mixture, rather than with the chemical safety reports for each substance in the mixture. If industry or sector specific guidance is available, detailed reference to it (including source and issuing date) may be made.Voor stoffen en mengsels die voor specifiek eindgebruik zijn ontworpen, moeten gedetailleerde en praktische aanbevelingen worden geformuleerd voor het in punt 1.2 bedoelde geïdentificeerde gebruik. Indien een blootstellingsscenario is bijgevoegd, kan daarnaar worden verwezen; zo niet moet de informatie overeenkomstig de punten 7.1 en 7.2 worden verstrekt. Indien een actor in de toeleveringsketen voor het mengsel een chemischeveiligheidsbeoordeling heeft uitgevoerd, volstaat het dat het veiligheidsinformatieblad en de blootstellingsscenario’s overeenkomen met het chemischeveiligheidsrapport voor het mengsel in plaats van met de chemischeveiligheidsrapporten voor elke stof in het mengsel. Wanneer er specifieke richtsnoeren voor de industrie of de sector bestaan, kan daarnaar in detail worden verwezen (met vermelding van de bron en de datum van afgifte van de richtsnoeren).
8.    SECTION 8: Exposure controls/personal protection8.    RUBRIEK 8: Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming
This section of the safety data sheet shall describe the applicable occupational exposure limits and necessary risk management measures.In deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad moeten de toepasselijke grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling en de nodige risicobeheersingsmaatregelen worden beschreven.
Where a chemical safety report is required, the information in this section of the safety data sheet shall be consistent with the information given for the identified uses in the chemical safety report and the exposure scenarios showing control of risk from the chemical safety report set out in the annex to the safety data sheet.Indien een chemischeveiligheidsrapport vereist is, moet de informatie in deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad overeenstemmen met de informatie die in het chemischeveiligheidsrapport voor het geïdentificeerde gebruik is gegeven en met de blootstellingsscenario’s met de beschrijving van de risicobeheersing van het chemischeveiligheidsrapport als beschreven in de bijlage bij het veiligheidsinformatieblad.
8.1.   Control parameters8.1.   Controleparameters
8.1.1. | Where available, the following national limit values, including the legal basis of each of them, which are currently applicable in the Member State in which the safety data sheet is being provided shall be listed for the substance or for each of the substances in the mixture. When listing occupational exposure limit values, the chemical identity as specified in section 3 shall be used.8.1.1. | Indien beschikbaar moeten voor de stof of voor elk van de stoffen in het mengsel de volgende nationale grenswaarden, alsook de rechtsgrondslag van elk van die grenswaarden, worden vermeld die momenteel van toepassing zijn in de lidstaat waar het veiligheidsinformatieblad wordt verstrekt. Bij de vermelding van de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling moet de in rubriek 3 gespecificeerde chemische identiteit worden gebruikt.
8.1.1.1. | the national occupational exposure limit values that correspond to Union occupational exposure limit values in accordance with Directive 98/24/EC, including any notations as referred to in Article 2(3) of Commission Decision 2014/113/EU (5);8.1.1.1. | de nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling die overeenstemmen met de grenswaarden van de Unie voor beroepsmatige blootstelling overeenkomstig Richtlijn 98/24/EG, met inbegrip van aantekeningen als bedoeld in artikel 2, lid 3, van Besluit 2014/113/EU van de Commissie (5);
8.1.1.2. | the national occupational exposure limit values that correspond to Union limit values in accordance with Directive 2004/37/EC, including any notations as referred to in Article 2(3) of Decision 2014/113/EU;8.1.1.2. | de nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling die overeenstemmen met de grenswaarden van de Unie overeenkomstig Richtlijn 2004/37/EG, met inbegrip van aantekeningen als bedoeld in artikel 2, lid 3, van Besluit 2014/113/EU;
8.1.1.3. | any other national occupational exposure limit values;8.1.1.3. | alle andere nationale grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling;
8.1.1.4. | the national biological limit values that correspond to Union biological limit values in accordance with Directive 98/24/EC, including any notations as referred to in Article 2(3) of Decision 2014/113/EU;8.1.1.4. | de nationale biologische grenswaarden die overeenstemmen met de biologische grenswaarden van de Unie overeenkomstig Richtlijn 98/24/EG, met inbegrip van aantekeningen als bedoeld in artikel 2, lid 3, van Besluit 2014/113/EU;
8.1.1.5. | any other national biological limit values.8.1.1.5. | alle andere nationale biologische grenswaarden.
8.1.2. | Information on currently recommended monitoring procedures shall be provided at least for the most relevant substances.8.1.2. | Verstrek minstens voor de meest relevante stoffen informatie over de huidige aanbevolen monitoringprocedures.
8.1.3. | If air contaminants are formed when using the substance or mixture as intended, applicable occupational exposure limit values and/or biological limit values for these shall also be listed.8.1.3. | Indien bij het beoogde gebruik van de stof of het mengsel luchtvervuilende stoffen worden gevormd, moeten daarvoor toepasselijke grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling en/of biologische grenswaarden worden vermeld.
8.1.4. | Where a chemical safety report is required or where a DNEL as referred to in Section 1.4 of Annex I or a PNEC as referred to in Section 3.3 of Annex I is available, the relevant DNELs and PNECs for the substance shall be given for the exposure scenarios from the chemical safety report set out in the annex to the safety data sheet.8.1.4. | Indien een chemischeveiligheidsrapport vereist is, of een DNEL overeenkomstig punt 1.4 van bijlage I dan wel een PNEC overeenkomstig punt 3.3 van bijlage I beschikbaar is, moeten de relevante DNEL’s en PNEC’s voor de stof worden gegeven voor de blootstellingsscenario’s van het chemischeveiligheidsrapport die in de bijlage bij het veiligheidsinformatieblad zijn beschreven.
8.1.5. | Where a control banding approach is used to decide on risk management measures in relation to specific uses, sufficient detail shall be given to enable effective management of the risk. The context and limitations of the specific control banding recommendation shall be made clear.8.1.5. | Indien de stoffen of mengsels voor beheersingsdoeleinden in groepen worden ingedeeld (“control banding”) om beslissingen te nemen over risicobeheersmaatregelen in verband met specifiek gebruik, moeten voldoende details worden verstrekt om een doeltreffend risicobeheer mogelijk te maken. De context en de beperkingen van de specifieke aanbeveling om de stoffen of mengsels voor beheersingsdoeleinden in groepen in te delen, moeten worden toegelicht.
8.2.   Exposure controls8.2.   Maatregelen ter beheersing van blootstelling
The information required in this subsection shall be provided, unless an exposure scenario containing that information is attached to the safety data sheet.De informatie waarnaar in dit punt wordt gevraagd, moet worden verstrekt tenzij een blootstellingsscenario met die informatie bij het veiligheidsinformatieblad is gevoegd.
Where the supplier has waived a test under Section 3 of Annex XI, he shall indicate the specific conditions of use relied on to justify the waiving.Wanneer de leverancier heeft afgezien van een test krachtens rubriek 3 van bijlage XI, moet hij de specifieke gebruiksomstandigheden vermelden die verantwoorden waarom van de test werd afgezien.
Where a substance has been registered as an isolated intermediate (on-site or transported), the supplier shall indicate that this safety data sheet is consistent with the specific conditions relied on to justify the registration in accordance with Article 17 or 18.Wanneer een stof is geregistreerd als een (locatiegebonden of vervoerd) geïsoleerd tussenproduct, moet de leverancier verklaren dat dit veiligheidsinformatieblad in overeenstemming is met de specifieke voorwaarden die de registratie overeenkomstig artikel 17 of 18 rechtvaardigen.
8.2.1.   Appropriate engineering controls8.2.1.   Passende technische maatregelen
The description of appropriate exposure control measures shall relate to the identified use(s) of the substance or mixture as referred to in subsection 1.2. This information shall be sufficient to enable the employer to carry out an assessment of risk to the safety and health of workers arising from the presence of the substance or mixture in accordance with Articles 4 to 6 of Directive 98/24/EC and Articles 3 to 5 of Directive 2004/37/EC, where appropriate.De beschrijving van passende maatregelen ter beheersing van blootstelling moet verband houden met het geïdentificeerde gebruik van de stof of het mengsel bedoeld in punt 1.2. Deze informatie moet volstaan om het de werkgever mogelijk te maken in voorkomend geval een beoordeling uit te voeren van het risico voor de veiligheid van de gezondheid van de werknemers ingevolge de aanwezigheid van de stof of het mengsel overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 6 van Richtlijn 98/24/EG en de artikelen 3 tot en met 5 van Richtlijn 2004/37/EG.
This information shall complement that already given under section 7.Deze informatie moet een aanvulling vormen op de reeds in rubriek 7 verstrekte gegevens.
8.2.2.   Individual protection measures, such as personal protective equipment8.2.2.   Individuele beschermingsmaatregelen, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen
8.2.2.1. | The information on use of personal protective equipment shall be consistent with good occupational hygiene practices and in conjunction with other control measures, including engineering controls, ventilation and isolation. Where appropriate, section 5 shall be referred to for specific fire/chemical personal protective equipment advice.8.2.2.1. | De informatie over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen moet in overeenstemming zijn met goede beroepsmatige hygiënepraktijken en samengaan met andere beheersingsmaatregelen, zoals technische maatregelen, ventilatie en isolatie. In voorkomend geval moet worden verwezen naar rubriek 5 voor specifiek advies inzake persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vuur/chemische stoffen.
8.2.2.2. | Taking into account Regulation (EU) 2016/425 of the European Parliament and of the Council (6) and referring to the appropriate CEN standards, detailed specifications shall be given on which equipment will provide adequate and suitable protection, including: | (a) | Eye/face protection | The type of eye/face protection equipment required shall be specified based on the hazard of the substance or mixture and potential for contact, such as safety glasses, safety goggles, face-shield. | (b) | Skin protection | (i) | Hand protection | The type of gloves to be worn when handling the substance or mixture shall be clearly specified based on the hazard of the substance or mixture and potential for contact and with regard to the amount and duration of dermal exposure, including: | — | the type of material and its thickness, | — | the typical or minimum breakthrough times of the glove material, | If necessary, any additional hand protection measures shall be indicated. | (ii) | Other | If it is necessary to protect a part of the body other than the hands, the type and quality of protection equipment required shall be specified, such as gauntlets, boots, bodysuit based on the hazards associated with the substance or mixture and the potential for contact. | If necessary, any additional skin protection measures and specific hygiene measures shall be indicated. | (c) | Respiratory protection | For gases, vapours, mist or dust, the type of protective equipment to be used shall be specified based on the hazard and potential for exposure, including air-purifying respirators, specifying the proper purifying element (cartridge or canister), the adequate particulate filters and the adequate masks, or self-contained breathing apparatus. | (d) | Thermal hazards | When specifying protective equipment to be worn for materials that represent a thermal hazard, special consideration shall be given to the construction of the personal protective equipment.8.2.2.2. | Rekening houdend met Verordening (EU) 2016/425 van het Europees Parlement en de Raad (6) en verwijzend naar de desbetreffende CEN-normen, moeten gedetailleerde specificaties worden verstrekt over welk beschermingsmiddel doeltreffende en geschikte bescherming biedt, zoals: | a) | Bescherming van de ogen/het gezicht | Het vereiste soort bescherming van de ogen/het gezicht moet worden vastgesteld op grond van het gevaar dat de stof of het mengsel inhoudt en van het risico van contact, zoals veiligheidsbrillen, veiligheidsstofbrillen, gezichtsschermen. | b) | Bescherming van de huid | i) | Bescherming van de handen | Specificeer — afhankelijk van het gevaar dat met de stof of het mengsel verbonden is en het risico van contact, alsook met betrekking tot de hoeveelheid en de duur van blootstelling van de huid — duidelijk het soort handschoenen dat bij het werken met de stof of het mengsel moet worden gedragen, met inbegrip van: | — | het soort materiaal en de dikte, | — | de typische of minimumdoorbraaktijd van het handschoenmateriaal. | Vermeld zo nodig extra maatregelen voor de bescherming van de handen. | ii) | Andere maatregelen | Specificeer, indien andere lichaamsdelen dan de handen moeten worden beschermd, het soort en de kwaliteit van de vereiste beschermingsmiddelen — zoals kaphandschoenen, laarzen, overalls — afhankelijk van de gevaren die met de stof of het mengsel verbonden zijn en het risico van contact. | Vermeld zo nodig extra maatregelen voor de bescherming van de huid en specifieke hygiënische maatregelen. | c) | Bescherming van de ademhalingswegen | Specificeer voor gassen, dampen, nevel of stof, afhankelijk van het gevaar en het risico van blootstelling, het soort te gebruiken beschermingsmiddel, zoals luchtzuiverende ademhalingstoestellen met vermelding van het eigenlijke zuiverende element (patroon of filterbus), doeltreffende deeltjesfilters en doeltreffende maskers, of onafhankelijke ademhalingsapparatuur. | d) | Thermische gevaren | Wanneer wordt vermeld dat voor materialen die een thermisch gevaar inhouden beschermingsmiddelen moeten worden gedragen, moet bijzondere aandacht worden besteed aan de constructie van het persoonlijke beschermingsmiddel.
8.2.3.   Environmental exposure controls8.2.3.   Beheersing van milieublootstelling
The information required by the employer to fulfil his commitments under Union environmental protection legislation shall be specified.Verstrek de informatie die de werkgever nodig heeft om zijn verplichtingen in verband met de Uniewetgeving inzake milieubescherming na te komen.
Where a chemical safety report is required, a summary of the risk management measures that adequately control exposure of the environment to the substance shall be given for the exposure scenarios set out in the annex to the safety data sheet.Indien een chemischeveiligheidsrapport vereist is, moet voor de blootstellingsscenario’s als beschreven in de bijlage bij het veiligheidsinformatieblad een samenvatting worden verstrekt van de risicobeheersmaatregelen die de blootstelling van het milieu aan de stof naar behoren beheersen.
9.    SECTION 9: Physical and chemical properties9.    RUBRIEK 9: Fysische en chemische eigenschappen
This section of the safety data sheet shall describe the empirical data relating to the substance or mixture, if relevant. Article 8(2) of Regulation (EC) No 1272/2008 shall apply.Vermeld indien relevant in deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad de empirische gegevens met betrekking tot de stof of het mengsel. Artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1272/2008 is van toepassing.
To enable proper control measures to be taken, all relevant information on the substance or mixture shall be provided. The information in this section shall be consistent with the information provided in the registration or in the chemical safety report, where required, and with the classification of the substance or mixture.Verstrek, opdat de juiste beheersingsmaatregelen kunnen worden genomen, alle relevante informatie over de stof of het mengsel. De informatie in deze rubriek moet overeenkomen met de informatie die is verstrekt in de/het eventueel vereiste registratie of chemischeveiligheidsrapport en met de indeling van de stof of het mengsel.
In the case of a mixture, where information does not apply to the mixture as a whole, the entries shall clearly indicate to which substance in the mixture the data apply.Ingeval de informatie niet geldt voor het mengsel als geheel, moet duidelijk worden vermeld op welke stof in het mengsel de informatie betrekking heeft.
Reported properties shall be clearly identified and reported in the appropriate measurement units. The method of determination shall be provided, including measurement and reference conditions, if relevant for the interpretation of the numerical value. Unless specified otherwise, standard conditions of temperature and pressure are 20 °C and 101,3 kPa, respectively.De gerapporteerde eigenschappen moeten duidelijk worden geïdentificeerd en gerapporteerd in de passende meeteenheden. De bepalingsmethode moet worden vermeld, met inbegrip van de meet- en referentieomstandigheden, indien dat relevant is voor de interpretatie van de getalwaarde. Tenzij anders bepaald, zijn de standaardomstandigheden van temperatuur en druk respectievelijk 20 °C en 101,3 kPa.
The properties listed in subsections 9.1 and 9.2 may be presented in a form of a list. Within the subsections, the order of listing the properties may be different if deemed appropriate.De in de punten 9.1 en 9.2 genoemde eigenschappen kunnen in de vorm van een lijst worden gepresenteerd. Indien dat passend wordt geacht, kan de volgorde van de eigenschappen in de punten verschillend zijn.
9.1.   Information on basic physical and chemical properties9.1.   Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen
Each safety data sheet shall include the properties mentioned below. If it is stated that a particular property does not apply or if information on a particular property is not available, this shall be clearly indicated, giving the reasons where possible.Elk veiligheidsinformatieblad moet de hieronder genoemde eigenschappen vermelden. Wanneer wordt vermeld dat een specifieke eigenschap niet van toepassing is of er over een specifieke eigenschap geen informatie beschikbaar is, moet dat duidelijk worden aangegeven, zo mogelijk met vermelding van de redenen daarvoor.
(a) | Physical state | The physical state (gas, liquid or solid) shall generally be indicated at standard conditions of temperature and pressure. | The definitions of the terms gas, liquid and solid, as provided in Section 1.0 of Annex I to Regulation (EC) No 1272/2008, shall apply.a) | Fysische toestand | Vermeld de fysische toestand (gas, vloeistof of vaste stof), bij voorkeur onder standaardomstandigheden van temperatuur en druk. | De definities van de termen gas, vloeistof en vaste stof in punt 1.0 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 zijn van toepassing.
(b) | Colour | The colour of the substance or mixture as supplied shall be indicated. | In cases where one safety data sheet is used to cover variants of a mixture which may have different colours, the term “various” can be used to describe the colour.b) | Kleur | Vermeld de kleur van de stof of het mengsel zoals geleverd. | Wanneer één veiligheidsinformatieblad wordt gebruikt voor varianten van een mengsel die verschillende kleuren kunnen hebben, kan de term “verschillende” worden gebruikt om de kleur te beschrijven.
(c) | Odour | A qualitative description of the odour shall be given if it is well-known or described in the literature. | If available, the odour threshold shall be indicated (qualitatively or quantitatively).c) | Geur | Geef een kwalitatieve beschrijving van de geur indien de geur algemeen bekend is of in de literatuur wordt beschreven. | Vermeld de geurdrempelwaarde (kwalitatief of kwantitatief) indien deze beschikbaar is.
(d) | Melting point/freezing point | Does not apply to gases. | Melting point and freezing point shall be indicated at standard pressure. | In case the melting point is above the measuring range of the method, it shall be indicated up to which temperature no melting point was observed. | If decomposition or sublimation occur prior to or during melting, it shall be indicated. | As regards waxes and pastes, the softening point/range may be indicated instead of the melting point and freezing point. | As regards mixtures, if it is technically not possible to determine the melting point/freezing point, this shall be indicated.d) | Smeltpunt/vriespunt | Niet van toepassing op gassen. | Vermeld het smeltpunt en het vriespunt bij standaarddruk. | Als het smeltpunt boven het meetbereik van de methode ligt, moet worden vermeld tot welke temperatuur geen smeltpunt is waargenomen. | Indien vóór of tijdens het smelten ontleding of sublimatie plaatsvindt, moet dit worden vermeld. | Voor wassen en pasta’s mag in plaats van het smeltpunt en het vriespunt het verwekingspunt/verwekingstraject worden vermeld. | Indien het voor mengsels technisch niet mogelijk is het smeltpunt/vriespunt te bepalen, moet dit worden vermeld.
(e) | Boiling point or initial boiling point and boiling range | These properties shall be indicated at standard pressure. A boiling point at lower pressure might however be indicated, in case the boiling point is very high or in case decomposition occurs before boiling at standard pressure. | If the boiling point is above the measuring range of the method, the temperature up to which no boiling point was observed shall be indicated. | If decomposition occurs prior to or during boiling, this shall be indicated. | As regards mixtures, if it is technically not possible to determine their boiling point or range, this shall be indicated; in that case, the boiling point of the lowest boiling ingredient shall also be indicated.e) | Kookpunt of beginkookpunt en kooktraject | Vermeld deze eigenschappen bij standaarddruk. Er kan echter een kookpunt bij lagere druk worden vermeld indien het kookpunt zeer hoog is of als ontleding plaatsvindt voordat het kookpunt bij standaarddruk wordt bereikt. | Als het kookpunt boven het meetbereik van de methode ligt, moet worden vermeld tot welke temperatuur geen kookpunt is waargenomen. | Indien vóór of tijdens het koken ontleding plaatsvindt, moet dit worden vermeld. | Indien het voor mengsels technisch niet mogelijk is het kookpunt of kooktraject te bepalen, moet dit worden vermeld; in dat geval moet ook het kookpunt worden vermeld van het ingrediënt met het laagste kookpunt.
(f) | Flammability | Applies to gases, liquids and solids. | It shall be indicated whether the substance or mixture is ignitable, i.e. capable of catching fire or being set on fire, even if not classified for flammability. | If available and appropriate, further information may be indicated, such as whether the effect of ignition is other than a normal combustion (e.g. an explosion) and the ignitability under non-standard conditions. | More specific information on the flammability may be indicated based on the respective hazard classification. The information provided in subsection 9.2.1 shall not be provided in this point.f) | Ontvlambaarheid | Van toepassing op gassen, vloeistoffen en vaste stoffen. | Vermeld of de stof of het mengsel ontvlambaar is, d.w.z. of de stof of het mengsel vuur kan vatten of in brand kan worden gestoken, ook als de stof of het mengsel niet zijn onderworpen aan de indelingsprocedures voor ontvlambaarheid. | Indien nadere informatie beschikbaar is, zoals het antwoord op de vraag of het effect van ontbranding anders is dan bij een normale verbranding (bv. een explosie) en de ontvlambaarheid onder niet-standaardomstandigheden, kan die in voorkomend geval worden vermeld. | Op basis van de desbetreffende gevaarsindeling kan meer specifieke informatie over de ontvlambaarheid worden vermeld. Vermeld in dit punt niet de in punt 9.2.1 bedoelde informatie.
(g) | Lower and upper explosion limit (7) | Do not apply to solids. | As regards flammable liquids, at least the lower explosion limit shall be indicated. If the flash point is approximately – 25 °C or higher, it may not be possible to determine the upper explosion limit at standard temperature; in that case, it is recommended to indicate the upper explosion limit at a higher temperature. If the flash point is higher than 20 °C, it may not be possible to determine the lower or the upper explosion limit at standard temperature; in that case, it is recommended to indicate both the lower and the upper explosion limits at a higher temperature.g) | Onderste en bovenste explosiegrens (7) | Niet van toepassing op vaste stoffen. | Vermeld voor brandbare vloeistoffen ten minste de onderste explosiegrens. Als het vlampunt ongeveer -25 °C of hoger is, kan het onmogelijk zijn de bovenste explosiegrens bij standaardtemperatuur te bepalen; in dat geval wordt aanbevolen de bovenste explosiegrens bij een hogere temperatuur te vermelden. Als het vlampunt hoger is dan 20 °C, kan het onmogelijk zijn de onderste of bovenste explosiegrens bij standaardtemperatuur te bepalen; in dat geval wordt aanbevolen zowel de onderste als de bovenste explosiegrens bij een hogere temperatuur te vermelden.
(h) | Flash point | Does not apply to gases, aerosols and solids. | For mixtures, a value for the mixture shall be indicated, if available. Otherwise, the flash point(s) of the substance(s) with the lowest flash point(s) shall be indicated.h) | Vlampunt | Niet van toepassing op gassen, aerosolen en vaste stoffen. | Vermeld voor mengsels een waarde voor het mengsel indien deze beschikbaar is. Vermeld anders het/de vlampunt(en) van de stof(fen) met het laagste vlampunt.
(i) | Auto-ignition temperature | Only applies to gases and liquids. | As regards mixtures the auto-ignition temperature for the mixture shall be indicated, if available. If the value for the mixture is not available, the auto-ignition temperature(s) of the ingredients with the lowest auto-ignition temperature(s) shall be indicated.i) | Zelfontbrandingstemperatuur | Alleen van toepassing op gassen en vloeistoffen. | Vermeld voor mengsels de zelfontbrandingstemperatuur voor het mengsel indien deze beschikbaar is. Als de waarde voor het mengsel niet beschikbaar is, moet de zelfontbrandingstemperatuur van de ingrediënten met de laagste zelfontstekingstemperatuur worden vermeld.
(j) | Decomposition temperature | Only applies to self-reactive substances and mixtures, organic peroxides, and other substances and mixtures that may decompose. | The self-accelerating decomposition temperature (SADT) and the volume to which it applies, or the decomposition onset temperature shall be indicated. | It shall be indicated whether the temperature given is the SADT or the decomposition onset temperature. | If no decomposition was observed, it shall be indicated up to which temperature no decomposition was observed, e.g. “no decomposition observed up to x °C”.j) | Ontledingstemperatuur | Alleen van toepassing op zelfontledende stoffen en mengsels, organische peroxiden en andere stoffen en mengsels die kunnen ontleden. | Vermeld de temperatuur van zelfversnellende ontleding (SADT) en het volume waarop die van toepassing is, of de begintemperatuur van de ontleding. | Vermeld of de temperatuur de SADT of de begintemperatuur van de ontleding is. | Als geen ontleding is waargenomen, moet worden vermeld tot welke temperatuur geen ontleding is waargenomen, bv. “geen ontleding waargenomen tot x °C”.
(k) | pH | Does not apply to gases. | The pH of the substance or mixture as supplied, or where the product is a solid, the pH of an aqueous liquid or solution at a given concentration, shall be indicated. | The concentration of the test substance or mixture in water shall be indicated.k) | pH | Niet van toepassing op gassen. | Vermeld de pH van de stof die of het mengsel zoals dat is geleverd, of indien het product een vaste stof is, de pH van een waterige vloeistof of oplossing bij een bepaalde concentratie. | Vermeld de concentratie van de teststof of het testmengsel in water.
(l) | Kinematic viscosity | Only applies to liquids. | The measurement unit shall be mm2/s. | For non-Newtonian liquids, the thixotropic or rheopexic behaviour shall be indicated.l) | Kinematische viscositeit | Alleen van toepassing op vloeistoffen. | De meeteenheid is mm2/s. | Vermeld voor niet-newtonse vloeistoffen het thixotrope of reopexe gedrag.
(m) | Solubility | Solubility shall generally be indicated at standard temperature. | The solubility in water shall be indicated. | The solubility in other polar and non-polar solvents may also be included. | As regards mixtures, it shall be indicated if the mixture is fully or only partially soluble in or miscible with water or other solvent. | As regards nanoforms, the dissolution rate in water or in other relevant biological or environmental media shall be indicated in addition to the water solubility.m) | Oplosbaarheid | Vermeld de oplosbaarheid, bij voorkeur bij de standaardtemperatuur. | Vermeld de oplosbaarheid in water. | Ook de oplosbaarheid in andere polaire en niet-polaire oplosmiddelen kan worden vermeld. | Vermeld voor mengsels of het mengsel geheel of alleen gedeeltelijk oplosbaar is in of mengbaar is met water of een ander oplosmiddel. | Vermeld voor nanovormen naast de oplosbaarheid in water ook de oplossingssnelheid in water of in andere relevante biologische of milieumedia.
(n) | Partition coefficient n-octanol/water (log value) | Does not apply to inorganic and ionic liquids and does not generally apply to mixtures. | It shall be indicated whether the reported value is based on testing or on calculation. | As regards nanoforms of a substance for which the n-octanol/water partition coefficient does not apply, the dispersion stability in different media shall be indicated.n) | Verdelingscoëfficiënt n-octanol/water (logwaarde) | Niet van toepassing op anorganische en ionische vloeistoffen en in de regel niet van toepassing op mengsels. | Vermeld of de gerapporteerde waarde is gebaseerd op tests of op berekeningen. | Vermeld voor nanovormen van een stof waarvoor de verdelingscoëfficiënt n-octanol/water niet van toepassing is, de dispersiestabiliteit in verschillende media.
(o) | Vapour pressure | Vapour pressure shall generally be indicated at standard temperature. | As regards volatile fluids, the vapour pressure at 50 °C shall also be indicated. | In cases where one safety data sheet is used to cover variants of a liquid mixture or liquefied gas mixture, a range for the vapour pressure shall be indicated. | As regards liquid mixtures or liquefied gas mixtures, a range for the vapour pressure or at least the vapour pressure of the most volatile ingredient(s), where the vapour pressure of the mixture is predominantly determined by that or those ingredient(s), shall be indicated. | The saturated vapour concentration may also be indicated.o) | Dampspanning | Vermeld de dampspanning, bij voorkeur bij de standaardtemperatuur. | Vermeld voor vluchtige vloeistoffen ook de dampspanning bij 50 °C. | Wanneer één veiligheidsinformatieblad wordt gebruikt voor verschillende varianten van een vloeibaar mengsel of een mengsel van vloeibaar gemaakte gassen, moet voor de dampspanning een bereik worden vermeld. | Vermeld voor vloeibare mengsels of mengsels van vloeibaar gemaakte gassen voor de dampspanning een bereik of ten minste de dampspanning van het/de vluchtigste ingrediënt(en) wanneer de dampspanning van het mengsel vooral wordt bepaald door dat/die ingrediënt(en). | Ook de verzadigde dampconcentratie mag worden vermeld.
(p) | Density and/or relative density | Only apply to liquids and solids. | Density and relative density shall generally be indicated at standard conditions of temperature and pressure. | The absolute density and/or the relative density based on water at 4 °C as reference (also referred to as the specific gravity) shall be indicated. | In cases where variations in density are possible, e.g. due to batch manufacture, or where one safety data sheet is used to cover several variants of a substance or mixture, a range may be indicated. | The safety data sheet shall indicate whether the absolute density (units e.g. g/cm3 or kg/m3 ) and/or the relative density (dimensionless) is being reported.p) | Dichtheid en/of relatieve dichtheid | Alleen van toepassing op vloeistoffen en vaste stoffen. | Vermeld de dichtheid en de relatieve dichtheid, bij voorkeur onder standaardomstandigheden van temperatuur en druk. | Vermeld de absolute dichtheid en/of de relatieve dichtheid met water van 4 °C als referentie (ook soortelijk gewicht genoemd). | Wanneer variaties in dichtheid mogelijk zijn, bv. als gevolg van de productie van charges, of wanneer een veiligheidsinformatieblad wordt gebruikt voor verschillende varianten van een stof of mengsel, mag een bereik worden vermeld. | Het veiligheidsinformatieblad vermeldt of de absolute dichtheid (eenheden bv. g/cm3 of kg/m3 ) en/of de relatieve dichtheid (dimensieloos) wordt gehanteerd.
(q) | Relative vapour density | Only applies to gases and liquids. | As regards gases, the relative density of the gas based on air at 20 °C as reference shall be indicated. | As regards liquids, the relative vapour density based on air at 20 °C as reference shall be indicated. | As regards liquids, the relative density D m of the vapour/air-mixture at 20 °C may also be indicated.q) | Relatieve dampdichtheid | Alleen van toepassing op gassen en vloeistoffen. | Vermeld voor gassen de relatieve dichtheid van het gas met lucht van 20 °C als referentie. | Vermeld voor vloeistoffen de relatieve dampdichtheid met lucht van 20 °C als referentie. | Voor vloeistoffen mag ook de relatieve dichtheid D m van het damp/luchtmengsel bij 20 °C worden vermeld.
(r) | Particle characteristics | Only apply to solids. | The particle size (median equivalent diameter, method of calculation of the diameter (number-, surface- or volume-based) and the range in which this median value varies), shall be indicated. Other properties may also be indicated, such as size distribution (e.g. as a range), shape and aspect ratio, aggregation and agglomeration state, specific surface area and dustiness. If the substance is in nanoform or if the mixture supplied contains a nanoform, those characteristics shall be indicated in this subsection, or referred to if already specified elsewhere in the safety data sheet.r) | Deeltjeskenmerken | Alleen van toepassing op vaste stoffen. | Vermeld de deeltjesgrootte (mediane equivalente diameter, methode om de diameter te berekenen (op basis van aantal, oppervlakte of volume) en bandbreedte waarbinnen deze mediaanwaarde varieert). Ook andere eigenschappen kunnen worden vermeld, zoals de distributie van de grootte (bv. als een bereik), de vorm en de dimensieverhouding, de aggregatie- en agglomeratietoestand, de specifieke oppervlakte en de stofvorming. Indien de stof in nanovorm voorkomt of indien het verstrekte mengsel een nanovorm bevat, moeten die kenmerken in dit punt worden vermeld of moet ernaar worden verwezen indien dit reeds elders in het veiligheidsinformatieblad is gebeurd.
9.2.   Other information9.2.   Overige informatie
In addition to the properties mentioned in subsection 9.1, other physical and chemical parameters shall be indicated, such as the properties listed in subsections 9.2.1 and 9.2.2, if their indication is relevant for the safe use of the substance or mixture.Vermeld naast de in punt 9.1 genoemde eigenschappen ook andere fysische en chemische parameters, zoals de in de punten 9.2.1 en 9.2.2 genoemde eigenschappen, indien de vermelding ervan relevant is voor het veilige gebruik van de stof of het mengsel.
9.2.1.   Information with regard to physical hazard classes9.2.1.   Informatie inzake fysische gevarenklassen
This subsection lists properties, safety characteristics and test results, which may be useful to include in the safety data sheet when a substance or mixture is classified in the respective physical hazard class. Data deemed relevant with regard to a specific physical hazard but not resulting in classification (e.g. negative test results close to the criterion), may also be appropriate to indicate.In dit punt worden de eigenschappen, de veiligheidskenmerken en de testresultaten vermeld waarvan de opname in het veiligheidsinformatieblad nuttig kan zijn wanneer een stof of mengsel in de desbetreffende fysische gevarenklasse is ingedeeld. Het kan ook passend zijn gegevens te vermelden die relevant worden geacht met betrekking tot een specifiek fysisch gevaar, maar die niet tot indeling leiden (bv. negatieve testresultaten dicht bij het criterium).
The name of the hazard class to which the data relate may be indicated together with the data.De naam van de gevarenklasse waarop de gegevens betrekking hebben, mag samen met de gegevens worden vermeld.
(a) | Explosives | This point also applies to substances and mixtures referred to in Note 2 of section 2.1.3 of Annex I of Regulation (EC) No 1272/2008, and to other substances and mixtures which show a positive effect if heated under confinement. | The following information may be provided: | (i) | sensitivity to shock; | (ii) | effect of heating under confinement; | (iii) | effect of ignition under confinement; | (iv) | sensitivity to impact; | (v) | sensitivity to friction; | (vi) | thermal stability; | (vii) | package (type, size, net mass of substance or mixture), based on which the “division” within the explosive class was assigned, or based on which the substance or mixture was exempted from classification as explosive.a) | Ontplofbare stoffen | Dit punt is ook van toepassing op stoffen en mengsels als bedoeld in noot 2 van punt 2.1.3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008, en op andere stoffen en mengsels die bij verwarming in afgesloten toestand een positief resultaat hebben. | De volgende informatie mag worden verstrekt: | i) | gevoeligheid voor slagen en stoten; | ii) | reactie bij verwarming in afgesloten toestand; | iii) | reactie bij ontsteking in afgesloten toestand; | iv) | gevoeligheid voor schokken; | v) | gevoeligheid voor wrijving; | vi) | thermische stabiliteit; | vii) | combinatie eigenschappen (type, grootte, nettomassa van de stof of het mengsel) op basis waarvan de stof of mengsel binnen de categorie ontplofbare stoffen is ingedeeld, of op basis waarvan de stof of het mengsel is vrijgesteld van de indeling als ontplofbare stof.
(b) | Flammable gases | As regards pure flammable gas, the following information may be provided in addition to data on the explosion limits referred to in point (g) of subsection 9.1: | (i) | the T Ci (maximum content of flammable gas which, when mixed with nitrogen, is not flammable in air, in mol. %); | (ii) | the fundamental burning velocity if the gas is classified as Category 1B based on fundamental burning velocity. | As regards a flammable gas mixture, the following information may be provided in addition to data on the explosion limits referred to in point (g) of subsection 9.1: | (i) | explosion limits, if tested, or an indication of whether the classification and category assignment is based on calculation; | (ii) | fundamental burning velocity if the gas mixture is classified as Category 1B based on fundamental burning velocity.b) | Ontvlambare gassen | Voor zuivere ontvlambare gassen mag naast gegevens over de explosiegrenzen als bedoeld in punt 9.1, onder g), de volgende informatie worden verstrekt: | i) | de T Ci (maximumgehalte aan ontvlambaar gas dat, wanneer gemengd met stikstof, niet ontvlambaar is in de lucht, in molprocent); | ii) | de fundamentele brandsnelheid indien het gas op basis van de fundamentele brandsnelheid is ingedeeld als categorie 1B. | Voor een ontvlambaar gasmengsel mag naast gegevens over de explosiegrenzen als bedoeld in punt 9.1, onder g), de volgende informatie worden verstrekt: | i) | explosiegrenzen, indien getest, of een indicatie of de indeling en toewijzing van de categorie is gebaseerd op berekeningen; | ii) | fundamentele brandsnelheid indien het gasmengsel op basis van de fundamentele brandsnelheid is ingedeeld als categorie 1B.
(c) | Aerosols | The following total percentage (by mass) of flammable components may be provided, unless the aerosol is classified as Aerosol category 1 because it contains more than 1 % (by mass) flammable components or has a heat of combustion of at least 20 kJ/g and is not submitted to the flammability classification procedures (see the Note in Paragraph 2.3.2.2 of Annex I to Regulation (EC) No 1272/2008);c) | Aerosolen | Het volgende totale (gewichts)percentage van ontvlambare bestanddelen mag worden verstrekt, tenzij de aerosol is ingedeeld als aerosolcategorie 1 omdat het meer dan 1 (gewichts)percent ontvlambare bestanddelen bevat of een verbrandingswarmte van ten minste 20 kJ/g heeft en niet onderworpen is aan de indelingsprocedures voor ontvlambaarheid (zie de noot in punt 2.3.2.2 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008);
(d) | Oxidising gases | As regards pure gas, the C i (coefficient of oxygen equivalency) as per ISO 10156 “Gases and gas mixtures – Determination of fire potential and oxidizing ability for the selection of cylinder valve outlets”, or as per an equivalent method, may be provided; | As regards a gas mixture, the words “oxidising gas Category 1 (tested as per ISO 10156 (or as per an equivalent method))” may be indicated as regards tested mixtures, or the calculated oxidising power as per ISO 10156 or as per an equivalent method;d) | Oxiderende gassen | Voor zuivere gassen mag de C i (zuurstofequivalentiecoëfficiënt) volgens ISO 10156 “Gassen en gasmengsels — Bepaling van het brandpotentieel en het oxiderend vermogen voor de keuze van cilinderklepopeningen” of volgens een gelijkwaardige methode worden verstrekt; | Voor gasmengsels mogen de woorden “oxiderend gas van categorie 1 (getest volgens ISO 10156 (of een gelijkwaardige methode))” worden vermeld voor geteste mengsels, of het berekende oxiderend vermogen volgens ISO 10156 of een gelijkwaardige methode;
(e) | Gases under pressure | As regards pure gas, critical temperature may be provided. | As regards gas mixture, pseudo-critical temperature may be provided;e) | Gassen onder druk | Voor zuivere gassen mag de kritische temperatuur worden vermeld. | Voor gasmengsels mag de pseudo-kritische temperatuur worden vermeld;
(f) | Flammable liquids | When the substance or mixture is classified as flammable liquid, data on the boiling point and flash point do not need to be provided under this point as that data are to be indicated in accordance with the subsection 9.1. Information on sustained combustibility may be provided.f) | Ontvlambare vloeistoffen | Wanneer de stof of het mengsel is ingedeeld als ontvlambare vloeistof, hoeven de gegevens inzake het kookpunt en het vlampunt in dit punt niet te worden vermeld, aangezien die gegevens moeten worden vermeld overeenkomstig punt 9.1. Er mag informatie worden verstrekt over het vermogen om verbranding te doorstaan.
(g) | Flammable solids | The following information may be provided: | (i) | burning rate, or burning time as regards metal powders, | (ii) | statement on whether the wetted zone has been passed;g) | Ontvlambare vaste stoffen | De volgende informatie mag worden verstrekt: | i) | verbrandingssnelheid, of verbrandingsduur van metaalpoeders; | ii) | een verklaring over de vraag of de bevochtigde zone is gepasseerd;
(h) | Self-reactive substances and mixtures | In addition to the indication of the SADT as specified in point (j) of subsection 9.1, the following information may be provided: | (i) | decomposition temperature, | (ii) | detonation properties, | (iii) | deflagration properties, | (iv) | effect of heating under confinement, | (v) | explosive power, if applicable;h) | Zelfontledende stoffen en mengsels | Naast de vermelding van de SADT als bedoeld in punt 9.1, onder j), mag de volgende informatie worden verstrekt: | i) | ontledingstemperatuur, | ii) | detonatiekenmerken, | iii) | deflagratiekenmerken, | iv) | reactie bij verwarming in afgesloten toestand, | v) | in voorkomend geval, explosief vermogen;
(i) | Pyrophoric liquids | Information on whether spontaneous ignition or charring of filter paper occurs may be provided.i) | Pyrofore vloeistoffen | Vermeld kan worden of er spontane ontbranding of verkoling van filterpapier optreedt.
(j) | Pyrophoric solids | The following information may be provided: | (i) | statement on whether spontaneous ignition occurs when poured or within five minutes thereafter, as regards solids in powder form, | (ii) | statement on whether pyrophoric properties could change over time.j) | Pyrofore vaste stoffen | De volgende informatie mag worden verstrekt: | i) | voor vaste stoffen in poedervorm: of spontane ontbranding optreedt bij het gieten of binnen vijf minuten daarna, | ii) | een verklaring over de vraag of de pyrofore eigenschappen na verloop van tijd kunnen veranderen.
(k) | Self-heating substances and mixtures | The following information may be provided: | (i) | statement on whether spontaneous ignition occurs and the maximum temperature rise obtained, | (ii) | results of screening tests referred to in section 2.11.4.2 of Annex I to Regulation (EC) No 1272/2008, if relevant and available;k) | Voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels | De volgende informatie mag worden verstrekt: | i) | een verklaring over de vraag of spontane ontbranding optreedt en wat de maximale temperatuurstijging is, | ii) | de resultaten van de in punt 2.11.4.2 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 bedoelde screeningtests, als die relevant en beschikbaar zijn;
(l) | Substances and mixtures, which emit flammable gases in contact with water | The following information may be provided: | (i) | identity of the emitted gas, if known, | (ii) | statement on whether the emitted gas ignites spontaneously, | (iii) | gas evolution rate;l) | Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen | De volgende informatie mag worden verstrekt: | i) | identiteit van het ontwikkelde gas, indien dat bekend is, | ii) | een verklaring over de vraag of het ontwikkelde gas spontaan ontbrandt, | iii) | gasontwikkeling;
(m) | Oxidising liquids | Information on whether spontaneous ignition occurs when mixed with cellulose may be provided.m) | Oxiderende vloeistoffen | Vermeld kan worden of er bij menging met cellulose spontane ontbranding optreedt.
(n) | Oxidizing solids | Information on whether spontaneous ignition occurs when mixed with cellulose may be provided.n) | Oxiderende vaste stoffen | Vermeld kan worden of er bij menging met cellulose spontane ontbranding optreedt.
(o) | Organic peroxides | In addition to the indication of the SADT as specified in point (j) of subsection 9.1, the following information may be provided: | (i) | decomposition temperature, | (ii) | detonation properties, | (iii) | deflagration properties, | (iv) | effect of heating under confinement, | (v) | explosive power;o) | Organische peroxiden | Naast de vermelding van de SADT als bedoeld in punt 9.1, onder j), mag de volgende informatie worden verstrekt: | i) | ontledingstemperatuur, | ii) | detonatiekenmerken, | iii) | deflagratiekenmerken, | iv) | reactie bij verwarming in afgesloten toestand, | v) | explosief vermogen;
(p) | Corrosive to metals | The following information may be provided: | (i) | metals that are corroded by the substance or mixture, | (ii.) | corrosion rate and statement on whether it refers to steel or aluminium, | (iii.) | reference to other sections of the safety data sheet with regard to compatible or incompatible materials.p) | Bijtend voor metalen | De volgende informatie mag worden verstrekt: | i) | metalen die door de stof of het mengsel gecorrodeerd worden, | ii) | corrosiesnelheid en vermelding of deze betrekking heeft op staal of aluminium, | iii) | verwijzing naar andere delen van het veiligheidsinformatieblad met betrekking tot compatibele of incompatibele materialen.
(q) | Desensitised explosives | The following information may be provided: | (i) | desensitising agent used, | (ii) | exothermic decomposition energy, | (iii) | corrected burning rate (Ac); | (iv) | explosive properties of the desensitised explosive in that state.q) | Ongevoelig gemaakte ontplofbare stoffen | De volgende informatie mag worden verstrekt: | i) | gebruikt ongevoeligheidsagens, | ii) | exotherme ontledingsenergie, | iii) | gecorrigeerde verbrandingssnelheid (Ac); | iv) | explosieve eigenschappen van de ongevoelig gemaakte ontplofbare stof in die toestand.
9.2.2.   Other safety characteristics9.2.2.   Andere veiligheidskenmerken
Properties, safety characteristics and test results listed below may be useful to indicate as regards a substance or a mixture:De hieronder vermelde eigenschappen, veiligheidskenmerken en testresultaten kunnen nuttig zijn om ten aanzien van een stof of mengsel het volgende aan te geven:
(a) | mechanical sensitivity;a) | mechanische gevoeligheid;
(b) | self-accelerating polymerisation temperature;b) | temperatuur van zelfversnellende polymerisatie;
(c) | formation of explosible dust/air mixtures;c) | ontstaan van explosieve mengsels van stof en lucht;
(d) | acid/alkaline reserve;d) | zuur/alkalireserve;
(e) | evaporation rate;e) | verdampingssnelheid;
(f) | miscibility;f) | mengbaarheid;
(g) | conductivity;g) | geleidingsvermogen;
(h) | corrosiveness;h) | corroderend vermogen;
(i) | gas group;i) | gasgroep;
(j) | redox potential;j) | redoxpotentiaal;
(k) | radical formation potential;k) | mogelijkheid tot radicaalvorming;
(l) | photocatalytic properties.l) | fotokatalytische eigenschappen.
Other physical and chemical parameters shall be indicated if their indication is relevant for the safe use of the substance or mixture.Vermeld andere fysische en chemische parameters indien dat relevant is voor het veilige gebruik van de stof of het mengsel.
10.    SECTION 10: Stability and reactivity10.    RUBRIEK 10: Stabiliteit en reactiviteit
This section of the safety data sheet shall describe the stability of the substance or mixture and the possibility of hazardous reactions occurring under certain conditions of use and also if released into the environment, including, where appropriate, a reference to the test methods used. If it is stated that a particular property does not apply or if information on a particular property is not available, the reasons shall be given.In deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad moet de stabiliteit van de stof of het mengsel worden beschreven, alsook de mogelijkheid van gevaarlijke reacties die zich onder bepaalde gebruiksomstandigheden en ook bij het vrijkomen in het milieu kunnen voordoen; in voorkomend geval moet naar de gebruikte testmethoden worden verwezen. Wanneer wordt vermeld dat een specifieke eigenschap niet van toepassing is of er over een specifieke eigenschap geen informatie beschikbaar is, moeten de redenen daarvoor worden aangegeven.
10.1.   Reactivity10.1.   Reactiviteit
10.1.1. | The reactivity hazards of the substance or mixture shall be described. Specific test data shall be provided for the substance or mixture as a whole, where available. However, the information may also be based on general data for the class or family of substance or mixture if such data adequately represent the anticipated hazard of the substance or mixture.10.1.1. | Beschrijf de reactiviteitsgevaren van de stof of het mengsel. Verstrek specifieke testgegevens voor de stof of het hele mengsel wanneer die beschikbaar zijn. De informatie kan echter ook op algemene gegevens voor de categorie of soort stof of mengsel zijn gebaseerd wanneer dergelijke gegevens het verwachte gevaar van de stof of het mengsel correct weergeven.
10.1.2. | If data for mixtures are not available, data on substances in the mixture shall be provided. In determining incompatibility, the substances, containers and contaminants that the substance or mixture might be exposed to during transportation, storage and use shall be considered.10.1.2. | Wanneer voor mengsels geen gegevens beschikbaar zijn, moeten gegevens over de stoffen in het mengsel worden verstrekt. Bij de vaststelling van incompatibele producten moet rekening worden gehouden met de stoffen, recipiënten en verontreinigingen waaraan de stof of het mengsel tijdens het vervoer, de opslag of het gebruik kan worden blootgesteld.
10.2.   Chemical stability10.2.   Chemische stabiliteit
It shall be indicated if the substance or mixture is stable or unstable under normal ambient and anticipated storage and handling conditions of temperature and pressure. Any stabilisers which are, or may need to be, used to maintain the chemical stability of the substance or mixture shall be described. The safety significance of any change in the physical appearance of the substance or mixture shall be indicated. As regards desensitised explosives, information on the shelf life and instructions on how to verify desensitisation shall be provided, and it shall be indicated that removal of the desensitising agent will turn the product into an explosive.Vermeld of de stof of het mengsel bij normale atmosferische omstandigheden en verwachte temperatuur en druk bij opslag en hantering stabiel of onstabiel is. Beschrijf stabilisatoren die worden of misschien moeten worden gebruikt om de stof of het mengsel chemisch stabiel te houden. Vermeld de mogelijke implicatie voor de veiligheid van een verandering in fysisch voorkomen van de stof of het mengsel. Geef voor ongevoelig gemaakte ontplofbare stoffen informatie over de houdbaarheid en instructies over de wijze waarop de desensibilisatie moet worden gecontroleerd, en vermeld dat het verwijderen van het ongevoeligheidsagens het product tot een ontplofbare stof maakt.
10.3.   Possibility of hazardous reactions10.3.   Mogelijke gevaarlijke reacties
If relevant, it shall be stated if the substance or mixture may react or polymerise, releasing excess pressure or heat, or creating other hazardous conditions. The conditions under which the hazardous reactions may occur shall be described.Vermeld in voorkomend geval of de stof of het mengsel kan reageren of polymeriseren, waarbij overdruk of overtollige hitte vrijkomt of andere gevaarlijke omstandigheden worden gecreëerd. Beschrijf de omstandigheden waarin zich gevaarlijke reacties kunnen voordoen.
10.4.   Conditions to avoid10.4.   Te vermijden omstandigheden
Conditions such as temperature, pressure, light, shock, static discharge, vibrations or other physical stresses that might result in a hazardous situation shall be listed (“conditions to avoid”) and if appropriate a brief description of measures to be taken to manage risks associated with such hazards shall be given. As regards desensitised explosives, information on measures to be taken in order to avoid the unintentional removal of the desensitising agent shall be provided, and conditions to avoid shall be listed if the substance or mixture is not sufficiently desensitised.Vermeld omstandigheden zoals temperatuur, druk, licht, schokken, ontladingen van statische elektriciteit, trillingen of andere vormen van fysische belasting die tot een gevaarlijke situatie kunnen leiden (“te vermijden omstandigheden”), in voorkomend geval met een korte beschrijving van de maatregelen die moeten worden genomen om de met dergelijke gevaren verbonden risico’s te beheren. Geef voor ongevoelig gemaakte ontplofbare stoffen informatie over de maatregelen die moeten worden genomen om de onbedoelde verwijdering van het ongevoeligheidsagens te voorkomen, en vermeld de te vermijden omstandigheden indien de stof of het mengsel onvoldoende ongevoelig is gemaakt.
10.5.   Incompatible materials10.5.   Chemisch op elkaar inwerkende materialen
Families of substances or mixtures or specific substances, such as water, air, acids, bases, oxidising agents, with which the substance or mixture could react to produce a hazardous situation (like an explosion, a release of toxic or flammable materials, or a liberation of excessive heat), shall be listed and if appropriate a brief description of measures to be taken to manage risks associated with such hazards shall be given.Vermeld groepen van stoffen of mengsels of specifieke stoffen, zoals water, lucht, zuren, basen of oxiderende stoffen, waarmee de stof of het mengsel kan reageren waardoor een gevaarlijke situatie ontstaat (zoals een ontploffing, het vrijkomen van giftige of ontvlambare materialen, of het vrijkomen van zeer grote hitte), in voorkomend geval met een korte beschrijving van de maatregelen die moeten worden genomen om de met dergelijke gevaren verbonden risico’s te beheren.
10.6.   Hazardous decomposition products10.6.   Gevaarlijke ontledingsproducten
Known and reasonably anticipated hazardous decomposition products produced as a result of use, storage, spill and heating shall be listed. Hazardous combustion products shall be included in section 5 of the safety data sheet.Vermeld bekende en redelijkerwijs te verwachten gevaarlijke ontledingsproducten die bij gebruik, opslag, lozing en verhitting worden geproduceerd. Gevaarlijke verbrandingsproducten moeten worden opgenomen in rubriek 5 van het veiligheidsinformatieblad.
11.    SECTION 11: Toxicological information11.    RUBRIEK 11: Toxicologische informatie
This section of the safety data sheet is meant for use primarily by medical professionals, occupational health and safety professionals and toxicologists. A concise but complete and comprehensible description of the various toxicological (health) effects and the available data used to identify those effects shall be provided, including where appropriate information on toxicokinetics, metabolism and distribution. The information in this section shall be consistent with the information provided in the registration and/or in the chemical safety report where required, and with the classification of the substance or mixture.Deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad is hoofdzakelijk bedoeld voor gebruik door medici, professionals inzake veiligheid en gezondheid op het werk en toxicologen. Verstrek een beknopte maar volledige en begrijpelijke beschrijving van de verschillende toxicologische (gezondheids)effecten, alsook de beschikbare gegevens die voor de vaststelling van die effecten werden gebruikt, en in voorkomend geval eveneens informatie over toxicokinetiek, metabolisme en verspreiding. De informatie in deze rubriek moet overeenkomen met de informatie die is verstrekt in de/het eventueel vereiste registratie en/of chemischeveiligheidsrapport en met de indeling van de stof of het mengsel.
11.1.   Information on hazard classes as defined in Regulation (EC) No 1272/200811.1.   Informatie over gevarenklassen als omschreven in Verordening (EG) nr. 1272/2008
The relevant hazard classes, for which information shall be provided, are:Verstrek informatie over de volgende relevante gevarenklassen:
(a) | acute toxicity;a) | acute toxiciteit;
(b) | skin corrosion/irritation;b) | huidcorrosie/-irritatie;
(c) | serious eye damage/irritation;c) | ernstig oogletsel/oogirritatie;
(d) | respiratory or skin sensitisation;d) | sensibilisatie van de luchtwegen/de huid;
(e) | germ cell mutagenicity;e) | mutageniteit in geslachtscellen;
(f) | carcinogenicity;f) | carcinogeniteit;
(g) | reproductive toxicity;g) | giftigheid voor de voortplanting;
(h) | STOT-single exposure;h) | STOT bij eenmalige blootstelling;
(i) | STOT-repeated exposure;i) | STOT bij herhaalde blootstelling;
(j) | aspiration hazard.j) | gevaar bij inademing.
These hazards shall always be listed on the safety data sheet.Deze gevaren moeten op het veiligheidsinformatieblad altijd worden vermeld.
For substances subject to registration, brief summaries of the information derived from the application of Annexes VII to XI shall be given, including, where appropriate, a reference to the test methods used. For substances subject to registration, the information shall also include the result of the comparison of the available data with the criteria given in Regulation (EC) No 1272/2008 for CMR, categories 1A and 1B, following point 1.3.1 of Annex I to this Regulation.Voor registratieplichtige stoffen worden korte samenvattingen van de informatie die is afgeleid van de toepassing van de bijlagen VII tot en met XI opgenomen, en waar nodig eveneens een verwijzing naar de gebruikte testmethoden. Voor registratieplichtige stoffen omvat de informatie tevens het resultaat van de vergelijking van de beschikbare gegevens met de criteria in Verordening (EG) nr. 1272/2008 voor CMR, categorieën 1A en 1B, overeenkomstig punt 1.3.1 van bijlage I bij deze verordening.
11.1.1.   Information shall be provided for each hazard class or differentiation. If it is stated that the substance or mixture is not classified for a particular hazard class or differentiation, the safety data sheet shall clearly state whether this is due to lack of data, technical impossibility to obtain the data, inconclusive data or data which are conclusive although insufficient for classification; in the latter case the safety data sheet shall specify “based on available data, the classification criteria are not met”.11.1.1.   Voor elke gevarenklasse of onderverdeling daarvan moet informatie worden verstrekt. Wanneer wordt vermeld dat de stof of het mengsel niet is ingedeeld voor een specifieke gevarenklasse of onderverdeling daarvan, moet op het veiligheidsinformatieblad duidelijk worden vermeld of dat toe te schrijven is aan een gebrek aan gegevens, de technische onmogelijkheid om de gegevens te verkrijgen, geen afdoende gegevens of afdoende gegevens die niet volstaan voor indeling; in het laatste geval moet op het veiligheidsinformatieblad worden gespecificeerd: “gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de indelingscriteria is niet voldaan.”.
11.1.2.   The data included in this subsection shall apply to the substance or mixture as placed on the market. In the case of a mixture, the data should describe the toxicological properties of the mixture as a whole, except if Article 6(3) of Regulation (EC) No 1272/2008 applies. If available, the relevant toxicological properties of the hazardous substances in a mixture shall also be provided, such as the LD50, acute toxicity estimates or LC50.11.1.2.   De gegevens die in dit punt worden vermeld moeten betrekking hebben op de stof of het mengsel zoals die in de handel worden gebracht. Voor een mengsel moeten de gegevens de toxicologische eigenschappen van het mengsel als geheel beschrijven, behalve wanneer artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van toepassing is. Indien beschikbaar moeten eveneens de relevante toxicologische eigenschappen van de gevaarlijke stoffen in een mengsel worden verstrekt, zoals de LD50, acute toxiciteitsschattingen of LC50.
11.1.3.   Where there is a substantial amount of test data on the substance or mixture, it may be necessary to summarise results of the critical studies used, for example, by route of exposure.11.1.3.   Wanneer er over de stof of het mengsel een groot aantal testgegevens bestaan, kan het nodig zijn de resultaten van de gebruikte kritische studies samen te vatten, bijvoorbeeld per blootstellingsroute.
11.1.4.   Where the classification criteria for a particular hazard class are not met, information supporting this conclusion shall be provided.11.1.4.   Wanneer niet is voldaan aan de indelingscriteria voor een specifieke gevarenklasse, moet informatie voor onderbouwing van die conclusie worden verstrekt.
11.1.5.   Information on likely routes of exposure11.1.5.   Informatie over waarschijnlijke blootstellingsrouten
Information shall be provided on likely routes of exposure and the effects of the substance or mixture via each possible route of exposure, that is, through ingestion (swallowing), inhalation or skin/eye exposure. If health effects are not known, this shall be stated.Verstrek informatie over waarschijnlijke blootstellingsrouten en de effecten van de stof of het mengsel via elke mogelijke blootstellingsroute: inslikken, inademen of contact met de huid of de ogen. Indien de gezondheidseffecten niet bekend zijn, moet dat worden vermeld.
11.1.6.   Symptoms related to the physical, chemical and toxicological characteristics11.1.6.   Symptomen die verband houden met de fysische, chemische en toxicologische eigenschappen
Potential adverse health effects and symptoms associated with exposure to the substance or mixture and its ingredients or known by-products shall be described. Available information shall be provided on the symptoms related to the physical, chemical, and toxicological characteristics of the substance or mixture following exposure. The first symptoms at low exposures through to the consequences of severe exposure shall be described, such as “headaches and dizziness may occur, proceeding to fainting or unconsciousness; large doses may result in coma and death”.Beschrijf mogelijke schadelijke effecten voor de gezondheid en de symptomen die verband houden met blootstelling aan de stof of het mengsel en de ingrediënten of bekende bijproducten daarvan. Verstrek de beschikbare informatie over de symptomen die verband houden met de fysische, chemische en toxicologische eigenschappen van de stof of het mengsel na blootstelling. Beschrijf de eerste symptomen bij lage blootstelling tot de gevolgen van ernstige blootstelling, zoals “kan hoofdpijn en duizeligheid veroorzaken, gevolgd door flauwvallen of bewusteloosheid; grote dosissen kunnen tot coma en de dood leiden”.
11.1.7.   Delayed and immediate effects as well as chronic effects from short and long-term exposure11.1.7.   Uitgestelde en onmiddellijke effecten alsook chronische effecten van kortstondige en langdurige blootstelling
Information shall be provided on whether delayed or immediate effects can be expected after short- or long-term exposure. Information on acute and chronic health effects relating to human exposure to the substance or mixture shall also be provided. Where human data are not available, information on the experimental data shall be summarised, with details on either animal data and the species clearly identified or the in vitro tests and the cell types clearly identified. It shall be indicated whether toxicological data is based on human or animal data or on in vitro tests.Verstrek informatie over de eventuele uitgestelde of onmiddellijke effecten die mogen worden verwacht na kortstondige of langdurige blootstelling. Verstrek eveneens informatie over acute en chronische gezondheidseffecten in verband met blootstelling van de mens aan de stof of het mengsel. Wanneer gegevens over gezondheidseffecten bij de mens niet beschikbaar zijn, moet de informatie over de experimentele gegevens worden samengevat, waarbij ofwel de gegevens over gezondheidseffecten bij dieren en de diersoorten dan wel de in-vitrotests en de celtypes duidelijk worden geïdentificeerd. Vermeld of de toxicologische gegevens op gegevens over gezondheidseffecten bij mensen of dieren dan wel op in-vitrotests zijn gebaseerd.
11.1.8.   Interactive effects11.1.8.   Interactieve effecten
Information on interactions shall be included if relevant and available.Vermeld informatie over interacties wanneer die relevant en beschikbaar is.
11.1.9.   Absence of specific data11.1.9.   Gebrek aan specifieke gegevens
It may not always be possible to obtain information on the hazards of a substance or mixture. In cases where data on the specific substance or mixture are not available, data on similar substances or mixtures, if appropriate, may be used, provided the relevant similar substance or mixture is identified. Where specific data are not used, or where data are not available, this shall be clearly stated.Het is niet altijd mogelijk informatie over de gevaren van een stof of een mengsel te verkrijgen. Wanneer er geen gegevens over de specifieke stof of het specifieke mengsel beschikbaar zijn, mogen in voorkomend geval gegevens over soortgelijke stoffen of mengsels worden gebruikt, op voorwaarde dat de relevante soortgelijke stof of het relevante soortgelijke mengsel is vermeld. Wanneer specifieke gegevens niet worden gebruikt, of wanneer er geen gegevens beschikbaar zijn, moet dat duidelijk worden vermeld.
11.1.10.   Mixtures11.1.10.   Mengsels
For a given health effect, if a mixture has not been tested for its health effects as a whole, relevant information on relevant substances listed under section 3 shall be provided.Wanneer een mengsel niet op zijn gezondheidseffecten als geheel is getest, moet voor een bepaald gezondheidseffect relevante informatie over in rubriek 3 opgenomen relevante stoffen worden verstrekt.
11.1.11.   Mixture versus substance information11.1.11.   Informatie over het mengsel versus informatie over de stof
11.1.11.1. | The substances in a mixture may interact with each other in the body, resulting in different rates of absorption, metabolism and excretion. As a result, the toxic actions may be altered and the overall toxicity of the mixture may be different from that of the substances in it. This shall be taken into account when providing toxicological information in this subsection of the safety data sheet.11.1.11.1. | De stoffen in een mengsel kunnen in het lichaam op elkaar inwerken, wat resulteert in verschillende graden van absorptie, metabolisme en excretie. Bijgevolg kan de toxische werking veranderen en kan de totale toxiciteit van het mengsel verschillen van die van de stoffen die het bevat. Daarmee moet rekening worden gehouden bij de verstrekking van toxicologische informatie in dit punt van het veiligheidsinformatieblad.
11.1.11.2. | It is necessary to consider whether the concentration of each substance is sufficient to contribute to the overall health effects of the mixture. The information on toxic effects shall be presented for each substance, except for the following cases: | (a) | if the information is duplicated, it shall be listed only once for the mixture overall, such as when two substances both cause vomiting and diarrhoea; | (b) | if it is unlikely that these effects will occur at the concentrations present, such as when a mild irritant is diluted to below a certain concentration in a non-irritant solution; | (c) | where information on interactions between substances in a mixture is not available, assumptions shall not be made and instead the health effects of each substance shall be listed separately.11.1.11.2. | Er moet worden overwogen of de concentratie van elke stof voldoende is om bij te dragen tot de algemene gezondheidseffecten van het mengsel. De informatie over toxische effecten moet voor elke stof worden verstrekt, behalve in de volgende gevallen: | a) | wanneer dezelfde informatie vaker voorkomt moet die voor het hele mengsel slechts één keer worden vermeld (bijvoorbeeld wanneer twee stoffen allebei braken en diarree veroorzaken); | b) | wanneer het onwaarschijnlijk is dat deze effecten zich zullen voordoen bij de aanwezige concentraties, zoals wanneer een licht irriterende stof tot onder een bepaalde concentratie in een niet-irriterende oplossing wordt verdund; | c) | wanneer er geen informatie over interacties tussen stoffen in een mengsel beschikbaar is, mogen geen veronderstellingen mogen gemaakt, maar moeten de gezondheidseffecten van elke stof afzonderlijk worden vermeld.
11.2   Information on other hazards11.2   Informatie over andere gevaren
11.2.1.   Endocrine disrupting properties11.2.1.   Hormoonontregelende eigenschappen
Information on adverse health effects caused by endocrine disrupting properties shall be provided, where available, for the substances identified as having endocrine disrupting properties in Subsection 2.3. This information shall consist of brief summaries of the information derived from application of the assessment criteria laid down in the corresponding Regulations ((EC) No 1907/2006, (EU) 2017/2100, (EU) 2018/605), that is relevant to assess endocrine disrupting properties for human health.Vermeld voor de stoffen waarvan in punt 2.3 is vastgesteld dat zij hormoonontregelende eigenschappen hebben, informatie over schadelijke effecten van die hormoonontregelende eigenschappen voor de gezondheid, voor zover beschikbaar. Die informatie moet bestaan uit korte samenvattingen van de informatie die voortvloeit uit de toepassing van de beoordelingscriteria in de desbetreffende verordeningen (Verordeningen (EG) nr. 1907/2006, (EU) 2017/2100 en (EU) 2018/605) en die relevant is voor de beoordeling van hormoonontregelende eigenschappen voor de menselijke gezondheid.
11.2.2.   Other information11.2.2.   Overige informatie
Other relevant information on adverse health effects shall be included even when not required by the classification criteria.Andere relevante informatie over schadelijke gezondheidseffecten moet worden vermeld, ook al is die krachtens de indelingscriteria niet vereist.
12.    SECTION 12: Ecological information12.    RUBRIEK 12: Ecologische informatie
This section of the safety data sheet shall provide information to enable evaluation of the environmental impact of the substance or mixture where it is released to the environment. Subsections 12.1 to 12.7 of the safety data sheet shall provide a short summary of the data including, where available, relevant test data and clearly indicating species, media, units, test duration and test conditions. This information may assist in handling spills, and evaluating waste treatment practices, control of release, accidental release measures and transport. If it is stated that a particular property does not apply (because the available data shows that the substance or mixture does not meet the criteria for classification) or if information on a particular property is not available, the reasons shall be indicated. Additionally, if a substance or mixture is not classified for other reasons (for example, due to the technical impossibility of obtaining the data or to inconclusive data) this should be clearly stated on the safety data sheet.In deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad wordt informatie verstrekt om het milieueffect van de stof of het mengsel te kunnen evalueren wanneer deze vrijkomen in het milieu. In de punten 12.1 tot en met 12.7 van het veiligheidsinformatieblad wordt een korte samenvatting van de gegevens verstrekt, alsook, wanneer die beschikbaar zijn, relevante testgegevens waarbij soort, middel, eenheden en duur en omstandigheden van de test duidelijk worden vermeld. Deze informatie kan nuttig zijn bij het reageren op lozingen en bij het evalueren van afvalverwerkingspraktijken, de beheersing van het vrijkomen van de stof of het mengsel, maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel, en het vervoer. Wanneer wordt vermeld dat een specifieke eigenschap niet van toepassing is (omdat uit de beschikbare gegevens blijkt dat de stof of het mengsel niet aan de indelingscriteria voldoet) of er over een specifieke eigenschap geen informatie beschikbaar is, moeten de redenen daarvoor worden aangegeven. Indien een stof of een mengsel niet is ingedeeld om een andere reden (bijvoorbeeld vanwege de technische onmogelijkheid om de gegevens te verkrijgen of omdat de gegevens geen uitsluitsel geven), moet dit ook duidelijk worden vermeld op het veiligheidsinformatieblad.
Some properties are substance specific, i.e. bioaccumulation, persistence and degradability, and that information shall be given, where available and appropriate, for each relevant substance in the mixture (i.e. those which are required to be listed in section 3 of the safety data sheet and are hazardous to the environment or PBT/vPvB – substances). Information shall also be provided for hazardous transformation products arising from the degradation of substances and mixtures.Sommige eigenschappen, zoals bioaccumulatie, persistentie en afbreekbaarheid, zijn specifiek voor een bepaalde stof, en voor zover beschikbaar en relevant moet die informatie worden verstrekt voor elke desbetreffende stof in het mengsel (d.w.z. die welke moeten worden vermeld in rubriek 3 van het veiligheidsinformatieblad en gevaarlijk zijn voor het milieu of PBT/zPzB-stoffen zijn). Er moet ook informatie worden verstrekt over gevaarlijke omzettingsproducten die ontstaan bij de afbraak van stoffen of mengsels.
The information in this section shall be consistent with the information provided in the registration and/or in the chemical safety report where required, and with the classification of the substance or mixture.De informatie in deze rubriek moet overeenkomen met de informatie die is verstrekt in de/het eventueel vereiste registratie en/of chemischeveiligheidsrapport en met de indeling van de stof of het mengsel.
Where reliable and relevant experimental data are available, that data shall be provided and take precedence over information obtained from models.Wanneer betrouwbare en relevante experimentele gegevens beschikbaar zijn, moeten die worden vermeld en gaan zij voor op informatie uit modellen.
12.1.   Toxicity12.1.   Toxiciteit
Information on toxicity using data from tests performed on aquatic and/or terrestrial organisms shall be provided when available. This shall include relevant available data on aquatic toxicity, both acute and chronic for fish, crustaceans, algae and other aquatic plants. In addition, toxicity data on soil micro- and macroorganisms and other environmentally relevant organisms, such as birds, bees and plants, shall be included when available. Where the substance or mixture has inhibitory effects on the activity of microorganisms, the possible impact on sewage treatment plants shall be mentioned.Verstrek indien beschikbaar informatie over toxiciteit die gebaseerd is op gegevens van tests op waterorganismen en/of terrestrische organismen. Hieronder vallen relevante beschikbare gegevens over aquatische toxiciteit, zowel acuut als chronisch, voor vis, schaaldieren, algen en andere waterplanten. Vermeld voorts toxiciteitsgegevens over micro- en macro-organismen in de bodem en andere voor het milieu relevante organismen, zoals vogels, bijen en planten, voor zover deze beschikbaar zijn. Indien de stof of het mengsel remmende effecten op de activiteit van micro-organismen heeft, moet het mogelijke effect op rioolwaterzuiveringsinstallaties worden vermeld.
Where experimental data are not available, the supplier shall consider whether reliable and relevant information obtained from models can be provided.Wanneer geen experimentele gegevens beschikbaar zijn, moet de leverancier nagaan of betrouwbare en relevante informatie uit modellen kan worden verstrekt.
For substances subject to registration, summaries of the information derived from the application of Annexes VII to XI of this Regulation shall be included.Voor registratieplichtige stoffen worden samenvattingen van de informatie die is afgeleid van de toepassing van de bijlagen VII tot en met XI bij deze verordening opgenomen.
12.2.   Persistence and degradability12.2.   Persistentie en afbreekbaarheid
Degradability is the potential for the substance or the appropriate substances in a mixture to degrade in the environment, either through biodegradation or other processes, such as oxidation or hydrolysis. Persistence is the lack of demonstration of degradation in the situations defined in Sections 1.1.1 and 1.2.1 of Annex XIII. Test results relevant to assess persistence and degradability shall be given where available. If degradation half-lives are quoted it must be indicated whether these half-lives refer to mineralisation or to primary degradation. The potential of the substance or certain substances in a mixture to degrade in sewage treatment plants shall also be mentioned.Afbreekbaarheid is het vermogen van de stof of de relevante stoffen in een mengsel om in het milieu te worden afgebroken, hetzij langs biologische weg, hetzij via andere processen, zoals oxidatie of hydrolyse. Persistentie is het ontbreken van aangetoonde afbraak in de situaties die zijn omschreven in de punten 1.1.1 en 1.2.1 van bijlage XIII. Indien er testresultaten beschikbaar zijn die relevant zijn voor het beoordelen van de persistentie en de afbreekbaarheid, moeten die worden vermeld. Wanneer halveringstijden worden vermeld, moet worden verduidelijkt of deze betrekking hebben op mineralisatie of op primaire afbraak. Het vermogen van de stof of bepaalde stoffen in een mengsel om in rioolwaterzuiveringsinstallaties te worden afgebroken, moet eveneens worden vermeld.
Where experimental data are not available, the supplier shall consider whether reliable and relevant information obtained from models can be provided.Wanneer geen experimentele gegevens beschikbaar zijn, moet de leverancier nagaan of betrouwbare en relevante informatie uit modellen kan worden verstrekt.
This information shall be given where available and appropriate, for each individual substance in the mixture, which is required to be listed in section 3 of the safety data sheet.Voor zover beschikbaar en relevant moet de informatie worden verstrekt voor elke individuele stof in het mengsel die overeenkomstig de voorschriften in rubriek 3 van het veiligheidsinformatieblad moet worden vermeld.
12.3.   Bioaccumulative potential12.3.   Bioaccumulatie
Bioaccumulative potential is the potential of the substance or certain substances in a mixture to accumulate in biota and, eventually, to pass through the food chain. Test results relevant to assess the bioaccumulative potential shall be given. This shall include reference to the octanol-water partition coefficient (Kow) and bioconcentration factor (BCF), or other relevant parameters related to bioaccumulation, if available.Bioaccumulatie is het vermogen van de stof of van bepaalde stoffen in een mengsel om zich in biota te accumuleren en uiteindelijk in de voedselketen te worden opgenomen. Testresultaten die relevant zijn voor het beoordelen van de bioaccumulatie moeten worden verstrekt, met vermelding van de verdelingscoëfficiënt octanol/water (Kow) en de bioconcentratiefactor (BCF), of van andere relevante parameters in verband met bioaccumulatie, indien beschikbaar.
Where experimental data are not available, it shall be considered whether model predictions can be provided.Wanneer geen experimentele gegevens beschikbaar zijn, moet worden nagegaan of modelvoorspellingen kunnen worden verstrekt.
This information shall be given where available and appropriate, for each individual substance in the mixture which is required to be listed in section 3 of the safety data sheet.Voor zover beschikbaar en relevant moet de informatie worden verstrekt voor elke individuele stof in het mengsel die overeenkomstig de voorschriften in rubriek 3 van het veiligheidsinformatieblad moet worden vermeld.
12.4.   Mobility in soil12.4.   Mobiliteit in de bodem
Mobility in soil is the potential of the substance or the components of a mixture, if released to the environment, to move under natural forces to the groundwater or to a distance from the site of release. The potential for mobility in soil shall be given where available. Information on mobility in soil can be determined from relevant mobility data such as adsorption studies or leaching studies, known or predicted distribution to environmental compartments, or surface tension. For example, soil adsorption coefficient (Koc) values can be predicted from Kow. Leaching and mobility can be predicted from models.Mobiliteit in de bodem is het vermogen van de stof of de bestanddelen van een mengsel om, indien zij in het milieu terechtkomen, door natuurkrachten te worden getransporteerd naar het grondwater of tot op een afstand van de plaats waar zij zijn vrijgekomen. Vermeld indien beschikbaar de mogelijke mobiliteit in de bodem. Informatie over mobiliteit in de bodem kan worden verzameld uit relevante mobiliteitsgegevens zoals studies over adsorptie of uitspoeling, bekende of voorspelde verspreiding over milieucompartimenten, of oppervlaktespanning. Zo kan bijvoorbeeld de adsorptiecoëfficiënt van de bodem (Koc) worden voorspeld aan de hand van de Kow. Uitspoeling en mobiliteit kunnen met modellen worden voorspeld.
This information shall be given where available and appropriate, for each individual substance in the mixture which is required to be listed in section 3 of the safety data sheet.Voor zover beschikbaar en relevant moet de informatie worden verstrekt voor elke individuele stof in het mengsel die overeenkomstig de voorschriften in rubriek 3 van het veiligheidsinformatieblad moet worden vermeld.
12.5.   Results of PBT and vPvB assessment12.5.   Resultaten van PBT- en zPzB-beoordeling
Where a chemical safety report is required, the results of the PBT and vPvB assessment as set out in the chemical safety report shall be given.Indien een chemischeveiligheidsrapport vereist is, moeten de resultaten van de PBT- en zPzB-beoordeling als vermeld in het chemischeveiligheidsrapport worden verstrekt.
12.6.   Endocrine disrupting properties12.6.   Hormoonontregelende eigenschappen
Information on adverse effects on the environment caused by endocrine disrupting properties shall be provided where available, for the substances identified as having endocrine disrupting properties in subsection 2.3. This information shall consist of brief summaries of the information derived from application of the assessment criteria laid down in the corresponding Regulations ((EC) No 1907/2006, (EU) 2017/2100, (EU) 2018/605), that is relevant to assess endocrine disrupting properties for the environment.Vermeld voor de stoffen waarvan in punt 2.3 is vastgesteld dat zij hormoonontregelende eigenschappen hebben, informatie over schadelijke milieueffecten van die hormoonontregelende eigenschappen, voor zover beschikbaar. Die informatie moet bestaan uit korte samenvattingen van de informatie die voortvloeit uit de toepassing van de beoordelingscriteria in de desbetreffende verordeningen (Verordeningen ((EG) nr. 1907/2006, (EU) 2017/2100 en (EU) 2018/605) en die relevant is voor de beoordeling van hormoonontregelende eigenschappen voor het milieu.
12.7.   Other adverse effects12.7.   Andere schadelijke effecten
Information on any other adverse effects on the environment shall be included where available, such as environmental fate (exposure), photochemical ozone creation potential, ozone depletion potential or global warming potential.Vermeld indien beschikbaar informatie over andere schadelijke milieueffecten, bijvoorbeeld het milieutraject (blootstelling), vermogen tot vorming van fotochemische ozon, ozonafbrekend vermogen of aardopwarmingspotentieel.
13.    SECTION 13: Disposal considerations13.    RUBRIEK 13: Instructies voor verwijdering
This section of the safety data sheet shall provide information for proper waste management of the substance or mixture and/or its container to assist in the determination of safe and environmentally preferred waste management options, consistent with the requirements of Directive 2008/98/EC of the European Parliament and of the Council (8) by the Member State in which the safety data sheet is being supplied. Information relevant for the safety of persons conducting waste management activities shall complement the information given in section 8.Deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad bevat informatie over een passend afvalbeheer voor de stof of het mengsel en/of de recipiënt om de lidstaat waar het veiligheidsinformatieblad wordt verstrekt te helpen om veilige en milieuvriendelijke afvalbeheersopties vast te stellen die in overeenstemming zijn met de vereisten van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (8). De informatie in rubriek 8 moet worden aangevuld met relevante informatie voor de veiligheid van personen die het afval verwijderen of verwerken.
Where a chemical safety report is required and where a waste stage analysis has been performed, the information on the waste management measures shall be consistent with the identified uses in the chemical safety report and the exposure scenarios from the chemical safety report set out in the annex to the safety data sheet.Indien een chemischeveiligheidsrapport vereist is en een analyse van de afvalfase is uitgevoerd, moet de informatie over afvalbeheermaatregelen overeenstemmen met het geïdentificeerde gebruik in het chemischeveiligheidsrapport en de blootstellingsscenario’s van het chemischeveiligheidsrapport als beschreven in de bijlage bij het veiligheidsinformatieblad.
13.1.   Waste treatment methods13.1.   Afvalverwerkingsmethoden
This subsection of the safety data sheet shall:Dit punt van het veiligheidsinformatieblad:
(a) | specify waste treatment containers and methods including the appropriate methods of waste treatment of both the substance or mixture and any contaminated packaging (for example, incineration, recycling, landfilling);a) | specificeert afvalverwerkingsrecipiënten en -methoden, met inbegrip van de passende afvalverwerkingsmethoden voor zowel de stof en het mengsel als de verontreinigde verpakking (bijvoorbeeld verbranding, recycling, storten);
(b) | specify the physical/chemical properties that may affect waste treatment options;b) | specificeert de fysische/chemische eigenschappen die van invloed kunnen zijn op de afvalverwerkingsopties;
(c) | discourage sewage disposal;c) | ontmoedigt de lozing van afvalwater in het milieu;
(d) | identify, where appropriate, any special precautions for any recommended waste treatment option.d) | vermeldt in voorkomend geval speciale voorzorgsmaatregelen voor een aanbevolen afvalverwerkingsoptie.
Any relevant Union provisions relating to waste or, in their absence, any relevant national or regional provisions in force shall be referred to.Er wordt verwezen naar eventuele bepalingen van de Unie inzake afval; indien deze ontbreken, wordt verwezen naar relevante nationale of regionale bepalingen.
14.    SECTION 14: Transport information14.    RUBRIEK 14: Informatie met betrekking tot het vervoer
This section of the safety data sheet shall provide basic classification information for the transport/shipment of substances or mixtures mentioned in section 1 by road, rail, sea, inland waterways or air. Where such information is not available or relevant this shall be stated.Vermeld in deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad essentiële informatie over de indeling voor het vervoer/de verzending over de weg, per spoor, over zee, via de binnenwateren of via de lucht van in rubriek 1 vermelde stoffen of mengsels. Wanneer deze informatie niet beschikbaar is of niet relevant is, moet dat worden vermeld.
Where relevant, this section shall provide information on the transport classification for each of the following international agreements which are transposing the UN Model Regulations for specific transport modes: the Agreement concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Road (ADR), the Regulations concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Rail (RID) and the European Agreement concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Inland Waterways (ADN), all three of which have been implemented by Directive 2008/68/EC of the European Parliament and of the Council (9), as well as the International Maritime Dangerous Goods (IMDG) Code (10) for the transport of packaged goods and the relevant IMO codes for the transport of bulk cargo by sea (11) and the Technical Instructions for the Safe Transport of Dangerous Goods by Air (ICAO TI) (12).Verstrek in deze rubriek in voorkomend geval informatie over de transportclassificatie voor elk van de volgende internationale overeenkomsten waarmee uitvoering wordt gegeven aan de modelreglementen van de VN voor specifieke vervoerswijzen: de Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR), het Reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID) en het Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN), die alle drie ten uitvoer zijn gelegd bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad (9), alsook de International Maritime Dangerous Goods (IMDG) Code (10) voor het vervoer van verpakte goederen en de desbetreffende IMO-codes voor het vervoer van bulkgoederen over zee (11), en de Technische instructies voor de veiligheid van het luchtvervoer van gevaarlijke goederen (ICAO TI) (12).
14.1.   UN number or ID number14.1.   VN-nummer of ID-nummer
The UN number or the ID number (i.e. the four-figure identification number of the substance, mixture or article preceded by the letters “UN” or “ID”) from the UN Model Regulations, IMDG, ADR, RID, ADN or ICAO TI shall be provided.Verstrek het VN-nummer of het ID-nummer (d.w.z. het uit vier cijfers bestaande identificatienummer van de stof, het mengsel of het voorwerp, voorafgegaan door de letters “VN” of “ID”) van de modelreglementen van de VN, de IMDG, de ADR, het RID, het ADN of de ICAO TI.
14.2.   UN proper shipping name14.2.   Juiste ladingnaam overeenkomstig de modelreglementen van de VN
The proper shipping name as provided in column 2, “Name and description”, of Table A of Chapter 3.2 Dangerous Goods List of the UN Model Regulations, in ADR, in RID and in Tables A and C of Chapter 3.2 of ADN, supplemented, when applicable, with the technical name in brackets as required, shall be provided, unless it was used as the product identifier in subsection 1.1. If the UN number and the proper shipping name remain unchanged in different transport modes, it is not necessary to repeat this information. As regards maritime transport, in addition to the UN proper shipping name, the technical name for goods to be transported covered by the IMDG Code shall be indicated, where appropriate.Verstrek de juiste ladingnaam overeenkomstig kolom 2 (“Naam en beschrijving”) van tabel A van hoofdstuk 3.2 (Lijst van gevaarlijke goederen) van de modelreglementen van de VN, in de ADR, in het RID en in de tabellen A en C van hoofdstuk 3.2 van het ADN in voorkomend geval aangevuld met de technische benaming tussen haakjes, tenzij die in punt 1.1 als productidentificatie is vermeld. Als het VN-nummer en de juiste ladingnaam in verschillende vervoerswijzen ongewijzigd blijven, hoeft deze informatie niet te worden herhaald. Wat het zeevervoer betreft, moet in voorkomend geval naast de juiste ladingnaam de technische benaming worden aangegeven van te vervoeren goederen die onder de IMDG-code vallen.
14.3.   Transport hazard class(es)14.3.   Transportgevarenklasse(n)
The transport hazard class (and subsidiary risks) assigned to the substances or mixtures on the basis of the predominant hazard that they present according to the UN Model Regulations shall be provided. As regards inland transport, the transport hazard class (and subsidiary risks) assigned to the substances or mixtures on the basis of the predominant hazard that they present according to ADR, RID and ADN shall be provided.Vermeld de transportgevarenklasse (en secundaire risico’s) waarin de stoffen of de mengsels overeenkomstig de modelreglementen van de VN zijn ingedeeld op grond van het belangrijkste gevaar dat zij inhouden. Vermeld bij vervoer over land de transportgevarenklasse (en secundaire risico’s) waarin de stoffen of de mengsels overeenkomstig de ADR, het RID en het ADN zijn ingedeeld op grond van het belangrijkste gevaar dat zij inhouden.
14.4.   Packing group14.4.   Verpakkingsgroep
The packing group number from the UN Model Regulations shall be provided, if applicable, as required by the UN Model Regulations, ADR, RID and ADN. The packing group number is assigned to certain substances in accordance with their degree of hazard.Vermeld in voorkomend geval het verpakkingsgroepnummer overeenkomstig de modelreglementen van de VN, zoals vereist door de modelreglementen van de VN, de ADR, het RID en het ADN. Het verpakkingsgroepnummer wordt aan bepaalde stoffen toegekend afhankelijk van de ernst van het gevaar dat zij inhouden.
14.5.   Environmental hazards14.5.   Milieugevaren
It shall be indicated whether the substance or mixture is environmentally hazardous according to the criteria of the UN Model Regulations (as reflected in ADR, RID and ADN), and whether it is a marine pollutant according to the IMDG Code and the Emergency Response Procedures for Ships Carrying Dangerous Goods. If the substance or mixture is authorised or intended for carriage by inland waterways in tank-vessels, it shall be indicated whether the substance or mixture is environmentally hazardous in tank-vessels only according to ADN.Vermeld of de stof of het mengsel gevaarlijk is voor het milieu volgens de criteria van de modelreglementen van de VN (zoals overgenomen in de ADR, het RID en het ADN) en of de stof of het mengsel volgens de IMDG-code en de procedures voor reactie in noodgevallen voor schepen die gevaarlijke goederen vervoeren mariene verontreiniging veroorzaakt. Wanneer vervoer van de stof of het mengsel in tankschepen over de binnenwateren is toegestaan of de bedoeling is, moet worden vermeld of de stof of het mengsel volgens het ADN slechts in tankschepen gevaarlijk is voor het milieu.
14.6.   Special precautions for user14.6.   Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker
Information shall be provided on any special precautions, which a user should or must take or be aware of in connection with transport or conveyance either within or outside his premises, for all relevant modes of transport.Vermeld voor alle relevante vervoerswijzen eventuele speciale voorzorgsmaatregelen die een gebruiker moet of zou moeten nemen of waarvan hij op de hoogte moet of zou moeten zijn met betrekking tot het vervoer of de verplaatsing binnen of buiten zijn bedrijfsterrein.
14.7.   Maritime transport in bulk according to IMO instruments14.7.   Zeevervoer in bulk overeenkomstig IMO-instrumenten
This subsection only applies when cargoes are intended to be carried in bulk according to IMO instruments: Chapter VI or Chapter VII of SOLAS (13), Annex II or Annex V of MARPOL, the IBC Code (14), the IMSBC Code (15), and the IGC Code (16) or its earlier versions, namely EGC Code (17) or GC Code (18).Dit punt is alleen van toepassing wanneer een lading bedoeld is om in bulk te worden vervoerd overeenkomstig instrumenten van de IMO: hoofdstuk VI of hoofdstuk VII van Solas (13), bijlage II of bijlage V bij Marpol, de IBC-code (14), de IMSBC-code (15), en de IGC-code (16) of de eerdere versies ervan, namelijk de EGC-code (17) of de GC-code (18).
As regards liquid bulk cargoes, the product name shall be provided (if different from that given in subsection 1.1) as required by the shipment document and in accordance with the name used in the lists of product names given in chapters 17 or 18 of the IBC Code or the latest edition of the IMO’s Maritime Environment Protection Committee (MEPC).2/Circular (19). Ship type required and pollution category shall be indicated, as well as the IMO hazard class, in accordance with Annex I (3) B (a) of Directive 2002/59/EC of the European Parliament and of the Council (20).Verstrek voor vloeibare bulkladingen de productnaam (wanneer die verschilt van die in punt 1.1) zoals voorgeschreven door het vervoersbewijs en overeenkomstig de naam die wordt gebruikt in de lijst van productnamen in hoofdstuk 17 of 18 van de IBC-code of de laatste editie van de circulaire van de Commissie voor de bescherming van het mariene milieu (MEPC) van de IMO (19). Vermeld de vereiste scheepscategorie en de verontreinigingscategorie, alsmede de IMO-risicoklasse overeenkomstig punt 3, B, onder a), van bijlage I bij Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (20).
As regards solid bulk cargoes, the bulk cargo shipping name shall be provided. It shall be indicated whether or not the cargo is considered harmful to the marine environment (HME) according to Annex V of MARPOL, whether it is a material hazardous only in bulk (MHB) (21) according to the IMSBC Code, and as which cargo group it should be considered according to the IMSBC.Verstrek voor vaste goederen in bulk de bulkgoederenvervoersnaam. Vermeld of de lading al dan niet wordt beschouwd als schadelijk voor het mariene milieu (HME) overeenkomstig bijlage V bij Marpol, of zij een materiaal betreft dat alleen in bulk gevaarlijk is (MHB) (21) overeenkomstig de IMSBC-code, en als welke vrachtgroep zij volgens de IMSBC moet worden beschouwd.
As regards liquefied gas cargoes in bulk, the product name and the ship type required according to the IGC Code or its earlier versions, namely EGC Code or GC Code shall be provided.Verstrek voor ladingen vloeibaar gemaakt gas in bulk de productnaam en het scheepstype die zijn vereist volgens de IGC-code of de eerdere versies daarvan, namelijk de EGC-code of de GC-code.
15.    SECTION 15: Regulatory information15.    RUBRIEK 15: Regelgeving
This section of the safety data sheet shall describe the other regulatory information on the substance or mixture that is not already provided in the safety data sheet (such as whether the substance or mixture is subject to Regulation (EC) No 1005/2009 of the European Parliament and of the Council of 16 September 2009 on substances that deplete the ozone layer (22), Regulation (EC) No 850/2004 of the European Parliament and of the Council of 29 April 2004 on persistent organic pollutants and amending Directive 79/117/EEC (23) or Regulation (EC) No 649/2012 of the European Parliament and of the Council of 4 July 2012 concerning the export and import of dangerous chemicals (24)).Vermeld in deze rubriek de overige informatie betreffende de toepasselijke wetgeving voor de stof of het mengsel die niet reeds op het veiligheidsinformatieblad is verstrekt (zoals welke verordening of richtlijn van toepassing is op de stof of het mengsel: Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (22), Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn 79/117/EEG (23) of Verordening (EG) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (24)).
15.1.   Safety, health and environmental regulations/legislation specific for the substance or mixture15.1.   Specifieke veiligheids-, gezondheids- en milieureglementen en -wetgeving voor de stof of het mengsel
Information shall be provided regarding relevant Union safety, health and environmental provisions (for example, Seveso category/named substances in Annex I to Council Directive 96/82/EC (25)) or regarding the national regulatory status of the substance or mixture (including the substances in the mixture), including advice on action that should be taken by the recipient as a result of these provisions. Where relevant the national laws of the relevant Member States which implement these provisions and any other national measures that may be relevant shall be mentioned.Verstrek informatie over relevante bepalingen van de Unie inzake veiligheid, gezondheid en milieu (bijvoorbeeld Seveso-categorie/in bijlage I bij Richtlijn 96/82/EG van de Raad (25) genoemde stoffen) of nationale informatie over de wettelijke status van de stof of het mengsel (inclusief de stoffen in het mengsel), alsook advies over de maatregelen die de afnemer ingevolge deze bepalingen moet nemen. Vermeld de nationale wetten van de desbetreffende lidstaten ter uitvoering van deze bepalingen en eventuele andere nationale maatregelen die relevant kunnen zijn.
If the substance or mixture covered by this safety data sheet is the subject of specific provisions in relation to the protection of human health or the environment at Union level (such as authorisations given under Title VII or restrictions under Title VIII) these provisions shall be mentioned. Where an authorisation granted under Title VII imposes conditions or monitoring arrangements to a downstream user of the substance or mixture, they shall be provided.Wanneer de stof of het mengsel als behandeld in dit veiligheidsinformatieblad aan specifieke bepalingen van de Unie inzake bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu is onderworpen (zoals krachtens titel VII verleende autorisaties of krachtens titel VIII opgelegde beperkingen), moeten deze worden vermeld. Indien een op grond van titel VII verleende autorisatie aan een downstreamgebruiker van de stof of het mengsel voorwaarden of monitoringregelingen oplegt, moeten deze worden vermeld.
15.2.   Chemical safety assessment15.2.   Chemischeveiligheidsbeoordeling
This subsection of the safety data sheet shall indicate whether the supplier has carried out a chemical safety assessment for the substance or the mixture.Vermeld in dit punt van het veiligheidsinformatieblad of de leverancier voor de stof of het mengsel een chemischeveiligheidsbeoordeling heeft uitgevoerd.
16.    SECTION 16: Other information16.    RUBRIEK 16: Overige informatie
This section of the safety data sheet shall contain other information that is not included in sections 1 to 15, including information on the revision of the safety data sheet such as:Neem in deze rubriek van het veiligheidsinformatieblad informatie op die niet voorkomt in de rubrieken 1 tot en met 15, met inbegrip van informatie over de herziening van het veiligheidsinformatieblad, zoals:
(a) | in the case of a revised safety data sheet, a clear indication of where changes have been made to the previous version of the safety data sheet, unless such indication is given elsewhere in the safety data sheet, with an explanation of the changes, if appropriate. A supplier of a substance or mixture shall be able to provide an explanation of the changes upon request;a) | in het geval van een herzien veiligheidsinformatieblad, een duidelijke vermelding van waar in de vorige versie van het veiligheidsinformatieblad veranderingen zijn aangebracht, tenzij een dergelijke vermelding elders in het veiligheidsinformatieblad voorkomt, met zo nodig uitleg bij de veranderingen. Een leverancier van een stof of een mengsel moet op verzoek een verklaring voor de veranderingen kunnen verstrekken;
(b) | a key or legend to abbreviations and acronyms used in the safety data sheet;b) | een verklarende lijst van de afkortingen en acroniemen die in het veiligheidsinformatieblad worden gebruikt;
(c) | key literature references and sources for data;c) | belangrijke literatuurreferenties en gegevensbronnen;
(d) | in the case of mixtures, an indication of which of the methods of evaluating information referred to in Article 9 of Regulation (EC) No 1272/2008 was used for the purpose of classification;d) | voor mengsels, een indicatie welke van de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 vermelde methoden voor de evaluatie van de informatie voor de indeling is gebruikt;
(e) | a list of relevant hazard statements and/or precautionary statements. Write out the full text of any statements, which are not written out in full under sections 2 to 15;e) | een lijst van relevante gevarenaanduidingen en/of voorzorgsmaatregelen. Schrijf de tekst van waarschuwingen die in de rubrieken 2 tot en met 15 niet voluit zijn vermeld, hier voluit;
(f) | advice on any training appropriate for workers to ensure protection of human health and the environment.f) | advies over passende opleiding voor werknemers om de bescherming van de gezondheid en het milieu te garanderen.
PART BDEEL B
The safety data sheet shall include the following 16 headings in accordance with Article 31(6) and in addition the subheadings also listed except section 3, where only subsection 3.1 or subsection 3.2 needs to be included as appropriate:Het veiligheidsinformatieblad moet overeenkomstig artikel 31, lid 6, de volgende 16 rubrieken bevatten, alsook de vermelde punten, met uitzondering van rubriek 3, waar alleen punt 3.1 of punt 3.2 in voorkomend geval moet worden ingevuld:
SECTION 1: Identification of the substance/mixture and of the company/undertakingRUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming
1.1. | Product identifier1.1. | Productidentificatie
1.2. | Relevant identified uses of the substance or mixture and uses advised against1.2. | Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik
1.3. | Details of the supplier of the safety data sheet1.3. | Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad
1.4. | Emergency telephone number1.4. | Telefoonnummer voor noodgevallen
SECTION 2: Hazards identificationRUBRIEK 2: Identificatie van de gevaren
2.1. | Classification of the substance or mixture2.1. | Indeling van de stof of het mengsel
2.2. | Label elements2.2. | Etiketteringselementen
2.3. | Other hazards2.3. | Andere gevaren
SECTION 3: Composition/information on ingredientsRUBRIEK 3: Samenstelling en informatie over de bestanddelen
3.1. | Substances3.1. | Stoffen
3.2. | Mixtures3.2. | Mengsels
SECTION 4: First aid measuresRUBRIEK 4: Eerstehulpmaatregelen
4.1. | Description of first aid measures4.1. | Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen
4.2. | Most important symptoms and effects, both acute and delayed4.2. | Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten
4.3. | Indication of any immediate medical attention and special treatment needed4.3. | Vermelding van eventueel noodzakelijke onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling
SECTION 5: Firefighting measuresRUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen
5.1. | Extinguishing media5.1. | Blusmiddelen
5.2. | Special hazards arising from the substance or mixture5.2. | Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt
5.3. | Advice for firefighters5.3. | Advies voor brandweerlieden
SECTION 6: Accidental release measuresRUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel
6.1. | Personal precautions, protective equipment and emergency procedures6.1. | Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermingsmiddelen en noodprocedures
6.2. | Environmental precautions6.2. | Milieuvoorzorgsmaatregelen
6.3. | Methods and material for containment and cleaning up6.3. | Insluitings- en reinigingsmethoden en -materiaal
6.4. | Reference to other sections6.4. | Verwijzing naar andere rubrieken
SECTION 7: Handling and storageRUBRIEK 7: Hantering en opslag
7.1. | Precautions for safe handling7.1. | Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel
7.2. | Conditions for safe storage, including any incompatibilities7.2. | Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten
7.3. | Specific end use(s)7.3. | Specifiek eindgebruik
SECTION 8: Exposure controls/personal protectionRUBRIEK 8: Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming
8.1. | Control parameters8.1. | Controleparameters
8.2. | Exposure controls8.2. | Maatregelen ter beheersing van blootstelling
SECTION 9: Physical and chemical propertiesRUBRIEK 9: Fysische en chemische eigenschappen
9.1. | Information on basic physical and chemical properties9.1. | Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen
9.2. | Other information9.2. | Overige informatie
SECTION 10: Stability and reactivityRUBRIEK 10: Stabiliteit en reactiviteit
10.1. | Reactivity10.1. | Reactiviteit
10.2. | Chemical stability10.2. | Chemische stabiliteit
10.3. | Possibility of hazardous reactions10.3. | Mogelijke gevaarlijke reacties
10.4. | Conditions to avoid10.4. | Te vermijden omstandigheden
10.5. | Incompatible materials10.5. | Chemisch op elkaar inwerkende materialen
10.6. | Hazardous decomposition products10.6. | Gevaarlijke ontledingsproducten
SECTION 11: Toxicological informationRUBRIEK 11: Toxicologische informatie
11.1. | Information on hazard classes as defined in Regulation (EC) No 1272/200811.1. | Informatie over gevarenklassen als omschreven in Verordening (EG) nr. 1272/2008
11.2. | Information on other hazards11.2. | Informatie over andere gevaren
SECTION 12: Ecological informationRUBRIEK 12: Ecologische informatie
12.1. | Toxicity12.1. | Toxiciteit
12.2. | Persistence and degradability12.2. | Persistentie en afbreekbaarheid
12.3. | Bioaccumulative potential12.3. | Bioaccumulatie
12.4. | Mobility in soil12.4. | Mobiliteit in de bodem
12.5. | Results of PBT and vPvB assessment12.5. | Resultaten van PBT- en zPzB-beoordeling
12.6. | Endocrine disrupting properties12.6. | Hormoonontregelende eigenschappen
12.7. | Other adverse effects12.7. | Andere schadelijke effecten
SECTION 13: Disposal considerationsRUBRIEK 13: Instructies voor verwijdering
13.1. | Waste treatment methods13.1. | Afvalverwerkingsmethoden
SECTION 14: Transport informationRUBRIEK 14: Informatie met betrekking tot het vervoer
14.1. | UN number or ID number14.1. | VN-nummer of ID-nummer
14.2. | UN proper shipping name14.2. | Juiste ladingnaam overeenkomstig de modelreglementen van de VN
14.3. | Transport hazard class(es)14.3. | Transportgevarenklasse(n)
14.4. | Packing group14.4. | Verpakkingsgroep
14.5. | Environmental hazards14.5. | Milieugevaren
14.6. | Special precautions for user14.6. | Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker
14.7. | Maritime transport in bulk according to IMO instruments14.7. | Zeevervoer in bulk overeenkomstig IMO-instrumenten
SECTION 15: Regulatory informationRUBRIEK 15: Regelgeving
15.1. | Safety, health and environmental regulations/legislation specific for the substance or mixture15.1. | Specifieke veiligheids-, gezondheids- en milieureglementen en -wetgeving voor de stof of het mengsel
15.2. | Chemical safety assessment15.2. | Chemischeveiligheidsbeoordeling
SECTION 16: Other informationRUBRIEK 16: Overige informatie
(1)  Marpol – Consolidated edition 2006, London, IMO 2007, ISBN 978-92-801-4216-7.(1)  Marpol — Geconsolideerde editie 2006, Londen, IMO 2007, ISBN 978-92-801-4216-7.
(2)  Council Directive 80/181/EEC of 20 December 1979 on the approximation of the laws of the Member States relating to units of measurement and on the repeal of Directive 71/354/EEC (OJ L 39, 15.2.1980, p. 40).(2)  Richtlijn 80/181/EEG van de Raad van 20 december 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG (PB L 39 van 15.2.1980, blz. 40).
(3)  Commission Delegated Regulation (EU) 2017/2100 of 4 September 2017 setting out scientific criteria for the determination of endocrine-disrupting properties pursuant to Regulation (EU) No 528/2012 of the European Parliament and Council (OJ L 301, 17.11.2017, p. 1).(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2100 van de Commissie van 4 september 2017 tot vaststelling van wetenschappelijke criteria voor het bepalen van hormoonontregelende eigenschappen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 301 van 17.11.2017, blz. 1).
(4)  Commission Regulation (EU) 2018/605 of 19 April 2018 amending Annex II to Regulation (EC) No 1107/2009 by setting out scientific criteria for the determination of endocrine disrupting properties (OJ L 101, 20.4.2018, p. 33).(4)  Verordening (EU) 2018/605 van de Commissie van 19 april 2018 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 met betrekking tot de vaststelling van wetenschappelijke criteria voor de vaststelling van hormoonontregelende eigenschappen (PB L 101 van 20.4.2018, blz. 33).
(5)  Commission Decision 2014/113/EU of 3 March 2014 on setting up a Scientific Committee on Occupational Exposure Limits for Chemical Agents and repealing Decision 95/320/EC (OJ L 62, 4.3.2014, p. 18).(5)  Besluit 2014/113/EU van de Commissie van 3 maart 2014 tot oprichting van een Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia en tot intrekking van Besluit 95/320/EG (PB L 62 van 4.3.2014, blz. 18).
(6)  Regulation (EU) 2016/425 of the European Parliament and of the Council of 9 March 2016 on personal protective equipment and repealing Council Directive 89/686/EEC (OJ L 81, 31.3.2016, p. 51).(6)  Verordening (EU) 2016/425 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad (PB L 81 van 31.3.2016, blz. 51).
(7)   Note: The term ‘explosion limit’ is synonymous to ‘flammability limit’, used outside the Union.(7)  Noot: de term “explosiegrens” is synoniem met de buiten de Unie gebruikte “ontvlambaarheidsgrens”.
(8)  Directive 2008/98/EC of the European Parliament and of the Council of 19 November 2008 on waste and repealing certain Directives (OJ L 312, 22.11.2008, p. 3).(8)  Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).
(9)  Directive 2008/68/EC of the European Parliament and of the Council of 24 September 2008 on the inland transport of dangerous goods (OJ L 260, 30.9.2008, p. 13).(9)  Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13).
(10)  Compliance with the IMDG Code is mandatory for the carriage of packaged dangerous goods by sea as provided for in Chapter VII/Reg. 3 of SOLAS and MARPOL Annex III Prevention of Pollution by Harmful Substances Carried by Sea in Packaged Form.(10)  Naleving van de IMDG-code is verplicht voor het vervoer over zee van verpakte gevaarlijke goederen, zoals bepaald in hoofdstuk VII/Reg. 3 van het Solas-Verdrag en in bijlage III bij het Marpol-Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging door schadelijke stoffen die op zee worden vervoerd in verpakte vorm.
(11)  The IMO has developed various legal instruments related to dangerous and polluting goods differentiating between how the goods are carried (packaged and bulk) and by type of cargo (solid, liquid and liquefied gases). Rules on the carriage of dangerous cargoes and the ships that carry these cargoes are found in the International Convention for the Safety of Life at Sea (SOLAS, 1974), as amended, and the International Convention on Maritime Pollution (MARPOL 73/78), as amended. These conventions are supplemented by the following codes: IMDG, IMSBC, IBC and IGC.(11)  De IMO heeft verschillende rechtsinstrumenten ontwikkeld die betrekking hebben op gevaarlijke en verontreinigende goederen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de wijze waarop de goederen worden vervoerd (verpakt en in bulk) en de aard van de vracht (vast, vloeibaar en vloeibaar gemaakte gassen). De voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke vracht en de schepen die deze ladingen vervoeren zijn opgenomen in het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Solas 1974), zoals gewijzigd, en het Internationaal Verdrag inzake verontreiniging van de zee (Marpol 73/78), zoals gewijzigd. Die verdragen worden aangevuld met de volgende codes: IMDG, IMSBC, IBC en IGC.
(12)  IATA, 2007-2008 edition.(12)  IATA, editie 2007-2008.
(13)  SOLAS means the International Convention for the Safety of Life at Sea, 1974, as amended.(13)  “Solas” is het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1974, zoals gewijzigd.
(14)  IBC Code means the International Code for the Construction and Equipment of Ships carrying dangerous Chemicals in Bulk, as amended.(14)  “IBC-code” is de Internationale Code voor de bouw en de uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren, zoals gewijzigd.
(15)  IMSBC Code means the International Maritime Solid Bulk Cargoes Code, as amended.(15)  “IMSBC-code” is de Internationale Code voor het zeevervoer van vaste goederen in bulk, zoals gewijzigd.
(16)  IGC Code means the International Code for the Construction and Equipment of Ships Carrying Liquefied Gases in Bulk, including applicable amendments in accordance with which the vessel has been certified.(16)  “IGC-code” is de Internationale Code voor de bouw en de uitrusting van schepen die vloeibaar gas in bulk vervoeren, met inbegrip van de toepasselijke wijzigingen op grond waarvan het vaartuig is gecertificeerd.
(17)  EGC Code means the Code for Existing Ships Carrying Liquefied Gases in Bulk, as amended.(17)  “EGC-code” is de Code voor bestaande schepen die vloeibaar gas in bulk vervoeren, zoals gewijzigd.
(18)  GC Code means the Code for the Construction and Equipment of Ships Carrying Liquefied Gases in Bulk (Gas Carrier Code), as amended.(18)  “GC-code” is de Code voor de bouw en uitrusting van schepen die vloeibaar gemaakte gassen in bulk vervoeren, zoals gewijzigd.
(19)  MEPC.2/Circular, Provisional categorisation of liquid substances, version 19, effective 17 December 2013.(19)  MEPC.2/Circular, Provisional categorization of liquid substances, versie 19, van kracht sinds 17 december 2013.
(20)  Directive 2002/59/EC of the European Parliament and of the Council of 27 June 2002 establishing a Community vessel traffic monitoring and information system and repealing Council Directive 93/75/EEC (OJ L 208, 5.8.2002, p. 10).(20)  Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10).
(21)  Materials hazardous only in bulk (MHB) means materials which may possess chemical hazards when carried in bulk other than materials classified as dangerous goods in the IMDG Code.(21)  Materialen die alleen in bulk gevaarlijk zijn (MHB) zijn materialen andere dan die welke in de IMDG-code zijn ingedeeld als gevaarlijke goederen die chemische gevaren kunnen opleveren wanneer zij worden vervoerd in bulk.
(22)   OJ L 286, 31.10.2009, p. 1.(22)  PB L 286 van 31.10.2009, blz. 1.
(23)   OJ L 158, 30.4.2004, p. 7.(23)  PB L 158 van 30.4.2004, blz. 7.
(24)   OJ L 201, 27.7.2012, p. 60.(24)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 60.
(25)   OJ L 10, 14.1.1997, p. 13.(25)  PB L 10 van 14.1.1997, blz. 13.