27.6.2022 | EN | Official Journal of the European Union | C 243/1 | 27.6.2022 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 243/1 |
COUNCIL RECOMMENDATION | AANBEVELING VAN DE RAAD |
of 16 June 2022 | van 16 juni 2022 |
on learning for the green transition and sustainable development | betreffende leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling |
(2022/C 243/01) | (2022/C 243/01) |
(Text with EEA relevance) | (Voor de EER relevante tekst) |
THE COUNCIL OF THE EUROPEAN UNION, | DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, |
Having regard to the Treaty on the Functioning of the European Union, and in particular Articles 165 and 166 thereof, | Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 165 en 166, |
Having regard to the proposal from the European Commission, | Gezien het voorstel van de Europese Commissie, |
Whereas: | Overwegende hetgeen volgt: |
1. | Across the Union, while many Member States have made good progress in the implementation of policies and programmes of learning to support the green transition and to promote learning for sustainable development, there is nonetheless a need to continue and step up efforts in that regard. Policy and practice for this kind of learning should be further stimulated and supported. It is necessary to recognise the need for interconnected learning across the environmental, economic and social pillars of sustainable development, while placing a specific focus on the environmental pillar. | 1. | Hoewel veel lidstaten al goede vorderingen hebben gemaakt met de uitvoering van beleidsmaatregelen en programma’s op het gebied van leren ter ondersteuning van de groene transitie en ter bevordering van leren voor duurzame ontwikkeling, moeten in de hele Unie de inspanningen op dit vlak worden voortgezet en opgevoerd. Het beleid en de praktijken voor dit soort leren moeten verder worden gestimuleerd en ondersteund. De noodzaak van netwerkleren tussen de economische, de sociale en de milieupijler van duurzame ontwikkeling moet worden onderkend, met bijzondere aandacht voor de milieupijler. |
2. | The European Green Deal (1), the EU Biodiversity Strategy for 2030 (2), the United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization (UNESCO) strategy Education for Sustainable Development for 2030 and the related United Nations Economic Commission for Europe (UNECE) work (3) highlight the key role of schools, higher education and other education and training institutions in engaging with learners, parents, educators (4) and the wider community on the changes needed for a successful, just and inclusive green transition. In its conclusions on ‘Biodiversity – the need for urgent action’ (5), the Council stressed that investing in education, among other areas, is key in gathering the best data and finding the best solutions in this regard. The EU Youth Strategy identifies a sustainable green Europe as a goal and calls for all young people to be environmentally active and educated. | 2. | In de Europese Green Deal (1), de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 (2), de strategie van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Unesco) “Onderwijs voor duurzame ontwikkeling” voor 2030 en de werkzaamheden van de Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa (VN/ECE) daarrond (3) wordt gewezen op de sleutelrol die scholen, instellingen voor hoger onderwijs en andere onderwijs- en opleidingsinstellingen spelen om met lerenden, ouders, onderwijsactoren (4) en de gemeenschap in het algemeen het gesprek aan te gaan over de veranderingen die nodig zijn om van de groene transitie een rechtvaardig en inclusief succes te maken. In zijn conclusies “Biodiversiteit - dringend actie nodig” (5) onderstreept de Raad dat investeringen in onder meer onderwijs cruciaal zijn om de beste gegevens te verzamelen en de beste oplossingen te vinden op dit gebied. In de EU-strategie voor jongeren wordt een duurzaam groen Europa als een van de doelstellingen aangeduid en wordt ertoe opgeroepen dat alle jongeren zich actief voor het milieu inzetten en milieu-educatie krijgen. |
3. | Learning for the green transition and sustainable development supports learners of all ages in acquiring the knowledge, skills and attitudes needed to live more sustainably, in changing patterns of consumption and production, in embracing healthier lifestyles and in contributing – both individually and collectively – to a more sustainable economy and society. It also contributes to building the skills and competences increasingly needed in the labour market. It promotes understanding of the interconnected global challenges we face, including the climate crisis, environmental degradation and biodiversity loss, all of which have environmental, social, economic and cultural dimensions. | 3. | Leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling ondersteunt lerenden van alle leeftijden bij het verwerven van de kennis, vaardigheden en attitudes om duurzamer te leven, het veranderen van consumptie- en productiepatronen, het omarmen van een gezondere levensstijl, en bij het zowel individueel als collectief bijdragen aan een duurzamere economie en samenleving. Het helpt ook de vaardigheden en competenties op te bouwen waarnaar steeds meer vraag is op de arbeidsmarkt. Het bevordert het inzicht in de onderling verbonden mondiale uitdagingen waar we voor staan, waaronder de klimaatnoodtoestand, de achteruitgang van het milieu en biodiversiteitsverlies, die allemaal een ecologische, sociale, economische en culturele dimensie hebben. |
4. | The Sustainable Development Goals of the UN, notably Target 4.7, call for all learners to acquire by 2030 the knowledge and skills needed to promote sustainable development, including, among others, through education for sustainable development and sustainable lifestyles, human rights, gender equality, promotion of a culture of peace and non-violence, global citizenship and appreciation of cultural diversity and of culture’s contribution to sustainable development (6). | 4. | De duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN, met name doelstelling 4.7, roepen alle lerenden op ervoor zorgen dat zij zich tussen nu en 2030 de kennis en vaardigheden eigen maken die nodig zijn om duurzame ontwikkeling te bevorderen, onder meer via onderwijs voor duurzame ontwikkeling en een duurzame levensstijl, mensenrechten, gendergelijkheid, het bevorderen van een cultuur van vrede en geweldloosheid, mondiaal burgerschap alsmede de waardering van culturele verscheidenheid en van de bijdrage van cultuur aan duurzame ontwikkeling (6). |
5. | The Communication on the European Education Area (7), the European Pillar of Social Rights (8), the strategic framework for European cooperation in education and training towards the European Education Area and beyond (2021-2030) (9) and the Communication on a new ERA for Research and Innovation (10) call for education and training policies and investments to be geared towards inclusive green and digital transitions for future resilience and prosperity. | 5. | In de mededeling over de Europese onderwijsruimte (7), de Europese pijler van sociale rechten (8), het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese Onderwijsruimte en verder (2021-2030) (9) en de mededeling over een nieuwe EOR voor onderzoek en innovatie (10) wordt ervoor gepleit het onderwijs- en het opleidingsbeleid en de desbetreffende investeringen te richten op inclusieve groene en digitale transitie, met het oog op de toekomstige veerkracht en welvaart. |
6. | The key competences, as defined in the European Reference Framework of Key Competences for Lifelong Learning (11), aim to support people across Europe in gaining the knowledge, skills and attitudes needed for personal fulfilment and development, employability, social inclusion, sustainable lifestyle, successful life in peaceful societies, health-conscious life management and active citizenship in a time of rapid and profound change. | 6. | De sleutelcompetenties die zijn beschreven in het Europees referentiekader voor sleutelcompetenties voor een leven lang leren (11), hebben tot doel mensen in heel Europa te helpen om in een tijd van snelle en ingrijpende veranderingen de kennis, vaardigheden en attitudes te verwerven die zij nodig hebben voor zelfontplooiing en persoonlijke ontwikkeling, inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, sociale inclusie, een duurzame levensstijl, succesvol leven in vreedzame samenlevingen, een gezondheidsbewuste levensstijl en actief burgerschap. |
7. | The European Skills Agenda (12) announced support for the development of a core, green skills set for the labour market with a view to creating a generation of environment-conscious professionals and green economic operators, integrating environmental and climate considerations into general education, higher education, vocational education and training as well as research. Europe needs highly competent professionals to support the green transition and to be a world leader in sustainable technologies. | 7. | In de Europese vaardighedenagenda (12) wordt steun aangekondigd·voor de ontwikkeling van groene kernvaardigheden voor de arbeidsmarkt met het oog op het creëren van een generatie milieubewuste professionals en groene economische actoren, door·middel van het integreren van milieu- en klimaatthema’s in algemeen onderwijs, hoger onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding en onderzoek. Europa heeft hooggekwalificeerde professionals nodig om de groene transitie te ondersteunen en wereldleider op het gebied van duurzame technologieën te worden. |
8. | The Council Recommendation on vocational education and training (VET) for sustainable competitiveness, social fairness and resilience (13) and the Osnabrück Declaration recognise the VET sector as key for the digital and green transitions. | 8. | In de aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en -opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht (13) en de verklaring van Osnabrück wordt de cruciale rol van de beroepsonderwijs- en beroepsopleidingssector voor de digitale en de groene transitie erkend. |
9. | The European Climate Pact invites individuals, communities and organisations to participate in climate action and building a greener Europe by offering opportunities to learn about climate change, develop and implement solutions, and connect with others to multiply the impact of those solutions. The Education for Climate Coalition aims to create a community led by students and teachers, together with their schools and networks and other educational actors, to learn from as many relevant experiences as possible, and bridge fragmentation between education sectors, domains and people. | 9. | Het Europees klimaatpact roept individuen, gemeenschappen en organisaties op om aan de klimaatactie deel te nemen en aan een groener Europa te bouwen; het biedt daartoe mogelijkheden om meer over klimaatverandering te weten te komen, om oplossingen te ontwikkelen en te implementeren en om contacten met anderen te leggen om de impact van die oplossingen te versterken. De “Onderwijs voor klimaat”-coalitie wil een gemeenschap geleid door studenten en leerkrachten, samen met hun scholen, netwerken en andere onderwijsactoren, tot stand brengen, van zoveel mogelijk relevante ervaringen leren, en de versnippering tussen de sectoren, de gebieden en de personen in het onderwijs aanpakken. |
10. | The Digital Education Action Plan (14) provides a vision for high-quality, inclusive and accessible European digital education and training and underscores the importance of digital technologies as powerful enablers for the green transition whilst, at the same time, facilitating a move towards sustainable behaviour in both the development and use of digital products. | 10. | Het actieplan voor digitaal onderwijs (14) ontvouwt een visie voor hoogwaardig, inclusief en toegankelijk digitaal onderwijs en dito opleiding in Europa en onderstreept het belang van digitale technologieën als krachtige katalysatoren voor de groene transitie, en vergemakkelijkt tegelijkertijd de overgang naar duurzaam gedrag bij zowel de ontwikkeling als het gebruik van digitale producten. |
11. | The New European Bauhaus brings a cultural and creative dimension to the European Green Deal, aiming to demonstrate how sustainable innovation offers tangible, positive changes in our daily life, including in school buildings and other learning environments. | 11. | Het Nieuwe Europese Bauhaus voegt een culturele en creatieve dimensie toe aan de Europese Green Deal, waarmee duidelijk moet worden gemaakt hoe duurzame innovatie tastbare en positieve veranderingen in ons dagelijks leven teweegbrengt, onder meer in schoolgebouwen en andere leeromgevingen. |
12. | UNESCO, through its Education for Sustainable Development programme, has been working to make education and training a more central and visible part of the international response to the climate crisis and to deliver on all Sustainable Development Goals, notably Target 4.7 on education for sustainable development. Under the UN Framework Convention on Climate Change and the Paris Agreement, parties commit to promoting and cooperating on climate change in the context of sustainable development in all dimensions, in particular on education, training, public awareness, public participation and public access to information. | 12. | Via haar programma inzake educatie voor duurzame ontwikkeling streeft de Unesco ernaar dat onderwijs en opleiding een centraler en zichtbaarder onderdeel van de internationale respons op de klimaatcrisis wordt en zet zij zich in voor de verwezenlijking van alle duurzameontwikkelingsdoelstellingen, met name van doelstelling 4.7 inzake educatie voor duurzame ontwikkeling. In het kader van het Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering en de Overeenkomst van Parijs verbinden de partijen zich ertoe alle dimensies van duurzame ontwikkeling, met name onderwijs, opleiding, bewustmaking, publieke inspraak en publieke toegang tot informatie op het gebied van klimaatverandering, te bevorderen en daartoe samen te werken. |
13. | There is a growing awareness and desire among young people to engage in sustainable development issues, particularly environmental and climate issues. The results of a Eurobarometer released in May 2022 indicate that young people in the EU consider ‘protecting the environment and fighting climate change’ to be one of the key priorities the European Year of Youth (2022) should focus on. OECD data (15) from 2018 already demonstrate a high awareness among 15-year-olds of climate change and the environmental crisis and the need to address it. However, the same OECD data show that far fewer students feel a sense of agency to make a real difference. The extent of the climate and environmental crisis can lead to learners feeling overwhelmed and disempowered, which can be exacerbated by inaccurate information and disinformation. | 13. | Jongeren zijn zich steeds bewuster van en willen zich alsmaar meer inzetten voor duurzame ontwikkeling, met name op het gebied van milieu en klimaat. Uit de resultaten van een Eurobarometer van mei 2022 blijkt dat voor de jongeren in de EU “het beschermen van het milieu en het bestrijden van de klimaatverandering” een van de belangrijkste prioriteiten is die tijdens het Europees Jaar van de Jeugd (2022) moeten worden behandeld. Gegevens van de OESO (15) uit 2018 tonen reeds dat de categorie 15-jarigen zich sterk bewust is van de klimaatverandering en de milieucrisis en van de noodzaak om die aan te pakken. Deze OESO-gegevens laten echter ook zien dat zij die vinden dat zij genoeg zeggenschap hebben om echt het verschil te kunnen maken, in de minderheid zijn. Door de omvang van de klimaatnoodtoestand en de milieucrisis kunnen lerenden zich overrompeld en machteloos voelen, wat nog kan worden verergerd door onjuiste informatie en desinformatie. |
14. | It is of great importance that education and training systems and institutions respond to the growing youth voice on the climate and biodiversity crises and involve young people in designing solutions related to learning for the green transition and sustainable development and taking action for a sustainable future. The 2022 European Year of Youth plays an important role in further stimulating youth engagement. | 14. | Het is van groot belang dat onderwijs- en opleidingsstelsels en -instellingen reageren op de steeds luider klinkende stem van jongeren als het om de klimaat- en de biodiversiteitscrisis gaat, en jongeren betrekken bij het ontwikkelen van oplossingen in verband met leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling en bij het ondernemen van actie met het oog op duurzame toekomst. Het Europees Jaar van de Jeugd 2022 speelt een belangrijke rol om de betrokkenheid van jongeren verder te bevorderen. |
15. | The COVID-19 pandemic has highlighted our close links with nature and put renewed focus on education and training systems. Lessons have been learned about new possibilities for education and training, including blended learning approaches in different settings (including online), engagement and autonomy of learners and the links between formal education and the wider community. The pandemic also increased a long-standing concern for the physical, mental and emotional well-being of children, young people and adults. | 15. | De COVID-19-pandemie heeft duidelijk gemaakt dat de mens en de natuur nauw met elkaar verbonden zijn en heeft onderwijs- en opleidingsstelsels een nieuw momentum gegeven. Er is bijgeleerd over nieuwe mogelijkheden voor onderwijs en opleiding, waaronder gecombineerd leren in verschillende omgevingen (ook online), de betrokkenheid en de autonomie van de lerenden, alsmede de verbanden tussen formeel onderwijs en de gemeenschap in het algemeen. Door de pandemie is ook de reeds lang bestaande bezorgdheid over het lichamelijke, geestelijke en emotionele welzijn van kinderen, jongeren en volwassenen groter geworden. |
16. | Individual early childhood education and care centres, schools, higher education institutions, research organisations, VET providers and local communities are becoming increasingly active in relation to the climate and biodiversity crises. However, sustainability is not yet a systemic feature of education and training across the EU. | 16. | Afzonderlijke centra voor voor- en vroegschoolse educatie en kinderopvang, scholen, instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeksorganisaties, aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding en lokale gemeenschappen worden in toenemende mate actiever waar het de klimaat- en de biodiversiteitscrisis betreft. Duurzaamheid is echter nog geen systeemkenmerk van onderwijs en opleiding in de hele EU. |
17. | In many countries, learning for sustainability and equally viable concepts, such as education for sustainable development and global citizenship education, have been taken up in policies, strategies and curricula. However, educators need further targeted support, expertise, and training opportunities to incorporate the principles of the green transition and sustainable development in their teaching and training practices. They often feel insufficiently equipped to deal with eco-anxiety and eco-pessimism and to help learners engage with climate and environmental issues in a positive way. | 17. | Veel landen hebben leren voor duurzaamheid en andere even levensvatbare concepten, zoals educatie voor duurzame ontwikkeling en wereldburgerschapseducatie, opgenomen in hun beleidslijnen, strategieën en leerprogramma’s. Onderwijsactoren hebben echter verdere gerichte ondersteuning, deskundigheid en opleidingsmogelijkheden nodig om de beginselen van de groene transitie en duurzame ontwikkeling op te nemen in hun onderwijs- en opleidingspraktijk. Zij voelen zich vaak onvoldoende toegerust om met ecoangst en ecopessimisme om te gaan en om lerenden te helpen zich op een positieve manier met klimaat- en milieukwesties bezig te houden. |
18. | Whole-institution approaches to sustainability incorporating all areas of activity are not always sufficiently present. Such approaches can include teaching and learning; governance; research and innovation; and infrastructure, facilities and operations, and should engage learners, staff, parents, and local and wider communities. | 18. | Instellingsbrede benaderingen van duurzaamheid die alle werkterreinen bestrijken, worden niet altijd voldoende toegepast. Dergelijke benaderingen kunnen onderwijs en leren, bestuur, onderzoek en innovatie, infrastructuur, faciliteiten en activiteiten omvatten, en zouden lerenden, personeel, ouders en plaatselijke en grotere gemeenschappen daarbij moeten betrekken. |
19. | The potential and opportunity to complement and strengthen other education and training agendas needs to be further explored. Teaching and learning for the green transition and sustainable development can fully support policies and programmes for health, well-being and inclusion; active and global citizenship; solidarity; student-centred learning; research and innovation; and the digital transformation, including artificial intelligence (16). | 19. | Het potentieel en de mogelijkheden om andere onderwijs- en opleidingsagenda’s aan te vullen en te versterken, moeten verder worden onderzocht. Lesgeven en leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling kunnen beleidsmaatregelen en programma’s voor gezondheid, welzijn en inclusie, actief en mondiaal burgerschap, solidariteit, leren waarbij de lerende centraal staat, onderzoek en innovatie en de digitale transformatie, met inbegrip van artificiële intelligentie (16), ten volle ondersteunen. |
20. | Integrating the education and training dimension systematically into other policies related to the green transition and sustainable development in a lifelong perspective can support implementation of those policies. It can also connect different sectors of society and the economy and embed sustainability effectively in education and training. | 20. | De uitvoering van die beleidslijnen kan worden ondersteund door de onderwijs- en opleidingsdimensie stelselmatig te integreren in andere beleidslijnen met betrekking tot de groene transitie en duurzame ontwikkeling vanuit het oogpunt van een leven lang leren. Hierdoor kunnen ook verschillende geledingen van de samenleving en de economie met elkaar in aanraking worden gebracht en kan duurzaamheid doeltreffend in het onderwijs worden ingebed. |
21. | This Recommendation fully respects the principles of subsidiarity and proportionality. It recognises that the level of autonomy enjoyed by education and training institutions varies widely across Member States. In some Member States, education and training institutions, teacher education institutions, as well as teachers and trainers, enjoy a high degree of autonomy. The Recommendation will be implemented according to national circumstances and in cooperation with Member States. | 21. | Deze aanbeveling is volledig in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. De aanbeveling erkent dat de autonomie van onderwijs- en opleidingsinstellingen sterk van lidstaat tot lidstaat verschilt. In sommige lidstaten genieten onderwijs- en opleidingsinstellingen, instellingen voor lerarenopleidingen, leraren en opleiders een grote mate van autonomie. De aanbeveling zal worden uitgevoerd in overeenstemming met de nationale omstandigheden en in samenwerking met de lidstaten. |
HEREBY RECOMMENDS THAT MEMBER STATES, in full respect of the principles of subsidiarity and proportionality, and acknowledging varying degrees of autonomy of education and training institutions, according to national circumstances, | BEVEELT AAN DAT DE LIDSTATEN, met volledige inachtneming van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, en in de erkenning dat de mate van autonomie van onderwijs- en opleidingsinstellingen varieert afhankelijk van de nationale omstandigheden, |
1. | Step up and strengthen efforts to support education and training systems in taking action for the green transition and sustainable development so that learners of all ages and from all backgrounds can access high-quality, equitable and inclusive education and training on sustainability, climate change, environmental protection and biodiversity, with due concern for environmental, social and economic considerations. | 1. | hun inspanningen opvoeren en intensiveren om de onderwijs- en opleidingsstelsels te ondersteunen bij het nemen van maatregelen voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling, zodat lerenden van alle leeftijden en van welke achtergrond ook toegang hebben tot hoogwaardig, rechtvaardig en inclusief onderwijs en dito opleiding op het gebied van duurzaamheid, klimaatverandering, milieubescherming en biodiversiteit, met de nodige aandacht voor ecologische, sociale en economische overwegingen; |
2. | Establish learning for the green transition and sustainable development as one of the priority areas in education and training policies and programmes in order to support and enable the sector to contribute to a sustainable future, embedded in a holistic understanding of education. Implement and further develop comprehensive and collaborative approaches to teaching and learning for the green transition and sustainable development involving all relevant parties in the education and training system, and stakeholders from other relevant sectors. | 2. | het leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling als een van de prioritaire gebieden in het beleid en de programma’s voor onderwijs en opleiding verankeren, om de sector te ondersteunen en in staat te stellen aan een duurzame toekomst bij te dragen, als onderdeel van een holistische opvatting van onderwijs; brede en op samenwerking gebaseerde vormen van aanpak van onderwijs en leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling hanteren en verder ontwikkelen, en daarbij alle relevante partijen van het onderwijs- en opleidingsstelsel en belanghebbenden van andere relevante sectoren betrekken; |
3. | Provide a range of learning opportunities in formal, non-formal and informal settings, so that individuals of all ages can prepare for and actively contribute to the green transition and take action for an environmentally sound, sustainable, circular and climate-neutral economy and just, inclusive and peaceful societies. | 3. | een reeks leermogelijkheden in formele, niet-formele en informele omgevingen bieden, zodat personen van alle leeftijden zich kunnen voorbereiden op en actief kunnen bijdragen aan de groene transitie en actie kunnen ondernemen voor een ecologisch verantwoorde, duurzame, circulaire en klimaatneutrale economie en rechtvaardige, inclusieve en vreedzame samenlevingen; |
4. | Consider the following measures at the level of the system: | a) | Align, in close cooperation with relevant stakeholders, strategies and plans in education and training with the green transition and sustainable development, including those related to curricula and assessment and educators’ initial training and continuing professional development. Support implementation of national and other strategies and policies, including on related concepts such as education for sustainable development, through mechanisms for follow-up and monitoring. | b) | Invest, where appropriate, in and provide training on green and sustainable equipment, resources and infrastructure (buildings, grounds and technology) for learning, socialising and recreation to ensure healthy, safe, inclusive, creative and resilient learning environments. | c) | Raise awareness of the benefits and opportunities of learning for the green transition and sustainable development, and support formal and non-formal education and training institutions, including early childhood education and care, to make climate change, environmental protection, biodiversity and sustainability issues relevant to the daily lives of their learners and foster a culture of sustainability. | d) | Develop the knowledge, skills and attitudes of learners of all ages to live more sustainably, promote sustainable consumption and production patterns, adopt healthier and more environmentally-conscious lifestyles and contribute individually and collectively to the transformation of our societies. | e) | Support and enhance teaching and learning for the green transition and sustainable development by providing infrastructure, digital tools and resources and supporting educators’ digital competences. | f) | Involve all learners in meaningful and coordinated ways in proposing and co-creating approaches to what, how and where they learn about – and for – the green transition and sustainable development. Encourage a gender-balanced participation of learners from all backgrounds, including those with fewer opportunities. Empower all learners to participate in and engage with decision-making at the level of their institution as well as their local and wider communities. | g) | Develop and support, in close cooperation with relevant stakeholders, curriculum programmes and frameworks, allowing the time and space for learners to develop sustainability competences (17) from an early age. Intergenerational learning and local examples, problems and responses can make curricula more relevant to learners, demonstrating that climate change, biodiversity, environmental protection and sustainability are local and actionable. | h) | Support cooperation and networking on sustainability, environmental protection and biodiversity, involving for example local authorities, youth work and youth organisations, centres of environmental education and training, centres of global learning, forests, parks, farms, museums, libraries, non-governmental organisations, research, consumer organisations and business, thus strengthening the links between formal, non-formal and informal learning. | i) | Support scaling up of good practices and pedagogical research on teaching and learning for the green transition and sustainable development at all levels and types of education and training. | 4. | de volgende maatregelen op het niveau van het stelsel overwegen: | a) | in nauwe samenwerking met de relevante belanghebbenden de strategieën en plannen op het gebied van onderwijs en opleiding, met inbegrip van strategieën en plannen met betrekking tot leerprogramma’s en beoordeling, initiële opleiding van onderwijsactoren en voortgezette beroepsontwikkeling, afstemmen op de groene transitie en duurzame ontwikkeling. De uitvoering van nationale en andere strategieën en beleidsmaatregelen, ook met betrekking tot aanverwante concepten zoals onderwijs voor duurzame ontwikkeling, ondersteunen door middel van mechanismen voor follow-up en monitoring; | b) | waar nodig investeren in en opleiding aanbieden op het gebied van groene en duurzame apparatuur, hulpmiddelen en infrastructuur (gebouwen, terreinen en technologie) voor leren, sociale activiteiten en recreatie om te zorgen voor gezonde, veilige, inclusieve, creatieve en veerkrachtige leeromgevingen; | c) | de voordelen en de mogelijkheden van leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling voor het voetlicht brengen, en formele en niet-formele onderwijs- en opleidingsinstellingen, met inbegrip van centra voor voor- en vroegschoolse educatie en kinderopvang, helpen om klimaatverandering, milieubescherming, biodiversiteit en duurzaamheid tot relevante thema’s te maken voor het dagelijks leven van lerenden, en een cultuur van duurzaamheid bevorderen; | d) | de kennis, vaardigheden en attitudes van lerenden van alle leeftijden ontwikkelen om duurzamer te leven, duurzame consumptie- en productiepatronen te bevorderen, een gezondere en milieubewustere levensstijl aan te nemen en individueel en collectief bij te dragen aan de transformatie van onze samenleving; | e) | onderwijs en leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling ondersteunen en verbeteren door te voorzien in infrastructuur, digitale instrumenten en middelen, en de digitale competenties van onderwijsactoren ondersteunen; | f) | alle lerenden op zinvolle en gecoördineerde wijze betrekken bij het voorstellen en samen ontwerpen van benaderingen met betrekking tot het wat, hoe en waar van het leren over en voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling. Een genderevenwichtige deelname van lerenden van welke achtergrond dan ook aanmoedigen, ook kansarmere lerenden. Alle lerenden in staat stellen deel te nemen aan en zich in te laten met het besluitvormingsproces binnen hun instelling, maar ook in hun plaatselijke en grotere gemeenschappen; | g) | in nauwe samenwerking met de relevante belanghebbenden leerprogramma’s en kaders ontwikkelen en ondersteunen met voldoende tijd en ruimte voor lerenden om van jongs af aan duurzaamheidscompetenties (17) te ontwikkelen. Intergenerationeel leren en lokale voorbeelden, problemen en antwoorden kunnen de leerplannen voor lerenden relevanter maken wanneer daarmee wordt aangetoond dat klimaatverandering, biodiversiteit, milieubescherming en duurzaamheid lokaal relevant zijn en aan de orde kunnen worden gesteld; | h) | het samenwerken en het netwerken op het gebied van duurzaamheid, milieubescherming en biodiversiteit ondersteunen, waarbij onder meer lokale autoriteiten, jongerenwerk en -organisaties, centra voor milieueducatie en -opleiding, centra voor mondiaal leren, bossen, parken, boerderijen, musea, bibliotheken, niet-gouvernementele organisaties, onderzoeksinstellingen, consumentenorganisaties en het bedrijfsleven worden betrokken, en zo de banden tussen formeel, niet-formeel en informeel leren aanhalen; | i) | goede praktijken en pedagogisch onderzoek op het gebied van onderwijs en leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling op grotere schaal helpen toepassen op alle niveaus en in alle vormen van onderwijs en opleiding. |
5. | Further support learners by considering the following measures: | a) | Provide learners, from the time they are in pre-school, with opportunities to understand, engage with and value the natural world and its biodiversity, create a sense of curiosity and wonder and learn to act for sustainability, individually and collectively. | b) | Strengthen, including through financial support in accordance with national financial support schemes, high-quality lifelong learning for the green transition and sustainable development, including traineeships, apprenticeships, volunteering, extra-curricular activities, youth work activities and other forms of formal, non-formal and informal learning and the links between them. Stimulate and recognise civic engagement actions and programmes in that regard. | c) | Facilitate learning methods and approaches that are collaborative, experiential, practically oriented and relevant to local contexts and traditions and support interdisciplinary and cross-curricular activities. This includes giving learners hands-on opportunities to observe and care for nature, and to reduce, repair, reuse and recycle, thereby helping them to understand the importance of sustainable lifestyles and the circular economy. | d) | Provide fact-based and accessible information on the climate, environmental and biodiversity crisis and its drivers, as agreed under the Aarhus Convention (18). | e) | Develop problem-solving and collaboration skills; foster critical thinking, media literacy skills and systems thinking; and support positive action, including volunteering, to confront and reduce the fear and disempowerment that learners might experience in the face of the planetary crises. | 5. | lerenden verder ondersteunen door de volgende maatregelen te overwegen: | a) | lerenden al vanaf het voorschoolse onderwijs mogelijkheden bieden om de natuurlijke wereld en haar biodiversiteit te begrijpen, zich ermee verbonden te voelen en te waarderen, een houding van nieuwsgierigheid en verwondering te ontwikkelen en te leren handelen met het oog op duurzaamheid, zowel individueel als collectief; | b) | kwalitatief hoogwaardige stelsels voor een leven lang leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling - met inbegrip van stages, leerlingplaatsen, vrijwilligerswerk, buitenschoolse activiteiten, jeugdwerk en andere vormen van formeel, niet-formeel en informeel leren - en de verbanden daartussen versterken, onder meer door het verlenen van financiële steun op basis van nationale financiële steunregelingen. Acties en programma’s voor burgerparticipatie in dat opzicht stimuleren en erkennen; | c) | leermethoden en -benaderingen bevorderen die op samenwerking, ervaringsleren en praktijk gebaseerd zijn en voor de lokale contexten en tradities van belang zijn, en interdisciplinaire en leerplanoverstijgende activiteiten ondersteunen. Dit houdt onder meer in dat lerenden praktische mogelijkheden krijgen om de natuur te observeren en er zorg voor te dragen, en om op materialen te besparen, die te repareren, te hergebruiken en te recyclen, zodat zij het belang van duurzame levensstijlen en de circulaire economie leren in te zien; | d) | op feiten gebaseerde en toegankelijke informatie over het klimaat, de milieu- en de biodiversiteitscrisis, en de oorzaken daarvan verstrekken, zoals overeengekomen bij het Verdrag van Aarhus (18). | e) | vaardigheden om problemen op te lossen en samen te werken ontwikkelen, kritisch denken en vaardigheden op het gebied van mediageletterdheid bevorderen en positieve actie - met inbegrip van vrijwilligerswerk - ondersteunen, om het gevoel van angst en machteloosheid dat lerenden kunnen ondervinden in het licht van de crises die onze planeet bedreigen, tegen te gaan en te verminderen. |
6. | Further support educators to facilitate learning for the green transition and sustainable development by considering the following measures: | a) | Recognise that all educators, whatever their discipline or sector of education, are sustainability educators who need to support their learners in preparing for the green transition. Enable them to raise their learners’ awareness of the Sustainable Development Goals. Include, consult and support educators on curriculum and programme development and other educational reforms related to the green transition and sustainable development and on the design of appropriate professional development. | b) | Support integration of the green transition and sustainable development into initial teacher and trainer education programmes; in continuing professional development programmes; and in teacher professional standards and frameworks, in order to support educators’ competence development with regard to sustainability. | c) | Support mentoring schemes and professional development programmes at the level of the institutions. Support educators in using digital tools and technologies in their practice to enhance teaching and learning for the green transition and sustainable development. | d) | Further develop and explore opportunities and incentives for educators to take part in professional development programmes related to sustainability, for example by considering them in career progression and development and creating roles for educators such as sustainability coordinator. | e) | Support educators, including by providing the necessary time and space, in adopting pedagogies that enhance teaching and learning for the green transition and sustainable development in interdisciplinary ways and develop the socio-emotional aspects of learning, so that all learners can become agents of change and learn to reflect and act, both individually and collectively, locally and globally, for a more sustainable world. | f) | Encourage and enable, where appropriate, transformative and interdisciplinary teaching and learning using both traditional and innovative learning approaches, including hands-on learning, the STEAM approach (19), hackathons, service learning and gamification. | g) | Develop and make available resources to support educators, including regarding assessment. Support educators in using traditional and new tools and materials to teach and train for the green transition and sustainable development in a range of indoor and outdoor, and digital and non-digital, settings. Provide access to centres of expertise, including centres for environmental education and training. | h) | Encourage the research and innovation community to engage with formal, non-formal and informal education and training providers to support educators in the green transition and sustainable development. Support participation in exploratory projects and research related to the climate emergency, environmental crisis and sustainability. | 6. | de onderwijsactoren verder helpen het leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling te vergemakkelijken door de volgende maatregelen te overwegen: | a) | erkennen dat alle onderwijsactoren, ongeacht het vak waarin zij lesgeven of de onderwijssector waarin zij werkzaam zijn, actoren op het gebied van duurzaamheid zijn die hun lerenden moeten helpen bij de voorbereiding op de groene transitie; hen in staat stellen hun lerenden bewuster te maken van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen; de onderwijsactoren meenemen bij, raadplegen over en ondersteunen bij het ontwikkelen van leerplannen en programma’s en bij andere onderwijshervormingen in verband met de groene transitie en duurzame ontwikkeling alsmede bij het opzetten van de passende bij- en nascholing; | b) | de integratie van de groene transitie en duurzame ontwikkeling in alle initiële programma’s van de lerarenopleiding, programma’s voor voortgezette professionele ontwikkeling en beroepsnormen en -kaders voor leerkrachten ondersteunen, om de ontwikkeling van vaardigheden van onderwijsactoren op het gebied van duurzaamheid te ondersteunen; | c) | begeleidingsprogramma’s en programma’s voor voortgezette professionele ontwikkeling op het niveau van de instellingen ondersteunen; de onderwijsactoren ondersteunen bij het gebruik van digitale instrumenten en technologieën in hun praktijk om het lesgeven en leren met het oog op de groene transitie en duurzame ontwikkeling te verbeteren; | d) | de mogelijkheden en stimulansen voor onderwijsactoren om deel te nemen aan programma’s voor bij- en nascholing die verband houden met duurzaamheid, verder ontwikkelen en onderzoeken, bijvoorbeeld door die programma’s in aanmerking te nemen bij de loopbaanontwikkeling en door functies voor onderwijsactoren zoals duurzaamheidscoördinator in het leven te roepen; | e) | de onderwijsactoren helpen om, onder meer door hun de nodige tijd en ruimte te bieden, onderwijsmethoden toe te passen die het lesgeven en leren op het gebied van de groene transitie en duurzame ontwikkeling bevorderen, het duurzaamheidsonderwijs op interdisciplinaire wijze te benaderen en de sociaal-emotionele aspecten van het leren ontwikkelen, zodat alle lerenden aandrijvers van veranderingen kunnen worden en kunnen leren te reflecteren en zich zowel individueel als collectief, zowel lokaal als mondiaal, voor een duurzamere wereld in te zetten; | f) | waar nodig transformatief en interdisciplinair onderwijs en leren aanmoedigen en mogelijk maken met gebruikmaking van zowel traditionele als innovatieve leermethoden, waaronder praktijkgericht leren, de STEAM-methode (19), hackathons, service-learning en gamificatie; | g) | hulpmiddelen, onder meer op het gebied van de beoordeling, ontwikkelen en ter beschikking stellen ter ondersteuning van de onderwijsactoren; de onderwijsactoren helpen gebruik te maken van traditionele en nieuwe instrumenten en materialen voor onderwijs en opleiding voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling in uiteenlopende omstandigheden (zowel binnen als buiten, zowel digitaal als niet-digitaal); toegang bieden tot expertisecentra, met inbegrip van centra voor milieueducatie en -opleiding; | h) | de onderzoeks- en innovatiegemeenschap aanmoedigen om samen te werken met de aanbieders van formeel, niet-formeel en informeel onderwijs en opleiding, om de onderwijsactoren die op het gebied van de groene transitie en duurzame ontwikkeling actief zijn, te ondersteunen; de deelname aan proefprojecten en onderzoek in verband met de klimaatnoodtoestand, de milieucrisis en duurzaamheid ondersteunen; |
7. | Continue to support formal and non-formal education and training institutions in effectively integrating, where appropriate, the green transition and sustainable development across all their activities and operations, by considering the following measures: | a) | Encourage and facilitate effective whole-institution approaches to sustainability which encompass teaching and learning; vision, planning and governance; active learner and staff participation; involvement of families; management of buildings and resources; partnerships with local and wider communities; and research and innovation. Support education leaders in managing organisational change with dedicated professional development and guidance for their roles. | b) | Support education and training institutions in designing, monitoring and evaluating their sustainability strategies and/or embedding sustainability in existing processes and measures (e.g. school development plans, higher education mission statements and strategies). Recognise that this is a long-term process requiring small measurable steps which are monitored and evaluated on an ongoing basis, including through self-evaluation by the institution. | c) | In accordance with their institutional autonomy, encourage and support early childhood education and care centres, schools, higher education institutions, VET providers, adult learning institutions and other education providers to take part in eco-label initiatives which can bring environmental, social, educational and economic benefits. Provide support structures for such schemes, e.g. agencies or bodies to support whole-institution approaches, mentoring and networking, templates and guidance, and financial support. | d) | Focus part of the internal and/or external review and quality assurance mechanisms of education and training organisations on sustainability. Recognise effective engagement by higher education institutions through appropriate means, including, for example, funding mechanisms. | e) | Further embed the green transition and sustainable development into programmes, syllabuses and modules in VET and higher education (in accordance with institutional autonomy and academic freedom), across a range of disciplines, including business studies, social sciences, pedagogical sciences, humanities, arts, architecture and engineering, land use planning and management. Make use of resources and materials developed by environmental and educational non-governmental organisations and other relevant bodies. | f) | Support higher education, VET and adult learning institutions in the development of small and tailored learning courses on the green transition and sustainable development, that can lead, among others, to micro-credentials, in order to deepen, broaden and update professional competences. | g) | Promote partnerships with all disciplines and actors, including business, the arts, farms, cultural heritage, sport, youth, research institutes, civil society organisations, the educational resources industry (including technology, publishing and other curriculum equipment) and educational research. Support the development of extra-curricular, summer and other programmes while providing support for internships in, for example, laboratories, businesses, research institutions and non-governmental organisations. | h) | Support programmes that promote sustainability innovation and entrepreneurship. Strengthen higher education and VET institutions to establish or reinforce sustainability hubs that will enhance innovation and entrepreneurship for the green transition and sustainable development, the circular economy and biodiversity. | 7. | formele en niet-formele onderwijs- en opleidingsinstellingen blijven ondersteunen bij de, waar passend, effectieve integratie van de groene transitie en duurzame ontwikkeling in al hun activiteiten en handelingen door de volgende maatregelen te overwegen: | a) | doeltreffende instellingsbrede benaderingen van duurzaamheid bevorderen en faciliteren, die onderwijs en leren, visie, planning en bestuur, actieve deelname van lerenden en personeel, betrokkenheid van gezinnen, beheer van gebouwen en middelen, partnerschappen met lokale en grotere gemeenschappen alsmede onderzoek en innovatie omvatten; de leidinggevenden uit het onderwijs ondersteunen bij het aansturen van organisatorische veranderingen met specifieke professionele ontwikkeling en begeleiding voor hun rol; | b) | de onderwijs- en opleidingsinstellingen helpen bij het ontwerpen, monitoren en evalueren van hun duurzaamheidsstrategieën en/of bij de integratie van duurzaamheid in bestaande processen en maatregelen (bv. plannen voor de ontwikkeling van scholen, missieverklaringen en strategieën voor het hoger onderwijs); onderkennen dat dit een langetermijnproces is waarvoor kleine meetbare stappen nodig zijn die voortdurend worden gemonitord en geëvalueerd, onder meer door middel van zelfevaluatie door de instelling; | c) | onderwijs- en opvangcentra voor jonge kinderen, scholen, instellingen voor hoger onderwijs, aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding, instellingen voor volwasseneneducatie en andere onderwijsaanbieders in het kader van hun institutionele autonomie aanmoedigen en ondersteunen om deel te nemen aan milieukeurinitiatieven die ecologische, sociale, educatieve en economische voordelen kunnen opleveren; ondersteunende structuren voor dergelijke programma’s beschikbaar stellen, bijvoorbeeld agentschappen of organen ter ondersteuning van instellingsbrede benaderingen, begeleiding en netwerkvorming, modellen en richtsnoeren alsmede financiële steun; | d) | een deel van de interne en/of externe evaluatie- en kwaliteitsborgingsmechanismen van de onderwijs- en opleidingsorganisaties op duurzaamheid toespitsen; de effectieve betrokkenheid van de instellingen voor hoger onderwijs erkennen via geschikte middelen, waaronder bijvoorbeeld financieringsmechanismen; | e) | de groene transitie en duurzame ontwikkeling verder integreren in programma’s, leerplannen en modules in het beroeps- en hoger onderwijs (overeenkomstig de institutionele autonomie en de academische vrijheid) van een reeks disciplines, zoals bedrijfskunde, sociale wetenschappen, pedagogische wetenschappen, geesteswetenschappen, kunst, architectuur en engineering, planning en beheer van landgebruik; gebruikmaken van hulpmiddelen en materialen die zijn ontwikkeld door niet-gouvernementele organisaties op het gebied van milieu en onderwijs en andere relevante organen; | f) | de instellingen voor hoger onderwijs, voor beroepsonderwijs en voor volwassenenonderwijs ondersteunen bij de ontwikkeling van korte en op maat gesneden cursussen over de groene transitie en duurzame ontwikkeling, die recht kunnen geven op onder meer microcredentials, teneinde de professionele competenties te verdiepen, te verbreden en up-to-date te houden; | g) | partnerschappen met alle disciplines en actoren bevorderen, waaronder het bedrijfsleven, de kunstwereld, landbouwbedrijven, de sector cultureel erfgoed, de sportsector, jeugd, onderzoeksinstellingen, maatschappelijke organisaties, de leermiddelensector (met inbegrip van technologie, uitgeverijen en andere leerbenodigdheden) en onderwijsresearch ondersteunen; de ontwikkeling van buitenschoolse programma’s, zomerprogramma’s en andere programma’s ondersteunen en tegelijkertijd stages bij bijvoorbeeld laboratoria, bedrijven, onderzoeksinstellingen en niet-gouvernementele organisaties ondersteunen; | h) | programma’s ter bevordering van duurzame innovatie en ondernemerschap ondersteunen; instellingen voor hoger onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding versterken om duurzaamheidshubs op te richten of te versterken die innovatie en ondernemerschap zullen bevorderen met het oog op de groene transitie en duurzame ontwikkeling, de circulaire economie en de biodiversiteit. |
8. | Where appropriate, mobilise national and EU funds for investment in infrastructure, training, tools and resources to increase the resilience and preparedness of formal and non-formal education and training for the green transition, in particular Erasmus+, the Recovery and Resilience Facility, European Solidarity Corps, European Social Fund Plus, European Globalisation Adjustment Fund, European Regional Development Fund, the Technical Support Instrument, Digital Europe programme, Horizon Europe and InvestEU. | 8. | waar nodig nationale en EU-middelen voor investeringen in infrastructuur, opleiding, instrumenten en hulpmiddelen vrijmaken zodat formeel en niet-formeel onderwijs en opleiding veerkrachtiger worden en beter voorbereid zijn op de groene transitie, met name middelen uit Erasmus+, de faciliteit voor herstel en veerkracht, het Europees Solidariteitskorps, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het instrument voor technische ondersteuning, het programma Digitaal Europa, Horizon Europa en InvestEU; |
9. | Invest in monitoring, research and evaluation of the policy challenges and of the impact of these initiatives in order to build on lessons learnt and inform policymaking. This can include implementation of existing indicators and targets, including at international level. | 9. | investeren in monitoring, onderzoek en evaluatie van de beleidsuitdagingen en van de impact van deze initiatieven, om voort te bouwen op de opgedane ervaring en het beleid vorm te geven. Dit kan de uitvoering van bestaande indicatoren en streefdoelen omvatten, ook op internationaal niveau. |
HEREBY INVITES THE COMMISSION, WITH DUE REGARD FOR SUBSIDIARITY AND NATIONAL CIRCUMSTANCES, TO: | VERZOEKT DE COMMISSIE, MET INACHTNEMING VAN DE SUBSIDIARITEIT EN DE NATIONALE OMSTANDIGHEDEN: |
1. | Facilitate cooperation and peer learning among Member States and stakeholders on learning for the green transition and sustainable development, through: | a) | The strategic framework for European cooperation in education and training towards the European Education Area and beyond (2021-2030) (20), where education and training for the green transition is a key priority area. | b) | Disseminating and encouraging the use of opportunities to promote, support and enable formal and non-formal education and training for the green transition and sustainable development within EU funding programmes, such as Erasmus+, the European Solidarity Corps, LIFE, European Social Fund Plus, European Globalisation Adjustment Fund, Horizon Europe, including Marie Skłodowska-Curie actions, the Development Education and Awareness Raising programme and the Technical Support Instrument. | c) | Sharing good practice from Erasmus+ staff exchanges, projects and networks, including through the European Universities alliances, the eTwinning online community, the Erasmus+ Teacher Academies, as well as the Centres of Vocational Excellence, the Marie Skłodowska-Curie actions and the European Institute of Innovation and Technology. | d) | Identifying, documenting and sharing good practices, including through existing online platforms (21) , and supporting the networking of national and other organisations active in education and the green transition and sustainable development in formal and non-formal education and training. | e) | Involving young people in the implementation of the Recommendation, in particular through the European Year of Youth 2022 and the EU Youth Dialogue, to ensure that the opinions, views and needs of young people and youth organisations are fully taken into account. | f) | Creating synergies with the Education for Climate Coalition and the New European Bauhaus. | 1. | de samenwerking en peer learning tussen de lidstaten en belanghebbenden op het gebied van leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling te faciliteren door middel van: | a) | het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese onderwijsruimte en verder (2021-2030) (20), waarin onderwijs en opleiding voor de groene transitie een belangrijke prioriteit is; | b) | het verspreiden en stimuleren van mogelijkheden om formeel en niet-formeel onderwijs en opleiding voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling te bevorderen, te ondersteunen en mogelijk te maken in het kader van EU-financieringsprogramma’s als Erasmus+, het Europees Solidariteitskorps, LIFE, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, Horizon Europa, waaronder Marie Skłodowska-Curie-acties, het initiatief voor voorlichting over ontwikkelingssamenwerking en bewustmaking en het instrument voor technische ondersteuning; | c) | het delen van goede praktijken van Erasmus+-personeelsuitwisselingen, -projecten en -netwerken, onder meer via de allianties van Europese universiteiten, de online eTwinning-gemeenschap, de Erasmus+ Teacher Academies, de kenniscentra voor beroepsopleiding, de Marie Skłodowska-Curie-acties en het Europees Instituut voor innovatie en technologie; | d) | het inventariseren, documenteren en delen van goede praktijken, onder meer via bestaande onlineplatforms (21), en het ondersteunen van de netwerkactiviteiten van nationale en andere organisaties die actief zijn op het gebied van onderwijs en de groene transitie en duurzame ontwikkeling in formele en niet-formele vormen van onderwijs en opleiding; | e) | het betrekken van jongeren bij de uitvoering van de aanbeveling, met name via het Europees Jaar van de jeugd 2022 en de EU-jongerendialoog, om ervoor te zorgen dat ten volle rekening wordt gehouden met de meningen, standpunten en behoeften van jongeren en jongerenorganisaties; | f) | het tot stand brengen van synergieën met de “Onderwijs voor klimaat”-coalitie en het Nieuwe Europese Bauhaus; |
2. | Develop, share and make available, for voluntary use, resources, materials and research on learning for the green transition and sustainable development, in cooperation with Member States, including on GreenComp, the new European sustainability competence framework. | 2. | in samenwerking met de lidstaten hulpmiddelen, materialen en onderzoek op het gebied van leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling te ontwikkelen, te delen en beschikbaar te stellen voor vrijwillig gebruik, onder meer met betrekking tot GreenComp, het nieuwe Europese competentiekader voor duurzaamheid; |
3. | Support educators in teaching for the green transition and sustainable development by: | a) | providing resources and support materials for voluntary use on the European School Education Platform, EPALE and the European Youth Portal; | b) | recognising outstanding efforts in teaching and learning for the green transition and sustainable development through EU award schemes, including the European Innovative Teaching Award, eTwinning Prize and the European Vocational Skills Awards. | 3. | onderwijsactoren te ondersteunen bij het lesgeven voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling door: | a) | hulpmiddelen en ondersteunend materiaal voor vrijwillig gebruik beschikbaar te stellen op het Europees platform voor schoolonderwijs, Epale en de Europese Jongerensite; | b) | buitengewone inspanningen op het gebied van lesgeven en leren voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling te erkennen door middel van EU-prijzen, waaronder de Europese prijs voor innovatief onderwijs, de eTwinning-prijs en de Europese prijs voor beroepsvaardigheden; |
4. | Monitor the development of green skills or attitudes towards environmental sustainability by higher education, VET graduates and early career researchers, without creating new reporting obligations or any additional burden for the Member States, through existing European surveys, such as the European graduate tracking initiative, for example by including questions about such attitudes in these surveys. | 4. | toezicht te houden op de ontwikkeling van groene vaardigheden of gedrag ter bevordering van de ecologische duurzaamheid door afgestudeerden in het hoger onderwijs, afgestudeerden van beroepsonderwijs en -opleiding en beginnende onderzoekers, zonder nieuwe rapportageverplichtingen of extra lasten voor de lidstaten te creëren, door middel van bestaande Europese enquêtes, zoals het Europees initiatief voor het volgen van afgestudeerden; |
5. | Monitor progress on education for the green transition and sustainable development within the framework of existing reports on the European Education Area and the European Green Deal, without creating new reporting obligations or any additional burden for the Member States. This includes supporting the development of possible indicators or EU-level targets on sustainability as set out in the Council Resolution on the strategic framework for European cooperation in education and training towards the European Education Area and beyond (2021-2030). | 5. | toezicht te houden op de vooruitgang bij het onderwijs voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling in het kader van de bestaande verslagen over de Europese onderwijsruimte en de Europese Green Deal, zonder nieuwe rapportageverplichtingen of extra lasten voor de lidstaten te creëren. Dit omvat steun voor de ontwikkeling van mogelijke indicatoren of EU-streefcijfers inzake duurzaamheid, zoals bepaald in de Resolutie van de Raad betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese Onderwijsruimte en verder (2021-2030); |
6. | Strengthen cooperation with existing international organisations, notably UNESCO and other UN bodies, including UNECE, to foster an approach to education and training for the green transition and sustainable development with policy makers, practitioners and stakeholders in and between Member States, which incorporates equity, inclusion and justice, in line with the European Green Deal, the Sustainable Development Goals and the UNESCO Education for Sustainable Development Roadmap 2030. | 6. | de samenwerking met bestaande internationale organisaties, met name de Unesco en andere VN-organen, waaronder VN/ECE, te versterken, om samen met de beleidsmakers, praktijkmensen en belanghebbenden in en tussen de lidstaten te ijveren voor een benadering van onderwijs en opleiding voor de groene transitie en duurzame ontwikkeling waarin kansengelijkheid, inclusie en gerechtigheid zijn verweven, in overeenstemming met de Europese Green Deal, de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling en de routekaart 2030 “educatie voor duurzame ontwikkeling” van de UNESCO; |
7. | Continue to reinforce the green dimension of the Erasmus+ and European Solidarity Corps programmes, in both cases through sustainable mobility, online cooperation, green practices in projects and a strong focus on the green transition and sustainable development in cooperation between various education, training and youth stakeholders. | 7. | de groene dimensie van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps te blijven versterken, in beide gevallen via duurzame mobiliteit, onlinesamenwerking, groene praktijken in projecten, en een sterke nadruk op de groene transitie en duurzame ontwikkeling, in samenwerking met verschillende belanghebbenden op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugdzaken. |
Done at Luxembourg, 16 June 2022. | Gedaan te Luxemburg, 16 juni 2022. |
For the Council | Voor de Raad |
The President | De voorzitter |
O. DUSSOPT | O. DUSSOPT |
(1) COM(2019) 640 final. | (1) COM(2019) 640 final. |
(2) COM(2020) 380 final. | (2) COM(2020) 380 final. |
(3) Including the new framework for the implementation of the UNECE Strategy for Education for Sustainable Development from 2021 to 2030. | (3) Met inbegrip van het nieuwe kader voor de uitvoering van de strategie inzake onderwijs voor duurzame ontwikkeling van de ECE-VN voor de periode 2021-2030. |
(4) For the purposes of this Recommendation, the term ‘educators’ includes teachers, trainers, youth workers, teacher educators and all professionals in formal, non-formal and informal education. | (4) Voor de toepassing van deze aanbeveling vallen onder de term “onderwijsactoren” leerkrachten, opleiders, jeugdwerkers, lerarenopleiders en alle beroepsbeoefenaars in het formele, niet-formele en informele onderwijs. |
(5) 12210/20. | (5) Doc. 12210/20. |
(6) UNESCO, Education for sustainable development: a roadmap, 2020. | (6) Unesco, Onderwijs voor duurzame ontwikkeling: een routekaart, 2020. |
(7) COM(2020) 625 final. | (7) COM(2020) 625 final. |
(8) OJ C 428, 13.12.2017, p. 10. | (8) PB C 428 van 13.12.2017, blz. 10. |
(9) OJ C 66, 26.2.2021, p. 1. | (9) PB C 66 van 26.2.2021, blz. 1. |
(10) COM(2020) 628 final. | (10) COM(2020) 628 final. |
(11) Council Recommendation of 22 May 2018 on key competences for lifelong learning, OJ C 189, 4.6.2018, p. 1. | (11) Aanbeveling van de Raad van 22 mei 2018 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren (PB C 189 van 4.6.2018, blz. 1). |
(12) COM(2020) 274 final. | (12) COM(2020) 274 final. |
(13) OJ C 417, 2.12.2020, p. 1. | (13) PB C 417 van 2.12.2020, blz. 1. |
(14) COM(2020) 624 final. | (14) COM(2020) 624 final. |
(15) OECD (2020), Are Students Ready to Thrive in an Interconnected World? PISA 2018, Volume VI. | (15) OESO (2020), Are Students Ready to Thrive in an Interconnected World? PISA 2018, Volume VI. |
(16) The International Research Centre on Artificial Intelligence (IRCAI), under the auspices of UNESCO, is the first global centre that addresses in its activities artificial intelligence, education and sustainable development. | (16) Het internationaal onderzoekscentrum kunstmatige intelligentie (Ircai), onder auspiciën van de Unesco, is het eerste mondiale centrum dat zich bezighoudt met artificiële intelligentie, onderwijs en duurzame ontwikkeling. |
(17) The concept of ‘sustainability competences’ as described in GreenComp, the European sustainability competence framework, covers the knowledge, skills and attitudes needed by learners of all ages to live, work and act in a sustainable manner (including critical thinking, systems thinking and connection to nature). ‘Green skills’ relates to professional skills needed by all sectors and at all levels in the labour market for the green transition, including the creation of new green jobs. | (17) Onder het begrip “duurzaamheidscompetenties” zoals beschreven in GreenComp, het Europese competentiekader voor duurzaamheid, vallen de kennis, de vaardigheden en de attitudes die lerenden van alle leeftijden nodig hebben om duurzaam te leven, te werken en te handelen (met inbegrip van kritisch denken, systeemdenken, en een band met de natuur). “Groene vaardigheden” betreft beroepsvaardigheden die in alle sectoren en op alle niveaus van de arbeidsmarkt nodig zijn met het oog op de groene transitie, met inbegrip van het scheppen van nieuwe groene banen. |
(18) Convention on Access to Information, Public Participation in Decision-Making and Access to Justice in Environmental Matters. | (18) Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. |
(19) The STEAM (Science, Technology, Engineering, the Arts and Mathematics) approach embraces the creative potential of connecting STEM education with the arts, the humanities, and the social sciences. | (19) De STEAM-methode (Science, Technology, Engineering, the Arts and Mathematics - wetenschap, technologie, engineering, kunst en wiskunde) geeft invulling aan het creatieve potentieel doordat de STEM-vakken met kunst, geesteswetenschappen en sociale wetenschappen worden uitgebreid. |
(20) Council Resolution on a strategic framework for European cooperation in education and training towards the European Education Area and beyond (2021-2030), OJ C 66, 26.2.2021, p. 1. | (20) Resolutie van de Raad betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese Onderwijsruimte en verder (2021-2030) (PB C 66 van 26.2.2021, blz. 1). |
(21) This could include the Education for Climate Coalition, the forthcoming European School Education Platform, the Learning Corner, Science is Wonderful! Platform, the European Youth Portal, the Electronic Platform for Adult Learning in Europe (EPALE), Scientix, the European Alliance for Apprenticeships and the Pact for Skills. | (21) Te denken valt aan de “Onderwijs voor klimaat”-coalitie, het toekomstige Europees platform voor schoolonderwijs, de Leerhoek, het platform “Wetenschap is geweldig!”, de Europese Jongerensite, het elektronisch platform voor volwassenenonderwijs in Europa (Epale), Scientix, de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen en het pact voor vaardigheden. |