|
29.12.2005 |
CS |
Úřední věstník Evropské unie |
C 333/2 |
STÁTNÍ PODPORA – NIZOZEMSKO
Státní podpora C 33/2005 (ex N 277/2004)
Podpora pro projekt Marktpassageplan
Výzva k podání připomínek podle čl. 88 odst. 2 Smlouvy o ES
(2005/C 333/02)
(Text s významem pro EHP)
Dopisem ze dne 21. září 2005, jehož závazné znění je přiloženo k tomuto shrnutí, oznámila Komise Nizozemsku své rozhodnutí zahájit řízení podle čl. 88 odst. 2 Smlouvy o ES ohledně výše uvedeného opatření.
Účastníci řízení mohou zaslat své připomínky k opatření, ohledně něhož Komise zahajuje řízení, ve lhůtě jednoho měsíce ode dne zveřejnění tohoto shrnutí a přiloženého dopisu na adresu generálního ředitelství pro hospodářskou soutěž:
|
European Commission |
|
Directorate-General for Competition |
|
State Aid Greffe |
|
SPA 3, 6/5 |
|
B-1049 Brussels |
|
Číslo faxu: (32-2) 296 12 42 |
Připomínky budou sděleny Nizozemsku. Zúčastněné strany, které připomínky podávají, mohou písemně a s uvedením důvodů požádat o zachování důvěrnosti ohledně své totožnosti.
SHRNUTÍ
1. POPIS
Projekt
|
(1) |
Obecní rada Haaksbergenu v provincii Overijssel poblíž německých hranic chce oživit zanedbané centrum města už od počátku 90tých let. Šest stavebních společností, které se spojily, získalo koncem 90tých let příslušné pozemky, ale protože to nepovažovaly za výnosné, navrhly obecní radě, aby podpořila jejich projekt sestávající z výstavby 58 bytů a 11 maloobchodních prodejen. |
Finanční podpora ze strany veřejných orgánů
|
(2) |
Orgán místní správy souhlasil, že s pomocí částečného spolufinancování z prostředků vyššího územního celku (provincie) pokryje očekávanou ztrátu z projektu vyčíslenou na základě předpokládaných nákladů a výnosů. Veřejná podpora bude mít hlavně podobu dotace ve výši 2,98 milionu EUR a bezplatného převodu třech parcel ve vlastnictví obce v hodnotě 233 295 EUR. Orgán místní správy navíc ponese odpovědnost za 35 % nákladů, které by mohly vyplynout ze žalob o náhradu škody podaných po skončení projektu (1). Rovněž se zdá, že místní okresní orgán prodá jednu parcelu stavebním společnostem nikoli za tržní, nýbrž za účetní hodnotu. Jelikož obec dostane bezplatně zpátky určité pozemky, jež mají sloužit jako veřejné prostranství, její čistý příspěvek bude poněkud nižší, než je součet čtyř výše zmíněných opatření. |
Příslušní příjemci a trhy
|
(3) |
Na projektu se podílí těchto šest stavebních společností: Rabo Vastgoed B.V., odpovídá za 25 % projektu, RoTij Bouwontwikkeling Oost B.V., Besathij B.V., Bouwbedrijf Assink Eibergen B.V., Bouwbedrijf Deeterink B.V. a Bouwburo Jan Scharenborg B.V., z nichž každá odpovídá za 15 % projektu. Tyto společnosti podnikají na trhu s výstavbou a prodejem bytových prostor jakož i výstavbou a pronájmem prostor pro maloobchodní prodejny. Rabo Vastgoed je součástí jedné finanční skupiny. |
3. POSOUZENÍ
Existence podpory
|
(4) |
Zvýhodnění společností vyplývá z toho, že bude-li skutečná ztráta z projektu nižší, než se předpokládá a podle níž byla vypočtena výše podpory, budou muset vrátit obci pouze padesát procent rozdílu oproti kalkulované ztrátě. Stavební společnosti si tak budou moci ponechat zbývajících padesát procent dotace, které nedopovídají realizované ztrátě. Navíc jak se zdá, ustanovení o částečné náhradě se týká pouze dotace ve výši 2,98 milionu a nikoli třech dalších podpůrných opatření, jež tedy tvoří jednorázově vyplacenou částku. |
|
(5) |
Selektivní charakter opatření je zřejmý, jelikož se omezuje jen na šest zainteresovaných společností. |
|
(6) |
Jelikož určité společnosti podnikají na mezinárodní úrovni a jelikož určité zahraniční společnosti pracují v Nizozemí na podobných projektech, mohla by tato podpora ovlivnit podmínky obchodu. |
|
(7) |
Toto opatření tedy naplňuje znaky státní podpory podle čl. 87 odst. 1 Smlouvy o ES. |
Slučitelnost se Smlouvou
|
(8) |
Jelikož se zdá, že se neuplatní žádná výjimka z obecného zákazu státní podpory podle čl. 87 odst. 1, Komise má pochybnost, zda tuto státní podporu lze shledat slučitelnou se Smlouvou. |
ZNĚNÍ DOPISU
„Met dit schrijven stelt de Commissie Nederland ervan in kennis, dat zij na onderzoek van de door Uw autoriteiten met betrekking tot de bovengenoemde steun/steunmaatregel verstrekte inlichtingen heeft besloten de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG Verdrag in te leiden.
1. PROCEDURE
|
(1) |
Bij brief van 25 juni 2004, geregistreerd op 30 juni 2004, hebben de Nederlandse autoriteiten kennis gegeven van het voornemen van de gemeente Haaksbergen om 3,2 miljoen EUR aan financiële steun te verlenen ter dekking van het verwachte verlies betreffende een bouwproject van verschillende aannemers. Bij brief van 12 juli 2004 heeft de Commissie verzocht om aanvullende informatie, die werd verstrekt tijdens een bijeenkomst met de Commissie op 8 oktober 2004 en bij brief van 30 december 2004, geregistreerd op 10 januari 2005. |
|
(2) |
De Commissie had bij brief van 23 januari 2004, geregistreerd op 23 februari 2004, een klacht ontvangen in verband met het onrechtmatige karakter van dezelfde steunmaatregel. Bij brief van 15 april 2004 verzocht de Commissie de Nederlandse autoriteiten om de maatregel toe te lichten. Bij brief van 18 mei 2004, geregistreerd op 25 mei 2004, deelden de Nederlandse autoriteiten de Commissie mee dat de maatregel kort daarna zou worden aangemeld. |
2. BESCHRIJVING
2.1. Het project
|
(3) |
Haaksbergen, een gemeente in de provincie Overijssel dicht bij de Duitse grens, koesterde vanaf het begin van de jaren negentig plannen om het verkommerende dorpscentrum te revitaliseren. Er werd een beroep gedaan op consultants en diverse bouwprojecten voor kwalitatief hoogwaardige woon- en winkelvoorzieningen werden bestudeerd. Een eerste aannemer waarmee de gemeente het project wilde realiseren, noch de gemeente zelf slaagden erin de voor het project benodigde bouwpercelen te verwerven. |
|
(4) |
Nadien, eind de jaren negentig, werden de percelen verworven door zes bouwondernemingen, die zich verenigden en een project uitwerkten dat de bouw van 58 appartementen en 11 winkelpanden omvatte. Aan de gemeente werd financiële steun gevraagd omdat het project niet winstgevend werd geacht. |
2.2. De financiële steun van de overheid
|
(5) |
De gemeente, die groot belang hechtte aan de realisatie van het project van de zes bouwondernemingen met het oog op de revitalisering van het dorpscentrum en op een bijdrage van de provincie kon rekenen, stemde ermee in het verwachte verlies van het project, berekend op basis van de geraamde kosten en baten, te dekken. Na voltooiing van het project zal een onafhankelijke accountant de daadwerkelijke kosten en baten berekenen. Indien het effectief geleden verlies kleiner uitvalt dan geraamd, dient vijftig procent van het verschil te worden terugbetaald aan de gemeente. Indien het verlies groter blijkt te zijn, wordt de bijdrage van de gemeente toch niet verhoogd. |
|
(6) |
De overheidssteun zal hoofdzakelijk worden verleend in de vorm van een subsidie van 2,98 miljoen EUR en een overdracht om niet van drie percelen gemeentelijke grond (2). Volgens de Nederlandse autoriteiten is de waarde van deze laatste door een erkend makelaar getaxeerd op 233 295 EUR. De Commissie heeft echter geen kopie van het taxatieverslag ontvangen. De steunaanmelding betrof uitsluitend deze twee maatregelen, die in totaal 3,2 miljoen EUR vertegenwoordigen. De Commissie stelt evenwel vast dat de gemeente ook voor 35 % aansprakelijk is voor eventuele planschadeclaims (3). Tot slot zal de gemeente een perceel grond aan de projectontwikkelaars verkopen tegen boekwaarde, en niet tegen marktwaarde. Aangezien de gemeente als tegenprestatie om niet enkele percelen ontvangt die volgens de bouwvergunning een bestemming als openbare ruimte krijgen, zal haar bijdrage uitkomen op een iets lager bedrag dan de som van de vier bovengenoemde maatregelen. In het kader van de aanmelding is evenwel niet meegedeeld welke waarde deze laatste percelen precies vertegenwoordigen. |
|
(7) |
De gemeente heeft de samenwerkingsovereenkomst met de projectontwikkelaars reeds ondertekend, maar de steun is nog niet uitgekeerd. |
2.3. De begunstigden
|
(8) |
De grootste partij bij de zes projectontwikkelaars is Rabo Vastgoed BV, onderdeel van een groot internationaal concern, dat hoofdzakelijk in de financiële sector actief is. Rabo Vastgoed BV heeft een aandeel van 25 % in het project. |
|
(9) |
Een tweede onderneming, RoTij Bouwontwikkeling Oost BV, verantwoordelijk voor 15 % van het project, is actief op nationale schaal. De vier andere bouwondernemingen — Besathij BV, Bouwbedrijf Assink Eibergen BV, Bouwbedrijf Deeterink BV en Bouwburo Jan Scharenborg BV — zijn elk verantwoordelijk voor 15 % van het project en zijn regionale of lokale spelers. |
2.4. De markt
|
(10) |
De betrokken markt is die van de bouw en verkoop van particuliere woningen en de bouw en verhuur van winkelpanden. Haaksbergen is dichtbij de Duitse grens gelegen en in dit stadium van de behandeling kan niet worden uitgesloten dat regionale of lokale marktdeelnemers aan dergelijke vastgoedprojecten over de grens zouden deelnemen. |
|
(11) |
Omdat Rabo Vastgoed behoort tot een financiële groep, zouden eventuele distorsies ook kunnen doorwerken naar de markt voor financiële producten en diensten. |
3. BEOORDELING
3.1. Is er sprake van steun?
Staatsmiddelen
|
(12) |
De bovengenoemde vier maatregelen vormen onmiskenbaar een overdracht van staatsmiddelen aan de zes bij het project betrokken ondernemingen. Zoals in de beschrijving reeds is gezegd, beschikt de Commissie niet over alle informatie om de omvang van de overdracht precies te bepalen. |
Voordeel
|
(13) |
Een voordeel voor de projectontwikkelaars bestaat erin dat wanneer het daadwerkelijk geleden verlies kleiner blijkt te zijn dan het geraamde tekort, op basis waarvan de steun is berekend, slechts vijftig procent van het verschil ten opzichte van het geraamde verlies aan de gemeente dient te worden terugbetaald. De projectontwikkelaars kunnen bijgevolg de overige vijftig procent van de steun, waar geen verlies tegenover staat, houden. Als het daadwerkelijke verlies bij het project bijvoorbeeld 2,9 miljoen EUR kleiner is dan geraamd, betalen de ondernemingen 1,45 miljoen EUR terug aan de gemeente en houden zij 1,45 miljoen EUR aan onrechtmatige steun. Ook al moet dit voordeel door de zes betrokken ondernemingen worden gedeeld, dan nog kan het plafond van de de minimis verordening (4) overschreden worden. Bovendien lijkt de regel van de gedeeltelijke terugbetaling uitsluitend te slaan op de subsidie van 2,98 miljoen EUR. Voor de andere drie steunmaatregelen is geen terugbetaling voorgeschreven wanneer het financiële eindresultaat van het project van dien aard is dat steun ter dekking van verliezen niet nodig zou zijn geweest. Deze afwezigheid van een terugbetalingsplicht betekent dat het potentiële steunbedrag hoger ligt. |
|
(14) |
In het voorafgaande punt wordt het potentieel voordeel voor de projectontwikkelaars onderzocht. De Commissie zou tevens kunnen nagaan of het voordeel niet ten dele ook te beurt valt aan de kopers of de huurders van de appartementen en de winkelpanden. Zij kunnen immers vastgoed kopen of huren dat zonder de steun waarschijnlijk niet zou hebben bestaan of minstens een stuk duurder zou zijn geweest. Dit potentieel voordeel lijkt echter moeilijk te taxeren, aangezien er geen mechanismen bestaan die de projectontwikkelaars dwingen of ertoe aanzetten om het voordeel aan de eindgebruikers over te dragen. Het voordeel voor de 58 particulieren valt hoe dan ook niet onder de regels inzake staatssteun en het voordeel voor de 11 winkels zou zeer beperkt blijven, in elk geval onder de drempel van de de minimis verordening. Het onderzoek van de Commissie zal zich daarom beperken tot eventuele staatssteun ten gunste van de projectontwikkelaars, onder voorbehoud van opmerkingen daaromtrent door de Nederlandse autoriteiten. |
Selectiviteit en concurrentievervalsing
|
(15) |
De maatregel heeft een kennelijk selectief karakter, aangezien zij uitsluitend de zes betrokken bouwondernemingen betreft. |
|
(16) |
Dankzij de steun konden de ondernemingen lagere offertes indienen voor daarop volgende projecten en/of het geld gebruiken voor andere activiteiten. De maatregel veroorzaakt derhalve potentieel een vervalsing van de mededingingsverhoudingen. |
Gevolgen voor de handel tussen lidstaten
|
(17) |
Aangezien sommige betrokken ondernemingen internationaal actief zijn en er bij vergelijkbare projecten in Nederland buitenlandse ondernemingen actief zijn, zou de maatregel gevolgen kunnen hebben voor het handelsverkeer. |
|
(18) |
De maatregel kan bijgevolg worden aangemerkt als staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. |
3.2. Verenigbaarheid met het Verdrag
Verenigbaarheid met de bepalingen inzake staatssteun
|
(19) |
Artikel 87, lid 2, bepaalt in welke gevallen ambtshalve wordt afgeweken van het in artikel 87, lid 1, vervatte algemene verbod op staatssteun. Geen van de afwijkingen van artikel 87, lid 2, b) en c), gelden in het onderhavige geval. Wat artikel 87, lid 2, onder a), betreft, kan in casu niet worden geoordeeld dat het om een project van sociale aard gaat, aangezien de aankoop van de nieuwe appartementen bijvoorbeeld niet voor personen met een handicap is gereserveerd. |
|
(20) |
Wat de afwijkingen genoemd in artikel 87, lid 3, betreft, dient in de eerste plaats te worden aangestipt dat Haaksbergen niet is gelegen in een bijstandsregio en bijgevolg niet in aanmerking komt voor regionale steun op grond van artikel 87, lid 3, onder a) en c). De afwijking van artikel 87, lid 3, onder b), is duidelijk niet van toepassing. De Commissie heeft diverse richtsnoeren en kaderregelingen uitgevaardigd waarbij de regels worden vastgesteld voor steunmaatregelen die onder de afwijking van artikel 87, lid 3, onder c), kunnen vallen. Geen van die richtsnoeren is in het onderhavige geval van toepassing. Ook is onderzocht of de uitzondering ten behoeve van achtergestelde stadswijken (5) kon gelden. Het betrokken gebied kan evenwel niet als achtergesteld worden beschouwd. Bovendien telt Haaksbergen slechts 24 000 inwoners, zodat het gebied evenmin onder het Europees programma Urban II valt. Tot slot geldt de ‚culturele‘ afwijking waarin artikel 87, lid 3, onder d), voorziet niet omdat dit project uitsluitend nieuwbouw omvat, en geen renovatie van bestaande gebouwen, of geen ander cultureel doel dient. |
|
(21) |
De Commissie betwijfelt daarom of de steun als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan worden beschouwd. |
4. BESLUIT
Gelet op de bovenstaande overwegingen maant de Commissie Nederland aan, haar binnen een maand na de datum van ontvangst van dit schrijven, alle bescheiden, inlichtingen en gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn om de verenigbaarheid van de steunmaatregel te beoordelen. De Commissie wenst uitdrukkelijk het volgende te ontvangen:
|
— |
een afschrift van het taxatieverslag van de drie percelen die om niet zullen worden overgedragen aan de projectontwikkelaars; |
|
— |
een toelichting hoe de prijs van het gemeenteperceel dat aan de projectontwikkelaars zal worden verkocht, is bepaald. De Commissie wenst een taxatieverslag te ontvangen betreffende de prijs van het betrokken perceel op het tijdstip van aanmelding van het project; |
|
— |
een taxatieverslag van de percelen die na de beëindiging van het project om niet aan de gemeente zullen worden overgedragen. De Commissie wenst tevens ervan in kennis te worden gesteld wie de wettige eigenaar van deze percelen zal zijn. |
Zij verzoekt uw autoriteiten onverwijld een afschrift van deze brief aan de potentiële begunstigde(n) van de steunmaatregel te doen toekomen.
De Commissie wijst Nederland op de schorsende werking van artikel 88, lid 3, van het EG Verdrag. Zij verwijst naar artikel 14 van Verordening (EG) nr. 659/1999, volgens hetwelk elke onrechtmatige steun van de begunstigde kan worden teruggevorderd.
Voorts deelt de Commissie Nederland mee, dat zij de belanghebbenden door de bekendmaking van dit schrijven en van een samenvatting ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie in kennis zal stellen. Tevens zal zij de belanghebbenden in de lidstaten van de EVA die partij zijn bij de EER-Overeenkomst door de bekendmaking van een mededeling in het EER Supplement van het Publicatieblad in kennis stellen, alsmede de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA door haar een afschrift van dit schrijven toe te zenden. Alle bovengenoemde belanghebbenden zal worden verzocht hun opmerkingen te maken binnen een maand vanaf de datum van deze bekendmaking.“.
(1) Na základě článku 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening.
(2) De zes bouwondernemingen hebben thans ongeveer 90 % van de noodzakelijke gronden verworven van de vorige particuliere eigenaars.
(3) Op basis van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
(4) PB L 10 van 13.1.2001, blz. 30.
(5) PB C 119 van 22.5.2002, blz. 21.