Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Stoffen die de ozonlaag afbreken

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2024/590 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Verordening (EU) 2024/590 heeft tot doel:

Dit gebeurt door de vaststelling van regels voor ozonafbrekende stoffen in de volgende gebieden:

  • productie, invoer, uitvoer, in de handel brengen, opslag en levering;
  • gebruik, terugwinning, recycling, regeneratie1 en vernietiging;
  • rapportage van gegevens over die stoffen en over producten en apparatuur die ozonafbrekende stoffen bevatten.

De verordening strekt tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1005/2009 (zie samenvatting) in drie fasen, waarbij de laatste fase eindig op .

KERNPUNTEN

De verordening is van toepassing op:

  • de ozonaantastende stoffen die zijn opgenomen in de bijlagen I en II en de isomeren2 ervan, afzonderlijk of vervat in mengsels;
  • producten en apparatuur die ozonafbrekende stoffen bevatten of daar afhankelijk van zijn.

De verordening verbiedt:

  • het produceren, in de handel brengen, leveren of aanbieden in de Europese Unie (EU), al dan niet tegen betaling, van de in bijlage I vermelde ozonafbrekende stoffen, samen met het gebruik ervan;
  • de invoer of uitvoer van de in bijlage I vermelde ozonafbrekende stoffen.

Uitzonderingen

De verordening maakt het gebruik van ozonafbrekende stoffen mogelijk in de volgende beperkte gevallen:

  • grondstoffen voor de productie van andere stoffen;
  • technische hulpstoffen in de in bijlage III genoemde processen in installaties die op bestonden en waarvan de emissies onbeduidend zijn: er is een lijst van erkende installaties, de maximale hoeveelheden die mogen worden gebruikt en de maximale emissieniveaus voor elk van de betrokken ondernemingen;
  • essentiële laboratorium- en analytische toepassingen, mits de bedrijven die de stoffen beschikbaar stellen of gebruiken, een register bijhouden gedurende vijf jaar van de hoeveelheden, het gebruik ervan en de gegevens van afnemers en leveranciers; bijlage IV vermeldt nadere voorwaarden;
  • de kritische toepassing van halonen in bepaalde categorieën apparatuur tot de in bijlage V genoemde data — de apparatuur moet uiterlijk op de in de bijlage genoemde einddatum buiten werking worden gesteld;
  • het gebruik in noodgevallen van methylbromide bij onverwachte uitbraken van bepaalde plagen of ziekten, indien gemachtigd door de Europese Commissie;
  • producten en apparatuur in verband met vrijgestelde kritische toepassingen en met laboratorium- en analytische toepassingen;
  • vernietiging of regeneratie;
  • invoer en uitvoer in verband met de bovenstaande gevallen.

Voorwaarden voor vrijstelling

De verordening past de volgende regels toe op vrijstellingen:

  • niet-hervulbare houders zijn in het algemeen verboden, behalve in verband met essentiële laboratorium- en analytische toepassingen. Dergelijke houders mogen alleen worden opgeslagen of vervoerd om vervolgens te worden verwijderd.
  • ozonaantastende stoffen mogen alleen in de handel worden gebracht als er een conformiteitsverklaring is opgesteld waaruit blijkt dat trifluorethaan als bijproduct bij de productie van deze stoffen volgens de beste beschikbare technieken is vernietigd of voor later gebruik is teruggewonnen.
  • andere voorschriften voor producenten en importeurs van de stoffen omvatten duidelijke etikettering en ondersteunende documentatie.

Handel

Met de verordening wordt een elektronisch vergunningensysteem ingesteld voor de in bijlage I vermelde ozonafbrekende stoffen en voor de producten en apparatuur die daarvan gebruik maken. Voor invoer (behalve in geval van tijdelijke opslag) en uitvoer is een geldige vergunning vereist.

  • De Commissie:
    • zet het systeem op en beheert het;
    • zorgt voor de koppeling van het systeem met de EU-éénloketomgeving voor de douane;
    • bepaalt welke handel mag worden toegestaan met landen of regionale organisaties voor economische integratie en gebieden die geen partij zijn bij het Protocol van Montreal.
  • Bedrijven:
    • moeten zijn geregistreerd in het systeem voordat een vergunning wordt aangevraagd; in bijlage VII zijn de regels en procedures vastgelegd;
    • die ozonaantastende stoffen exporteren, moeten ervoor zorgen dat de handel niet illegaal is en geen afbreuk doet aan de inspanningen van het land van bestemming om zich aan het Protocol van Montreal te houden.
  • Vergunningen:
    • zijn in de tijd beperkt;
    • mogen worden afgegeven aan bedrijven binnen en buiten de EU — bedrijven buiten de EU moeten een enige vertegenwoordiger in de EU aanwijzen;
    • worden geschorst indien de verordening niet wordt nageleefd.
  • Douane- en markttoezichtautoriteiten handhaven de in- en uitvoerverboden en -beperkingen.

Emissiebeheersing

  • De maatregelen voor terugwinning en vernietiging vereisen het volgende.
    • Ozonaantastende stoffen in koeling- en klimaatregelingsapparatuur, in warmtepompen, in apparatuur die oplosmiddelen bevat of in systemen voor brandbeveiliging en in brandblusapparaten worden bij de service van de apparatuur of bij de ontmanteling daarvan teruggewonnen voor vernietiging, recycling of regeneratie, tenzij dit in het kader van andere EU-wetgeving is geregeld.
    • Vanaf moeten gebouweigenaren en aannemers emissies zoveel mogelijk vermijden bij het verwijderen van schuimpanelen en gelamineerde platen waarin ozonaantastende stoffen zijn verwerkt. Als dit niet haalbaar is, moeten ze ondersteunende documentatie verschaffen die ze vijf jaar moeten bewaren.
    • Halonen in brandbeveiligingssystemen en blusapparaten mogen niet worden vernietigd tenzij is aangetoond dat de zuiverheid van de gerecyclede stof het hergebruik ervan niet toelaat.
  • In regels voor het vrijkomen van ozonaantastende stoffen en voor controles op lekkage is het volgende bepaald.
    • Het opzettelijk uitstoten van ozonaantastende stoffen in de atmosfeer is verboden indien de emissie technisch niet noodzakelijk is voor de uit hoofde van de verordening toegestane toepassingen.
    • Bedrijven moeten alle voorzorgsmaatregelen treffen om lekkages tijdens de productie te voorkomen en tot een minimum te beperken.
    • Exploitanten moeten koeling- en klimaatregelingsapparatuur, warmtepompen en brandbeveiligingssystemen om de 12, 6 of 3 maanden controleren op lekkages, afhankelijk van de grootte van de apparatuur. Eventuele geconstateerde lekkages moeten zonder onnodige vertraging worden gerepareerd.

Aanvullende maatregelen

De Commissie heeft de bevoegdheid om gedelegeerde en uitvoeringshandelingen vast te stellen om de wetgeving te wijzigen.

Vanaf moeten de EU-lidstaten jaarlijks verslag uitbrengen aan de Commissie over:

  • de hoeveelheden halonen die voor kritische doeleinden zijn geïnstalleerd, gebruikt of opgeslagen;
  • gevallen van illegale handel.

Vanaf moeten bedrijven jaarlijks verslag uitbrengen aan de Commissie over de in bijlage VI opgenomen gegevens voor elke gebruikte ozonaantastende stof.

Nationale autoriteiten moeten:

  • met elkaar samenwerken, inbreuken melden en informatie uitwisselen via het douanerisicobeheersysteem;
  • zonder voorafgaande waarschuwing controles uitvoeren om ervoor te zorgen dat bedrijven aan de wetgeving voldoen.

Bij sancties in de lidstaten moet rekening worden gehouden met de ernst van de inbreuk en regels vaststellen voor:

  • boetes;
  • verbeurdverklaring, inbeslagneming, uit de handel nemen of confiscatie van goederen die op illegale wijze zijn verkregen;
  • een tijdelijk verbod op de relevante stoffen.

Uiterlijk op publiceert de Commissie een rapport over de toepassing van de verordening.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is op in werking getreden. De meeste regels die van toepassing zijn op het elektronische vergunningensysteem zijn vanaf van toepassing, evenals de regel voor autoriteiten die informatie communiceren over de inklaring van goederen in het vergunningensysteem via de EU-éénloketomgeving voor de douane.

ACHTERGROND

Raadpleeg voor nadere informatie:

KERNBEGRIPPEN

  1. Regeneratie. Herbewerking van een teruggewonnen ozonaantastende stof tot deze hetzelfde niveau heeft als een nieuw geproduceerde stof.
  2. Isomeren. Chemische verbindingen die dezelfde chemische molecuulformule hebben, maar die verschillen wat eigenschappen betreft en wat de rangschikking van de atomen in de molecuul betreft.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2024/590 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1005/2009 (PB L 2024/590 van ).

laatste bijwerking

Top