This document is an excerpt from the EUR-Lex website
De richtlijn geeft door de lidstaten van de Europese Unie (EU) aangewezen organisaties of overheidsinstanties de bevoegdheid om namens groepen consumenten stakings- of herstelmaatregelen te vorderen door middel van representatieve vorderingen (met inbegrip van grensoverschrijdende representatieve vorderingen). Dit omvat het vorderen van compensatie van handelaren die inbreuk maken op de rechten van consumenten op gebieden zoals financiële diensten, reizen en toerisme, energie, gezondheid, telecommunicatie en gegevensbescherming, al naargelang dat passend en op grond van het EU-recht of het nationale recht mogelijk is.
Aangezien zowel gerechtelijke als administratieve procedures doeltreffend en efficiënt kunnen bijdragen tot het beschermen van de collectieve belangen van consumenten, wordt het aan de lidstaten overgelaten te bepalen of een representatieve vordering kan worden ingesteld in het kader van een gerechtelijke procedure dan wel een administratieve procedure of allebei, afhankelijk van het betrokken rechtsgebied of de betrokken economische sector.
De lidstaten wijzen de instanties aan die de mogelijkheid krijgen om namens consumenten representatieve vorderingen in te stellen (bevoegde instanties).
Om de mogelijkheid te krijgen de representatieve vorderingen in een andere lidstaat dan die van aanwijzing in te stellen (grensoverschrijdende vorderingen), geldt dat een bevoegde instantie:
De lidstaten kunnen bovengenoemde criteria ook toepassen op de bevoegde instanties die vooraf zijn aangewezen en in staat zijn gesteld om binnenlandse vorderingen in te stellen (in de lidstaat van aanwijzing). De lidstaten kunnen een bevoegde instantie ook op ad-hocbasis aanwijzen als een instantie die bevoegd is voor het instellen van een welbepaalde binnenlandse representatieve vordering.
De Europese Commissie publiceert de lijst van voor grensoverschrijdende vorderingen aangewezen bevoegde instanties op een online portaal en werkt deze zo nodig bij.
Een stakingsmaatregel is een voorlopige of definitieve maatregel om een praktijk te beëindigen of te verbieden. Beide kunnen worden gebruikt om een bestaande praktijk te beëindigen of een dreigende praktijk te verbieden. Een maatregel kan ook (afhankelijk van het nationale recht) een verplichting omvatten om het besluit van de rechtbank of een rechtzetting te publiceren.
De bevoegde instantie hoeft geen bewijs te leveren van het daadwerkelijke verlies dat of de daadwerkelijke schade die de individuele consumenten door de inbreuk hebben geleden, noch van opzet of nalatigheid van de handelaar.
Een herstelmaatregel verplicht de handelaar om remedies te bieden zoals compensatie, reparatie, vervanging, prijsvermindering, contractbeëindiging of terugbetaling van de betaalde prijs, al naargelang dat passend en op grond van het EU-recht of het nationale recht mogelijk is.
De lidstaten zorgen ervoor dat:
Deze remedies laten elke aanvullende remedie die niet onder de representatieve vordering valt, onverlet.
Om belangenconflicten te voorkomen wanneer herstelmaatregelen door derden worden gefinancierd, moeten de lidstaten die dat soort financiering toestaan, er met name voor zorgen dat:
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat:
De lidstaten moeten:
Richtlijn 2009/22/EG (zie samenvatting) wordt met ingang van ingetrokken door Richtlijn (EU) 2020/1828.
De richtlijn is op in werking getreden. De richtlijn moet vóór in de lidstaten in wetgeving worden omgezet en vanaf in de lidstaten worden toegepast.
De richtlijn maakt deel uit van het pakket “new deal voor consumenten”.
Zie voor meer informatie:
Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (PB L 409 van , blz. 1–27).
Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2020/1828/EU zijn opgenomen in het oorspronkelijke document. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.
laatste bijwerking