This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Plattelandsontwikkelingsbeleid is de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie (EU). Het beleid is erop gericht om de plattelandsgebieden van de EU te helpen met de economische, ecologische en sociale uitdagingen waarmee ze te maken krijgen. Het heeft drie langetermijndoelstellingen:
De EU-middelen voor plattelandsontwikkeling worden beschikbaar gesteld door het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo). De begroting van het Elfpo voor de periode 2021-2027 bedraagt 95,5 miljard euro, waarin een injectie van 8,1 miljard euro van het herstelinstrument voor de Europese Unie is inbegrepen om de uitdagingen van de COVID-19-pandemie het hoofd te helpen bieden.
Het beleid wordt uitgevoerd door middel van zevenjarige plattelandsontwikkelingsprogramma’s die zijn opgesteld in samenwerking met de EU. Hierbij staan zes prioriteiten centraal:
De beginselen, regels en normen voor de uitvoering van het Elfpo en de andere Europese structuur- en investeringsfondsen zijn vastgelegd in Verordening (EU) nr. 1303/2013.
De regels voor de uitgaven aan plattelandsontwikkeling in de periode 2021-2022 zijn uiteengezet in de op vastgestelde overgangsverordening inzake het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De verordening behelst grotendeels een verlenging van de bestaande regels (die oorspronkelijk golden voor de periode 2014-2020), met enkele aanvullende elementen om te zorgen voor een soepele overgang naar de toekomstige GLB-wetgeving, die in 2023 moet beginnen.