23.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 142/28


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 25 januari 2018 — Caseificio Sociale San Rocco Soc. coop. arl e.a. / Agenzia per le Erogazioni in Agricoltura (AGEA), Regione Veneto

(Zaak C-46/18)

(2018/C 142/38)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen in hoger beroep: Caseificio Sociale San Rocco Soc. coop. arl, S.s. Franco e Maurizio Artuso, Sebastiano Bolzon, Claudio Matteazzi, Roberto Tellatin

Verwerende partijen in hoger beroep: Agenzia per le Erogazioni in Agricoltura (AGEA), Regione Veneto

Prejudiciële vragen

1)

Moet, in een situatie als die welke hier is beschreven en in het hoofdgeding aan de orde is, het Unierecht in die zin worden uitgelegd dat de omstandigheid dat een wettelijke bepaling van een lidstaat in strijd is met artikel 2, lid 2, derde alinea, van verordening (EEG) nr. 3950/92 (1), tot gevolg heeft dat de producenten met een beroep op de bepalingen van die verordening niet verplicht zijn de extra heffing te betalen?

2)

Moet, in een situatie als die welke hier is beschreven en in het hoofdgeding aan de orde is, het Unierecht en in het bijzonder het algemene beginsel van bescherming van het vertrouwen, in die zin worden uitgelegd dat het vertrouwen van rechtssubjecten die hebben voldaan aan een door een lidstaat opgelegde verplichting en die profijt hebben gehad van de gevolgen die aan het nakomen van genoemde verplichting zijn verbonden, niet kan worden beschermd wanneer blijkt dat die verplichting in strijd is met het Unierecht?

3)

Staan, in een situatie als die welke hier is beschreven en in het hoofdgeding aan de orde is, artikel 9 van verordening (EG) nr. 1392/2001 (2) en het Unierechtelijke begrip „prioritaire categorie” in de weg aan een bepaling van een lidstaat, zoals artikel 2, lid 3, van voorlopig wetsbesluit nr. 157/2004 van de Italiaanse Republiek, waarin de restitutie van een teveel aan extra heffing betaald bedrag op verschillende manieren is geregeld, waarbij ter zake van de termijnen en de wijze van restitutie onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds producenten die zich plichtsgetrouw hebben gehouden aan een nationale bepaling die in strijd blijkt te zijn met het Unierecht, en anderzijds producenten die zich niet aan die bepaling hebben gehouden?


(1)  Verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad van 28 december 1992 tot instelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelproducten (PB 1992, L 405, blz. 1).

(2)  Verordening (EG) nr. 1392/2001 van de Commissie van 9 juli 2001 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad tot instelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelproducten (PB 2001, L 187, blz. 19).