EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0976

Besluit 2008/976/JBZ van de Raad van 16 december 2008 betreffende het Europees justitieel netwerk

OJ L 348, 24.12.2008, p. 130–134 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 19 Volume 008 P. 198 - 202

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/976/oj

24.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 348/130


BESLUIT 2008/976/JBZ VAN DE RAAD

van 16 december 2008

betreffende het Europees justitieel netwerk

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 31 en artikel 34, lid 2, onder c),

Gezien het initiatief van het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en het Koninkrijk Zweden,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft bij Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ (2) het Europees justitieel netwerk opgezet, dat zijn nut bij het vergemakkelijken van de justitiële samenwerking in strafzaken heeft bewezen.

(2)

Overeenkomstig artikel 6 van de Overeenkomst van 29 mei 2000 betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (3), vindt de wederzijdse rechtshulp plaats door rechtstreekse contacten tussen de bevoegde justitiële autoriteiten. Deze decentralisatie van de wederzijdse rechtshulp heeft inmiddels breed ingang gevonden.

(3)

Het beginsel van wederzijdse erkenning van justitiële beslissingen in strafzaken wordt geleidelijk toegepast. Het bevestigt niet alleen het beginsel van rechtstreekse contacten tussen bevoegde justitiële autoriteiten: het bespoedigt ook de procedures en verleent ze een volledig justitieel karakter.

(4)

Het effect van deze wijzigingen in de justitiële samenwerking is verder versterkt door de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 en 2007. Door deze ontwikkeling is het Europees justitieel netwerk nog noodzakelijker geworden dan het ten tijde van zijn oprichting was, en daarom moet het worden versterkt.

(5)

De Raad heeft bij Besluit 2002/187/JBZ (4) Eurojust opgericht, teneinde de coördinatie en de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te verbeteren. In Besluit 2002/187/JBZ is bepaald dat Eurojust bij voorrang betrekkingen met het Europees justitieel netwerk onderhoudt, gebaseerd op overleg en complementariteit.

(6)

In de vijf jaar waarin Eurojust en het Europees justitieel netwerk naast elkaar bestaan, is gebleken dat de twee structuren moeten worden gehandhaafd en dat de relatie tussen beide moet worden verduidelijkt.

(7)

Aan niets in dit besluit mag een uitleg worden gegeven waardoor de onafhankelijkheid die contactpunten uit hoofde van het nationale recht genieten, zou worden aangetast.

(8)

De justitiële samenwerking tussen de lidstaten moet worden versterkt en daartoe moeten de contactpunten van het Europees justitieel netwerk en Eurojust in staat worden gesteld om, telkens als dat nodig is, rechtstreeks en doeltreffender te communiceren via een beveiligde telecommunicatieverbinding.

(9)

Gemeenschappelijk optreden 98/428/JBZ moet bijgevolg worden ingetrokken en worden vervangen door dit besluit,

BESLUIT:

Artikel 1

Oprichting

Het netwerk van justitiële contactpunten dat uit hoofde van Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ tussen de lidstaten is opgezet (hierna „het Europees justitieel netwerk” genoemd), zet zijn werkzaamheden voort overeenkomstig het bepaalde in dit besluit.

Artikel 2

Samenstelling

1.   Het Europees justitieel netwerk wordt, rekening houdend met de constitutionele voorschriften, de juridische tradities en de interne structuur van elke lidstaat, samengesteld uit de centrale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de internationale justitiële samenwerking en de justitiële autoriteiten of andere bevoegde autoriteiten die in het kader van de internationale samenwerking specifiek verantwoordelijk zijn.

2.   In elke lidstaat worden, met inachtneming van de nationale voorschriften en de interne verdeling van bevoegdheden, een of meer contactpunten opgericht en wordt ervoor gezorgd dat het gehele grondgebied werkelijk wordt bestreken.

3.   Elke lidstaat wijst onder de contactpunten een nationale correspondent voor het Europees justitieel netwerk aan.

4.   Elke lidstaat stelt een technisch correspondent voor het Europees justitieel netwerk aan.

5.   Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn contactpunten taken in verband met justitiële samenwerking in strafzaken vervullen en voldoende kennis hebben van een andere taal van de Europese Unie dan de nationale taal, aangezien elk contactpunt moet kunnen communiceren met de contactpunten van andere lidstaten.

6.   De verbindingsmagistraat bedoeld in Gemeenschappelijk Optreden 96/277/JBZ van de Raad van 22 april 1996 inzake een kader voor de uitwisseling van verbindingsmagistraten ter verbetering van de justitiële samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie (5) wordt, voor zover hij in een lidstaat is aangewezen en overeenkomstige taken vervult als die welke in artikel 4 van dit besluit aan de contactpunten zijn opgedragen, aan het Europees justitieel netwerk en aan de beveiligde communicatieverbinding overeenkomstig artikel 9 van dit besluit toegevoegd door de lidstaat die hem uitzendt, overeenkomstig de door die lidstaat vast te stellen voorwaarden.

7.   De Commissie wijst een contactpunt aan voor de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen.

8.   Het Europees justitieel netwerk beschikt over een secretariaat dat verantwoordelijk is voor het beheer van het netwerk.

Artikel 3

Werking van het netwerk

Het Europees justitieel netwerk heeft in het bijzonder de volgende drie taken:

a)

het vergemakkelijkt het leggen van adequate contacten tussen de contactpunten van de verschillende lidstaten, om de in artikel 4 omschreven taken te vervullen;

b)

het organiseert periodieke vergaderingen van de vertegenwoordigers van de lidstaten, zoals bepaald in de artikelen 5 en 6;

c)

het verschaft continu een aantal bijgewerkte basisgegevens, in het bijzonder via een adequate telecommunicatieverbinding, zoals bepaald in de artikelen 7, 8 en 9.

Artikel 4

Taken van de contactpunten

1.   De contactpunten zijn actieve bemiddelaars die de justitiële samenwerking tussen de lidstaten moeten vergemakkelijken, in het bijzonder bij het optreden tegen vormen van ernstige criminaliteit. Zij staan ter beschikking van de plaatselijke justitiële autoriteiten en andere bevoegde autoriteiten van hun lidstaat, van de contactpunten van de andere lidstaten en de plaatselijke justitiële autoriteiten en andere bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten, opdat deze de meest geschikte rechtstreekse contacten kunnen leggen.

Zo nodig kunnen zij zich op basis van afspraken tussen de betrokken administraties verplaatsen om de contactpunten van de andere lidstaten te ontmoeten.

2.   De contactpunten verstrekken de juridische en praktische gegevens die voor de plaatselijke justitiële autoriteiten van hun lidstaat, de contactpunten van de andere lidstaten en de plaatselijke justitiële autoriteiten van de andere lidstaten noodzakelijk zijn om op doeltreffende wijze een verzoek om justitiële samenwerking op te stellen of om de justitiële samenwerking in het algemeen te verbeteren.

3.   Op hun respectieve niveaus zijn de contactpunten, waar nodig in samenwerking met het Europees netwerk voor justitiële opleiding, betrokken bij opleidingssessies betreffende justitiële samenwerking ten behoeve van de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat, en zij bevorderen de organisatie daarvan.

4.   Naast zijn taken als contactpunt bedoeld in de leden 1 tot en met 3 neemt de nationale correspondent met name de volgende taken op zich:

a)

hij is in zijn lidstaat verantwoordelijk voor aangelegenheden in verband met de interne werking van het netwerk, waaronder de coördinatie van verzoeken om inlichtingen en van de door de nationale bevoegde autoriteiten verstrekte antwoorden;

b)

hij is de hoofdverantwoordelijke voor de contacten met het secretariaat van het Europees Justitieel netwerk en neemt onder meer deel aan de in artikel 6 bedoelde vergaderingen;

c)

hij geeft desgevraagd advies over de aanwijzing van nieuwe contactpunten.

5.   De technisch correspondent van het Europees justitieel netwerk, — en dat kan ook een in de leden 1 tot en met 4 bedoeld contactpunt zijn —, zorgt ervoor dat de in artikel 7 bedoelde informatie met betrekking tot zijn lidstaat wordt verstrekt en wordt bijgewerkt overeenkomstig artikel 8.

Artikel 5

Doel en plaats van de plenaire vergaderingen van de contactpunten

1.   De plenaire vergaderingen van het Europees justitieel netwerk, waarvoor ten minste drie contactpunten per lidstaat worden uitgenodigd, hebben ten doel:

a)

ervoor te zorgen dat de contactpunten elkaar leren kennen en ervaringen uitwisselen, vooral wat betreft de werking van het netwerk;

b)

een discussieforum te zijn voor praktische en juridische problemen van de lidstaten in het kader van de justitiële samenwerking, in het bijzonder met betrekking tot de uitvoering van de in het kader van de Europese Unie vastgestelde instrumenten.

2.   De in het Europees justitieel netwerk op dit gebied opgedane ervaring wordt doorgegeven aan de Raad en de Commissie, als uitgangspunt voor besprekingen over eventuele wijzigingen in de regelgeving en praktische verbeteringen op het gebied van de internationale justitiële samenwerking.

3.   De in lid 1 bedoelde vergaderingen worden op gezette tijden en ten minste driemaal per jaar georganiseerd. Eenmaal per jaar kan de vergadering plaatsvinden in Brussel, ten kantore van de Raad of ten kantore van Eurojust in Den Haag. Twee contactpunten per lidstaat worden uitgenodigd voor de vergaderingen die ten kantore van de Raad en Eurojust plaatsvinden.

Andere vergaderingen kunnen in de lidstaten gehouden worden, om de contactpunten van alle lidstaten in de gelegenheid te stellen andere autoriteiten van de gastlidstaat dan de contactpunten te ontmoeten en een bezoek te brengen aan specifieke organen van die lidstaat die verantwoordelijk zijn voor de internationale justitiële samenwerking of de bestrijding van bepaalde vormen van ernstige criminaliteit. De contactpunten nemen op eigen kosten deel aan deze vergaderingen.

Artikel 6

Vergaderingen van de correspondenten

1.   De nationale correspondenten van het Europees justitieel netwerk komen ten minste eenmaal per jaar op ad-hoc basis bijeen, en naar gelang van de door de leden geconstateerde behoefte, op uitnodiging van de nationale correspondent van de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad waarneemt; deze houdt tevens rekening met de wensen van de lidstaten inzake bijeenroeping van de correspondenten. Tijdens deze vergaderingen worden met name administratieve kwesties in verband met het netwerk besproken.

2.   De technische correspondenten van het Europees justitieel netwerk komen ten minste eenmaal per jaar op ad-hoc basis bijeen, en naar gelang van de door de leden geconstateerde behoefte, op uitnodiging van de technische correspondent van het Europees justitieel netwerk van de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad waarneemt. In die vergaderingen worden de in artikel 4, lid 5, bedoelde kwesties besproken.

Artikel 7

Inhoud van de binnen het Europees justitieel netwerk verspreide gegevens

Het secretariaat van het Europees justitieel netwerk stelt de volgende informatie ter beschikking van de contactpunten en de bevoegde justitiële autoriteiten:

a)

de volledige gegevens van de contactpunten in elke lidstaat, onder vermelding, waar nodig, van hun nationale bevoegdheden;

b)

een IT-instrument waarmee de verzoekende of uitvaardigende autoriteit van een lidstaat de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat kan identificeren die haar verzoek om en beslissingen aangaande justitiële samenwerking, inclusief aangaande instrumenten waarmee het beginsel van wederzijdse erkenning in praktijk wordt gebracht, in ontvangst moet nemen en moet uitvoeren;

c)

beknopte juridische en praktische informatie over de gerechtelijke stelsels en procedures van de lidstaten;

d)

de teksten van de toepasselijke rechtsinstrumenten en, voor wat betreft de vigerende overeenkomsten, de tekst van de verklaringen en voorbehouden.

Artikel 8

Actualisering van de informatie

1.   De in het kader van het Europees justitieel netwerk verspreide gegevens moeten voortdurend bijgewerkt worden.

2.   Elke lidstaat moet zelf nagaan of de gegevens in het systeem juist zijn en het secretariaat van het Europees justitieel netwerk op de hoogte stellen als gegevens betreffende een van de vier in artikel 7 genoemde punten gewijzigd moeten worden.

Artikel 9

Telecommunicatie-instrumenten

1.   Het secretariaat van het Europees justitieel netwerk zorgt ervoor dat de uit hoofde van artikel 7 verstrekte informatie beschikbaar wordt gesteld op een website die voortdurend wordt bijgewerkt

2.   De beveiligde telecommunicatieverbinding wordt opgezet voor de operationele werkzaamheden van de contactpunten van het Europees justitieel netwerk. Het opzetten van de beveiligde telecommunicatieverbinding komt ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie.

Het opzetten van de beveiligde telecommunicatieverbinding maakt de stroom van gegevens en van verzoeken om justitiële samenwerking tussen de lidstaten mogelijk.

3.   De nationale correspondenten voor Eurojust, de nationale correspondenten voor Eurojust inzake terrorisme, de nationale leden van Eurojust en de door Eurojust aangewezen verbindingsmagistraten kunnen de in lid 2 bedoelde beveiligde communicatieverbinding ook gebruiken voor hun operationele werkzaamheden. De verbinding kan worden gekoppeld aan het in artikel 16 van Besluit 2002/187/JBZ betreffende Eurojust bedoelde dossierbeheerssysteem (Case Management-Systeem).

4.   De rechtstreekse contacten tussen de bevoegde justitiële autoriteiten, als bepaald in de instrumenten inzake justitiële samenwerking, zoals artikel 6 van de Overeenkomst van 29 mei 2000 betreffende de wederzijdse hulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie, worden door dit artikel geheel onverlet gelaten.

Artikel 10

Betrekkingen tussen het Europees justitieel netwerk en Eurojust

Het Europees justitieel netwerk en Eurojust onderhouden bevoorrechte betrekkingen, die gebaseerd zijn op overleg en complementariteit, met name tussen de contactpunten van een lidstaat, het nationale lid van Eurojust van dezelfde lidstaat en de nationale correspondenten voor het Europees justitieel netwerk en Eurojust. Ten behoeve van een efficiënte samenwerking worden de volgende maatregelen genomen:

a)

Het Europees justitieel netwerk stelt de in artikel 7 vermelde gecentraliseerde informatie, alsmede de krachtens artikel 9 opgezette beveiligde telecommunicatieverbinding ter beschikking van Eurojust.

b)

De contactpunten van het Europees justitieel netwerk brengen hun nationaal lid per geval op de hoogte van alle zaken die in hun ogen beter door Eurojust kunnen worden behandeld.

c)

De nationale leden van Eurojust kunnen, op uitnodiging van het Europees justitieel netwerk, deelnemen aan de bijeenkomsten van het Europees justitieel netwerk.

Artikel 11

Begrotingsmiddelen

Om Eurojust in staat te stellen zijn taken uit te voeren bevat de begroting van Eurojust een specifiek onderdeel betreffende de werkzaamheden van het secretariaat van het Europees justitieel netwerk.

Artikel 12

Territoriaal toepassingsgebied

Het Verenigd Koninkrijk stelt de voorzitter van de Raad er schriftelijk van in kennis indien het dit besluit op de Kanaaleilanden en op het eiland Man wenst toe te passen. De Raad neemt een besluit ten aanzien van dit verzoek.

Artikel 13

Evaluatie van de werking van het Europees justitieel netwerk

1.   Elke twee jaar vanaf 24 december 2008 brengt het Europees justitieel netwerk aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie verslag uit over zijn activiteiten en beheer.

2.   Het Europees justitieel netwerk kan in het in lid 1 bedoelde verslag ook wijzen op problemen in verband met het strafrechtelijk beleid in de Europese Unie die naar aanleiding van de activiteiten van het EJN aan het licht gekomen zijn en kan ook voorstellen doen ter verbetering van de justitiële samenwerking in strafzaken.

3.   Het Europees justitieel netwerk kan ook verslagen of andere informatie over de werking ervan indienen waar de Raad heeft gevraagd.

4.   De Raad evalueert om de vier jaar vanaf 24 december 2008 de werking van het Europees justitieel netwerk op basis van een door de Commissie in samenwerking met het Europees justitieel netwerk opgesteld verslag.

Artikel 14

Intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ

Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ wordt ingetrokken.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 16 december 2008.

Voor de Raad

De voorzitster

R. BACHELOT-NARQUIN


(1)  Advies van 2 september 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 191 van 7.7.1998, blz. 4.

(3)  PB C 197 van 12.7.2000, blz. 3.

(4)  PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1.

(5)  PB L 105 van 27.4.1996, blz. 1.


Top