Back to EUR-Lex homepage

EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
Search tips
Need more search options? Use the Advanced search
You are here

Glossary of summaries

Internationale samenwerking

Het begin van de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie (EU) viel samen met het tekenen van het Verdrag van Rome in 1957; de overzeese landen en gebieden van de EU-lidstaten waren de eerste begunstigden. Door de jaren heen is de mate van EU-ontwikkelingssamenwerking geleidelijk aan toegenomen. De EU is nu de grootste donor van de wereld en werkt samen met ongeveer 160 landen.

Ontwikkelingssamenwerking moet uitgevoerd worden volgens de beginselen en doelstellingen van het buitenlandse optreden van de EU. Het hoofddoel is armoede in de wereld te verminderen en op de lange termijn uit te bannen door een duurzame economische, sociale en ecologische ontwikkeling in ontwikkelingslanden te bevorderen, in lijn met de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties.

De grondbeginselen van het buitenlandse optreden en ontwikkelingssamenwerking van de EU zijn terug te vinden in respectievelijk artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 208 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.

De financieringsinstrumenten van de EU om het buitenlandse optreden te financieren, hebben de laatste jaren een rationaliseringsproces ondergaan. Sinds de goedkeuring van het meerjarig financieel kader voor de periode 2021-2027 is het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld het belangrijkste financieringsinstrument voor het externe optreden van de EU. Het kader heeft betrekking op samenwerking met alle niet-EU-landen, met uitzondering van landen en gebieden overzee en landen die pretoetredingssteun ontvangen.

Voor 2021 was het Europees Ontwikkelingsfonds (dat geen deel uitmaakte van de EU-begroting) het belangrijkste instrument van de EU voor ontwikkelingshulp aan de 79 landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) en de landen en gebieden overzee. In het meest recente meerjarig financieel kader van de EU (2021-2027) werd de samenwerking met de ACS-landen in de EU-begroting opgenomen en valt deze onder het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld.

Hoewel de overeenkomst van 2000 tussen de EU en de ACS-landen (de Overeenkomst van Cotonou) in 2020 zou aflopen, is de toepassing ervan verlengd tot 30 september 2023, tenzij de nieuwe ACS-EU-partnerschapsovereenkomst vóór die datum in werking treedt of voorlopig wordt toegepast.

ZIE OOK

Top