Het in de handel brengen van diervoeders: EU-voorschriften

KERNPUNTEN

Diervoeders

De verordening is van toepassing op elke stof of elk product, met inbegrip van toevoegingsmiddelen, al dan niet bewerkt, gedeeltelijk bewerkt of niet bewerkt, bedoeld voor orale voedering van dieren.

Ze is van toepassing onafhankelijk van en zonder invloed te hebben op andere EU-voorschriften op het gebied van diervoeding, met betrekking tot:

• diervoeders met medicinale werking;
• ongewenste stoffen;
• overdraagbare spongiforme encefalopathieën (zoals BSE);
• niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten;
• genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders;
• de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen;
• toevoegingsmiddelen;
• de biologische productie en de etikettering van biologische producten.

In de handel brengen en gebruik

Diervoeders moeten voldoen aan de veiligheids- en handelsvoorschriften. Ze mogen alleen in de handel worden gebracht en gebruikt indien:

• ze veilig zijn;
• ze niet rechtstreeks een nadelig effect op het milieu of het dierenwelzijn hebben;
• ze gezond, deugdelijk, zuiver, geschikt voor het beoogde doel en van goede handelskwaliteit zijn;
• ze geëtiketteerd, verpakt en aangeboden worden overeenkomstig de toepasselijke wetgeving.

Diervoeders mogen geen middelen bevatten waarvan het in de handel brengen of het gebruik als diervoeding aan beperkingen onderhevig of verboden is.

Traceerbaarheid

Het moet mogelijk zijn de diervoeders te traceren tijdens alle fasen van de productie, bewerking en distributie. Een exploitant van een diervoederbedrijf moet kunnen identificeren wie zijn leverancier is van:

• diervoeders;
• voedselproducerende dieren, of
• alle stoffen die bedoeld zijn als of zullen worden verwerkt in diervoeders.

Diervoeders die in de EU in de handel worden gebracht, moeten worden geëtiketteerd of geïdentificeerd zodat ze kunnen worden getraceerd.

Etikettering en aanbiedingsvorm

Deze verordening stelt algemene voorwaarden vast voor de etikettering en aanbiedingsvorm van alle diervoeders, zoals de verplichte vermelding van:

• het soort diervoeder;
• de naam en het adres van de exploitant van het diervoederbedrijf;
• het referentienummer van de partij of het lot;
• het nettogewicht;
• de lijst van gebruikte toevoegingsmiddelen;
• het vochtgehalte.

De gegevens moeten goed zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar worden aangebracht. De etikettering en de aanbiedingsvorm van het diervoeder mogen niet misleidend zijn voor de gebruiker wat betreft de bestemming of de kenmerken van het diervoeder.

De Europese Commissie heeft verder advies gepubliceerd om bedrijven en overheden op dit gebied bij te staan, waaronder:

• richtsnoeren voor het onderscheid tussen voedermiddelen, toevoegingsmiddelen, biociden en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik;
• gedragscode voor etikettering van voeders voor gezelschapsdieren.

Verpakking

Voedermiddelen en mengvoeders mogen slechts in verzegelde verpakkingen of recipiënten in de handel worden gebracht. Bepaalde diervoeders mogen echter onverpakt of in niet-gesloten verpakkingen of recipiënten in de handel worden gebracht. Het betreft o.a.:

• voedermiddelen;
• mengvoeders uitsluitend bestaande uit granen of hele vruchten;
• onderlinge leveringen tussen producenten van mengvoeders;
• likstenen of -blokken.