Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Gezinshereniging

Gezinshereniging

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

De richtlijn heeft tot doel om gemeenschappelijke regels vast te stellen met betrekking tot het recht op gezinshereniging. De intentie is om het voor gezinsleden van staatsburgers van niet-EU-landen die legaal op het grondgebied van de Europese Unie (EU) verblijven, mogelijk te maken zich bij hen te voegen in het EU-land waar zij verblijven. Het doel is om de eenheid van het gezin te beschermen en de integratie van staatsburgers van derde landen te vergemakkelijken.

De richtlijn is niet van toepassing op Ierland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk (1). Bovendien belet de richtlijn de EU-landen niet om eventueel soepelere voorwaarden te hanteren in hun nationale wetgeving.

KERNPUNTEN

Voorwaarden

Staatsburgers van niet-EU-landen die in een van de EU-landen een verblijfstitel bezitten met een geldigheidsduur van ten minste één jaar en die uit juridisch oogpunt de mogelijkheid hebben van een langdurig ingezetenschap, kunnen een verzoek tot gezinshereniging indienen.

Deze richtlijn is echter niet van toepassing op gezinsleden van EU-burgers en ook niet op staatsburgers van niet-EU-landen die een verzoek tot erkenning van de vluchtelingenstatus hebben ingediend waarover nog geen definitieve beslissing is genomen of die onder een vorm van tijdelijke bescherming vallen.

De volgende personen komen in aanmerking voor gezinshereniging:

  • de echtgenoot of echtgenote van de gezinshereniger;
  • de minderjarige kinderen van het koppel (dat wil zeggen ongehuwde kinderen die jonger zijn dan de leeftijd van de wettelijke meerderjarigheid in het desbetreffende EU-land) of van een van beiden, indien hij/zij het hoederecht over de kinderen heeft en deze van hem of haar afhankelijk zijn, met inbegrip van geadopteerde kinderen.

Het blijft de EU-landen vrij staan om onder bepaalde voorwaarden de gezinshereniging toe te staan van:

  • bloedverwanten van de eerste graad in rechtstreekse opgaande lijn (moeder en vader van de buitenlandse staatsburger);
  • meerderjarige ongehuwde kinderen;
  • ongehuwde levenspartners.

Polygamie wordt niet erkend; er kan slechts één echtgenoot of echtgenote gebruikmaken van het recht op gezinshereniging. Ook zijn kinderen van niet-toegelaten echtgenoten uitgesloten van het recht op hereniging, tenzij het hogere belang van deze kinderen gezinshereniging vereist (in overeenstemming met het Verdrag inzake de rechten van het kind van 1989).

De EU-landen kunnen ook eisen dat staatsburgers van niet-EU-landen en hun echtgenoot of echtgenote een minimumleeftijd hebben (die niet hoger mag zijn dan 21 jaar) voordat zij hun recht op gezinshereniging kunnen uitoefenen.

Procedure

  • De EU-landen bepalen of het verzoek om gezinshereniging moet worden ingediend door de buitenlandse staatsburger of door de gezinsleden die zich bij hem/haar willen voegen. Behalve in uitzonderlijke gevallen dient het te herenigen gezinslid zich tijdens de procedure buiten de EU te bevinden. Het verzoek moet vergezeld gaan van documenten waaruit de gezinsband blijkt en documenten waaruit blijkt dat aan de voorwaarden is voldaan. Het verzoek moet uiterlijk negen maanden na het indienen worden behandeld.
  • Van de betrokken persoon kan worden verlangd dat hij/zij beschikt over huisvesting die voldoet aan de algemene normen voor veiligheid en gezondheid, over een ziekteverzekering en over voldoende stabiele inkomsten om zichzelf en zijn/haar gezinsleden te onderhouden. Bovendien kan van hem/haar worden geëist dat hij/zij aan de integratiemaatregelen van het nationale recht voldoet en dat hij/zij gedurende een bepaalde periode (maximaal twee jaar) in het desbetreffende EU-land heeft verbleven voordat zijn/haar gezinsleden zich bij hem/haar kunnen voegen.
  • De binnenkomst en het verblijf van een gezinslid kunnen worden geweigerd om redenen op het gebied van overheidsbeleid, binnenlandse veiligheid en volksgezondheid. Dit geldt ook in geval van fraude (vervalsing van documenten, schijnhuwelijken enzovoort). Een al toegekende vergunning kan om dezelfde redenen worden ingetrokken of niet meer vernieuwd.
  • Personen aan wie een vergunning wordt geweigerd of van wie de vergunning wordt ingetrokken of niet wordt vernieuwd, moeten het recht hebben om hiertegen in beroep te gaan.
  • Wat de gezinshereniging van vluchtelingen betreft, mogen de EU-landen geen voorwaarden opleggen met betrekking tot een minimale verblijfsperiode op het grondgebied voordat de gezinsleden zich bij de vluchteling mogen voegen. Daarnaast hoeven zij niet aan bovengenoemde voorwaarden voor huisvesting, ziekteverzekering en inkomsten te voldoen wanneer het verzoek om gezinshereniging binnen drie maanden na de toekenning van de vluchtelingenstatus wordt ingediend.

Rechten van de gezinsleden

  • De gezinsleden van de buitenlandse staatsburger hebben recht op een verblijfstitel met dezelfde duur als die van de persoon met wie zij herenigd zijn en hebben onder dezelfde voorwaarden als die persoon recht op toegang tot onderwijs, werkgelegenheid en beroepsopleidingen.
  • Uiterlijk na vijf jaar verblijf hebben de echtgenoot/echtgenote of de ongehuwde partner en meerderjarig geworden kinderen recht op een autonome verblijfstitel.
  • De voorwaarden voor de verlening en de duur van de autonome verblijfstitel zijn in het nationale recht vastgesteld. De EU-landen kunnen de verlening van de autonome verblijfstitel voor echtgenoten of ongehuwde partners alleen beperken in geval van verbreking van de gezinsband.

Richtsnoeren voor de toepassing van de richtlijn

In 2014 publiceerde de Europese Commissie richtsnoeren voor EU-landen over de toepassing van de richtlijn.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 3 oktober 2003 van toepassing en moest voor 3 oktober 2005 in de EU-landen zijn omgezet in nationale wetgeving.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging (PB L 251 van 3.10.2003, blz. 12-18)

Zie de geconsolideerde versie.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende richtsnoeren voor de toepassing van Richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging (COM(2014) 210 final van 3 april 2014)

Groenboek inzake het recht op gezinshereniging van onderdanen van derde landen die in de Europese Unie verblijven (Richtlijn 2003/86/EG) (COM(2011) 735 definitief van 15 november 2011)

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende de toepassing van richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging (COM(2008) 610 definitief van 8 oktober 2008)

Laatste bijwerking 05.06.2018



(1) Vanaf 1 februari 2020 is het Verenigd Koninkrijk geen EU-lid meer.

Naar boven