Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Het corrigerende deel: de buitensporigtekortprocedure

Het corrigerende deel: de buitensporigtekortprocedure

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Verordening (EG) nr. 1467/97 bepaalt wat bekend staat als het correctief deel van het stabiliteits- en groeipact, de hoeksteen van de begrotingsdiscipline van de Europese Unie (EU). Hierin staan de regels en procedures die in het spel komen wanneer een EU-lidstaat de referentiewaarden voor overheidstekort of overheidsschulden uit het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) niet respecteert. De procedure — de zogenoemde buitensporigtekortprocedure — heeft tot doel buitensporige overheidstekorten of extreem hoge overheidsschulden te ontmoedigen en deze effectief te corrigeren wanneer ze zich voordoen.

Verordening (EU) nr. 2024/1264 strekt tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 en heeft tot doel het correctieve deel af te stemmen op het hervormde EU-kader voor economisch bestuur. Dit kader heeft tot doel de schuldquote en de tekorten geleidelijk en duurzaam terug te dringen en tegelijkertijd groei en concurrentievermogen mogelijk te maken.

KERNPUNTEN

De procedure bij buitensporige tekorten verloopt in meerdere stappen.

Inleiding van de procedure

Lidstaten zijn bepaalde referentiewaarden voor overheidstekort en overheidsschuld overeengekomen in vergelijking met hun bruto binnenlands product (bbp) die zijn vastgelegd in Protocol (nr. 12) betreffende de procedure bij buitensporige tekorten: een tekortratio van 3% en een schuldquote van 60%. De Europese Commissie moet toezicht houden op de begrotingsdiscipline van de lidstaten aan de hand van twee criteria:

  • De tekortratio moet onder de referentiewaarde van 3% van het bbp blijven, tenzij het overschrijden uitzonderlijk of tijdelijk is en de verhouding dicht bij 3% van het bbp blijft.
  • De schuldquote moet onder de referentiewaarde van 60% van het bbp blijven of langzaam afnemen en deze waarde in een bevredigend tempo benaderen. Als de lidstaten het door de Raad van de Europese Unie vastgestelde begrotingstraject in acht nemen om de schuld op een plausibel neerwaartse tendens te zetten, wordt de schuldquote als bevredigend beschouwd, in overeenstemming met Verordening (EU) 2024/1263 (zie de samenvatting). Een lidstaat wordt geacht af te wijken van dat fiscale traject indien de in een controlerekening vastgestelde afwijkingen bepaalde jaarlijkse of cumulatieve drempels overschrijden.

Indien ten minste een van deze criteria niet vervuld lijkt te zijn, dient de Commissie een verslag op te stellen overeenkomstig artikel 126 lid 3, van het VWEU.

Het verslag bevat een evenwichtige beoordeling van alle relevante factoren, zoals:

  • de mate van uitdagingen in verband met overheidsschuld;
  • de ontwikkeling van de begrotingssituatie op middellange termijn en zijn economische positie;
  • voortgang bij de uitvoering van hervormingen en investeringen;
  • de verhoging van de overheidsinvesteringen voor defensie;
  • de door de lidstaat naar voren gebrachte factoren.

Verschillende fasen van de procedure

  • Wanneer de Commissie van mening is dat een procedure bij buitensporige tekorten nodig is, stelt zij de Raad hiervan in kennis, die opmerkingen van de betrokken lidstaat in overweging neemt en een besluit neemt met daarin een algehele beoordeling of er sprake is van een buitensporig tekort.
  • Vervolgens neemt de Raad een aanbeveling aan de betrokken lidstaat aan, met daarin een correctief netto-uitgaventraject, uitgedrukt in cijfers, en een termijn. Dit correctieve pad moet binnen de gestelde termijn een einde maken aan de situatie van het buitensporig tekort. Het land moet het tekort met name onder de referentiewaarde van 3% van het bbp brengen of houden en, wanneer de procedure bij buitensporige tekorten is ingeleid op basis van het schuldcriterium, de daarmee samenhangende afwijkingen corrigeren.
  • Wanneer de procedure bij buitensporige tekorten is ingeleid op basis van het tekortcriterium, moet het corrigerende pad verenigbaar zijn met een minimale jaarlijkse structurele aanpassing van ten minste 0,5% van het bbp als referentiewaarde.
  • Wanneer de procedure bij buitensporige tekorten is ingeleid op basis van het schuldcriterium, moet het correctieve traject ten minste gelijk zijn aan het netto-uitgaventraject dat door de Raad is vastgesteld en waarvan de lidstaat afwijkt.
  • De lidstaten moeten de nodige maatregelen binnen zes maanden nemen, hoewel dit in geval van ernstige situaties tot drie maanden kan worden verkort.
  • De lidstaten moeten de Raad en de Commissie verslag uitbrengen over de naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad genomen maatregelen. Het verslag moet de begrotingsdoelstellingen bevatten en informatie over de maatregelen die zijn genomen om deze doelstellingen te bereiken.
  • De Raad en de Commissie houden regelmatig toezicht op de maatregelen die de lidstaten in het kader van de buitensporigtekortprocedure nemen.

Sancties

Als een lidstaat van de eurozone de aanbeveling blijft negeren, kan de Raad besluiten om het land formeel te verzoeken maatregelen te nemen om het tekort binnen een bepaalde periode terug te dringen. De Raad kan een boete opleggen van maximaal 0,05% van de meest recente schatting van het bbp van het voorafgaande jaar, die om de zes maanden wordt uitbetaald tot de Raad van oordeel is dat de lidstaat doeltreffende maatregelen heeft genomen naar aanleiding van de verstrekte kennisgeving.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

Verordening (EC) nr. 1467/97 is sinds van toepassing.

Wijzigingsverordening (EU) 2024/1264 is sinds van toepassing.

ACHTERGROND

De verordening heeft tot doel de procedure bij buitensporige tekorten in het kader van artikel 126 van het VWEU te verduidelijken en te versnellen.

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van , blz. 6-11).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1467/97 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Laatst bijgewerkt

Naar boven